Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over illegale handel in honden
Vraag om uitleg over broodfok
Verslag
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de illegale handel in honden en de zogenaamde broodfok haalden recent de actualiteit, maar de problematiek kwam hier in het verleden al meermaals ter sprake. Toen was dierenwelzijn jammer genoeg nog geen Vlaamse bevoegdheid en moesten we de minister van Landbouw aanspreken. Vandaag is dierenwelzijn gelukkig wel een bevoegdheid specifiek toegevoegd aan een minister. Deze problematiek toont ook wel aan dat het zinvol en nuttig is.
Beelden in de media toonden de meest schrijnende en dieronwaardige leefomstandigheden van honden die onder meer gefokt worden in het voormalige Oostblok en die via illegale circuits ook in ons land te koop worden aangeboden. Elk jaar zouden er zo tienduizenden puppy’s illegaal ons land en vooral Vlaanderen binnenkomen, grotendeels vanuit Oost-Europa. Van dierenwelzijn is er geen sprake, wel van extreme dierenverwaarlozing en dierenmishandeling. Het gaat om een totaal gebrek aan respect voor het levende wezen en om het uitbuiten van dieren voor geldgewin.
Het blijkt om een omvangrijke handel te gaan. Minister, u hebt – zo heb ik toch uit de media vernomen – aangekondigd om de nodige acties te doen, wat natuurlijk positief is.
Minister, hebt u een zicht op de omvang van de illegale handel in honden in België? Zo ja, dan ontving ik graag de beschikbare cijfers. Hoe verlopen de controles momenteel? Er blijkt toch wat mis te lopen. Hoe en in welke mate verloopt de samenwerking met het federale en het Europese niveau dienaangaande? Werden reeds dossiers overgemaakt aan de gerechtelijke instanties? Welke initiatieven en acties gaat u ondernemen om de illegale import van puppy’s te stoppen en om de hondenhandel te regulariseren?
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op Werelddierendag – perfecte timing overigens – verkondigde u dat u een plan klaar hebt om een grote stap te zetten tegen broodfok en de import van puppy’s omdat er te veel zieke en te jonge puppy’s worden ingevoerd. U zou ervoor zorgen dat puppy’s minstens vijftien weken oud moeten zijn, voor ons land ze kan importeren. Dit plan kan worden afgedwongen via de nieuwe Europese regelgeving, die zegt dat alle puppy’s moeten worden gevaccineerd tegen hondsdolheid. Een eerste vaccinatie kan pas als ze twaalf weken oud zijn. Daarna moeten ze ook nog drie weken in observatie blijven voor ze op transport kunnen worden gezet. U zou er bij de Federale Regering op aandringen om geen gebruik te maken van de mogelijkheid om uitzonderingen te maken ten aanzien van de import uit bepaalde landen – ik bedoel de rabiësvrije landen.
Ik kan geloven dat de instroom van te jonge en zieke puppy’s hierdoor kan minderen. Sta me toe om daar één kleine bedenking bij te maken. Ik denk dan vooral aan de socialisatiefase. De puppy’s zitten in de secundaire socialisatiefase – tussen twaalf en vijftien weken – wanneer ze op transport gaan. Dat is voor die honden een zeer moeilijke periode. Het zou zeer belangrijk zijn dat de socialisatieperiode in de kwekerijen waar de puppy’s worden gefokt, zeer ernstig wordt genomen. Maar los van deze bedenking, spreken we vooral over de toegelaten import van erkende buitenlandse kwekerijen. We spreken wel over kwekerijen, maar het gaat eerder over ‘verzamelplaatsen’.
– Tinne Rombouts treedt als voorzitter op.
In dit plan vind ik geen aanpak van de illegale transporten en van de broodfok in eigen land. Ik heb zelf een aantal maatregelen in mijn hoofd, want ik vind dat we strenger moeten zijn. Ikzelf denk aan een fikse beperking van het aantal rassen dat men per fokker mag inzetten, strenger toezicht en controles, de identificatie en registratie van de honden in het bijzijn van het moederdier. Daarnaast moet volgens mij ook een deel van de verantwoordelijkheid naar de hondenbaasjes doorgeschoven worden, want de overheid kan niet alles regelen.
