Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over beschikbare kredieten voor onteigeningen in het kader van de noord-zuidverbinding en het uitvoeren van leefbaarheidsmaatregelen in het centrum van Houthalen-Helchteren
Vraag om uitleg over de onteigeningsprocedures van de noord-zuidverbinding in Houthalen-Helchteren
Verslag
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Voorzitter, wij hebben daarover wat gecommuniceerd. Mijn vraag werd eerst als een lokale vraag beschouwd, die ik dan schriftelijk moest stellen. Ik wil duidelijk weten hoe we daar in deze commissie in de toekomst verder mee zullen omgaan.
Ik heb bij het begin van deze zittingsperiode enkele beleidslijnen in mijn werkwijze toegelicht. Het was de bedoeling om te komen tot grote voortgangsrapportages en gedachtewisselingen om de punctuele vragen over al dan niet lokale kwesties te kunnen bundelen. Ik heb deze keer gesteld dat ik de vragen over de noord-zuidverbinding in Limburg zou toelaten omdat er heel wat commotie over geweest is in de pers. Ik heb voorgesteld dat we gaan naar een rapportage over de missing links, niet alleen die in Limburg maar die in heel Vlaanderen. Zo kunnen we die concrete vragen bundelen met die rapportages. Dat is volgens mij een betere werkwijze. Zo kunnen we op een algemenere manier discussiëren over die infrastructuurwerken.
Voorzitter, ik heb uiteraard geen enkel probleem met voortgangsrapportages, integendeel. Maar persoonlijk ben ik de mening toegedaan dat als het gaat over bijvoorbeeld de noord-zuidverbinding of over Spartacus, delen van een gewestelijk netwerk van wegverbindingen of tram- of spoorverbindingen, dat iets anders is dan een dossiertje over een parking in een stad. Ik begrijp absoluut dat u hier niet de gemeenteraden wilt overdoen. Ik ben echter van mening dat we hier over de onderdelen van gewestelijke netwerken wel punctuele vragen moeten kunnen stellen.
We zullen daar dadelijk bij de regeling van de werkzaamheden verder over discussiëren. Zeker voor de projecten in Limburg hebben we ook de rapportage van het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK). Ik zou dan gaan naar een rapportage over de missing links. Dat zal op zeer regelmatige tijdstippen aan bod komen in de commissie.
Deze vragen, en in eerste instantie uw vraag, heb ik zo beoordeeld omdat u specifiek vroeg naar de tijdelijke maatregelen in Houthalen-Helchteren. Dat is zeer lokaal. Het ging niet over de algemene noord-zuidverbinding. Daarom heb ik die vraag onontvankelijk verklaard en nu meegenomen in de algemenere discussie over de noord-zuidverbinding. We moeten straks in de regeling der werkzaamheden uitsluitsel bieden over hoe we in onze commissie zullen werken.
Voorzitter, u kent mijn mening. Ik vind dat wij die vragen punctueel moeten kunnen blijven stellen als het gaat over delen van netwerken. Maar ik wil het debat hier niet verder monopoliseren. Ik wil graag mijn vraag aan de minister stellen.
Minister, in het kader van het SALK is er in extra middelen voorzien specifiek om een aantal ontsluitingsprojecten voor Limburg mogelijk te maken. De regering was toch van oordeel dat de ontsluiting van de provincie een belangrijk element is in de reconversie, die nodig is om bedrijven aan te trekken en andere bedrijven te doen groeien. Mobiliteit is hierin een belangrijk onderdeel.
