Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op 9 oktober lazen we in De Standaard dat de raad van bestuur van de VRT had beslist om “minder aandacht te besteden aan kleinere sporten”. Onze eerste reactie was dat het eigenlijk net andersom zou moeten zijn. De VRT zou juist kunnen besparen op de aankoop van dure sportevenementen, waar bovendien ook telkens een aanzienlijk grote VRT-ploeg naartoe wordt gestuurd om de captatie te doen. We gaan ervan uit dat commerciële omroepen zoals VTM en VIER waarschijnlijk ook zullen willen bieden op de populaire sporten. Dat geldt zeker voor voetbal, maar blijkbaar minder voor wielrennen. Ze bieden niet op de minder populaire sporten. De openbare omroep moet zich bijgevolg precies op die minder populaire sporten concentreren, denk ik. Zo niet, krijgen we straks alleen nog voetbal, wielrennen en tennis te zien en blijven liefhebbers van pakweg hockey, handbal, volleybal en zo veel meer sporten, nog meer dan vandaag in de kou staan. De openbare omroep heeft net de taak om, los van het marktdenken, te investeren in kleinere of minder populaire sporten. Die kunnen daardoor ook sterker worden. Hockey is hiervan een mooi voorbeeld.
De beheersovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en de VRT bepaalt trouwens dat de openbare omroep uitdrukkelijk aandacht moet besteden aan een verscheidenheid van sporten en sporttakken. Dat staat met zoveel woorden in punt 6.1.7.3, Strategische Doelstelling 20.
Minister, naar aanleiding van het jaarverslag dat we hier van de openbare omroep hebben gekregen en de discussie die we daarover hebben gevoerd, heb ik het gevoel dat de visie van de openbare omroep ondertussen wat genuanceerder geworden is. Toch heb ik de volgende vragen voor u.
Hoe reageert u op de intenties van de VRT zoals ze in De Standaard werden verwoord? Deelt u onze analyse dat er juist extra aandacht zou moeten zijn voor de ‘kleinere’, de minder populaire sporten?
Hebt u al met de openbare omroep besproken hoe een en ander verder moet?
De heer Poschet heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de discussie over voldoende aandacht voor kleinere sporten heeft soms wat weg van een discussie over de kip of het ei. Is er bijvoorbeeld te weinig aandacht voor rugby – ik kies deze sport, want ik ben van Watermaal-Bosvoorde, wij zijn bijna elk jaar Belgisch kampioen, drie jaar geleden was de titel uitzonderlijk voor Dendermonde – omdat er zo weinig spelers zijn, of zijn er zo weinig spelers omdat er zo weinig aandacht voor is?
Ik wil er tussen haakjes op wijzen dat het aantal rugbyspelers gigantisch aan het stijgen is. In 2006 waren ze met 5000, in 2011 al met 10.000 en nu zijn er nog meer spelers. We zijn in die sport trouwens geen kleine wormpjes. In het voorjaar hebben we Engeland, Schotland en zelfs Wales kunnen verslaan in de Sevens Series in Lyon.
Ik wil graag aansluiten bij de vraag van de heer Vandaele. Vorige week hebben we inderdaad bij de bespreking van het jaarverslag van de VRT gehoord dat de VRT het te duur vindt, maar ik stel wel vast dat er binnen de VRT tientallen miljoenen euro’s worden besteed aan voetbal. Ik vroeg me af hoeveel geld wordt uitgegeven aan bijvoorbeeld hockey of rugby.
De programmatie valt natuurlijk volledig onder de autonomie van de VRT zelf. Het zou ongezond zijn indien onze commissie oplegt welke programma’s met welke inhoud getoond moeten worden, maar ik zou toch willen weten wat uw visie hierop is. Plant u om hierover via de toekomstige besprekingen van een nieuw beheerscontract met de VRT tot nieuwe afspraken te komen?
De heer Bajart heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, bij besparingen of matigingen is het natuurlijk niet onlogisch dat programma’s, sporten of uitzendingen van sportwedstrijden sneuvelen.
Ook ik ben liefhebber van wat in België een ‘alternatieve sport’ kan worden genoemd: rugby. Ik deel die passie met collega’s Meremans en Poschet. Ik betreur het natuurlijk dat er minder aandacht zou zijn voor de kleinere sporten.
