Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Pira heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik hoop dat in deze commissie ook veel aandacht zal gaan naar de problematiek van de verkeersveiligheid. Uw regeerakkoord stemt me alvast heel hoopvol, want u hebt het over de oprichting van een Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid, een heel goed idee. Bovendien deed u onlangs forse uitspraken over het rijbewijs met strafpunten. De verwachtingen zijn dus hooggespannen.
Voor deze vraag over voorlopige veiligheidsmaatregelen heb ik twee recente ongevallen aangegrepen. Maar wees gerust, ik zal niet elk ongeval op een Vlaamse gewestweg hier in de commissie brengen. Op 8 oktober 2014 sterft een 15-jarige jongen op weg naar school in Deerlijk. Hij werd op een kruispunt langs de Ringlaan, dat is gewestweg N36, gegrepen door een vrachtwagen. Op deze gewestweg werden de laatste vijftien jaar acht dodelijke ongevallen geregistreerd, alle met zachte weggebruikers. Op 13 oktober 2014 wordt een 54-jarige fietsende vrouw omvergereden door een bromfiets op de Turnhoutsebaan in Borgerhout. Ze werd in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht. Ik heb de voorzitster van de districtsraad daarnet gebeld, maar ze was niet op de hoogte of de vrouw het al dan niet heeft overleefd. Volgens de districtsvoorzitster is het in elk geval “pure chaos” op de Turnhoutsebaan. De laatste 5 jaar zijn er 321 letselongevallen geweest. Ze vraagt dringend overleg met het Vlaamse Gewest en De Lijn.
De vaststelling is in elk geval dat beide recente ongevallen met zwakke weggebruikers zich voordeden op Vlaamse gewestwegen. Veel Vlaamse gewestwegen zijn uitermate gevaarlijk voor zwakke weggebruikers. Vooral de gevaarlijke situaties voor fietsers springen in het oog. Dat is niet verwonderlijk, want langs veel Vlaamse gewestwegen liggen fietsstroken die in de volksmond ‘zelfmoordstroken’ worden genoemd. Soms zijn er zelfs geen fietsstroken. In vele gevallen heeft men aan kruispunten op gewestwegen te maken met verkeerd afgestelde verkeerslichten, en ook dat veroorzaakt ongevallen met zwakke weggebruikers.
Iedereen is het erover eens – u ook, meen ik – dat deze gewestwegen dringend veilig moeten worden gemaakt. Het probleem is alleen dat deze structurele inhaalbeweging projecten van lange duur betreft. In het geval van Deerlijk bijvoorbeeld is er al jaren sprake van een voetgangers- en fietsersbrug. In het geval van de Turnhoutsebaan wordt er samen met De Lijn gewerkt aan een oplossing die de trams op termijn ondergronds moet brengen. Dat zijn projecten op heel lange termijn. Uiteraard kunnen ze niet van vandaag op morgen gerealiseerd worden, maar dat is geen reden om in afwachting ervan de situatie gewoon te laten zoals ze is.
In veel gevallen kan de veiligheidssituatie door veelal goedkope, tijdelijke ingrepen enorm verbeterd worden. Soms is het simpelweg aanbrengen van een veiligheidsstrook en het plaatsen van paaltjes langs een aanliggend fietspad mogelijk, soms kunnen twee aanliggende ‘zelfmoordstroken’ vervangen worden door één dubbelrichtingfietspad langs één kant met veiligheidsstrook en paaltjes, enzovoort. Er zijn redelijk wat mogelijkheden voor dergelijke voorlopige veiligheidsmaatregelen, niet overal, maar op veel plaatsen. Deze ingrepen hebben een beperkte budgettaire impact, kunnen snel worden uitgevoerd en kunnen levens redden.
Minister, ik heb daarom een heel eenvoudige vraag. Bent u van plan om langs gewestwegen die nu zeer gevaarlijk zijn voor zachte weggebruikers en vooral voor fietsers, waar mogelijk in afwachting van structurele ingrepen, voorlopige veiligheidsmaatregelen te nemen?
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, collega’s, als er een punt in deze commissie is waarover er geen politieke links-rechtstegenstelling bestaat, zoals de heer Keulen daarnet zei, dan zal het wel verkeersveiligheid zijn, en zeker de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruiker. De Vlaamse Regering heeft ook in de vorige legislatuur aangaande zwarte punten en verkeersveiligheid zijn best gedaan. Wij menen er te mogen van uitgaan dat ook de huidige minister hiermee rekening zal houden in zijn beleidsplan en dit even rigoureus zal aanpakken.
Ik heb twee kleine opmerkingen. Mevrouw Pira, een generieke oplossing voor die gewestwegen is misschien wat moeilijk. Dat zal locatie per locatie moeten worden bekeken. Het zijn allemaal zwarte punten waarover u het hebt. Ik hoor u spreken over dodelijke ongevallen. Ik heb mij ook laten onderrichten wat een zwart punt is en hoe men tot die puntentelling komt. Ik vermoed dus dat het een beetje moeilijk zal zijn om een generieke oplossing te geven aan die gewestwegen en die fietsstroken op zich. Dat neemt niet weg dat die zwarte punten moeten worden aangepakt.
