Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vanbesien heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we keren terug naar 2 oktober, naar de Antwerpse haven. U was aanwezig op het feestje naar aanleiding van de eerstesteenlegging van de ‘Delayed Coker Unit’ van oliefirma Exxon. Het is een investering van 1 miljard euro en het doel is het omzetten van ‘zware olie’ in diesel en scheepvaartbrandstof.
Als we het hebben over zware olie in combinatie met Exxon, dan moeten alle alarmen afgaan bij mensen die begaan zijn met het milieu en het klimaat. Ik reken u daartoe, minister.
U weet dat Exxon als bedrijf een duidelijke strategie heeft om Europa mee te krijgen in een keuze voor niet-conventionele fossiele brandstoffen zoals schalieolie en schaliegas, maar ook teerzandolie. Men kan geredelijk aannemen dat deze nieuwe ‘Delayed Coker Unit’ ook past in de strategie om teerzandolie in Europa in te voeren. We hebben daar heel wat aanwijzingen voor. Bijvoorbeeld in Duitsland is Exxon bezig met een grote campagne om verschillende niet-conventionele brandstoffen te kunnen exploiteren. Op de dag van de opening heeft Exxon het volgende laten weten, ik meen via Twitter: “Het is belangrijk dat Europa geen energiebronnen weert, zoals Canadese zware olie”. In Canada wordt teerzandolie uit de grond gehaald.
Tegenover die strategie van Exxon is er een Europees debat dat te maken heeft met de richtlijn die de kwaliteit van brandstoffen regelt, de zogenaamde ‘Fuel Quality Directive’. Het is de bedoeling van Europa om de koolstofintensiteit van de toegestane brandstoffen te verminderen. Men is in een strijd verwikkeld met de ‘high carbon fuels’. Het is heel belangrijk dat die brandstoffen met een hoge koolstofintensiteit in Europa verminderen om de Europese klimaatdoelstellingen te bereiken.
De verantwoordelijkheid van Vlaanderen is heel groot. In welke strategie wil Vlaanderen zich inschakelen? In die van Exxon, om dan onder meer teerzandolie uit Canada te laten overkomen om te verwerken? Of in een strategie die Europa zou moeten volgen om de klimaatopwarming tegen te gaan door onder meer de koolstofintense brandstoffen te verminderen?
Na het indienen van deze vraag was er op Europees niveau een nieuwe ontwikkeling. Een nieuw voorstel voor de ‘Fuel Quality Directive’ werd door de Commissie vrijgegeven. Eigenlijk is het een afzwakking tot en met. Op geen enkele manier worden de brandstoffen met een hoge koolstofintensiteit nog afgeraden. Dat is een grote overwinning van de lobby uit Canada en de Verenigde Staten en zeker ook van de grote oliemaatschappijen zoals Exxon. Maar goed, het is nog maar een voorstel van de Commissie, het komt nog ter sprake op het overleg met de lidstaten, en daar zijn België en Vlaanderen – het is een Vlaamse bevoegdheid – ook bij betrokken.
Ik geef u nog even mee wat de voornaamste problemen zijn met teerzandolie. Het zijn er drie. Er worden enorme ravages aangericht in de Canadese bossen. Bij het winnen van teerzandolie komt massaal veel CO2 vrij. En ook bij het gebruik van de geraffineerde olie in het verkeer is er nog eens een extra uitstoot. Dat zijn drie heel duidelijke redenen om teerzandolie te weren in plaats van te verwelkomen.
Minister, hebt u er weet van of ExxonMobil teerzandolie zal verwerken in die nieuwe installatie? Los van het feit of ze dat al aangekondigd hebben of niet, hebben ze een vergunning om dat te doen als ze dat zouden willen? Vindt u het zelf opportuun om de invoer van teerzandolie in Vlaanderen en vanuit Vlaanderen in heel Europa te bevorderen? Of vinden uzelf en de Vlaamse Regering dat dat beter wordt geweerd? Welk standpunt hebben Vlaanderen en België ingenomen of zullen ze innemen in het kader van de komende discussie in verband met de Europese richtlijn over brandstofkwaliteit?
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ik wil in eerste instantie zeggen dat onze partij ook wel een groene reflex heeft. Men moet niet gaan denken dat wij het milieu in dezen zullen vergeten, u weet dat. Wij kennen de gevaren van teerzandolie wel en hebben besef van het gevaar dat er eventueel theoretisch boven ons hoofd zou kunnen hangen. Ik heb echter de indruk dat iets te rap gepanikeerd wordt in verband met de vestiging van ExxonMobil in de haven van Antwerpen.
Op dit ogenblik zijn wat ons betreft de vergunningen voor ExxonMobil in orde. Het is helemaal niet de bedoeling om de verdediging van ExxonMobil op ons te nemen, maar we willen wel de zaak heel klaar en duidelijk stellen zodat er geen misverstand bestaat over wat daar in Antwerpen bezig is. Sommige van onze partijleden worden immers in verband gebracht met die opening.
