Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Landbouw is een exclusieve gewestbevoegdheid geworden, maar elk beleidsdomein wordt doorkruist door bevoegdheden van een ander beleidsniveau, zo ook Landbouw, ook al hebben die niet direct betrekking op het beleidsdomein zelf. Dat is het geval met die hormonencel.
In 1995, na de moord op veearts Karel Van Noppen, wiens broer ons onlangs ontvallen is, werd binnen de federale politie een hormonencel opgericht. Nu, haast cynisch net na het overlijden van zijn broer Flor Van Noppen, beslist de federale overheid om te stoppen met die cel, ook al blijkt uit alle rapporten en cijfers dat de hormonenmaffia allerminst is verslagen. Helemaal terzijde: het is diezelfde hormonencel die in de sportwereld ook bepaalde verdiensten heeft. Het is dezelfde onderzoekseenheid, en dat is nog een voorbeeld van de doorkruising van bevoegdheden.
Uiteraard kan de Vlaamse Regering de federale politie niet aansturen, dat weet ik wel. En toch: deze beslissing kan het vertrouwen van de consument in de Vlaamse veeteelt ondermijnen. In de wetenschap dat er specifiek gejaagd wordt op hormonenzondaars, kan de consument er vandaag van uitgaan dat hij gezond vlees op zijn bord krijgt. Het hele hormonenthema speelt een rol in de Wereldhandelsorganisatie (WTO), onder meer als het gaat over productnormen, ook bijvoorbeeld van Amerikaans vlees.
Zonder die specifieke aanpak en, bijkomend, door het verloren gaan van de opgebouwde expertise, kan dit vertrouwen een serieuze deuk krijgen. Ook voor de goedmenende kwekers schept het onzekerheid. In hoeverre kunnen zij er nog van uitgaan dat hun collega’s/concurrenten met dezelfde wapens strijden? Het is alsof je zou weten dat er nauwelijks nog dopingcontroles zijn in de wielersport. Met welk gevoel kom je dan als cleane renner aan de start? Met welk gevoel kijk je dan als liefhebber naar een zware bergetappe?
Hier ligt dus wel een opdracht weggelegd voor de Vlaamse Regering. Hoe kan het vertrouwen van de consument behouden blijven? Hoe kan de ‘kweker van goede wil’ gerustgesteld worden dat hij geen concurrentie hoeft te vrezen van ‘kwekers van kwade wil’?
Erkent u dat deze afbouw negatief afstraalt op het consumentenvertrouwen? Wat kan de Vlaamse Regering doen om dit vertrouwen te behouden of herstellen? Hoe kunt u de bonafide kwekers geruststellen dat zij niet in concurrentie moeten gaan met malafide kwekers?
Kan Vlaanderen de controles op hormonen overnemen? Kan hierbij in overleg gegaan worden met het federale niveau, bijvoorbeeld in functie van kennisoverdracht?
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Mijnheer Caron, ik begrijp uw bezorgdheid. Ik wil bij deze vraag wel enige nuances maken, om te vermijden dat we de perceptie creëren dat de hormonenmaffia opnieuw vrij spel zou krijgen.
U haalt de moord op Karel Van Noppen aan. Dat is een trieste gebeurtenis. Het toont aan hoe het in die tijd de verkeerde kant opging met onze veehouderij. Dat mag zich zeker niet meer herhalen. Ik zou toch willen benadrukken dat we twintig jaar later in een heel andere context zitten in verband met deze problematiek. Zoals u zelf zei, is er in 1997 een subcommissie opgericht in de Kamer. Die heeft belangrijke aanbevelingen gedaan, waaruit dan beleid is voortgevloeid. Verder werd in 1999 het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) opgericht. Dat valt onder de FOD Volksgezondheid van onze eigenste Maggie De Block.
Ik wil daarmee zeggen dat we vertrouwen moeten hebben in de vakkennis van onze landbouwers, die nu ook twintig jaar verder staan. Ik vind de woordkeuze van de vraagsteller vreemd. De hormonencel wordt niet opgedoekt, ze gaat over in een cel van de federale politie waar alle soorten misdrijven zullen worden behandeld.
U haalt het aan: het vertrouwen van de consument is heel belangrijk. We mogen dat absoluut niet beschamen. We hebben intussen ook een kwaliteitslabel ontwikkeld voor het vlees. Dat moeten we zo houden, niet alleen voor onze eigen consument maar ook voor het buitenland, om daar zwaarwichtig te kunnen blijven. De normen moeten hooggehouden worden. Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) kan hierbij een specifieke rol spelen. We moeten daar blijven op inzetten. We moeten benadrukken dat we de voedselveiligheid hoog in het vaandel dragen. VLAM is hierbij belangrijk. Vlaanderen moet met VLAM de voedselveiligheid promoten.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, u weet dat het federale dossier Hormonenmaffia in aanzienlijke mate gedragen werd door Flor. Hij was gedreven uit eerbetoon aan zijn broer. Ik kan dat ten zeerste appreciëren. Ik wil de heer Caron bedanken om Flor in dezen te herinneren.
