Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, het lijkt me niet meer dan logisch en zelfs cruciaal dat de Vlaamse Regering in het Vlaams regeerakkoord opnieuw de aandacht vestigt op en lijnen uitzet voor de verbetering van de bereikbaarheid van onze waterwegen. Elk transport langs het water haalt natuurlijk vrachtwagens van de weg, en dat is heel belangrijk.
Een cruciaal element is het Seine-Scheldeproject dat voorziet in een binnenvaartverbinding tussen de bekkens van de Seine en de Schelde. Om van dit enorm belangrijk project, waarvoor nu al werken worden uitgevoerd, een Europees succes te kunnen maken, is het natuurlijk cruciaal dat de Franse plannen, meer bepaald de aanleg van het kanaal Seine-Noord, consequent worden uitgevoerd.
Begin september 2014 hebben we in dit verband verontrustende signalen opgevangen. De heer Demotte, de bekende burgemeester van Doornik, heeft verklaard dat de aanpassingen aan een Doornikse brug voor onbepaalde tijd zouden worden uitgesteld. De reden is dat de Fransen hun engagement volgens hem zouden terugschroeven. Om budgettaire redenen zouden de Fransen de werken uitstellen. Ondertussen is een gedeelte van mijn vraag om uitleg al enigszins achterhaald. We hebben immers gelezen dat de Franse premier Valls heeft aangekondigd dat de Fransen hun engagementen wel degelijk zullen nakomen.
Toch blijven we nog met een aantal vragen zitten. Volgens de planning die op de website van Waterwegen en Zeekanaal nv te lezen staat, zal het Vlaams gedeelte met betrekking tot de binnenvaart pas in 2017 worden afgerond. We hebben tevens vernomen dat de Fransen de werken aan het kanaal Seine-Noord pas in 2017 zullen aanvatten. Deze werken zullen ten vroegste in 2023 worden afgerond. We zitten daar, met andere woorden, met een vacuüm in de tijd en in het gebruik.
Minister, welke concrete impact zal dit gedeeltelijk uitstel van de werken hebben? Beschikt u over mogelijkheden om de Fransen ertoe aan te zetten die werken toch versneld uit te voeren?
Ik heb al vermeld dat er al werken aan de gang zijn. Die werken zijn op het terrein zeer zichtbaar. Er zijn hier en daar ook wat akkefietjes. Zo zal de Budabrug in Kortrijk, die principe nu al moest zijn geïnstalleerd, ten vroegste begin volgend jaar klaar zijn.
Minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het Vlaams gedeelte van het Seine-Scheldeproject? Kunt u bevestigen dat de timing voor het gedeelte betreffende de binnenvaart kan worden aangehouden en dat de werken tegen 2017 klaar zullen zijn?
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me volledig aan bij de vraag om uitleg van de heer Maertens. Dit heel belangrijk project is zeer zichtbaar. Vooral in Kortrijk zijn de werken al zo goed als klaar. Momenteel zijn er werken aan de gang in Wervik. Volgens de planning zullen de werken in Menen, mijn eigen stad, binnen twee of drie jaar worden uitgevoerd.
Ik heb dat artikel ook gelezen, en dat heeft in onze streek redelijk veel paniek veroorzaakt. Dergelijke werken hebben een grote impact op de stad. We hebben de mensen erover geïnformeerd dat het voor een groot gedeelte om onteigeningen gaat. We krijgen de vraag waarom we dit willen doen. Frankrijk zou immers niet mee willen en tegenstribbelen. Het is belangrijk dat we over de houding van de Fransen duidelijkheid kunnen scheppen.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag. Ik meen te hebben gehoord of gelezen dat in het Waals regeerakkoord niet echt naar het Seine-Scheldeproject wordt verwezen. Er is hiervoor niet in een budget voorzien. Blijkbaar worden niet enkel de werken aan de Doornikse Pont des Trous voor onbepaalde tijd uitgesteld, maar zou er ook geen geld voor de rest worden uitgetrokken. Ik zou graag uw mening over uw contacten met Wallonië en met Frankrijk horen.
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, ik doe een poging om al die vragen te beantwoorden. Wat is de stand van zaken? Laten we misschien eerst eens bekijken wat er al is gerealiseerd of zich in de opleveringsfase bevindt. U weet dat we voor heel de periode 2007-2013 spreken van in totaal ongeveer 118 miljoen euro aan investeringen. Tot en met het tweede kwartaal van 2014 is voor 58,7 miljoen euro aan werken en studies uitgevoerd. In hoofdzaak gaat het over deelprojecten zoals de tweede sluis in Evergem, die medio 2009 werd opgeleverd. Er zijn ook de oeververdedigingen en de verruiming van het noordvak van de Ringvaart. Momenteel is de uitvoering daarvan bezig. De oplevering wordt verwacht in de tweede helft van 2015. Er zijn de passeerstroken die zijn aangelegd voor klasse Vb-schepen in Nevele. Dat is in uitvoering. In Machelen is dat al opgeleverd, in 2013. We hebben de bochtverbredingen op het Afleidingskanaal van de Leie in Deinze en Nevele. In Wervik hebben we de moderniseringswerken aan de Grensleie. Dat is in uitvoering, maar die afwerking wordt gepland in 2016. Dat zal veeleer eind 2016 worden. We hebben de bouw van een klasse Vb-stuwsluis in Harelbeke. Ook dat is in uitvoering. De afwerking wordt gepland in 2017. Dan zijn er nog twee belangrijke projecten bij de kanalen Bossuit-Kortrijk en Roeselare-Leie. Ter zake zijn ondertussen haalbaarheidsstudies opgeleverd.