Hoewel, ik lees in Het Laatste Nieuws van vrijdag 10 oktober dat er ook iets minder voetbal, iets minder wielrennen en iets minder tennis te zien zal zijn. Deze sporten worden beschouwd als ‘de grotere sporten’. Ik vraag me dan ook af hoe het nu juist zit. Kunt u ons daar iets meer over vertellen?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, Vlaanderen is eigenlijk een ongelofelijk rijk sportland. Heel veel Vlamingen beoefenen een sport en het aantal sporten is ongelofelijk groot. Toch lijkt het heel vaak alsof er maar twee sporten worden bedreven, wielrennen en voetbal.
De clubs in Vlaanderen werken voor het grootste stuk met privémiddelen, namelijk met lidgelden, maar vooral met sponsoring. Sponsoring van bedrijven is voor die organisaties van vitaal belang. De kleine organisaties zijn heel sterk afhankelijk van de private financiering, maar ze bevinden zich in een vicieuze cirkel. Ze krijgen alleen maar media-aandacht als ze professionaliseren, maar dan pas kunnen ze sponsoring verwerven. Om te professionaliseren zijn financiële middelen nodig. De media-aandacht is voor sportclubs van vitaal belang om aan fondsen te geraken. Robin Janssens heeft daarover zijn thesis nog bij mij gemaakt, lang geleden.
Wie de media-aandacht verliest, is helemaal verloren. (Opmerkingen van de heer Bart Caron)
Inderdaad, dat geldt ook voor cultuur. Voor wie de media-aandacht verliest, is het gedaan.
De heer Wouters heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de sportverenigingen hebben er belang bij dat ze op televisie komen. De instroom van nieuwe leden loopt vaak gelijk met de aandacht die ze krijgen op televisie. Het WK voetbal met extra beelden, heeft zelfs in de voetballerij voor een extra instroom gezorgd. Het is voor alle sporten heel belangrijk om aandacht te krijgen.
Minister, ik wil hier graag nog iets aan toevoegen. Ik vind het merkwaardig dat zo veel collega’s het eens zijn.
Ook ik zal een heel particulier voorbeeld geven. Ik heb twee zonen die in de eerste ploeg van de veelvuldig kampioen waterpolo spelen, dat is pas een kleine sport.
Ik moet bekennen, een beetje tegen mijn zin, dat ook ik het helemaal eens ben met de vraagsteller, de heer Vandaele. Ik meen trouwens dat de meesten hier het met hem eens zijn. Ik ben een echte koersliefhebber, ook dat wil ik bekennen.
Hebt u de voorbije tien dagen bij het zappen op uw televisie een moment gehad dat u geen live voetbal kon bekijken? Ik ben ook voetballiefhebber. Gisteravond laat ben ik al zappend nog even door de wedstrijd Anderlecht-Arsenal gegaan. Ik wilde bij de 87e of 88e minuut eigenlijk mijn televisie uitzetten, maar ik ben toch blijven zitten, en toen kwam de verrassing.
Mijnheer Vandaele, deze vraag betreft inderdaad niet alleen de VRT. Ook de commerciële zenders kunnen de rechten kopen, maar die zijn blijkbaar heel duur. De VRT mag de massasporten zeker niet helemaal loslaten, maar de omroep moet in elk geval de balans herstellen. De rol van de openbare omroep bij het stimuleren van actieve sportbeoefening en de toeleiding naar sportclubs is buitengewoon belangrijk. Soms ontstaat de indruk dat er in dit land maar twee zinvolle sporten te beoefenen zijn. Als die indruk in de toekomst nog zou worden versterkt, is dat zeker niet aanvaardbaar, want er zijn veel meer sporten.
Ik denk dat de prestaties van de hockeyploeg, van de volleybaldames en dergelijke, aanduiden dat daar ook veel belangstelling voor is. Overigens vliegt het tennis van de buis, als ik goed gelezen heb. We hebben geen tennissterren meer, en dus gaat Wimbledon ook voor de bijl. Maar dat kan je overigens ook op 27 andere kanalen op je televisietoestel zien. Ik wil me heel graag aansluiten bij het pleidooi van de collega’s.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Vandaele en anderen, zoals u weet, vragen wij de VRT om de komende jaren een serieus besparingstraject te doorlopen. In 2015 moet de publieke omroep al meteen 17,8 miljoen euro besparen op haar basisdotatie. Dat is geen eenvoudige oefening, die nu keuzes veronderstelt op korte termijn.
Op 8 oktober heeft de raad van bestuur de krachtlijnen van het besparingsplan goedgekeurd. De raad van bestuur heeft aan de directie het mandaat gegeven om over dit besparingsplan het sociaal overleg te voeren. Een belangrijk uitgangspunt bij dit plan was dat de toekomst van de omroep niet gehypothekeerd mag worden. Om de besparing te realiseren, werd ervoor gekozen een besparing te doen zowel in de organisatie als op het aanbod dat op de buis te zien is.