Bij de verdeling van de extra SALK-gelden die de Vlaamse Regering heeft vrijgemaakt, werd dan ook 20 miljoen euro van de 81 miljoen euro toegewezen aan mobiliteitsprojecten. In het SALK staat hierover een duidelijke passage: “Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State bevestigden de sociale partners en de Vlaamse Regering de wens om de omleiding van de noord-zuidverbinding te realiseren via de meest rechtszekere en snelste wijze. (…) In afwachting van de start van de werken aan de omleiding, kwam vanuit de gemeente Houthalen-Helchteren de vraag om nu, na de herinrichting van zes knelpunten in de doortocht, bijkomende tijdelijke maatregelen te voorzien. Deze tijdelijke maatregelen zijn een mix van beperkte ingrepen, ze verhogen de verkeersveiligheid, verbeteren de doorstroming, zijn vrij vlot realiseerbaar, en leiden tot resultaat voor zowel de bewoners van de gemeente als de dagelijkse pendelaars en bedrijven (…) In het SALK werd van de 20 miljoen euro voor mobiliteit 10 miljoen euro voorzien om deze tijdelijke maatregelen mogelijk te maken.”
Op 17 oktober 2014 kwam de taskforce van het SALK samen in Limburg. Minister, u was daar ook aanwezig en hebt toen een interview gegeven aan TV Limburg. U gaf aan dat alleen al voor de onteigeningen voor de noord-zuidverbinding 105 miljoen euro nodig is. U gaf aan dat er voor 2014 al 21 miljoen euro uitgetrokken was voor deze onteigeningen maar dat voor de volgende jaren de middelen nog gezocht moeten worden. Aangezien het dan alleen nog maar over de onteigeningen gaat en niet om de aanleg van de omleiding zelf, heb ik toen begrepen – maar misschien heb ik u verkeerd geïnterpreteerd – dat u het einddoel om de eerste spade in de grond te steken, eind december 2017, moeilijk achtte.
Het gaat niet alleen over timing, het gaat ook over geld. U weet dat er in de meerjarenplannen van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) in budgetten voorzien is per provincie. Voor Limburg gaat het om slechts 35 miljoen euro per jaar. Als de onteigeningskosten met dat budget betaald moeten worden, zullen we maar langzaam vooruitgaan en zal er zo goed als geen geld meer overschieten voor andere mobiliteitsprojecten in Limburg, bijvoorbeeld wegenwerken, onderhoudswerken, fietspaden en investeringen, die nu wel nog op de indicatieve jaarplanning staan.
Over de stand van zaken met betrekking tot de aanleg van de tijdelijke maatregelen hoorde ik u in het interview niets zeggen. Daarom had ik daarover een vraag ingediend, die ik nu meteen wil herhalen.
Minister, kunt u ons aangeven uit welke middelen u die onteigeningen zult betalen? Moet dat komen uit de reguliere enveloppe bij AWV, die volgens mij 35 miljoen euro per jaar bedraagt? Of zult u andere budgetten aansnijden of deze enveloppe verhogen? Hoe ziet u het verdere stappenplan wat de noord-zuidverbinding betreft? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de tijdelijke maatregelen? Zijn die wel allemaal gefinancierd? Kunnen die wel vooruitgaan?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, dank u dat u het geduld had om te wachten op laatkomers.
Minister, collega’s, u zult ondertussen wel al hebben begrepen dat er, als het gaat over Limburgse dossiers, geen partijen zijn, maar alleen maar Limburgers. Wat het SALK betreft, het reconversieprogramma, het noodprogramma om de sluiting van Ford op te vangen, bestaat er een brede consensus, ook vanuit de Vlaamse Regering zelf geïnitieerd. U weet dat het inspeelt op vele domeinen: economie en het aantrekken van investeerders, innovatie, maar net zo goed het bekampen van kinderarmoede, infrastructuurprojecten en het meer op export richten van de Limburgse bedrijven. Die domeinen zijn heel belangrijk.
Collega’s, vandaag binnen een week sluit Ford de poorten. Binnen een week sluit in Limburg een tijdperk af. 6000 mensen worden werkloos. Als je alle jobs bij elkaar telt, dus ook van bedrijven die personeel moeten afdanken omdat ze in een of ander toeleveringstraject zaten richting Ford Genk, kom je op een verlies van 10.000 arbeidsplaatsen.