Minister, daarom stelde ik graag de volgende vraag. Staan er naast het Europees rabiësvaccinatieplan nog andere maatregelen op stapel die een algemeen plan van aanpak vormen in de strijd tegen broodfok in eigen land en illegale import en tegen de illegale export vanuit ons land?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister, de schrijnende toestanden zijn al enkele jaren gekend. Voordien was het federale materie, nu is het grotendeels Vlaamse materie. De vorige minister-president heeft tijdens de afgelopen campagne ook grote woorden gebruikt. Hij heeft gezegd dat men de problemen ernstig zou aanpakken. U hebt nog niet zo lang geleden duidelijk gesteld dat u een engagement wilt opnemen. U zei letterlijk dat u de rotte appels uit de mand wilde halen. Ik ben blij dat u dat zegt en ik ben ook benieuwd naar meer details van die aanpak.
Net zoals mijn collega, zou ik graag de discussie breder willen voeren dan enkel over de illegale hondentransporten vanuit Oost-Europa. Het gaat natuurlijk over meer dan dat.
Het moet je maar overkomen als je vandaag een hond bent. Er zijn zoveel zaken die vandaag mislopen in de praktijk. Dan gaat het natuurlijk over honden die worden ingevoerd uit Oost-Europa, maar ook over de broodfokkers in eigen land, over de teven die moeten kweken tot ze er – bijna letterlijk – bij neervallen, over de vele rashonden door elkaar. De kwekers kennen ook al die problemen niet zo goed die daarmee gepaard gaan. Puppy’s worden veel te vroeg bij de hond weggehaald.
Nog niet zo lang geleden hebben we in het Vlaams Parlement een gedachtewisseling gehad met een professor van de KU Leuven over de inteelt en de genetische diversiteit bij onze rashonden. Die cijfers zijn echt ontluisterend. Die genetische diversiteit is erg laag, omdat men natuurlijk vooral telkens met dezelfde honden kweekt, en er dus veel inteelt is.
Het gaat ook over de aanschaf zelf. Mensen die zich een hond aanschaffen, weten vaak onvoldoende hoe ze zo’n hond moeten opvangen in hun gezin, zeker als er kleine kinderen zijn.
Minister, het is dus echt een heel complex probleem. Ik hoop dat we in het Vlaams Parlement een aantal initiatieven kunnen nemen, en dat u dat ook kunt doen, om het leven van die dieren te verbeteren. Ik kijk uit naar uw antwoord en de initiatieven die u zult nemen.
Mijnheer Sanctorum, bij dezen ook nog van harte proficiat vanwege de commissie omdat u opnieuw papa bent geworden, van een dochter. (Applaus)
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, ook mijn felicitaties aan collega Sanctorum. Mooie mensen krijgen dochters, zegt men wel eens. Ik wil dat absoluut bevestigen.
Voorzitter, minister, geachte leden, mijn excuses omdat ik te laat ben. Als ik straks ergens in herhaling val door mijn laattijdigheid, dan is dat volledig mijn verantwoordelijkheid. Daarnet heb ik al enkele interessante punten gehoord van de heer Sanctorum, waarbij ik me trouwens volledig aansluit. Ik wil me echter vooral toespitsen op de handel op zich, meer bepaald op de vele pups die elk jaar illegaal ons land binnenkomen. Ondanks een – denk ik toch – vrij strenge wet op het dierenwelzijn slagen we er niet in om deze malafide handel, ondertussen beter bekend onder de naam ‘broodfok’, aan banden te leggen.
Minister, ik heb midden augustus ook uw reactie gelezen. U stelde toen dat het precies onze regelgeving is die deels aan de basis ligt van maffiapraktijken, aangezien de huidige wetgeving het de legale dierenhandel zo moeilijk maakt dat het voor buitenlanders ineens aantrekkelijk wordt om hier zaken te doen. We moeten echter vaststellen dat ook dierenwinkels van eigen bodem meewerken aan dit georganiseerde dierenleed. Dikwijls wordt er een loopje genomen met de wetgeving: rashonden die dat niet blijken te zijn, zogenaamde sociale kweek terwijl de dieren toch via via worden ingevoerd enzovoort.
Ook de Europese aanpak blijkt echter heel wat mankementen te vertonen. Blijkbaar hanteren wij een lijst van 24 buitenlandse fokkerijen die honden mogen importeren bij ons. Op die adressen blijken echter helemaal geen fokkerijen gevestigd te zijn. Informanten geven aan dat er vandaag makkelijk kan worden gesjoemeld met paspoorten, chips en vaccinatiestickers. Bij de aanvraag van een erkenningsnummer kan men al meteen over een voorlopig nummer beschikken, zodat het dikwijls weken of maanden duurt vooraleer een eerste controle volgt. Als er dan inbreuken worden vastgesteld, blijven sancties al te vaak uit. Mensen die worden gepakt, beginnen achteraf gewoon opnieuw.