Wat het aanbod betreft, wordt er in 2015 op alle netten en in de verschillende domeinen bespaard. Dat is bijgevolg ook het geval voor het sportaanbod. Ik heb er begrip voor dat de zware inspanning in 2015 verdeeld wordt over organisatie en aanbod, zolang de VRT haar kernopdrachten op een kwalitatieve manier kan blijven vervullen. Ik zal het besparingstraject alvast van nabij opvolgen, maar ik wil de voorstellen op een constructieve wijze benaderen. Ik zal ook de komende weken met de VRT het gesprek voeren, onder meer inzake de aanpassingen van het aanbod en de verenigbaarheid daarvan met de beheersovereenkomst. Daarover kunnen we het straks nog hebben, naar aanleiding van de vragen van collega’s over de besparingen.
Ik deel jullie mening dat de VRT specifieke aandacht moeten hebben voor wat we kunnen omschrijven als de kleinere of minder populaire sporten. Er was al meteen een scrum merkbaar tussen Bosvoorde en Dendermonde. Het waterpolo kwam aan bod. Mevrouw Segers, ondanks het mechanisme waar u een allusie op maakte, wat ik niet kan tegenspreken en wat volledig klopt, had ik gedacht dat u misschien iets over ijsschaatsen zo zeggen. Dat is niet gebeurd, maar het had gekund.
Niettemin denk ik dat het sportaanbod van de publieke omroep deel moet uitmaken van een genuanceerd verhaal. We zullen daarover ongetwijfeld nog van gedachten wisselen in het kader van de opmaak van de beheersovereenkomst. Het is mijn overtuiging dat er op de VRT ruimte moet zijn voor sportverslaggeving en duiding. Ik ben het ook met u eens dat de VRT inzake sportrechten de private spelers niet zomaar uit de markt mag prijzen. Maar, we mogen ook niet de illusie hebben dat de private omroepen altijd in alle populaire sporten geïnteresseerd zijn, en dat is om diverse redenen. De VRT moet dit gedeeltelijk kunnen opvangen, zodat de uitvoering van bijvoorbeeld het Evenementendecreet verzekerd blijft, waardoor een aantal populaire sportevenementen zonder meerkost op het open net toegankelijk blijven. Maar nogmaals, dit is een genuanceerd verhaal, waarbij ik uw bekommernis voor de aandacht voor kleine sporten deel.
Wat de besparingen op sport betreft is het alvast niet zo dat enkel de kleinere sporten geviseerd worden. In de eerste plaats wordt een besparing doorgevoerd door een aantal sportrechten te schrappen. Dat gebeurt vooral bij een aantal grotere producties en bij voetbal en tennis. Er wordt onder andere bespaard in de wedstrijden van de Beker van België voetbal. Enkel de wedstrijden vanaf de halve finales zullen nog worden uitgezonden. Er wordt bespaard in de Europa League voetbal. In plaats van twee, zal er nu maar één wedstrijd per speeldag worden uitgezonden. Verder vallen Wimbledon en de finale van de WTA Masters weg.
Een tweede besparing wordt bereikt door het Sportgala te schrappen. Daarnaast zal de uitzending van ‘Sporza op zondag’ niet meer wekelijks uitgezonden worden en ook niet meer gepresenteerd worden vanuit een studio. Conform het regeerakkoord wordt ook OP12 na 20 uur stopgezet, wat ook een invloed zal hebben op het sportaanbod, bijvoorbeeld het live uitzenden van de wedstrijden van zaalsporten. Er zullen wel nog steeds live wedstrijden uitgezonden worden, maar minder.
Het is duidelijk dat de besparingen zowel op de populaire als de minder populaire sporten een impact zullen hebben. De VRT heeft mij echter laten weten dat ze erover zal waken dat de impact op de kleinere sporten beperkt zal blijven. Dat kan onder meer door in te zetten op een efficiënte en effectieve programmering. Dat betekent dat de VRT het bereik van de ‘minder populaire’ sporten wil verhogen door de aandacht voor deze sporten nog beter te verbinden met de programmering van populairdere sporten. Door ze vaker voor of na populaire sporten uit te zenden, zullen kleinere sporten een beter platform krijgen dat gericht is op een breder publiek.