Wat gebeurt daar op dit ogenblik? Er is een investering van 1 miljard euro. Tijdens de werken voor de investering van dat 1 miljard euro zullen zevenhonderd mensen gedurende drie jaar worden tewerkgesteld. Dat is zeer belangrijk, maar dan moeten we bekijken wat daar gaat gebeuren. Er komt een installatie waarin de zware fracties aardolie worden omgezet in milieuvriendelijke versies van aardolie. Als dat niet zou gebeuren, zouden de zware fracties, die veel milieuvervuilender zijn, verwerkt worden in stookolie voor schepen, in de wegenbouw enzovoort. Wat daar zal gebeuren, is een investering die milieuvriendelijk kan en zal zijn. Het is niet de bedoeling op dit ogenblik – dat staat nergens geschreven en het is ook aan niemand meegedeeld – dat daar teerzandolie zou worden verwerkt. Het zijn gewoon de zware fracties die in Antwerpen zullen worden verwerkt tot lichtere fracties. We kunnen dat project dus toejuichen, zowel op basis van investering, tewerkstelling als milieuvriendelijkheid.
Wij hebben eens nagekeken wat op dit ogenblik in verband met teerzandolie bezig is. We kunnen dat betreuren, maar we kunnen daar vanuit ons land geen enkele uitspraak over doen. Op dit ogenblik wordt de teerzandolie in Canada en de Verenigde Staten verwerkt en daar bestaan installaties voor. We kunnen daar noch vanuit Vlaanderen noch vanuit Europa aan geraken. Daarenboven is er in Canada een fiscaal systeem dat ten zeerste ontmoedigend is voor de uitvoer van teerzandolie. Die wordt daar op dit ogenblik gewonnen en wordt dan pas uitgevoerd. Volgens het fiscaal systeem in Canada is het veel interessanter om het daar te verwerken dan om het hier te verwerken. Er is dus ook geen enkel plan om onverwerkte teerzandolie van Canada naar Antwerpen te brengen. Ik zou de paniekreactie die uit de vraag naar voren zou kunnen komen, willen temperen door te zeggen dat er op dit ogenblik geen enkele reden is om te zeggen dat in Antwerpen iets gaat gebeuren dat nadelig zou zijn.
Minister Turtelboom heeft het woord.
De eerste twee vragen van de heer Vanbesien hebben betrekking op de modaliteiten van de milieuvergunning van de Delayed Coker Unit van ExxonMobile in de Antwerpse haven. De vraag is of deze vergunning toelaat om teerzandolie in de installatie te verwerken. Daarvoor moet ik u doorverwijzen naar mijn collega die bevoegd is voor Omgeving omdat het om milieuvergunningen gaat.
Aan de discussie over de import van teerzandolie en andere niet-conventionele brandstoffen in de Europese Unie zijn meerdere aspecten verbonden. Er zijn milieuaspecten verbonden bij zowel de ontginning als de verwerking van de brandstoffen. Als energiebevoorradingsaspecten is er de diversificatie van de aanvoer van energiebronnen. Er zijn ook economische aspecten.
Hier is het in ieder geval aangewezen om deze afweging en eventuele regelgeving in Europees verband te maken. Het lijkt niet aangewezen of realistisch dat alle lidstaten of regio’s binnen Europa hier een aparte regelgeving zouden opleggen. Bezorgdheid om bij de productie van de grondstoffen voor de aanmaak van brandstoffen rekening te houden met milieuomstandigheden in het land van herkomst, is zeker een bekommernis voor de Vlaamse overheid, de Europese Unie en zijn lidstaten in het bijzonder omdat de verbranding van brandstoffen voor het wegvervoer verantwoordelijk is voor een aanzienlijk deel van de emissie van broeikasgassen. Daarom wordt van brandstofleveranciers geëist dat ze rapporteren over de broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus van de door hen geleverde brandstoffen en dat zij deze emissie vanaf 2011 verminderen. Dat gaat over de richtlijn 2009/30. De omzetting in België behoort tot de federale bevoegdheid op het vlak van brandstofnormen.
Ook voor het standpunt dat Vlaanderen en België innamen in de Europese Leefmilieuraad met betrekking tot de discussie over de brandstof ... (stuk ontbreekt door elektriciteitspanne)
De zware fracties worden verwerkt naar lichtere, dus eigenlijk naar minder vervuilende diesel en scheepvaartbrandolie. In die zin vind ik het wel belangrijk wat er gebeurt: men gaat naar minder vervuilende diesels en minder vervuilende scheepvaartbrandolie. Op die manier doe je eigenlijk een goede zaak op het vlak van werkgelegenheid en op het vlak van milieu.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Minister, ik zit nog niet lang in dit parlement. Ik weet niet hoe het hier werkt maar ik ben wel verbaasd. Ik had oorspronkelijk een interpellatie ingediend die is omgezet in een vraag om uitleg in deze commissie. Maar nu worden twee van mijn vragen verwezen naar een andere commissie, ik weet niet of dat normaal is. Wanneer in een commissie vragen worden ingediend en aangenomen die daar niet thuishoren, kan dat ook gezegd worden.