Dan hebben we het nog niet over ziektes in kennels, die schering en inslag zijn. Door het feit dat er in kennels voortdurend een toevoer van pups is, blijven die ziektes ook in die kennels sluimeren.
Minister, ik heb begrepen dat u deze materie als een topprioriteit beschouwt, dat u dit wilt aanpakken. Hoe wilt u de legale dierenhandel in ons land stimuleren, waardoor we de malafide buitenlandse praktijken kunnen counteren? Hoe wilt u op eigen bodem de slechte voorbeelden, de rotte appels uit het circuit halen? Hoe kan het dat de buitenlandse fokkerijen die officieel honden mogen uitvoeren naar ons land, maar niet op hun adressen gevestigd blijken, hiervoor toch een erkenning kregen? Hoe wilt u het gesjoemel met chips, paspoorten en vaccinatiestickers aanpakken? Hoe wilt u de problematiek van de recidivisten concreet aanpakken? Hoe staat u tegenover het idee van een meldpunt waar kopers of dierenartsen terechtkunnen om een ziekte te melden, met het oog op een verbeterde medische inspectie? Ik begrijp dat vooral dierenartsen hier ook ten zeerste vragende partij voor zijn. Zijn er nog andere initiatieven die u ter zake wilt nemen?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, ik had over dit onderwerp ook een schriftelijke vraag ingediend. Daarom zou ik me graag ook even aansluiten.
Minister, u hebt in de media bekendgemaakt dat u de strijd tegen de broodfok van puppy’s wilt opdrijven. Uiteraard steunt onze fractie u in deze strijd. U hebt ook meegedeeld dat u de import van puppy’s jonger dan 15 weken wilt verbieden. Voor die maatregel hebt u toch ook wel de goodwill en de medewerking van de Federale Regering nodig. In welke Europese lidstaten geldt er momenteel een gelijkaardig importverbod voor puppy’s jonger dan 15 weken?
Hebt u al overleg gehad met de collega’s die deze materie regionaal behandelen? Zitten ze op dezelfde golflengte als u? Zijn ze ook vragende partij om aan de Federale Regering bovengenoemd importverbod in te voeren? Hebt u een plan B in gedachten indien de Federale Regering uw visie niet zou volgen? Welk belang hecht u aan het controleluik op de naleving van de maatregelen? Beschikt u over voldoende mankracht en middelen om de bevoegde diensten die controleopdracht te laten uitvoeren?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, we zijn tevreden dat broodfok wordt aangepakt, maar we vermoeden dat een totaalaanpak het beste is. U hebt in de media informatie gegeven op welke manier u die aanpak ziet, maar het is belangrijk dat er maatregelen worden genomen die op elkaar zijn afgestemd. Dan gaat het over kweek, handel, koop en opvoeding. Dat zijn drie verschillende aspecten waarvoor verschillende maatregelen nodig zijn. We hebben andere maatregelen nodig voor inlandse fok, en voor de import en export van honden.
Dat er moet worden ingegrepen om een land te hebben waar broodfok veel moeilijker wordt gemaakt, staat als een paal boven water. Daar willen we vanuit het parlement met veel plezier aan meewerken, om uit te zoeken op welke manier we honden in gezinnen kunnen brengen, die levensvatbaar en gezond zijn, en waar kinderen goed mee kunnen spelen. Uiteindelijk moet dat de bedoeling zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Robeyns, u vraagt naar cijfers over de illegale handel. Er zijn alleszins geen betrouwbare cijfers ter beschikking. Er zijn twee soorten controles. Er is de routinecontrole, die ambtshalve gebeurt, en er is de controle die gebeurt naar aanleiding van klachten. Bij de bevoegdheidsoverdracht en sinds ik die verantwoordelijkheid heb gekregen, heb ik gevraagd om actiever te werk te gaan bij routinecontroles, en dus proactief de handelskwekerijen, omdat daar het grootste aandeel honden en puppy’s zit, systematisch te onderwerpen aan controles. Op basis daarvan zal ik volgend jaar een rapportering krijgen. Dan zal heel de sector gecontroleerd zijn. Ik zal dan uitzoeken welke lessen we daaruit kunnen trekken.
Bij de controle op basis van klachten gebeurt er eerst een screening over de gegrondheid van de klacht. Vervolgens stapt men ter plaatse af, zowel bij kwekers als bij particulieren.
