Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Brussel werd op 18 september 2014 als een van de dertien gaststeden geselecteerd voor het Europees kampioenschap voetbal 2020. In de aanloop daarvan plant de stad Brussel de aanleg van een nieuw voetbalstadion op het gebied dat we vandaag kennen als parking C in Grimbergen, aan de Heizel. Deze plannen doen een heleboel vragen rijzen die enige verduidelijking vragen.
Vooreerst stelde de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) zijn kandidatuur op een ogenblik waarop hij nog geen garanties kon bieden over de tijdige beschikbaarheid van een geschikt stadion.
Daarnaast bestaat er nogal wat onzekerheid over de financiering van het project. Onder andere de voetbalbond en de Vlaamse Regering beloofden dat het nieuwe voetbalstadion zal worden gefinancierd zonder publieke middelen. Zal dit ook gelden voor de noodzakelijke infrastructuurwerken in de nabijheid van parking C? Publieke tegemoetkomingen lijken mij hier onafwendbaar. Op welke begrotingen wordt in deze noodzakelijke budgetten voorzien?
Tot slot wil ik ook wijzen op de impact van een dergelijk project op het milieu, de mobiliteit en de omgeving in het algemeen. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) stelt dat in het desbetreffende gebied steeds rekening moet worden gehouden met de draagkracht van de omgeving en dat de invulling van de zone divers moet zijn. Maar kan wel aan beide voorwaarden worden voldaan? We mogen immers niet uit het oog verliezen dat dit project samen met een hele reeks andere projecten in de Vlaamse Rand en Brussel op stapel staat, zoals de nieuwe tramlijn, het NEO-project, Uplace, Docks Bruxsel, de optimalisering van de ring en de nieuwe culturele infrastructuur in Ruisbroek.
Mijns inziens is goed beleid niet het resultaat van de optelsom van individuele projecten die vrij of helemaal los van elkaar worden ontwikkeld, maar eerder van een coherente algemene visie op de ontwikkeling van Brussel en zijn brede rand. Minister, wat is de algemene visie van de Vlaamse Regering op de ontwikkeling van Brussel en zijn brede rand?
Het is absoluut noodzakelijk dat alle stakeholders betrokken worden bij de ontwikkeling van dergelijke projecten. De betrokkenheid van alle stakeholders en een transparante communicatie zijn noodzakelijk bij de ontwikkeling van dergelijke projecten. Ik vraag me af of de stakeholders al zijn gehoord.
Hoe zal de Vlaamse Regering toezicht houden op het respecteren van de bestaande plannen? Wat zal de houding zijn van de Vlaamse Regering als blijkt dat het project toch een beroep zal moeten doen op openbare middelen voor de noodzakelijke infrastructuurwerken in de omgeving van parking C?
Wat is de algemene visie aan de Vlaamse Regering op de ontwikkeling van Brussel en zijn brede rand en hoe past dit project van de bouw van een nieuw stadion hierin?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, dit is een terechte vraag. Mevrouw Segers schetst haar vraag in het brede beleid rond de Brusselse rand. Zij verwijst specifiek naar het stadion. Maar ik kom graag nog eens terug op Uplace. Dit dossier is lopende en u kunt er dan ook geen uitspraken over doen. Wat ik echter wel wil weten, is wat u van plan bent met het ruimtelijk uitvoeringsplan, het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB). De Raad van State heeft daar een opvallende uitspraak over gedaan. Los van wat u uiteindelijk zult beslissen over de milieuvergunning voor Uplace, blijft die angel bestaan in alle dossiers die te maken hebben met ruimtelijke ordening en mobiliteit in de rand rond Brussel. Wat zult u doen? Zult u het ruimtelijk uitvoeringsplan wijzigen, en zo ja, binnen welke termijn?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Segers, er is inderdaad het ruimtelijk uitvoeringsplan, met name het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel en de aangrenzende open ruimte. Dat is definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering in december 2011. Daarbij werd een visie ontwikkeld met betrekking tot parking C. Die gaat uit van een gemengde en gediversifieerde ontwikkeling en van een optimale verankering in de ruimtelijke context. Op basis van die visie werd ook het gebied herbestemd als gebied voor stedelijke ontwikkeling, uitgezonderd grootschalige kleinhandel. Er moeten parkeerplaatsen behouden blijven in functie van de Heizel-activiteiten.