Als gevolg van de hervorming van de federale politie zijn er inderdaad plannen om de hormonencel op te doeken. Die plannen leveren nu al wat kritiek op.
Het is alleszins belangrijk dat men de expertise die de dienst Hormonen de voorbije twintig jaar heeft opgebouwd, niet zomaar verloren laat gaan. Mijn federale collega Valerie Van Peel zal alleszins de effecten van de reorganisatie van de strijd tegen de hormonenmaffia op de voet blijven volgen. Het is van het allergrootste belang dat de speurders van de afdeling hun taken kunnen blijven voortzetten. Het kan geenszins de bedoeling zijn dat we terugkeren naar de situatie van twintig jaar geleden. Het blijft de taak van de overheid om te blijven controleren, zodat wat we op ons bord krijgen, ook veilig is.
Het is belangrijk dat wij vanuit Vlaanderen garant blijven staan voor kwaliteitsvolle landbouwproducten. Iedereen moet zich daarachter scharen. Het is zoals de heer Caron zegt: de malafide kwekers mogen het imago van de bonafide kwekers niet vervuilen. Ons land, en dus ook Vlaanderen, is in Europa een voorloper in de strijd tegen hormonen in de veeteelt. Het afbouwen of het hervormen van de inspanningen zou misschien een verkeerd signaal kunnen uitsturen. Ik leg de nadruk op ‘zou’.
Minister, zult u er bij uw federale collega op aandringen dat er bij de reorganisatie aandacht moet blijven voor de strijd tegen de hormonenmaffia, met behoud van opgebouwde kennis en voldoende terreincontroles? Zijn er mogelijkheden waarbij Vlaanderen kan bijdragen aan acties in de strijd tegen het gebruik van hormonen? Ik denk aan de wetenschappelijke ondersteuning vanuit het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).
Collega’s, ik heb natuurlijk, zoals u allemaal, alle begrip voor de vraag van de heer Caron. Maar zijn laatste vraag, of Vlaanderen de controle op hormonen kan overnemen, doet mij vragen of we dit moeten interpreteren als een nieuwe staatshervorming. (Opmerkingen van de heer Bart Caron)
Ik lees natuurlijk wat er staat.
We moeten ter zake toch ook enig vertrouwen hebben in de federale diensten. Mogelijk moeten een aantal zaken toch niet naar een lager niveau worden gebracht. Misschien moeten een aantal zaken heel sterk op een Europees niveau worden gecoördineerd.
Collega’s, alles is hier al gezegd, veronderstel ik. Ik zal het dus niet zo lang maken. Het controlebeleid op zich en specifiek de controles op hormonen zijn een federale bevoegdheid. Mijnheer Vanderjeugd en mevrouw Vermeulen, het klopt dat binnen de Federale Regering, waar uw partijen deel van uitmaken, een beslissing is genomen met betrekking tot wat er verder zal gebeuren. Maar volgens mijn informatie blijven de controles die uitgevoerd worden door de provinciale controle-eenheden van het FAVV, verder gebeuren en blijft men dat ook verder opvolgen. Dat zal, in nauwe samenwerking met de nationale opsporingseenheid van het FAVV, blijven gebeuren. Maar ik zal er mij niet te verregaand over uitspreken want, nogmaals, het is onze bevoegdheid niet en we gaan het ook niet overnemen, we zouden dat ook niet mogen en we kunnen dat ook niet.
Wij zullen dit van hieruit blijven opvolgen. Wij hebben er ook wel vertrouwen in dat het zo zal zijn. Het ILVO doet met betrekking tot heel veel zaken onderzoek. Alles wat kan bijdragen tot een innovatie en tot het toepassen van nieuwe technieken of voedselaanpassing: dat gebeurt allemaal. Daar zetten wij volop verder op in.
Het klopt dat er met betrekking tot het consumentenvertrouwen heel veel inspanningen gebeuren via VLAM. Ook dat zetten we verder. We hebben dat de laatste weken ook wat intensiever gemaakt. Door de Ruslandboycot is er een nood aan vertrouwen in onze eigen producten. Je zag daar een solidariteit onder de bevolking. We hebben dat ook extra gebruikt om nog eens te verduidelijken dat we goede producten hebben, met heel veel goede kwaliteiten. De mensen kunnen daar in vertrouwen voor kiezen. Dat is ook wat VLAM zal blijven doen.
Maar nogmaals, wij gaan die federale bevoegdheden niet zomaar overnemen. We kunnen dat ook niet. Uiteraard zullen wij erop toezien dat er wel nog controles gebeuren. Maar volgens onze informatie is het de bedoeling dat die worden voortgezet.
De heer Caron heeft het woord.
Ik heb wat minder inzicht in de politieke en organisatorische opties ter zake op het federale niveau. Mijn collega’s hier behoren tot partijen die deel uitmaken van de federale meerderheid. Wat dat betreft wilden zij mij al geruststellen, bijna nog voor ik de vraag kon stellen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Als Vlaanderen via VLAM zijn rol wil spelen, is het goed. Vooral het consumentenvertrouwen en een eerlijke handel in dezen vond ik buitengewoon belangrijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.