Ik heb geantwoord op de vragen die mij aanbelangen. De rest gaat over de werking van het parlement. Ik antwoord op de vragen die betrekking hebben op mijn bevoegdheid. Ik wil ook de andere vragen beantwoorden maar u zult wellicht een veel duidelijker en beter antwoord krijgen van de bevoegde minister.
Ik vind het gewoon raar dat die vraag hier wordt geagendeerd maar dat het antwoord eigenlijk niet in deze commissie thuishoort.
Wat de twee andere antwoorden betreft, ben ik helemaal niet gerustgesteld. U zegt dat dit heel klassiek is. Of teerzandolie binnen mag, is een Europese vraag. Vlaanderen zal daar nooit het voortouw in nemen of zijn eigen ambities daarin uiten. Dat is een Europese kwestie, ‘no gold plating’. Ik vind dat Vlaanderen als regio wel mag excelleren en wel een eigen verantwoordelijkheid heeft.
U zegt dat we de richtlijn van 2009 zullen toepassen. U bent onduidelijk en u verwijst dit door naar minister Schauvliege. U verwijst naar Europa, maar mijn vraag blijft wat u daar zult zeggen. Ik denk dat het goed zou zijn indien Vlaanderen en België meer zouden pleiten voor Europese ambitie om die teerzandolie niet naar België, niet naar Vlaanderen te laten komen. Hier wordt gezegd dat we op Canada moeten vertrouwen omdat het een fiscaal systeem heeft dat ervoor zorgt dat er geen export zal gebeuren omdat het fiscaal niet aantrekkelijk is. We kennen de lobbykracht van de grote oliebedrijven, we kennen de agenda van Exxon om zowel de export vanuit Canada te faciliteren als Europa onder druk te zetten om dat hier toe te laten. Dat zou ertoe leiden dat de negatieve milieuschade van teerzandolie, die hier ook door iedereen wordt erkend, alleen maar zou toenemen.
Ik zal mijn vraag aan minister Schauvliege stellen, maar ik blijf oproepen om ambitieus te zijn. Wij moeten aan Europa zeggen dat we willen meegaan voor een ambitieuze richtlijn over de kwaliteit van de brandstoffen en we moeten een eigen standpunt innemen, met name dat teerzandolie in Vlaanderen niet kan worden verwerkt.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Ik wil nog even herhalen wat ik net heb gezegd. Ongeveer 90 procent van de vraag ging over de koppeling tussen wat in Antwerpen op dit ogenblik gebeurt en teerzandolie. Ik wil duidelijk stellen – en dat heeft ook de minister in haar antwoord gedaan – dat we beide problemen moeten ontkoppelen. Teerzandolie heeft op dit moment niets te maken met de installatie in Antwerpen en omgekeerd.
Wij zijn ook bezorgd over het milieu en over wat er momenteel met teerzandolie gebeurt. Er zou nog heel wat vernieuwing zijn in de verwerking en gunning van teerzandolie. Er zijn momenteel Europese richtlijnen waar we intussen al een beetje mee kunnen schermen tegen diegenen die teerzandolie naar hier halen. We zullen in het oog moeten houden of dit niet te vervuilend is. Maar uiteindelijk wil ik vooral de ontkoppeling maken. Wat in Antwerpen gebeurt, is juist tegen de vervuiling. Als die zware fracties niet zouden worden verwerkt in die koker, dan zouden ze wel worden gebruikt door oudere schepen of in de wegenbouw. Daar wordt asfalt van gemaakt. Wat nu bezig is in Antwerpen, is goed voor het milieu en voor de tewerkstelling.
Het is in principe niet de bedoeling om via een vraag om uitleg het relaas te brengen van een bedrijf. De vragen staan wel los van het bedrijf en gaan over teerzandolie in Vlaanderen. Vandaar dat de vraag ook is aanvaard. Het kan niet zo zijn dat wij specifiek bedrijven gaan analyseren wat hun vergunningen en uitbatingen betreft.
We komen bijna samen, maar niet helemaal. We zijn het er blijkbaar over eens dat het niet goed zou zijn dat teerzandolie in Vlaanderen verwerkt zou worden. Ik vraag daar garanties voor. Zorg ervoor dat dit onmogelijk wordt gemaakt in de milieuvergunningen. U zegt me dat ik geen schrik moet hebben omdat het niet zal gebeuren. In de harde wereld van de olie-industrie mogen we echter niet te naïef zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.