Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Minister, ik heb al eens gekeken in de beleidsnota die we vandaag niet bespreken, maar die wel binnenkort aan bod komt. Daarin staan een aantal behartigenswaardige zaken over de gelijke behandeling van de personeelsleden van de Vlaamse overheid, in het bijzonder de contractuele en statutaire ambtenaars. Er wordt gepleit voor een eenvormig statuut en voor gelijke arbeidsvoorwaarden. Dat zijn zaken die de meesten van ons zeer na aan het hart liggen.
Wat verderop wordt er in verband met gendergelijkheid ook gesteld dat er een betere doorstroming moet zijn. Heel vaak gebeurt die via examens. De beleidsnota is vandaag niet meteen het voorwerp van bespreking, maar ik denk dat daarin heel wat aanknopingspunten zitten om mijn vraag om uitleg te stellen.
Mijn vraag om uitleg gaat namelijk over een initiatief in verband met een modern HR-beleid dat in de vorige legislatuur, onder minister Bourgeois, van start is gegaan. Het sleutelproject maakte deel uit van het ruimere meerjarenprogramma slagkrachtige overheid. De gelijke behandeling van contractuele en statutaire personeelsleden heeft daarin een belangrijke plaats ingenomen. Het gaat onder andere over pensioenaangelegenheden. Vandaag wil ik het heel specifiek hebben over de bevorderingsmogelijkheden. Gelet op wat daarover wordt gezegd in het huidige regeerakkoord en de huidige beleidsnota, denk ik dat dit punt ook de minister na aan het hart ligt: “In overleg met de vakorganisatie werken we aan een eenvormig statuut voor alle personeelsleden.” Ik hoop dat de vakbonden hun bijdrage zullen leveren om dat proces vooruit te doen gaan.
Om te bevorderen, moet men uiteraard slagen in de bevorderingsexamens. Het zou zeer wenselijk zijn dat goede contractuele ambtenaren via een goede procedure, een publieke procedure die de toetsing kan doorstaan van kwaliteitscriteria, die voldoende bekendgemaakt werd en waarin de standaarden even hoog liggen als voor de statutaire personeelsleden, ook kunnen deelnemen aan de bevorderingsexamens voor statutaire functies.
Ik begrijp dat de regering die richting uit wilt. Men heeft ook een opening gecreëerd. Het Algemene Principes Koninklijk Besluit (APKB) werd jarenlang aangehaald als reden om een aantal zaken niet te moderniseren. Deelstaatregeringen waren afhankelijk van dat APKB. Nu kunnen we ons daarvan bevrijden. De vraag is of we dat in één keer doen of stapsgewijs. Een element daarin is de wijze van bekendmaking. De vacatures moeten niet meer in het Belgisch Staatsblad verschijnen, maar kunnen bijvoorbeeld worden bekendgemaakt op Jobpunt of de VDAB-website, die ook effectief worden bekeken door mensen die op zoek zijn naar een vacature. Heel weinig mensen bladeren in het Belgisch Staatsblad als ze op zoek zijn naar een job. Er zijn veel realistischere pistes.
Het is mij niet duidelijk of het besluit van de Vlaamse Regering al werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Ondertussen staat wel op de website in verband met het Vlaams personeelsstatuut (VPS): “Publicatievereiste vacatures van Belgisch Staatsblad naar de website VDAB vanaf 1 november.” Volgens die informatie zou die nieuwe regeling dus al van kracht moeten zijn. Ik heb echter nog niet kunnen terugvinden dat het effectief in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd.
Er is een knelpunt. De mensen die in het verleden binnenkwamen, hebben dat gedaan via examens waarvan de vacature niet was bekendgemaakt in het Staatsblad, omdat het om contractuelen ging. Wanneer zij vandaag deelnemen, stelt men dat ze misschien wel voldoen aan alle mogelijke voorwaarden, maar dat één probleem, namelijk de publicatie in het Belgisch Staatsblad, het struikelblok is waardoor zij met het hoofd tegen de muur knallen. De vacatures van de contractuelen werden vroeger helemaal niet in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Zij kunnen er dus absoluut niets aan doen. De publicatieverplichting bestond wel. Het is dus niet zo dat die mensen via een achterpoortje zijn binnengekomen, maar wel via een open, grote poort.
Nu de regelgeving wordt aangepast, stel ik mij de vraag of men moet vasthouden aan die regeling.