U vraagt ook naar de samenwerking met het federale en het Europese niveau. Op het federale niveau is er nog altijd een samenwerking met het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) vanwege de bevoegdheid voor het sanitaire aspect, het gezondheidsaspect. Die bevoegdheid blijft daar. In die hoedanigheid zal er dus altijd een samenwerking blijven met het FAVV.
Wat Europa en Dierenwelzijn betreft, zijn er geen contacten. Ik wil daar graag werk van maken en nagaan of we op dat niveau tot een afstemming kunnen komen. Dat is geen eenvoudige vraag, gelet op het feit dat bepaalde landen zich met die commercie bezighouden. Er werden al dossiers aan het parket overgemaakt, maar daar heb ik geen cijfers van. Die zou ik zelf moeten opvragen bij Justitie.
De totaalaanpak van de hondenhandel en zeker de illegale hondenhandel is natuurlijk voorwerp van discussie in het kader van de beleidsnota die nog maar in de ontwerpfase zit. Daar zullen we de discussie zeker voeren. Ik wil op drie pijlers werken. Een: de aanpassing van de reglementering. Daar is nog werk te doen. Twee: de controles. Drie: sensibilisering.
Ik heb bij voorbaat bekendgemaakt dat ik in het kader van de nieuwe rabiësregelgeving zou willen dat de Federale Regering zich onthoudt van het formuleren van uitzonderingen. Dat heb ik gedaan omdat het vrij dringend is. Midden december wordt die regelgeving van kracht. Het komt er dus op neer dat voortaan in heel de Europese Unie, in alle EU-landen dus, de bepaling zal gelden dat puppy’s pas kunnen worden ingeënt tegen rabiës vanaf 12 weken. Vervolgens is er een incubatieperiode, een wacht- of observatieperiode van 3 weken. Dat wil zeggen dat die puppy’s pas vanaf 15 weken kunnen worden geëxporteerd. Dat is de belangrijkste maatregel omdat het de import en export gevoelig zal doen dalen, waardoor de eigen kweek zal toenemen.
We spreken natuurlijk over het legale net, niet over het illegale. Het is immers de commerciële reflex en de vraag van de consument om puppy’s zo jong mogelijk te krijgen. Naar commerciële termen is 15 weken al een serieuze leeftijd. Het is trouwens een element van mijn pijler ‘sensibilisatie’. We moeten de verantwoordelijkheid leggen waar hij hoort te liggen: bij de consument die graag een pluizig bolletje krijgt dat in één of twee handpalmen past. Vaak staat men er niet bij stil dat die puppy’s vaak veel te vroeg uit het nest worden weggenomen, met alle gevolgen van dien voor de socialisatie, maar vooral voor de fysieke weerbaarheid van die beestjes. Zeker als ze op transport worden gezet, zijn ze vatbaar voor allerhande ziektes. Misschien zien ze er wel goed uit bij de aankoop, maar na enkele dagen stelt de consument vast dat ze eigenlijk ziek zijn.
Dat heb ik bij voorbaat al bekendgemaakt, gelet op de urgentie. Ik zal, zodra dat mogelijk is, contact opnemen met de Federale Regering – wellicht wordt die vandaag samengesteld en kan die van start gaan, maar we weten het nog niet, het is spannend. Het voordeel van de regeling is dat indien een uitzondering wordt toegekend, er moet worden afgeweken van de regeling, en dat vereist een actie van de Federale Regering. Zolang er niets gebeurt, is het prima voor ons, dan zijn er geen uitzonderingen. Ik moet er dus enkel voor zorgen dat er geen actie wordt ondernomen, en dat is iets gemakkelijker dan het tegenovergestelde.
Mijnheer Ceyssens, ik zal de lijst bekijken. De federale regelgeving bevat een besluit waarin veronderstelde kwekers in het buitenland nominatim zijn opgenomen. Ik meen dat het om 24 kwekers gaat, vooral in Tsjechië, Slovakije en Hongarije. Ze krijgen bij wijze van gunst een erkenning. Daardoor kunnen ze exporteren naar België. In de praktijk blijkt dat een aantal van die erkende kwekers vooral transitcentra zijn. Ze verzamelen puppy’s op boerderijen. Heel wat boeren kweken honden als bijverdienste, dat gebeurt dikwijls in niet al te beste omstandigheden. Die transitcentra verzamelen de puppy’s en zetten ze op transport. Het is natuurlijk iets moeilijker om van hieruit een en ander te controleren. Het lijkt me evident dat we er onaangekondigde controles kunnen doen en dat de lijst eens moet worden bekeken.
