Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik excuseer me dat de eerste vraag wordt gesteld door iemand die zelfs niet meer in de gemeenteraad zit. Het spijt me dat ik dat elan moet doorbreken. Maar ik zal mijn vraag toch stellen en vooral goed luisteren.
In een vorig leven, toen ik nog jong en dynamisch was, heb ik in de gemeenteraad gezeten in Leuven. De beleids- en beheerscyclus (BBC) kwam toen op gang, en daarbij maakte ik me een bedenking. Gemeenten hadden toen de gewoonte om zich te financieren via bancaire instellingen. Er is een shift geweest, met de vraag of gemeenten zich niet gewoon konden financieren op de markt, via obligaties en dergelijke. Er is natuurlijk een fundamenteel verschil tussen obligaties en leningen. Voor leningen betaal je maandelijks of in elk geval periodiek je kapitaal af. Bij obligaties is dat meestal niet zo en betaal je het kapitaal helemaal aan het einde af. Dat is eigen aan het instrument, dat verhandelbaar moet zijn.
Voor de financiën van de overheid en van de lokale besturen maakt dat natuurlijk een fundamenteel verschil, want het geeft gemeentebesturen de mogelijkheid – waar dat vroeger niet de gewoonte was – om het volledige kapitaal door te schuiven naar de toekomst. Je kunt het zelfs doorschuiven naar een volgende legislatuur en later.
Aan uw illustere voorganger heb ik daarover al een vraag gesteld, maar te snel, want er waren nog geen gegevens over wat de gemeentebesturen zoal deden met in het bijzonder obligaties en bulletleningen. Daarna is er, deze zomer geloof ik, toch een artikel in de media verschenen waarin er gewag van werd gemaakt dat er toch voor significante bedragen van die instrumenten gebruik wordt gemaakt.
Minister, wat is de stand van zaken? Doen gemeenten dat? Mogen zij dat doen? Wat is uw visie daarover? En past het wel binnen de filosofie van de BBC?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, dank u wel voor uw vraag. In uw oorspronkelijke vraag op papier was u iets uitgebreider dan vandaag. Gelet op het feit dat het de eerste commissie is, had ik me heel goed voorbereid. Ik ga duidelijk en uitgebreid proberen te antwoorden, want ook al hebt u nu een aantal vragen achterwege gelaten, u zit er wellicht nog altijd mee.
Het is inderdaad zo dat sommige lokale besturen een beroep doen op andere financieringsinstrumenten dan de klassieke bankleningen. Momenteel zijn dat er ongeveer dertig. Het gaat niet enkel om gemeentebesturen, het kan bijvoorbeeld ook een OCMW-bestuur zijn. Het doet zich voor in verschillende vormen. Men doet bijvoorbeeld een beroep op de kapitaalmarkten door de uitgifte van schuldpapier of gaat zogenaamde ‘bulletleningen’ aan. Ik denk dat iedereen hier aanwezig wel weet wat het principe van een bulletlening is, waarbij men in tussentijd wel rente afbetaalt, maar het kapitaal pas op het einde.
U vraagt mij welke risico’s daaraan eventueel verbonden zijn voor de lokale overheden. Ik denk dat er inderdaad een aantal risico’s verbonden zijn aan deze alternatieve vormen van financiering. Dat moeten we niet verbergen: we kunnen er beter duidelijk over zijn. Er is het plaatsingsrisico: het is misschien mogelijk dat men op het moment van de initiële plaatsing geen of te weinig kopers vindt. Er bestaat ook een herfinancieringsrisico: als er te weinig geïnteresseerden zijn op de eindvervaldag of men niet voldoende middelen vindt, moet men herfinancieren. Daarnaast is er nog een renterisico. Zoals ik heb uitgelegd, betaalt men bij een bulletlening wel rente af, maar betaalt men het kapitaal pas op het einde. Het risico bestaat dat die rente, op het moment dat die moet worden betaald, hoger uitvalt dan men had ingecalculeerd.
Ik wil er wel op wijzen dat het nog altijd valt onder de verantwoordelijkheid en de autonomie van de lokale overheden zelf om te kiezen wat zij de beste manier van financieren vinden. Er is ook geen enkele regelgeving van hogerop die lokale besturen verbiedt om zich op deze alternatieve wijze te financieren of hun financiën op orde te brengen. Zij moeten ook niet aan een hogere overheid, noch aan mij, noch aan de provincie, toestemming vragen om het op deze manier te doen. We moeten vertrouwen hebben in de lokale besturen om zelf te kunnen inschatten wat de eventuele risico’s zijn. Ik heb begrepen, na contacten met de VVSG, dat dat ook gebeurt en dat de meeste lokale besturen wel kunnen inschatten wat de mogelijke risico’s zijn.
