Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in uitvoering van het Vlaams regeerakkoord wordt er een Voorzitterscollege opgericht dat in de plaats komt van het College van Ambtenaren-Generaal (CAG). Aan de ministers werd gevraagd om na overleg met het management voorstellen te bezorgen zodat voor elk van de dertien beleidsdomeinen een effectief lid en een plaatsvervangend lid kon worden aangeduid.
Minister, waarom werd de werking van het CAG stopgezet? Werd er een evaluatie gemaakt van de werking van het CAG? Aan de verschillende ministers werd gevraagd om na overleg met het management per beleidsdomein een effectief lid en een plaatsvervanger aan te duiden. Hoe verliep dit overleg concreet? Kunnen we de verslagen van dit overleg krijgen? Welke criteria werden gebruikt voor de samenstelling van het Voorzitterscollege? Hebben anciënniteit, gender, de eigenheid van de entiteiten een rol gespeeld? Welke criteria primeerden bij de uiteindelijke keuze? Werd bij de samenstelling van het Voorzitterscollege rekening gehouden met diversiteit in de samenstelling?
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, we hebben allemaal in de pers gelezen dat er een nieuw overlegorgaan tot stand is gekomen ter vervanging van het zogenaamde CAG. Dat wordt vervangen door een Voorzitterscollege. Dat is een goede zaak, omdat je dan alle voorzitters van de managementcomités en managementcolleges samenbrengt. Dat moeten toch de bruggenbouwers zijn die het netwerk tussen de topambtenaren versterken.
Mijnheer De Loor, ik ben een beetje verbaasd door uw vraag om uitleg. Mijn verbazing zal wel niet de uwe zijn. Ik vraag me af waar u naartoe wilt met die vragen. Ze lijken iets te suggereren. U hebt ook de krantenartikels gelezen. Mijn vraag is waarom u die vraag hier stelt. Ik stel me voor dat het initiatief tot de samenstelling van dat Voorzitterscollege niet bij de minister van Bestuurszaken zit, maar wel bij de minister-president. Minister, het is vreemd dat deze vraag om uitleg hier werd geselecteerd. Ik neem aan dat u zult antwoorden, maar ik vind het vreemd dat ze hier nu aan bod komt.
Minister Homans heeft het woord.
Het klopt wel dat dit iets is dat is geagendeerd door de minister-president en dat die aan alle andere ministers de opdracht heeft gegeven om na te gaan wie de voorzitters van de verschillende managementcomités zouden kunnen zijn. Los daarvan zal ik zeker antwoorden.
U weet dat we willen afstappen van het BBB-principe (Beter Bestuurlijk Beleid) en de versnippering willen tegengaan, dat we naar een holdingmodel evolueren, waarbij de Vlaamse Regering als een soort moedermaatschappij functioneert. Alle entiteiten daaronder met een zekere vorm van autonomie, moeten zich daarover geen zorgen maken. Daarom hebben we geopteerd om af te stappen van het CAG en te evolueren naar het zogenaamde Voorzitterscollege dat de voorzitters van de managementcomités van de dertien beleidsdomeinen groepeert.
De heer Maertens heeft gezegd dat we zochten naar een profiel van mensen die bruggen konden slaan tussen de administratie en de Vlaamse Regering. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat de leden van het CAG dat niet konden. We hebben dat gedaan in overleg met de betrokken beleidsdomeinen en de topambtenaren. Er zijn dertien namen uit de bus gekomen, dertien vaste en dertien plaatsvervangende leden.
De installatievergadering is ondertussen achter de rug en heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2014, onder het voorzitterschap van de minister-president, en ik was ook aanwezig.
U vraagt ook hoe de opdracht van de minister-president concreet naar de andere leden van de regering is gegaan om een voorstel te doen. Er is geen procedure afgesproken en die is ook niet opgelegd. Er is gewoon aan elke minister gevraagd om op de een of andere manier contact te maken met de ambtenaren van zijn of haar beleidsdomeinen en met een voorstel te komen. Zo hebben de verschillende ministers voor dertien beleidsdomeinen iemand voorgesteld als voorzitter van het managementcomité. De Vlaamse Regering heeft dat dan besproken en op 10 oktober 2014 goedgekeurd, dus tien dagen voor de installatievergadering heeft plaatsgevonden. Ik wil hier nog opmerken dat tien dagen tussen de beslissing van de Vlaamse Regering en een eerste installatievergadering redelijk goed lijkt qua timing.
