Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, het VRT-programma Koppen testte de veiligheid van de computersystemen van het UZ Gasthuisberg in Leuven. Naar verluidt geraakten ze niet binnen in de patiëntenbestanden, maar wel in de server van de afdeling Biomedische Wetenschappen.
Opnieuw worden we hier geconfronteerd met een moeilijke afweging. Enerzijds is het goed dat journalisten de samenleving alert houden en dat bijvoorbeeld doen door na te gaan of data die vertrouwelijk moeten blijven, dat inderdaad zijn. Het uittesten is de enige manier om dat te weten te komen. Anderzijds moeten ook journalisten, misschien zelfs a fortiori die van de openbare omroep, zich houden aan de wetten en de regelgeving. Hacken van computerbestanden is nu eenmaal niet toegelaten.
Het Steunpunt Media en vier Vlaamse universiteiten deden vorig jaar een onderzoek naar het beroepsprofiel van de journalist. Uit de enquête blijkt dat vier op vijf journalisten het hacken van computers en het gebruik van spionagesoftware binnen de journalistiek een brug te ver vinden. Blijkbaar diende het UZ Leuven een strafklacht in en zal de rechtbank hierin een beslissing moeten nemen.
Bent u van mening dat de interne afspraken binnen de openbare omroep voldoende helder zijn met betrekking tot de grijze zones waarin de onderzoeksjournalistiek zich vaak beweegt? Er waren nog voorbeelden in het verleden en er zullen er ongetwijfeld nog volgen.
Minister Gatz heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, u kent het verhaal, maar ik geef nog wat meer details omdat die hun belang kunnen hebben. Koppen, een duidingsmagazine van VRT Nieuws op Eén, bracht op 16 oktober een reportage over veiligheid op het internet. Uit onderzoek van de nieuwsredactie van de VRT was immers gebleken dat het vrij gemakkelijk is om door te dringen in databestanden met vertrouwelijke gegevens. Koppen testte dit uit in de medische wereld, en ook daar bleek de beveiliging van databestanden op een eenvoudige manier te omzeilen.
Algemeen hoofdredacteur van VRT Nieuws, Luc Rademakers, stelde in het persbericht dat de VRT-nieuwsdienst verspreidde naar aanleiding van de uitzending en de heisa die was ontstaan: “De bedoeling van de reportage is om de relevante problematiek van de beveiliging van elektronische gegevens aan te kaarten, niet om individuele instellingen te viseren. De undercoveraanpak van Koppen was de enige mogelijkheid om de onveiligheid van privégegevens in elektronische gegevensbanken aan te tonen.”
Zoals u weet, zijn er twee zeer belangrijke documenten met betrekking tot de deontologie van VRT-journalisten. Ten eerste is er het eigen redactiestatuut met inbegrip van de deontologische code. Daarnaast is er de deontologische code van de Raad voor de Journalistiek. Het is belangrijk dat de programma’s van de nieuwsdienst en de acties van individuele journalisten getoetst worden aan deze belangrijke documenten. Het is evenzeer belangrijk dat deze documenten geëvalueerd worden op hun effectiviteit.
Ik heb met betrekking tot de bewuste aflevering van het programma Koppen onmiddellijk contact opgenomen met de publieke omroep. De VRT verwijst in dezen naar artikel 82 van het redactiestatuut met inbegrip van de deontologische code, waarin bepaald wordt in welke omstandigheden informatie op niet-gebruikelijke manieren kan worden verkregen. De VRT haalt een aantal argumenten aan. Ten eerste is er de voorwaarde dat de informatie niet op een andere manier kan worden verkregen. Ten tweede, het onderwerp of thema moet voldoende maatschappelijk relevant zijn. Ten derde, hiervoor is overleg nodig met de verantwoordelijke hoofdredacteur en de algemeen hoofdredacteur.
Voor alle duidelijkheid, het gaat hier om een interpretatie van de VRT van artikel 82, dat letterlijk spreekt over journalisten die zich niet kenbaar maken, journalisten die een valse identiteit aannemen of journalisten die infiltreren. Letterlijk staat in alinea 2 van dat artikel: “Uitzonderlijk kan een journalist ook een valse hoedanigheid of identiteit aannemen. Voorwaarde is dat de informatie een grote maatschappelijke relevantie heeft en niet op de gebruikelijke manieren kan worden verkregen. Hiervoor is overleg met de verantwoordelijke hoofdredacteur en de algemeen hoofdredacteur nodig. De eventuele risico’s moeten in een aanvaardbare verhouding staan tot het verhoopte resultaat. Journalisten die deze methode willen toepassen, moeten weten dat er hier wettelijke beperkingen gelden. Zo is het wettelijk verboden zich uit te geven voor bijvoorbeeld politieagent, rechter, belastingambtenaar enzovoort.”
Het is niet aan mij als minister om deze artikelen te interpreteren. VRT Nieuws is ook aangesloten bij de Raad voor de Journalistiek. De richtlijn bij artikel 17 uit de Code voor de Journalistiek handelt over verschillende soorten journalistiek die wel eens voor onderzoek worden gebruikt: incognito-journalistiek, aliasjournalistiek en undercover gaan, en werken met verborgen camera of microfoon. In die richtlijn staat onder meer dat overleg met de hoofdredactie aangewezen is. Er wordt in beginsel voor gezorgd dat de betrokkenen niet identificeerbaar zijn.
De VRT nieuwsdienst moet zowel zijn eigen redactiestatuut als de code van de Raad voor de Journalistiek naleven. De nieuwsdienst moet enerzijds intern grondig evalueren of dit hier inderdaad is gebeurd en anderzijds of het redactiestatuut met inbegrip van de deontologische code voldoende richtlijnen bevat om dergelijke moeilijke situaties op te vangen. Dat moet gebeuren in het belang van het vertrouwen in de nieuwsdienst en het imago van de publieke omroep.
Het is niet aan mij als minister om te oordelen over deze zaak ten gronde of over de toepassing en toepasbaarheid van de deontologische code. Ik denk dat de Raad voor de Journalistiek hierover een oordeel kan vellen. Het spreekt voor zich dat het aan de bevoegde rechtbank is om over deze kwestie een uitspraak te doen. Ik reken erop dat de VRT hierover intern reflecteert. Dergelijke incidenten versterken de openbare omroep niet, maar dreigen die te verzwakken.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, u hebt een genuanceerd antwoord gegeven. Dat is ook het enige mogelijke antwoord in dat soort dossiers. Het is vooral belangrijk dat de openbare omroep en de journalisten zich voortdurend de vraag stellen of iets kan of niet. Die afweging moet elke keer opnieuw worden gemaakt op een zorgvuldige manier zonder te bezwijken voor de drang naar een scoop of om iets te doen dat de grenzen verlegt. Er moet voortdurend worden nagedacht over wat men doet zonder te bezwijken voor de drang naar sensatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.