Het SALK is een actieprogramma met heel veel domeinen waarop wordt ingezet. Het sleuteldossier – en dat zal ook zo zijn voor de Limburgse publieke opinie waarop deze Vlaamse Regering zal worden afgerekend – is de realisatie van dat ontbrekende stuk noord-zuidverbinding. Daarmee wil ik de andere domeinen geen onrecht aandoen, maar voor dat dossier wordt nu ongeveer veertig à vijftig jaar geijverd. Minister, u kunt dus geschiedenis schrijven als u erin slaagt om dat omleidingstraject ter hoogte van Houthalen-Helchteren, het sluitstuk van de noord-zuidverbinding, te realiseren.
Op dit ogenblik bestaat er wat zorg. In Het Belang van Limburg, de krant die in Limburg allesbepalend is, zijn er een aantal artikelen verschenen, met name over de fondsen met betrekking tot de onteigeningen. Heel wat handelszaken zullen moeten worden geherlokaliseerd. Dat dossier loopt al jaren. Een aantal van die mensen ken ik ondertussen persoonlijk vrij goed. Zij zitten al vijf of zes jaar in onzekerheid en willen dringend investeren om hun bedrijf competitief te houden. Maar ze zeggen – ik zeg het op zijn Limburgs, maar dat verstaan ze in Vlaams-Brabant ook heel goed, minister –: “Ik wil niet investeren op een kerkhof, want als ik binnen twee jaar moet vertrekken, heb ik kapitaal geïnvesteerd in een zaak die twee jaar later elders moet worden heropgericht.”
Er is dus grote onzekerheid. Het loopt ook al lang. Daaraan kunt u niets doen, maar u kunt er wel voor zorgen dat er snel duidelijkheid is. Aan de ene kant moet er dus duidelijkheid komen rond het traject, het programma met betrekking tot de onteigeningen en de communicatie daarover naar de getroffen handelaars.
Aan de andere kant is er het verhaal van de leefbaarheidsmaatregelen. Mevrouw Lieten heeft daarnaar al verwezen. Houthalen-Helchteren is de kern, de meest strategisch gelegen gemeente van heel de provincie Limburg, waar de verkeersstromen het drukst zijn en waar er op het vlak van leefbaarheid vandaag een megaprobleem bestaat. Los van de afwerking van de noord-zuid, die er absoluut moet komen, moeten er leefbaarheidsmaatregelen worden getroffen. Het is dus een en-enverhaal en geen of-ofverhaal. Het gaat dan over een rotonde en een brug. We hebben er ons over de partijgrenzen heen toe verbonden om daarvoor te gaan en duidelijkheid te scheppen over de stand van zaken op dat vlak.
Minister, ik zal niet herhalen wat mevrouw Lieten heeft gezegd. Ik zou graag wat duidelijkheid krijgen over de timing en over de kredieten. Het budget van AWV Limburg is 35 miljoen euro. Als alles moet gebeuren met die middelen, weten we dat het een mission impossible is. Op de een of andere manier, via het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven (FFEU), andere programma’s of extra kredieten, moet ervoor worden gezorgd dat pacta sunt servanda, dat engagementen die zijn aangegaan, ook worden nagekomen en gerealiseerd.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Aangezien ik over de noord-zuid moet rijden, was ik veel vroeger vertrokken dan de heer Keulen en net op tijd hier om samen met hem – want hij heeft gelijk dat Limburg op dat vlak aan hetzelfde koord trekt – over een dossier te debatteren dat heel belangrijk is.
Voorzitter, om u ter wille te zijn, had ik de noord-zuid inderdaad verpakt in mijn vraag om uitleg over de missing links tijdens de beleidsnota. Ik wilde het daar ook bij laten, totdat ik het artikel las ‘Voor Ben Weyts is Noord-Zuid geen prioriteit’. Ik las het op 28 november, net de dag dat er burgemeestersoverleg was in Noord-Limburg. Enkele dagen voordien hadden we dat afgeblazen door een aantal agendaproblemen. Diezelfde avond zat de mailbox vol met alle collega-burgemeesters uit Noord-Limburg die heel dringend wilden samenzitten naar aanleiding van wat ze allemaal hoorden. Dat was ook over de partijgrenzen heen.