U had ook een vraag over de microchips en de paspoorten. Daarover circuleren inderdaad heel wat verhalen, maar onze administratie heeft geen weet van concrete gevallen van manipulatie en heeft geen overtredingen kunnen vaststellen. Er zijn verhalen, dat klopt. Ik zal alleszins bekijken hoe we de chips beter kunnen beveiligen. Er komt een nieuwe aanbesteding. Volgend jaar zal ik die moeten goedkeuren en uiteindelijk zal er tegen 2016 een nieuwe offerte moeten worden uitgeschreven en moet er ook worden toegewezen. We kunnen dit dus zeker bekijken.
U vroeg ook naar de intrekking van de erkenning. Het is inderdaad zo dat wanneer ik een erkenning intrek, er ook altijd minstens een tijdelijk verbod wordt opgelegd om een nieuwe erkenning aan te vragen. Ik lees dat initiatiefnemers van wie de erkenning is ingetrokken, aankondigen dat ze ergens anders zullen beginnen. Wel, dat zal alleszins moeilijk zijn op het legale pad. Minstens tijdelijk is er een verbod op de toekenning van een nieuwe erkenning.
U vroeg ook waar klachten kunnen worden gemeld. Ik heb al een meldpunt op poten gezet: dierenwelzijn@vlaanderen.be of www.vlaanderen.be/dierenwelzijn. Daar kunnen nu al proactief klachten worden ingediend. Dat was immers een eerste nood die we konden lenigen. Iedereen kan terecht op deze meldpunten.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik hoor dat er een drieledige aanpak komt: de aanpassing van de reglementering, controles en sensibilisatie.
Ik zou heel graag hebben dat bij de controles wordt opgenomen dat er een extra controle komt op de socialisatie bij de externe kwekers. Als die puppy’s hier aankomen op de leeftijd van 15 weken, dan is de primaire socialisatiefase al volledig voorbij. Het is een cruciale fase, de beestjes zitten echt in de angstfase op het moment dat ze op transport worden gezet. Het kan niet de bedoeling zijn om de puppy’s die nog naar hier zullen komen – hopelijk een minimaal aantal –, ‘verknipte’ beestjes zijn die niet gesocialiseerd werden bij de externe kweker. Als dat wel het geval is, zou het kunnen dat hondengedragstherapeut binnenkort een knelpuntberoep wordt.
Sensibilisatie kan ik zeker toejuichen. Impulsaankopen moeten zo veel mogelijk vermeden worden. Een deel van de verantwoordelijkheid moet echt worden verschoven naar de hondenbaasjes. Toen ik mijn eerste schipperke aankocht, moest ik op sollicitatiegesprek bij de kweker. Ik vond dat raar, ik vroeg me af wat ik daar moest gaan doen. Maar het wantrouwen van de kweker tegenover mij, gaf mij dan net het volste vertrouwen in hem. De kweker was veel meer bezorgd over de puppy’s, hun toekomstige locatie en de hondenbaasjes dan over zijn eigen portemonnee. Ik meen dat we echt moeten inzetten op die fase.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord. Het feit dat deze problematiek hier kamerbreed gedragen wordt, toont aan dat het echt wel gaat over schrijnende omstandigheden die elk rechtvaardig mens niet goed kan verdragen en niet goed zou mogen verdragen. Collega Claes heeft gelijk dat we het moeten aanpakken op globaal niveau. U zegt dat u op drie pijlers gaat werken, wat daar wel een stukje aan tegemoetkomt. Het lijkt me positief dat u de handelskwekerijen systematisch gaat controleren. Als er dan volgend jaar een rapportering komt, dan kunnen we kijken welke lessen daar eventueel uit kunnen worden getrokken. Wat betreft de sensibilisering van de consument moet ik de collega volledig bijtreden. Ik veronderstel dat er dan ook in een zeker budget zal worden voorzien voor die sensibilisering, maar dat zal volgen in de bespreking van de beleidsnota en de begroting. Tenzij ik me vergis, bent u niet concreet ingegaan op de aanpassing van de reglementering. Daar moeten we dan waarschijnlijk ook nog even op wachten. Alleszins denk ik dat we hier allemaal samen die problematiek verder zullen blijven opvolgen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ook ik wil de minister danken voor zijn antwoord. We zijn natuurlijk extra nieuwsgierig naar de beleidsnota.