Mijnheer De Loor, ik had het al over het profiel van bruggenbouwer. U vroeg specifiek of er met bepaalde aspecten rekening is gehouden. Neen, we hebben aan de ambtenaren gevraagd of ze konden leven met het voorstel dat we deden. Voor mij gaat het over de juiste man of vrouw op de juiste plaats. De vertegenwoordiging van vrouwen is nu minder dan die in het CAG. Dat klopt inderdaad en dat is iets waarmee we rekening zullen houden in de toekomst.
Het Voorzitterscollege telt drie vrouwelijke effectieve leden op dertien. Dat is ongeveer 21 procent, maar dat ligt in de lijn van het aantal topfuncties van vrouwen bij de Vlaamse overheid. Daarmee wil ik niet gezegd hebben – integendeel – dat we daar geen werk voor de boeg hebben. Ik ben er absoluut van overtuigd dat we op dat vlak toch nog wel een tandje bij moeten steken. Bij de plaatsvervangers is er nu wel sprake van vijf vrouwen op dertien. Dat is dus al iets beter, maar ik ben het met u eens dat het beter kan, althans als dat uw idee ook is.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Mijnheer Maertens, bij mijn weten is mevrouw Van Volcem de voorzitter van deze commissie, niet u. Zij is het die als voorzitter de vragen ontvankelijk of onontvankelijk verklaart. Als die niet aan de juiste minister gericht zijn, dan ga ik ervan uit dat dit wordt doorgegeven aan de collega-minister. En het is nog altijd mijn recht als parlementslid om controle uit te oefenen op de regering, denk ik. Als u vraagt waar ik heen wil met deze vraag, dan is het antwoord: ik wil een antwoord.
Minister, u had het over overleg. Eerst bleef u daar vrij algemeen over, maar ik had graag geweten hoe dat overleg precies is gebeurd. Is de afgevaardigde per beleidsdomein, dus zowel het effectief lid als de plaatsvervanger, dan uiteindelijk door de minister gekozen, of is die door de ambtenaren gekozen? Kunnen we ook de verslagen krijgen van het overleg dat heeft plaatsgevonden binnen die diverse domeinen?
Is er een evaluatie gebeurd van de leden van het vroegere CAG? Dat zou eventueel een rol kunnen hebben gespeeld om hen al dan niet op te nemen in het Voorzitterscollege. U hebt gezegd dat er geen specifieke criteria zijn. Hoe is dan uiteindelijk de selectie gebeurd?
Ik vind het heel spijtig dat er geen aandacht is geweest voor gender. Daarover gaat mijn volgende vraag op de agenda. Er zijn drie vrouwen op de dertien afgevaardigden in het Voorzitterscollege. U zegt dat u daar in de toekomst op zult letten. Ik vind dat een beetje flauw. Dat is zeker een gemiste kans. Slechts een vierde is een vrouw. Dat is bitter weinig. Het zou nu een heel duidelijk statement zijn geweest, mocht men ter zake ook voor een evenredig aandeel aan vrouwen hebben gekozen. U verwijst dan naar de plaatsvervangers. Blijkbaar zijn vrouwen dan wel goed genoeg om plaatsvervanger te zijn.
Als de heer Maertens akkoord gaat, zou ik graag nog een antwoord krijgen op mijn bijkomende vragen.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, ik kan daar nog aan toevoegen – maar dat heb ik eigenlijk ook al aangegeven in mijn oorspronkelijke antwoord – dat er geen procedure is vooropgesteld. De minister-president heeft gewoon aan elke minister gevraagd om zelf een voorstel te doen. Hoe hij of zij dat heeft gedaan, dat weet ik niet. Ik weet wel hoe ik het zelf heb gedaan. Daarvan bestaan er in ieder geval geen schriftelijke verslagen. Mijnheer De Loor, wat de rest van uw vragen betreft, moet ik me toch wel enigszins aansluiten bij de opmerking van de heer Maertens. Ik heb een idee in welke richting u wilt gaan, maar u hebt niet het lef om het hier uit te spreken.
Dat vind ik toch erg! Dat is mijn controlerecht als parlementslid. Minister, ik neem uw insinuaties niet. Als er zaken zijn waarvan u zegt dat ik ze niet uitgesproken krijg en die op uw tong liggen, zegt u ze dan!
De vraag om uitleg is afgehandeld.