Voorzitter, daarmee is nogmaals aangetoond dat de noord-zuid allesbehalve een lokaal dossier is. De noord-zuid is niet alleen de ontsluiting voor een hele regio van Limburg – Noord-Limburg heeft die ontsluiting nu meer dan nodig – maar zal op termijn ook een ontsluiting zijn van Midden-Limburg naar Eindhoven toe.
Zoals u weet, zijn wij in Limburg geen vergeten grensregio meer, maar liggen wij in het centrum van de Euregio. In de context van vandaag moeten we zeker alle troeven die dat met zich kan meebrengen, maximaal valoriseren. Die tijdelijke maatregelen zijn zeker niet lokaal. Vanuit Noord-Limburg was men vragende partij, omdat het in afwachting van de werken toch al een oplossing kan bieden aan de doorstromingsproblemen ter hoogte van Houthalen-Helchteren.
Jarenlang is er geïnvesteerd in een noord-zuid van de Nederlandse grens tot in Helchteren. Met dat laatste stuk, voorlopig met tijdelijke maatregelen en daarna met een definitieve oplossing, kunnen we een gigantische stap vooruit zetten in de ontsluiting. Ik ben verontrust als ik toch weer twijfels hoor bij die tijdelijke maatregelen, minister. Daar krijg ik graag verduidelijking over, en zeker ook over de onteigeningsplannen.
Er is een totale onteigeningskost van 105 miljoen euro. Daarvan gaat meer dan de helft naar de onteigening van de kmo-zone, een kleiner bedrag voor een tiental huizen en 35 miljoen euro voor zevenhonderd onbebouwde percelen. De heer Keulen wijst erop dat daar bedrijven en investeerders zitten die duidelijkheid vragen. Er is prioriteit gegeven aan het uitwerken van een oplossing voor die zeven bedrijven. Er is onderhandeld. Volgens mij is er al 6 miljoen euro uitbetaald, aan twee bedrijven. Er zijn minnelijke akkoorden met vier bedrijven voor 46,5 miljoen euro, waarvan ik hoorde dat die nog niet tegengetekend zijn door Vlaanderen. Ten slotte zijn er nog twee bedrijven waarmee de onderhandelingen zouden moeten worden opgestart.
Ik dacht dat het jaarlijkse budget van AWV Limburg rond de 40 miljoen euro lag. Misschien kunt u dat verduidelijken. Daar zit 5,9 miljoen euro in voor onteigening, als ik me niet vergis.
Minister, ik heb begrepen dat er 10 miljoen euro gereserveerd zou zijn voor de hervestiging van één bedrijf dit jaar. Als ik die 10 miljoen euro en de 6 miljoen euro die al uitbetaald is, aftrek van de 105 miljoen euro, kom ik uit op 89 miljoen euro. Als ik er de volgende drie jaar jaarlijks nog eens 6 miljoen euro aftrek, 18 miljoen euro dus, blijft er voor mij een openstaande vraag van 71 miljoen euro. Dat budget zou moeten worden uitgetrokken voor de onteigening voor de noord-zuid.
Daarover is in het verleden door een brede meerderheid beslist. Ondertussen is er ook hard aan gewerkt. Jammer genoeg zijn er ook tegenstanders, die zijn er voor alle projecten, en zij putten uiteraard hun rechten uit. Toch zijn we het er in Limburg breed over eens dat de omleiding rond de noord-zuid er dringend moet komen. Die is ook ingeschreven in het regeerakkoord.
Minister, wat is de stand van zaken van de tijdelijke maatregelen? Komt die brug er wel of niet? Hoe wilt u de onteigeningsprocedures voor de noord-zuid financieren?
De heer Danen heeft het woord.
Collega’s, minister, de noord-zuidverbinding beroert Limburg inderdaad al jaren. Ik hoor dat alle partijen eensgezind pleiten voor een omleidingsweg. Dat moet ik misschien toch tegenspreken. Wel is er eensgezindheid over dat er een oplossing moet komen voor de doorstroming, maar hoe dat moet gebeuren, daar denken wij anders over. Het is nu niet het moment om die discussie te voeren.