Al die deelprojecten vormen dus een onderdeel van de lopende Europese TEN-T-beschikkingen (Trans-European Transport Networks) voor die periode 2007-2013. De subsidies zijn vatbaar voor 50 procent ondersteuning en de werken zelf voor 20 procent. Ik zeg dat omdat er op dat vlak een evolutie, een verbetering is. Voor de volgende periode van die TEN-T-projecten en de Europese subsidies is dat plafond van maximaal 20 procent ondersteuning van Europa voor de werken opgetrokken naar 40 procent, wat wel wat perspectieven biedt en wat maakt dat ik ook zelf heel vriendelijk ben voor de Europese coördinator die beslist over de toekenning van subsidies in het kader van dat TEN-T-project. Het doel in dezen is om samen met de Franse en Waalse projectpartners een totaaldossier voor subsidies uit te werken, uiterlijk tegen februari 2015, maar wij leveren, denk ik, al in december 2014 het eerste werk op. Belangrijk ter zake is dat we ook diverse projecten met een grensoverschrijdend karakter hebben ingediend.
Ik heb zelf de betrokken Europese coördinator, de heer Balázs, al ontvangen. Ik heb daar meer dan een halve dag voor uitgetrokken en heb met de man de concrete projecten bezocht. We hebben ook een helikoptervlucht gemaakt om te tonen wat die projecten concreet zijn. Het gaat trouwens niet alleen over Seine-Schelde. Het gaat ook over het verhogen van 33 bruggen over het Albertkanaal. Het gaat over het afwerken, de eindfase van het Deurganckdok. Het gaat over het kanaal Gent-Terneuzen, een project van maar liefst meer dan 900 miljoen euro. In totaal hebben we het hier over een mogelijke tegemoetkoming van – als ik me niet vergis, wat wel mogelijk is – ongeveer 600 miljoen euro in totaal. Het is dus al eens de moeite om daar een namiddag aan te besteden, om voor die vriendelijke mijnheer Balázs, die trouwens een expert is, alle projecten concreet en tastbaar te maken en ze toe te lichten.
Naar aanleiding van de commotie die is ontstaan over bepaalde uitspraken wil ik het volgende zeggen. We hebben geen indicaties over een uitstel wat de Franse participatie betreft. Integendeel, eerste minister Valls – u hebt er zelf naar verwezen – heeft nog op 30 september de bereidheid van de Franse regering bevestigd om de realisatie van het kanaal Seine-Nord te steunen en ook bij de Europese Unie een subsidiedossier in te dienen. Hij heeft dat nog eens herhaald. In 2017 starten de belangrijkste werken en in 2023, zo wordt vooropgesteld, kan de verbinding in gebruik worden genomen. We hebben trouwens ook geen signalen gekregen over uitstel in de formele overlegorganen, en zo zijn er wel wat.
Wat de uitspraken van minister-president Demotte betreft, die zijn geduid in de jongste bijeenkomst van de Intergouvernementele Commissie Seine-Schelde door de leidend ambtenaar, de Directeur général de la Mobilité et des Voies hydrauliques. Hij heeft verklaard dat de uitspraken in kwestie niet de correcte weergave waren van de werkelijkheid. De heer Demotte zou enkel hebben aangegeven dat om budgettaire redenen de vernieuwing van de brug wordt uitgesteld voor plusminus twee jaar. Eerst zouden de lopende projecten worden afgewerkt.
Er is dus gelukkig vooralsnog geen reden om de Fransen aan te sporen hun engagementen ten volle na te komen. Integendeel, de Verklaring van Tallinn, en het engagement daarin vervat van de deelstaatregeringen en de Franse regering, is eigenlijk de facto bevestigd. Dit zal dus ook van geen invloed zijn op de uitvoeringsplanning in Frankrijk en bij ons.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, we kunnen en moeten niet anders dan tevreden zijn over het engagement van de Fransen, vooral over het waarmaken van dat engagement, maar ook over de investeringen die we in Vlaanderen doen. U hebt er heel wat opgesomd. Ze zijn geconcentreerd in Oost- en West-Vlaanderen. Zoals u vorige week over de Oosterweelverbinding zei in de commissie, is dit een dossier dat misschien lokaal wordt bekeken, maar cruciaal is voor heel Vlaanderen en voor onze economie en welvaart.
De vraag om uitleg is afgehandeld.