Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, los van de discussie over de groenestroomcertificaten, wil ik aan de hand van deze vraag om uitleg even meedelen dat windenergie een belangrijke vorm van hernieuwbare energiewinning in Vlaanderen is. Het opwekken van energie door wind is een van de pijlers die er mee voor moet zorgen dat Vlaanderen de Europese doelstellingen voor hernieuwbare energie haalt.
Bijna alle provincies hebben een ruimtelijke visie uitgewerkt over windturbines. Voor West-Vlaanderen verwijs ik naar de beleidsvisie ‘Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen’, goedgekeurd in november 2009.
In de provincie Antwerpen heeft de deputatie een intentiebeslissing genomen om locaties te zoeken voor windturbines. De eindnota ‘Provinciale screening windturbines. GIS-onderzoek naar potentiële inplantingszones in de provincie Antwerpen’ werd door de deputatie goedgekeurd in 2010.
Met het ‘Totaal actieplan CO2’ wil Limburg klimaatneutraal worden tegen 2020. De herziening van het provinciaal structuurplan vermeldt de opmaak van een beleidskader voor windturbines. In de zomer van 2012 heeft de provincie haar locatieonderzoek naar de inplanting van windmolenparken in Limburg afgerond.
In Oost-Vlaanderen werd het project ‘Oost-Vlaanderen Energielandschap’ opgestart. Dit project past in de strategische projecten die uitvoering geven aan het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV). Het werd financieel ondersteund vanuit de administratie van toenmalig bevoegd minister Muyters. Op het vlak van windenergie ontwikkelde ‘Oost-Vlaanderen Energielandschap’ een beleidskader voor het inplanten van grootschalige windturbines. Intussen is de provincie klaar met een aantal provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Op 11 juni 2014 vernietigde toenmalig viceminister-president Geert Bourgeois een deel van het besluit van de provincie Oost-Vlaanderen meer bepaald inzake het participatieluik. Dat luik ging specifiek over de opbouw van het draagvlak en de invulling van de rechtstreekse participatie bij het plaatsen van grootschalige windturbines. Minister Bourgeois stelde daarbij dat dit luik in strijd was met het Europese recht, met de Grondwet en met Vlaamse regelgeving.
Minister, verschillende provinciale en lokale besturen zijn bezig met een beleidskader rond grootschalige windturbines en gaan op zoek naar een systeem of een structuur inzake participatie. Kunt u toelichten op welke manier dit kan worden verankerd?
Een aantal weken geleden heeft de Europese Commissie een akkoord gesloten over een nieuw beleidskader voor het Europees klimaat- en energiebeleid met doelstellingen voor 2030. Zo is er een minimumaandeel bepaald voor hernieuwbare energie van minstens 27 procent. Op welke manier zult u dit implementeren voor Vlaanderen?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik sluit me aan bij deze vraag. Een aantal mensen hier in de zaal heeft deel uitgemaakt van de Oost-Vlaamse provincieraad en kunnen misschien nog beter duiden wat er exact wel en niet is gebeurd. Het lijkt me geen goed idee om het kind met het badwater weg te gooien. De idee die vanuit de provincie naar voren werd geschoven, hebben wij mee ondersteund, ook al zaten we daar in de oppositie. Het participatief model is op zich niet verkeerd. De fout zat pas nadien in het deputatiebesluit. Men heeft dan ook besloten om de projectontwikkelaars die het participatief model onderschreven, op een bepaalde site op te nemen. Van diegenen die het niet onderschreven, zou ook worden vermeld dat ze dat niet deden. Men wilde dus een black list en een white list maken. Dat kan juridisch gezien niet.
Een ander probleem in het deputatiebesluit was het feit dat sommigen een aantal voordelen kregen en anderen niet. Zij werden nominatief benoemd wat dus ook een juridisch probleem is.
Wanneer ik echter terugkijk naar wat de provincieraad heeft beslist, zowel voordien als nadien bij de voorlopige vaststellingen, dan stel ik vast dat dit basisprincipe door de voltallige provincieraad, oppositie en meerderheid, is ondersteund. Het biedt immers mogelijkheden voor projectontwikkelaars en geeft ons aandeel hernieuwbare energie een vast kader en een vaste vorm, namelijk dat het participatief model op zich zeker niet slecht is.
Achteraf zijn in het deputatiemodel wel een aantal fouten geslopen waardoor er terecht een aantal juridische bezwaren zijn ontstaan.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Dit is een interessante discussie over het participatief model inzake windenergie. Dit baart me echter ook een beetje zorgen. We hebben immers al redelijk wat regelgeving over waar windturbines kunnen en mogen worden geïnstalleerd. We hebben de omzendbrief en we hebben nu ook de recente plannen van de provinciebesturen. We hebben ook de Europese regelgeving en dergelijke. Men ondervindt vandaag vaak al heel wat moeilijkheden om een stedenbouwkundige en milieuvergunning te krijgen, dus vooraleer men kan overgaan tot het inplanten van windturbines.