Ik wil u wel vragen naar enkele aspecten bij die tijdelijke maatregelen, die ons erg beroeren, minister. Hoe ziet u de timing van de leefbaarheidsmaatregelen, de zogenaamde quickwins? Tegelijk wil ik een oproep doen om te investeren in verkeerstechnologie. Zoals u wellicht weet, zijn er andere moderne regio’s die tientallen meer ingenieurs hebben die bezig zijn met doorstroming en verkeersmodellen. In Vlaanderen loopt u op dat vlak toch wel wat achter. In Vlaanderen zijn er enkele mee bezig, in Nederland ongeveer duizend. Bent u bereid, als de quickwins zijn gerealiseerd, om tegelijk te investeren in moderne technologie? Politiek voeren is toch ook de toekomst voorbereiden en niet het verleden achterna hollen.
De definitieve oplossing, wat het ook wordt, omleiding of tunnel – ik begrijp dat de collega’s voor een omleiding zijn, zoals het in het regeerakkoord staat, maar ik voel me daardoor niet gebonden – zal niet voor morgen zijn en misschien ook niet voor overmorgen. Minister, als die tijdelijke maatregelen wel snel kunnen worden gerealiseerd, waar wij absoluut voorstander van zijn, ook in de gemeenteraad van Houthalen-Helchteren, komen daar dan evaluaties van? Het zou misschien wel kunnen dat die tijdelijke maatregelen zo’n gunstig effect hebben dat de zogenaamde definitieve maatregelen niet meer nodig zijn. Wat denkt u daarover? Er zijn voorbeelden in het buitenland, waar tijdelijke maatregelen voor een brug of tunnel zorgen voor een heel gunstig effect. Bent u bereid om dat te bekijken?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik tracht te antwoorden in drie clusters: de onteigeningen, de mate waarin dat weegt op het budget van AWV en Houthalen-Helchteren.
Met betrekking tot de onteigeningen hoef ik u niet te zeggen dat deze noord-zuidverbinding in Limburg een belangrijk project is. Het is een van die zes missing links die oorspronkelijk door de Vlaamse Regering waren aangeduid en waarvoor ook Via-Invest is opgericht, in functie van een pps-constructie. U weet dat er eerst een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) is opgemaakt, dat de procedure loopt en dat die ondertussen ook haar einde nadert, zodat de Vlaamse Regering daadwerkelijk het GRUP zal kunnen vaststellen. Het GRUP is natuurlijk ook nodig om een effectief onteigeningsplan te kunnen opstellen en op basis daarvan een ministerieel besluit te kunnen uitvaardigen.
De grondinnames door het gewest werden door het aankoopcomité in 2011 al geschat op ongeveer 105 miljoen euro. Dat gaat inderdaad over zeven bedrijven, tien woningen en ongeveer zevenhonderd percelen langs het hele tracé van die noord-zuidverbinding. Die grondinnames dienen natuurlijk voltooid te zijn voor de werken kunnen beginnen. Aangezien het GRUP nog niet rond is, zijn de eigenlijke onteigeningen, dus de innames, natuurlijk nog niet mogelijk. Wel is natuurlijk reeds de opdracht gegeven aan het aankoopcomité om onderhandelingen op te starten met die zeven bedrijven, met het oog op een minnelijk akkoord voor de verwerving van de gronden en op het bieden van rechtszekerheid. Er is dus expliciet voor gekozen om de bedrijven prioriteit te geven, net met het oog op de rechtszekerheid en de werkzekerheid, met de herlokalisatie die hun dan te beurt zou vallen. Er wordt geschat dat het ongeveer twee à drie jaar zal duren om al die noodzakelijke gronden te verwerven voor het hele traject, nadat het GRUP definitief is vastgesteld. Voor alle duidelijkheid, die zevenhonderd percelen zijn daarbij inbegrepen. Ik heb het dan niet over de zeven bedrijven.