Zoals de heer De Clercq daarnet aanhaalde, zullen we op dezelfde nagel moeten kloppen. In hoeverre moeten wij over die overdracht van de bevoegdheden met betrekking tot verkeersveiligheid na de zesde staatshervorming het gesprek aangaan met de collega’s, om de bevoegdheden toch een beetje coherent te houden, zodat er algemeen aan de verkeersveiligheid iets kan worden gedaan?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat dat laatste betreft, weten we dat er nog gesprekken lopen over de uitvoering van de zesde staatshervorming en de overdracht van mensen, middelen en bevoegdheden, en over de interpretatieverschillen. Daarover hebben we het in de plenaire vergadering al gehad.
Met betrekking tot de verkeersveiligheid werken we grosso modo op drie sporen.
Er is ten eerste de verdere aanpak van de zwarte punten. Op dat vlak is er al heel veel goed werk verricht door de vorige ministers en administraties. Nu zijn er 689 afgewerkte zwarte punten. Er zijn er nog 120 te gaan. Van die 120 zitten er al meer dan 30 in uitvoering. Daar wordt concreet aan gewerkt, maar ze zijn nog niet afgewerkt. 80 zullen er worden aangepakt. Dat traject heeft vruchten afgeworpen, zoals ook blijkt uit de evaluatie door het Steunpunt Verkeersveiligheid.
Ten tweede zijn er de grotere en nieuwe werken. Daarbij dient het principe te worden gehuldigd dat elke nieuwe verkeersinrichting of aanpassing altijd moet leiden tot meer verkeersveiligheid. Dat is een eenvoudig basisbeginsel. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) heeft hiervoor verschillende vademecums opgesteld: Veilige wegen en kruispunten, Fietsvoorzieningen en Voetgangersvoorzieningen. Die zijn heel dienstig, niet alleen voor de overheid zelf, maar ook voor wegbeheerders en wegontwerpers, ook van niet-gewestwegen. De gewestwegen en de lokale wegen kunnen er allemaal gebruik van maken.
De derde structurele pijler bestaat uit de kleine maatregelen, de quick wins waarnaar u verwijst. Daarvoor bestaat de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid, die net zulke kleinschalige ingrepen onderzoekt. Deze ingrepen vallen niet onder de methodiek van het Mobiliteitsdecreet. Het gaat om aanpassingen met een plafondbedrag tot ongeveer 200.000 euro. Het gaat bijvoorbeeld om de aanpassing van voetpaden, lokale bermen en middenbermen. Die provinciale commissie kan optreden op vraag van de lokale besturen, zelfs op vraag van burgers, en kan desgewenst ook zelf proactief optreden. Er is een aanspreekinstantie ter beschikking, waarvan misschien nog meer gebruik moet worden gemaakt. Via quick wins, kleine ingrepen, kan men trachten de verkeersveiligheid te waarborgen.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, voor alle duidelijkheid: de trajecten waarover ik het heb, worden niet gedekt door de zwarte punten. Misschien zijn er wel zwarte punten bij, maar ik heb het over trajecten, die soms redelijk lang zijn.
Ik weet dat de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid dergelijke kleine ingrepen op vraag van lokale besturen of burgers kan adviseren en bestuderen en al dan niet toelaten. Maar, minister, aangezien het over veel kilometers gaat en aangezien de Vlaamse overheid wel aandacht besteedt aan zwarte punten, was het mijn vraag of u in uw beleidsakkoord speciale aandacht wilt besteden aan de veiligheidsmaatregelen voor fietspaden langs gewestwegen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb daarop geantwoord. Het hangt eraan vast. De Provinciale Commissie Verkeersveiligheid gaat ook over de fietspaden en de maatregelen en aanpassingen die op dat vlak moeten gebeuren. Er is de meer structurele maatregel dat bij elke aanpassing van wegenwerken van enige omvang altijd het uitgangspunt moet zijn dat ze moeten leiden tot meer verkeersveiligheid.
Maar daar ging het nu net over. Na een dodelijk ongeval in mijn eigen stad heb ik bij het AWV gehoor gevonden om voorlopige veiligheidsmaatregelen te nemen. Toen werd gezegd dat die weg ooit structureel zou worden aangepakt. Dat is nog altijd niet gebeurd. Maar intussen is, door die voorlopige veiligheidsmaatregelen, al twaalf jaar het aantal ongevallen met fietsers en voetgangers ongelofelijk gedaald. Dat heeft werkelijk een effect.
Daarvoor bestaat de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid. Als u daar geen gehoor vindt, kunt u andere wegen bewandelen. Maar dat is in eerste instantie het aanspreekpunt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.