Men heeft het hier een aantal keren gehad over het Oost-Vlaams model. Als Limburger wil ik het even hebben over het model dat in Limburg geldt. Specifiek daar heeft de provincie ervoor geopteerd om bij grootschalige windprojecten te voorzien in minstens 20 procent participatie van de burgers. Daarbij moeten de burgers onmiddellijk een financieel voordeel kunnen krijgen wanneer er een grootschalig windproject wordt gelanceerd. Dat financieel voordeel bestaat dan uit een jaarlijks dividend of uit goedkopere stroom die de burgers rechtstreeks moeten kunnen krijgen.
Men kan daar voor of tegen zijn, maar mij lijkt dit toch een belemmering voor het opnieuw kunnen inplanten van windturbines. Ik heb de recente persberichten gelezen over de gemeente Riemst die heeft verklaard afstand te willen doen van die regel die de bestendige deputatie van de provincie Limburg heeft opgesteld, specifiek omdat die het inplanten van windturbines nog meer bemoeilijkt.
Minister, ik heb niets tegen participatie, maar ik vrees dat het verplicht opleggen daarvan de toekomstige bouw van windturbines nog meer zal hypothekeren.
De heer Danen heeft het woord.
Ik wil even reageren op die laatste reactie. Ik denk net dat burgercoöperatie een grote troef is om windprojecten aanvaardbaarder te maken voor de omgeving en het draagvlak te vergroten. Ik zou dan ook niet zozeer spreken over een belemmering dan wel over een faciliterend effect.
Minister, wat zijn uw plannen om zulke voorwaarden op Vlaams niveau op te leggen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Een breed maatschappelijk draagvlak opbouwen, is absoluut noodzakelijk om onze hernieuwbare-energiedoelstellingen te behalen. Er zijn verschillende manieren om tot een maatschappelijk draagvlak te komen, waaronder een rechtstreekse financiële participatie in hernieuwbare-energieprojecten zoals windenergie.
Zoals het vernietigingsbesluit van 11 juni 2014 stelt, kan het echter niet de bedoeling zijn te werken in strijd met de regelgeving op Vlaams en Europees niveau.
Om het lokale draagvlak voor de uitrol van windenergie te ondersteunen, wil ik werken binnen drie strategische lijnen: een ‘participatieplan windenergie’ dat voor elk project moet worden opgemaakt en dit zowel voor de plannings- als de exploitatiefase; het ter beschikking stellen van een ‘draaiboek draagvlak & betrokkenheid’ als informatie- en inspiratiebron voor de verschillende actoren en betrokkenen; en de voorbeeld- en facilitatorrol van de overheden bij de realisatie van maatschappelijk gedragen windenergieprojecten.
Voor de lange termijn zullen we conform het regeerakkoord de transitie naar een nieuw energiesysteem grondig voorbereiden. Dit vereist een langetermijnvisie voor ons energiesysteem, waarbij economische, sociale en ecologische belangen optimaal met elkaar sporen. Dit proces kan uitmonden in een energiepact tussen de verschillende overheden en tal van stakeholders.
Voor het Vlaamse Gewest zullen de resultaten van deze oefening van groot belang zijn voor de beleidsdoelstellingen inzake energie-efficiëntie, de hernieuwbare energieproductie, de versterking van de interconnecties, innovatieve oplossingen voor energieopslag, de energienorm et cetera. Ik zal met de betrokken stakeholders overleggen met als doel te komen tot dit energiepact.
Voor de middellange termijn voeren we de in het kader van de Europese richtlijn vastgelegde hernieuwbare energiedoelstellingen voor 2020 uit. Hiertoe spreken we binnen België een billijke verdeelsleutel af. Na goedkeuring van een billijk samenwerkingsakkoord zal ik het actieplan hernieuwbare energie 2020 actualiseren zodat de doelstellingen op de meest kostenefficiënte wijze kunnen worden gerealiseerd. Ik zal tevens laten onderzoeken in welke mate samenwerkingsverbanden met het buitenland kunnen helpen om onze doelstellingen op een zo kostenefficiënt mogelijke wijze te realiseren.
Mijn antwoord is duidelijk: burgerparticipatie ja, maar zorg dat u daardoor de investeringen in hernieuwbare energiebronnen niet stillegt. Duitsland staat daar veel verder in, maar heeft een heel andere geschiedenis. Dat niveau zou een mooie droom zijn, maar zorg dat u door onhaalbare doelstellingen te stellen de zaak niet vertraagt. Daar pas ik voor.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, u bent van oordeel dat we het maatschappelijk draagvlak voor grootschalige windturbines zo groot mogelijk moeten maken. U richt zich op drie pijlers: een participatieplan of een plan van aanpak bij aanvang van een project, een draaiboek voor de actoren en u bent van plan een soort goed voorbeeld uit te werken. Plant u dat samen met uw collega-ministers? Ik vermoed dat Ruimtelijke Ordening, Binnenlands Bestuur en Leefmilieu daar een voorname rol in zullen spelen. Hoe ziet u dat overleg met uw collega’s? Hoe gaat u die drie luiken verder concretiseren?
Dat is het werk van de komende weken. Uiteraard ga ik dat doen samen met mijn collega’s. U kent nu mijn strategische lijnen, maar ik sta open voor elke suggestie. Hoe groter de participatie van burgers bij projecten, hoe groter het maatschappelijk draagvlak, en hoe meer men gaat nadenken over het soort energie en over de prijs ervan. We zullen dat concreet vorm geven in de komende weken en maanden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.