Met betrekking tot die zeven bedrijven heeft men gestreefd naar minnelijke akkoorden. Het resultaat is dat er met vier bedrijven een minnelijke schikking is bereikt. In die middelen is voorzien, voor drie bedrijven binnen de begroting 2013, voor het vierde binnen de begroting 2014. Er is ook een minnelijk akkoord met twee andere bedrijven. Dat zit ook in de administratieve pijplijn. De minnelijke akkoorden die reeds zijn afgesloten, zijn in het verleden vastgelegd en betaald met reguliere middelen, via het Vlaams Infrastructuurfonds (VIF). Binnen het VIF is nog steeds in budgetten voorzien voor onteigeningen. Daarnaast zal ik ook voorstellen om middelen van het FFEU te gebruiken, in het kader van een onteigeningsbudget voor grote infrastructuurprojecten. Dat geld komt er dus naast de budgetten die reeds voorhanden zijn binnen het VIF.
Dan is er het element van de impact op het budget van het AWV in Limburg. Dat investeringsbudget bedraagt ongeveer 35 miljoen euro. Daarin zijn ook steeds budgetten voor onteigeningen inbegrepen. Daarnaast zijn er echter ook nog de budgetten waarin specifiek voor Limburg is voorzien, namelijk die 20 miljoen euro extra in het kader van de SALK-projecten. Dat geld is toegewezen aan het VIF, maar kan via een begrotingsruiter ook in de volgende jaren, dus ook in 2015, worden aangewend. Voor de kosten van de onteigeningen wordt dus enerzijds naar middelen binnen het VIF gezocht, anderzijds is er ook de mogelijkheid om het FFEU te benutten met een bijkomend onteigeningsbudget voor grote infrastructuurprojecten, zoals ik al voorstelde.
Dan is er het punt van Houthalen-Helchteren en de problematiek van de tijdelijke brug en de rotonde. Die maatregelen zijn binnen het SALK overeengekomen. Ik wil die ook respecteren en honoreren. Na het afronden met het onteigeningen kan het contract met de aannemer worden gefinaliseerd en kunnen de werken starten. Volgens de prognoses zullen die werken drie jaar duren.
Binnen het SALK is dus voorzien in tijdelijke maatregelen in Houthalen-Helchteren. Met betrekking tot de rotonde met de tijdelijke brug is er eind november een aanbesteding in de markt gezet om een studiebureau een design-and-builddossier te laten opstellen. Volgens dat design-and-builddossier zou de aanbesteding van die werken medio 2015 gebeuren, met een start van de werken eind volgend jaar. Dat is de ideale planning die ter zake wordt gehanteerd.
Dan is er de aanpassing aan het kruispunt tussen de N715 en de N719 in Helchteren. Daarbij moet de weg worden ontdubbeld over 200 meter. Ook wat dat betreft, werd op 28 november een aanbestedingsprocedure opgestart. De uitvoering van deze werken wordt voorzien in de vakantieperiode juli-augustus van volgend jaar, net wegens de verwachte ingrijpende hinder die zal worden veroorzaakt voor het verkeer. Ook de afslagstrook aan de Heidestraat wordt in 2015 aanbesteed.
Tot slot is er nog het gemeentelijke dossier van de ontsluiting van het Europark. Wat dat betreft, heeft het AWV nog geen dossier ontvangen van de gemeente. Het gaat over een subsidiedossier waarin de gemeente het initiatief moet nemen.
De kostprijs van die maatregelen wordt geraamd op 10 à 12 miljoen euro. Dat zal worden betaald met de SALK-middelen, die via een begrotingsruiter ook in 2015 nog beschikbaar zullen zijn. Met uitzondering van de tijdelijke brug, die dus zal worden afgebroken als de noord-zuidverbinding in Limburg eenmaal is gerealiseerd, hebben die maatregelen ook een blijvend nut op het vlak van de doorstroming en de verkeersveiligheid als heel die verbinding eenmaal is aangelegd. Dat is meteen een concreet antwoord op de laatste vragen.