Ik neem alleszins nota van het feit dat er geen misbruiken met de chips gekend zijn bij de administratie op dit moment. Dat is op zich belangrijk om mee te nemen. Ik heb nog twee korte vragen. Beschikken we over het juridische kader om voldoende controles uit te oefenen op de buitenlandse fokkers, wat meer transitcentra blijken te zijn? Op Europees vlak is er weinig geregeld.
Vervolgens vind ik het meldpunt van klachten een goed idee. Alleen wil ik ervoor pleiten om in een apart luik te voorzien voor de veeartsen. Ik stel immers vast dat het voor een particulier dikwijls moeilijk is om een juiste inschatting te maken van de situatie. Ik geef een voorbeeld. Binnenkort arriveert de winter en dan komen er talrijke meldingen binnen van zogezegd verwaarloosde dieren omdat die ocharme buiten in de kou staan. In de praktijk zijn dat dan dikwijls dieren die over goed voeder en het nodige water beschikken en eigenlijk helemaal niet verwaarloosd zijn. Een veearts is de juiste persoon om dergelijke zaken te kunnen doorzien. Je komt dan al in een smaller kader. Misschien is de info die daar binnenkomt, veel nuttiger en veel bruikbaarder, los van het feit dat er alleszins een particulier meldpunt kan en moet zijn.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik heb vooral begrepen dat we nog even moeten wachten op details. Ik ben benieuwd welke initiatieven u zult aankondigen via uw beleidsnota.
Ik zou van de gelegenheid willen gebruikmaken om u op te roepen om ook iets te doen aan het zogenaamd supermarktprincipe dat nog altijd bestaat in de wereld van de hondenhandel, ook in ons land. Ik denk dat daar zich een concentratie van het probleem voordoet. Het is nog altijd mogelijk dat vanuit broodfok heel snel dieren ter beschikking worden gesteld aan mensen en dat de impulsaankoop wordt gestimuleerd. U kent ook wel een interessant geval niet zo ver van waar u woont, in Groot-Bijgaarden, namelijk een vestiging die verleden maand gesloten zou moeten zijn. Ik weet niet of dat ondertussen is gebeurd. Zolang dergelijke vestigingen blijven bestaan, zal het probleem ook blijven bestaan, wat we ook doen. U noemde daarnet die lijst en de vele andere onderdelen van de hondenproblematiek. Ik hoop dat u ook daar aandacht voor zult hebben in uw beleidsnota.
Minister Weyts heeft het woord.
Een apart meldpunt voor dierenartsen zit alleszins in mijn beleidsnota. Uw opmerking is terecht. We stellen vast dat er heel veel werk kruipt in hoofde van de administratie in het screenen en schiften van de klachten die binnenkomen. Er zijn vele burenruzies en echtelijke problemen die ook via die weg worden uitgevochten. Buren maken dikwijls melding van honden die veel blaffen en dus worden mishandeld. Een hond blaft echter nogal. Dat is wel een probleem. Via de dierenartsen komt die eerste screening dan te vervallen of vergt alleszins minder werk.
De lijst is inderdaad een vreemde regeling. Destijds heeft de Federale Regering een koninklijk besluit uitgevaardigd met een lijst van 24 bedrijven die worden erkend bij wijze van gunst. Gelet op het vrij verkeer van diensten is dat al een vreemde interpretatie op Europees vlak. Er is geen bezwaar gekomen vanuit Europa, waarschijnlijk omdat er geen klacht is ingediend. Vanuit het oogpunt van vrij verkeer, wanneer een dienst conform de Bolkesteinrichtlijn erkend is in het thuisland, is de vraag of die dan ook niet zijn diensten elders mag aanbieden en mag exporteren. Dat is nog een aparte problematiek. Ik zal alleszins bekijken hoe we dat vanuit de gunstlogica aan een nader onderzoek kunnen onderwerpen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
We hebben vandaag veel input gekregen voor verdere discussie. Mijnheer Sanctorum, die buitenlanders zullen inderdaad een probleem blijven. De minister heeft daar een punt. Men zal dit niet als een gunst bekijken, men is bijna verplicht om ze te aanvaarden, behalve misschien wanneer men afstapt van het supermarktprincipe. Op termijn vermijdt men dan dat er honden worden gekocht in dergelijke zaken. Men kan ze beter bij de fokker kopen, wat ook een betere kwaliteitsgarantie is.
Het is duidelijk dat dit thema hier wordt gedragen en dat er wordt gestreefd naar stappen voorwaarts. Ik veronderstel dan ook dat dit thema nog aan bod zal komen in deze commissie.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.