Belangrijk is uiteraard dat de lokale besturen op korte en middellange termijn oog hebben voor de eventuele financiële risico’s, dat ze zorgen voor een goede spreiding van de potentiële risico’s en dat ze ervoor zorgen dat het aandeel van de meer risicovolle beleggingen in de totale portefeuille beheersbaar blijft.
Lokale besturen die een beroep willen doen op dergelijke alternatieve financieringsmethoden, bezitten of ontwikkelen het best de specifieke kennis om daarmee om te gaan. U hebt daarover op het einde van de vorige legislatuur een aantal schriftelijke vragen gesteld aan mijn ‘illustere’ voorganger, zoals u hem zelf noemt. Hij heeft in zijn antwoorden ook aangegeven dat bijvoorbeeld ING al een heel plan heeft ontwikkeld om lokale overheden bij te staan in die ontwikkeling.
Kan de BBC een waarborg bieden om eventuele risico’s te beperken? Ik wijs er nogmaals op, en ik wil blijven herhalen, dat het in eerste instantie behoort tot de autonomie van de lokale overheden om zelf te bepalen welke risico’s ze willen aangaan en in welke mate het verantwoord is om dat te doen. Maar de BBC biedt wel enige vorm van transparantie.
U hebt zelf aangegeven dat u geen lid meer bent van een lokaal bestuur, maar ik denk dat u zeer goed op de hoogte bent van de verplichtingen in het kader van de BBC. Zo moet in de beleidsrapporten zichtbaar zijn wat de schuldsituatie van de betrokken lokale overheid is en er moet meer duidelijkheid worden gegeven in de toelichting bij de beleidsrapporten. Dat moet op meerdere manieren gebeuren. Er moet bijvoorbeeld een staat van het financieel evenwicht worden gegeven als onderdeel van het meerjarenplan. Er is de toelichting bij het meerjarenplan, waarin een meer gedetailleerd inzicht moet worden gegeven in de geraamde financiële schulden. Een andere manier is de toelichting bij de jaarrekening, die de werkelijke cijfers van het afgelopen boekjaar moet bevatten.
Natuurlijk is er nog een andere manier van waarborg die wij kunnen hebben ten opzichte van andere besturen, namelijk in onze functie van toezichthouder. U weet ook dat bulletleningen eigenlijk een positief effect hebben op de autofinancieringsmarge. Aangezien je eigenlijk enkel de rente moet afbetalen en het kapitaal op het einde, geeft dat misschien een vertekend beeld over de autofinancieringsmarge. Dat kunnen we natuurlijk niet toestaan, aangezien de autofinancieringsmarge eigenlijk de gezondheid van de financiële situatie van het betrokken lokale bestuur uitdrukt. Wij leggen dat trouwens ook op aan elke lokale overheid. Wij houden dat in het oog.
Ik kan u garanderen, mijnheer Van Rompuy, dat zowel mijn eigen administratie en die van de heer Decoster, als die van de provinciegouverneurs onmiddellijk zullen ingrijpen wanneer zij merken dat bepaalde overheden bepaalde risico’s nemen en geen eerlijke kijk geven op hun financiële situatie en een financieel evenwicht willen vooropstellen dat twijfelachtig is. Zodra er vermoedens zijn dat er een fictief financieel evenwicht wordt voorgelegd, zal er worden ingegrepen, ofwel door de gouverneur ofwel door mijn eigen diensten. Ik kan u ook meegeven dat, zodra we meer dan gegronde twijfel hebben, we niet zullen nalaten om bepaalde meerjarenplannen of jaarrekeningen te schorsen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Binnen de BBC is het perfect mogelijk om via die alternatieve schuldfinanciering schulden door te schuiven naar de toekomst. Eigenlijk begrijp ik uit uw antwoord dat de toezichthouders dat niet zomaar zullen toestaan, dat het dus een geloofwaardig meerjarenbudget moet zijn. Dat is uw argument.