Wat de tijdelijke brug betreft over de rotonde die wordt aangelegd, begrijp ik de discussie daarover. Dit past echter in de visie op de aanleg van het volledige project Noord-Zuid Limburg. Het huidige kruispunt dat met verkeerslichten wordt geregeld, volstaat niet om de problemen aan te pakken, noch op het vlak van doorstroming, noch op het vlak van verkeersveiligheid. Gezien de termijn die nodig is om de noord-zuidverbinding te realiseren, willen we daar een tijdelijke brug handhaven. Het huidige kruispunt is gewoon verzadigd: in tellingen is sprake van 50.000 voertuigen die van dat kruispunt gebruikmaken. Dat is heel veel. Ik weet dat niet iedereen voorstander is van die tijdelijke brug. Men vreest dat dit de noord-zuidverbinding op de lange baan zou schuiven. Of men veronderstelt dat een tijdelijke brug op termijn een permanente brug wordt. Dat is echter niet de bedoeling, de afspraak is dat de tijdelijke brug wordt afgebroken zodra de noord-zuidverbinding tot stand is gekomen. Die tijdelijke maatregel is nuttig en nodig voor de doorstroming en voor de verkeersveiligheid.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de duidelijke informatie. Ik ben blij te horen dat u de steun hebt gekregen van de Vlaamse Regering om verder FFEU-middelen te blijven gebruiken om die mobiliteitsprojecten te financieren. Dat is een goede beslissing, die ons de zekerheid geeft dat er extra middelen worden vrijgemaakt om de onteigeningen te betalen. Ik hoop dat ik daaruit mag concluderen dat de twee extra dossiers waarover er in der minne een akkoord is gesloten maar die administratief nog moeten worden afgehandeld, hun verloop kunnen kennen en in 2015 kunnen worden afgerond. Als ik dat te optimistisch interpreteer, dan moet u dat maar corrigeren, minister.
Minister, u spreekt over aanbestedingen. Er zijn aanbestedingen voor studiebureaus en aanbestedingen om werken op te starten. Begrijp ik het goed dat de werken voor die drie punten waarover u het hebt gehad, in 2015 zullen starten en dat u over het vierde punt nog niets kunt zeggen omdat u van de gemeente Houthalen nog geen dossier hebt ontvangen?
Minister, ik dank u dat u hier werk van maakt. U hebt daarvoor steun gezocht en gekregen binnen de regering, en dat verheugt me.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, vragen zijn kansen voor een minister, zei ik vroeger altijd. Ik denk dat deze vragen duidelijk hebben gemaakt dat u de vaste wil hebt om dit dossier aan te pakken en zo goed mogelijk uit te voeren volgens de vooropgestelde timing. Dat is heel geruststellend. Minister, ik zou graag een kopie krijgen van uw antwoord.
Via de FFEU-middelen beschikken we over extra armslag. We weten nu ook dat uitspraken dat u de noord-zuidverbinding niet langer als een prioriteit zou zien, uit de lucht zijn gegrepen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik heb met genoegen drie zaken genoteerd. Voor de onteigening kunnen we beschikken over FFEU-middelen. De onteigeningen kunnen dus met zekerheid uitgevoerd worden en zullen geen vertragende factor zijn in dit dossier. Heb ik het goed begrepen dat die minnelijke aankoop niet mogelijk zou zijn door het ontbreken van een onteigeningsplan?
Ik heb ook vastgesteld dat de tijdelijke maatregelen volgend jaar allemaal minstens lopende zijn.
Tot slot ben ik tevreden dat de Korte Wapper een tijdelijke Wapper wordt. Die Korte Wapper is een doorstromingsmaatregel, maar die verandert niets aan de leefbaarheid van de twee centra waar al die voertuigen door razen. Het zou fout zijn vandaag te durven overwegen om van die tijdelijke maatregelen permanente maatregelen te maken. In dat geval zou het gemeentebestuur van Houthalen-Helchteren serieus op de rem gaan staan, en ze zouden groot gelijk hebben. De afspraak was vanaf het begin dat het om bijkomende maatregelen gaat. Ik ben blij dat u daar geen onduidelijkheid over laat bestaan.