Wat de grote toernooien op mondiaal niveau betreft, waar onze nationale teams een vooraanstaande rol spelen, zoals het WK volleybal of het WK hockey, vooralsnog niet in rugby en waterpolo, zal de VRT dezelfde aandacht blijven schenken als in het verleden. Tot slot zal de VRT zaalsporten in samenvatting brengen in ‘Sporza op zondag’, dat in 2015 zal uitgezonden worden op Eén in plaats van op Canvas, waardoor het bereik en de aandacht voor zaalsporten en andere kleinere sporten niet zal verminderen maar net zal verhogen.
De heer Vandaele heeft het woord. Bent u tevreden met de aandacht voor rugby en waterpolo?
Zelf heb ik het meer voor biljart, maar die tijd is ook voorbij.
Ik ben blij met het antwoord van de minister en vooral ook blij met de bijval van zoveel collega’s. Die was bijna unisono. Zelfs u, voorzitter, sloot zich aan, dus ik was helemaal van mijn melk.
Het is al vaak gezegd – en we zullen het nog vaak zeggen – dat de N-VA vooral groot belang hecht aan de openbare omroep omdat die onze samenleving mee helpt opbouwen. Dat is daar een onderdeel van. Wij vinden dat iedereen zich in die openbare omroep moet herkennen, in dit geval ook de liefhebbers van de kleinere sporten. We denken dat dat echt de taak is van een openbare omroep. Alle belastingbetalers moeten daar hun gading vinden, voor elk wat wils. We zeggen dat ook altijd wat het muziekaanbod betreft. Als we pleiten voor Nederlandstalige en Vlaamse muziek, dan heeft dat daar ook voor een deel mee te maken. Dat is zeker onze invalshoek.
Dat betekent niet dat de openbare omroep geen aandacht meer mag hebben voor de grote sporten, want uiteraard zijn er ook Vlamingen die daarnaar willen kijken. Uiteraard moet dat op de openbare omroep blijven komen. Maar wij denken dat in heel wat gevallen – maar niet altijd en overal – de commerciële partners bereid zijn om op die grote sporten te bieden. Men zegt mij dat dat bijvoorbeeld voor voetbal zeker het geval is, voor wielrennen minder. De openbare omroep heeft natuurlijk een traditie wat de captatie van wielrennerij betreft. Dat is allemaal wel genuanceerd, maar we denken dat daar meer kansen liggen, ook voor de commerciële omroepen, om die gaten te vullen, en dat de openbare omroep misschien wat terughoudender kan zijn als het over grote sporten gaat.
Ik ben in elk geval blij met uw antwoord. Ik begrijp eruit dat ook de VRT van plan is om die eerste uitlatingen die we in de pers lazen, te nuanceren en om wel degelijk de kleinere sporten meer nog dan vandaag aan de bak te brengen, al is het maar door ze beter te programmeren, net voor of na de grote sporten.
Minister, het moet me toch van het hart dat ik het een beetje een flauw antwoord vind. De intentie is mooi maar het is een antwoord dat alle deuren en alle richtingen openlaat en geen uitdrukkelijke keuzes vooropstelt. Dat begrijp ik allemaal wel hoor, maar straks moet u onderhandelen over een nieuwe beheersovereenkomst, en dat lijkt me dan wel de sleutel om te zeggen dat we wel eens een duidelijke keuze gaan maken. Want de aandacht voor rugby en waterpolo blijft op niveau. Ik weet niet of u veel naar sport kijkt. Ik kijk natuurlijk ook niet zo veel, maar hebt u daar de voorbije jaren een item over gezien? Nul items over dit soort sporten. Het blijft dus op niveau, dat is duidelijk. Ik denk dat dat een uitdrukkelijke keuze moet zijn. Niet dat er geen voetbal en koers mag zijn, verre van, maar de keuze moet veel uitdrukkelijker gemaakt worden. De jacht op de kijkcijfers in dezen is toch een probleem dat een aantal andere maatschappelijke kwaliteiten en waarden verdringt. Het is een pakje voor de postbus van de beheersovereenkomst.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik ben het niet eens met u als u zegt dat het een flauw antwoord is, want uit het antwoord is duidelijk af te leiden dat vanwege de besparingen er een aantal grote, laat ons zeggen symbolische uitzendingen sneuvelen en dat anderzijds toch creatief wordt nagedacht over hoe we een aantal kleinere, weliswaar zaalsporten, koppelen aan de uitzendingen voor of na meer populaire sporten en dan nog op een beter bekeken net. Laten we eens kijken wat dat geeft.
Ik ben het wel met u eens dat het een blijvend aandachtspunt vormt in de bespreking rond de nieuwe beheersovereenkomst.
De vraag om uitleg is afgehandeld.