Minister, erkent u dat de feitelijke situatie die ontstaan is niet strookt met de beleidsdoelstelling in het kader van een modern HR-beleid en de bezorgdheid die u verwoordde in uw beleidsnota?
Hoe wilt u dit probleem, dat het niet in de juiste gazet – om het zo lapidair te zeggen – werd gepubliceerd, zo snel mogelijk oplossen, zodat het besluit om die publicatievereiste te laten vallen geen dode letter zou blijven voor de mensen die in dienst zijn van vóór juli van dit jaar?
Minister, krijgt u signalen dat er nog andere knelpunten zijn in verband met het gewijzigde Vlaams personeelsstatuut, in functie van de evolutie naar gelijkvormigheid van de statuten? Wat onderneemt u hierin concreet?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Kennes, u hebt een zeer uitgebreide toelichting gegeven. Ik dank u daarvoor, want u hebt al delen uit mijn antwoord gegeven. Ik zal niet alles herhalen.
U vroeg of ik erken dat er een aantal zaken gebeuren die niet echt stroken met het modern HR-beleid dat wij voor ogen hebben. Ik erken dat. U hebt zelf verwezen naar het Vlaams regeerakkoord van de vorige legislatuur en de beleidsnota van mijn voorganger, Geert Bourgeois. Hij heeft inderdaad dat sleutelproject gerealiseerd waarnaar u hebt verwezen.
Op 21 februari 2014 was er een besluit tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut. Zo werd er onder andere goedgekeurd dat er bevorderingsmogelijkheden zijn voor contractuele personeelsleden die geslaagd zijn voor een objectief wervingsexamen. Daarin zit het probleem, dat hebt u zelf ook gezegd. Contractuelen die zijn aangenomen zonder dat dat werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, zullen nooit kunnen bevorderen. Zij zullen dus nooit een statutaire functie kunnen uitoefenen, omdat bevordering altijd gelinkt is aan de statutaire functie. Wij zijn ons daarvan bewust. Op 3 oktober heeft de Vlaamse Regering inderdaad een besluit genomen tot een volgende wijziging van het VPS. Daarin staat dat de voorwaarde om het te publiceren in het Belgisch Staatsblad, vervalt. Het moet enkel worden weergegeven op de webstek van de VDAB, met ingang van 1 november.
Ik weet natuurlijk ook wel dat dit enkel en alleen een oplossing is voor de toekomstige procedures. We zitten in de problemen met de procedures vanaf 2006. In dat jaar werd het objectief wervingsexamen namelijk van kracht. We zijn van plan een nieuw besluit te maken, dat retroactief de situatie vanaf 1 januari 2006 herstelt. Maar ik wil hier heel duidelijk zeggen dat ik dat besluit enkel zal nemen als er een expliciet positief advies is van de Raad van State. Anders wordt het onmogelijk dat te doen.
We zullen er dus alles aan doen om die bestaande ongelijkheid weg te nemen. De situatie is naar mijn mening kafkaiaans. Ik denk dat u het daarover met mij eens bent. We hebben het opgelost voor de toekomst en proberen het retroactief recht te zetten vanaf 2006. Ik zal dat niet doen zonder een uiterst positief advies van de Raad van State, want anders denk ik dat we ons als overheid belachelijk maken en onnodige problemen veroorzaken.
U vroeg of ik andere signalen krijg. Neen, niet zozeer. Wel stelt zich dezelfde problematiek om als contractueel personeelslid te kunnen meedingen naar een projectleidersfunctie. Dat is eigenlijk net hetzelfde probleem.
De heer Kennes heeft het woord.
Minister, ik volg dit dossier en gelijkaardige dossiers al een hele tijd op. Het was niet de bedoeling om u het gras voor de voeten weg te maaien. Ik wilde de continuïteit van een aantal zaken in het licht te stellen. Ik denk dat we op dezelfde lijn zitten.
Ik waardeer dat u een nieuw initiatief wilt nemen om dat retroactief recht te zetten. Dat zou billijk zijn. We moeten de uitspraak van de Raad van State afwachten.
U legt de lat zeer hoog, u zegt expliciet: “positief”. Ik zou zeggen: als de Raad van State een positief advies geeft, kunnen we daarmee doorgaan, ik zou daar niet meer aan doen. Ik zou de lat niet te hoog leggen. Het is een kwestie van billijkheid om hier een oplossing te zoeken.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Kennes, het gras voor de voeten wegmaaien, zoals u zegt, dat was bedoeld als een compliment: daardoor moest ik niet heel mijn antwoord geven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.