De heer Danen heeft het woord.
Alles hangt met alles samen. In het regeerakkoord is ook sprake van de tramlijn Spartacus 2 naar het noorden. Er staat niet in dat daar prioriteit aan wordt gegeven, maar wel dat dit wordt onderzocht. Ik zou het bijzonder jammer vinden indien lijn 2 zou worden gehypothekeerd door de maatregelen die nu worden genomen op dat traject. Daar moet rekening mee worden gehouden. We moeten volop investeren in kwalitatief vervoer en niet in automobiliteit.
Minister, ik ben heel blij dat u vandaag hebt aangetoond dat de krantenartikelen en de titel van het bericht in Het Belang van Limburg uit de lucht gegrepen zijn en helaas zijn geïnspireerd op de uitspraken van de burgemeester van Houthalen-Helchteren.
Ik ben ook tevreden dat u zegt verder te gaan met de onteigeningen, dat daartoe wordt voorzien in middelen, zelfs in budgettair krappe tijden en dat u de tijdelijke maatregelen in de loop van 2015 zult opstarten. Dat betekent dat u de noord-zuidverbinding wel als een prioriteit beschouwt en daar verdere stappen in zet.
Minister Weyts heeft het woord.
Mijn voorstel is inderdaad een beroep te doen op FFEU-middelen. Ik heb geen indicaties dat de collega’s van de Vlaamse Regering daarover zouden dwarsliggen.
Wat Houthalen-Helchteren betreft, wordt de afslagstrook ter hoogte van de Heidestraat aanbesteed in 2015. Maar ik kan niet garanderen dat de werken ook effectief starten in 2015.
De heer Keulen vroeg me om hem mijn antwoord te bezorgen, maar dat is vanuit de veronderstelling dat ik ook effectief antwoord wat op mijn papier staat en dat is eigenlijk nooit het geval. Ik zal u toch moeten verwijzen naar het verslag.
Men is nu sneller gegaan, net in functie van de rechtszekerheid voor de bedrijven. Het zijn natuurlijk minnelijke akkoorden, en de effectieve onteigeningen kunnen pas later gebeuren. Men loopt dus vooruit op het GRUP en op het effectieve onteigeningsplan. Het is de snelst mogelijke procedure die hier kan worden gevolgd. Anders zou men moeten wachten tot de GRUP-procedure volledig is afgerond, waarna het onteigeningsplan volgt en pas daarna de onderhandelingen met diegenen die moeten worden onteigend. Dat zou nog een paar jaar duren.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, u hebt iets gezegd waar ik ten onrechte misschien toch nog bezorgd om ben. U zegt: “Het zal mijn voorstel zijn aan de collega’s om de FFEU-middelen daarvoor te gebruiken.” Het is mijn ervaring dat bij de begrotingsopmaak er in de regering ook afspraken worden gemaakt over hoe de FFEU-middelen worden gebruikt. De FFEU-middelen zijn middelen die de voorbije jaren niet zijn opgebruikt en niet zijn vastgelegd en die men dan gebruikt voor investeringen in verschillende beleidsdomeinen. Minister, hebt u binnen de regering al afspraken gemaakt welk aandeel van de FFEU-middelen u mag gebruiken voor mobiliteitsprojecten?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik denk dat het onteigeningsplan samen met het GRUP wordt vastgesteld. We hoeven daar dus niet op te wachten. Ik ga er toch van uit dat de mensen ten velde al starten met de onderhandelingen en dat men niet wacht op een definitief onteigeningsplan.
Minister, kunt u antwoorden op mijn vraag?
Ik stel voor dat u uw vraag aan de minister van Begroting stelt.
Minister, het zou goed zijn als u antwoordt. Dan neemt u de ongerustheid weg.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.