Er bestaan nog heel veel onzekerheden over dit project. Zo is het exacte programma ervan nog niet gekend. Dit is nochtans noodzakelijk om te kunnen bepalen of het project binnen de voorschriften van het bestaande ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) kan worden vergund. De impact op de omgeving moet sowieso nog bestudeerd worden in een milieueffectrapport. De initiatiefnemers moeten nog alle nodige vergunningen krijgen.
U vraagt naar de globale visie van de Vlaamse Regering over de Rand rond Brussel. Die zit vervat in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, dat dateert van 1997. De gemeenten rond Brussel werden erin erkend als Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel. Dat lag ook aan de basis van het RUP. Het planproces is al in 2005 aangezet. Ondertussen werken we aan een opvolger van het RSV. Dat wordt het beleidsplan Ruimte Vlaanderen en zal de nieuwe langetermijnvisie weergeven van de Vlaamse Regering op de ruimte in Vlaanderen. Ook Brussel en omgeving zullen daarin aan bod komen. We zullen heel gebiedsgericht werken en het plan van onderuit vorm geven in samenspraak met alle lokale belanghebbenden, dus ook de gemeentebesturen.
Het territoriaal ontwikkelingsprogramma voor de noordrand van Brussel is een proces dat als voorbeeld kan dienen. In samenwerking met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de provincie Vlaams-Brabant en OVAM zoeken we naar nieuwe actuele visies op Brussel en zijn brede rand. Het nieuwe nationale stadion zal daar ook ter sprake komen.
Mijnheer Sanctorum, u vraagt naar het VSGB, aangezien er een vernietiging is door de Raad van State. Binnen de Vlaamse Regering gaan we na hoe we met het dossier verder kunnen gaan. Als daarover een beslissing is genomen, zullen we u informeren.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dit antwoord schept weinig duidelijkheid, vooral voor de betrokken gemeenten. Tot op vandaag is daar bijvoorbeeld met Grimbergen nog nooit over overlegd. Ik vind het merkwaardig dat er noch in uw beleidsnota, noch in die van Mobiliteit en Openbare Werken, noch in die van Brussel iets staat over het VSGB of het geplande stadion. Dat zijn toch impactvolle projecten. Er moet afstemming gebeuren van alle projecten in de Rand rond Brussel.
Volgens het VSGB mag het gebied niet worden ontwikkeld met mobiliteitgenererende activiteiten, terwijl net elk van deze projecten dat wel zijn. Er moet volgens het VSGB ook rekening worden gehouden met de draagkracht van de omgeving, terwijl er op een kleine oppervlakte grote projecten komen. Er blijven dus heel wat vragen open die tot enige ongerustheid leiden.
In een beleidsnota die geldt voor vijf jaar kunnen niet alle dossiers tot in detail worden beschreven. De op stapel staande initiatieven blijven verder lopen. De Rand rond Brussel wordt wel vermeld in de beleidsnota. Omdat er niets expliciet in de beleidsnota Mobiliteit of in die van mij staat, mag u daaruit niet afleiden dat het niet belangrijk is en niet opgevolgd wordt. Integendeel, het is onmogelijk om alle mobiliteitsinitiatieven in zo’n beleidsnota op te nemen, en zeker in een beleidsnota Omgeving waarin leefmilieu, natuur en ruimtelijke ordening in zestig bladzijden moet worden gebald. Alle dossiers vermelden is onmogelijk. Dat is ook niet de bedoeling van hoe het parlement vraagt dat we onze beleidsnota’s opmaken.
Dat is net mijn punt. Het zijn erg grote projecten op een heel kleine oppervlakte die los van elkaar worden ontwikkeld. Het is absoluut noodzakelijk dat de hele visie duidelijk wordt en dat mis ik tot op vandaag. Ik had dat wel willen lezen in de beleidsnota’s.
De vraag om uitleg is afgehandeld.