Is het niet mogelijk om af te spreken, in welke reglementaire vorm dan ook, dat lokale besturen, wanneer zij een bulletlening of een obligatie afsluiten – waarmee ik op zich geen probleem heb – verplicht worden om hun kapitaalsaflossingen mee te nemen in de berekening van de autofinancieringsmarge over de volledige termijn van het schuldinstrument? Dat lijkt mij een goede maatregel, veeleer dan te vertrouwen op de ‘bonus pater familias’-houding van de toezichthouder. U weet ook dat BBC fundamenteel verschilt van de ESR-rekeningen (Europees Systeem van Nationale en Regionale Rekeningen). Daarover zal ik het nu niet hebben. Ik denk dat het goed zou zijn – want in budgettair krappe tijden is de verleiding natuurlijk groot – dat er over die problematiek een duidelijke regeling en afspraak bestaat. Het maakt niet uit in welke vorm, een omzendbrief of in een andere vorm. Het lijkt mij nuttig.
U hebt geen bedragen genoemd. Ik zal via een schriftelijke vraag opvragen om welke gemeenten het gaat, welke bedragen, welke termijnen van uitstel. Dat is misschien voor later.
Nu wil ik u vooral vragen of het niet zinvol is om toch enige reglementaire klaarheid te scheppen rond die problematiek. De problematiek is nieuw. Dat die bulletleningen of obligaties worden afgesloten, is op zich de normaalste zaak van de wereld. Maar binnen de filosofie van de BBC, die zegt dat je investeringen moet dekken met de lopende uitgaven en dat je geen schulden meer kunt overhevelen naar de volgende legislatuur, lijkt dit me iets te zijn dat we goed moeten opvolgen.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, binnenkort, in het voorjaar, zijn we al drie jaar aan het BBC’en. Is er ergens vastgelegd om een evaluatie van het instrument te doen? Ik heb de indruk dat we stilaan weten waar de kinderziekten zijn. Het zou niet slecht zijn om de nodige medicijnen aan te brengen.
Ik zetel nu al 27 jaar in een lokaal bestuur. Vanuit mijn eigen ervaring denk ik dat je er erg voor moet oppassen geen Griekse toestanden te creëren. Wat hebben de Grieken ooit gedaan? ‘Bona fide’ lenen. En daarnaast achter hoek en kant, officieus, buiten het normale circuit, lenen. Op een zeker moment is het kaartenhuis natuurlijk in elkaar gestuikt. Het verhaal met bulletleningen is dat je heel goed moet opletten. Je kunt op die manier wel wat ademruimte creëren voor de kaspositie, als die zwak is. Maar op het einde van de rit moet je ervoor waken dat je geen mokerslag krijgt.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik ben het met u eens dat we het heel goed moeten monitoren en dat we zeker in de gaten moeten houden dat er geen onverantwoorde financiële risico’s worden genomen. Ik ben niet zo’n voorstander van het beknotten van de autonomie van de lokale overheden. Ik denk nog altijd dat we de lokale overheden de verantwoordelijkheid moeten geven om zelf in te schatten wat er financieel verantwoord is en wat niet. Het is natuurlijk zo dat ze de eventuele financiële risico’s moeten meegeven in hun jaarrekening. Als we dat nakijken in het kader van BBC, kunnen we niet achterhalen welk soort leningen of kapitaalverrichtingen het zijn. Maar als we bijvoorbeeld optellen wat het afbetalen van de rente is, kunnen we wel achterhalen welk soort lening ze zijn aangegaan. Ik ben het op dat vlak absoluut met u eens.
Als ze zulke financiële verrichtingen doen of financiële engagementen aangaan, kijken wij in het kader van BBC zeer goed na of er voldoende reserves worden aangelegd. Dat lijkt mij zeer belangrijk.
U zegt dat ik u geen concrete bedragen of namen van gemeenten heb gegeven. Bij mijn weten hebt u mij die vragen ook nooit gesteld. Ik wil u die zeker overmaken. Maar aangezien u mij die vragen nooit hebt gesteld, kunt u het mij moeilijk kwalijk nemen dat ik er niet op heb geantwoord. (Opmerkingen van de heer Peter Van Rompuy)
Als u mij die vragen stelt, zal ik u onmiddellijk alle gegevens bezorgen.
Mijnheer Doomst, een evaluatie van de BBC is absoluut aan de orde. Het is echter pas in 2014 dat iedere lokale overheid ermee begonnen is. In het kader van de bespreking van de beleidsnota komen we daar zeker op terug. We zullen dat element zeker inbouwen, want ik vind het zeer belangrijk, naast de autonomie die ik de lokale overheden wil geven om hun eigen financiële situatie op orde te brengen, zonder dat het ontspoort.
Heel wat pps-projecten vandaag werken via het principe van de bulletleningen. In de praktijk is dat voor een stuk vandaag zelfs al aanwezig bij de lokale besturen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.