Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vraag om uitleg over de renovatie van het Koninklijk Conservatorium in Brussel
Verslag
De heer Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de renovatie van het Koninklijk Conservatorium in Brussel is in de vorige legislatuur in deze commissie uiteraard geregeld aan bod gekomen. Ik neem aan dat ook de niet-commissieleden het dossier kennen. Het is een dossier met een aantal staatsrechtelijke knopen die moesten worden doorgehakt – met alle mogelijke nadelen voor de gebruikers van het conservatorium. Ik stel daarom deze opvolgingsvraag.
In een antwoord op een schriftelijke vraag heeft uw voorganger, de heer Pascal Smet, mij laten weten dat hij op 10 februari 2014 een samenwerkingsovereenkomst met de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) heeft afgesloten waarbij de PMV de opdracht kreeg om voorstellen te doen voor de realisatie en de financiering van de renovatie en het latere beheer van het Koninklijk Conservatorium Brussel. Op basis hiervan kan worden overgegaan tot de oprichting van een vennootschap waarin de PMV desgevallend kan participeren. De timing voor de uitvoering van die opdracht is 20 maart 2014.
Voorts had minister Smet nog geen meetstaten ontvangen, waardoor het moeilijk was om definitieve uitspraken te doen over de verdere timing van de renovatie. Ook is er in een stuurgroep voorzien waarin de verschillende regeringen vertegenwoordigd zijn. Zij kwamen in de voorbije fase geregeld samen om de voortgang van het dossier te bespreken.
De kosten voor de renovatie zouden op 60 miljoen euro worden geschat. Het is een cijfer dat echter niet wordt bevestigd door het kabinet van de heer Servais Verherstraeten, staatssecretaris bevoegd voor de Regie der Gebouwen, want Beliris moet nog een masterplan uitwerken. Dat was de toestand in de aanloop naar de verkiezingen.
Minister, kunt u toelichting geven over deze ondertussen opgerichte vennootschap? Participeert de PMV namens Vlaanderen in die vennootschap? Zijn de resultaten van de meetstaten ondertussen bekend? Indien ja, wat zijn de gevolgen voor de verdere planning van de renovatie? Indien neen, waarom is dat zo en wanneer mogen we die meetstaten verwachten? Komt de stuurgroep nog samen? Indien ja, wanneer, en over welke agenda? Indien neen, waarom niet? Hebt u al zicht op de concrete kostprijs van deze renovatie? Zijn bijvoorbeeld de grote lijnen van het masterplan van Beliris al bekend?
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Het dossier van het Koninklijk Conservatorium Brussel ligt mij zeer na aan het hart. Minister, ik twijfel er niet aan dat u er net zo over denkt als ik. Mijn hart bloedt en ik heb plaatsvervangende schaamte als ik zie in welke toestand het gebouw zich bevindt, dat toch twee gerenommeerde kunsthogescholen huisvest, de Conservatoire Royale de Bruxelles en het Koninklijk Conservatorium dat zich binnen de Erasmushogeschool bevindt. Die scholen genieten internationale roem. De Koningin Elisabethwedstrijd vond grotendeels plaats in een zaal die nu onbruikbaar is. Dat zijn zaken waarover we eigenlijk niet lang meer zouden mogen discussiëren.
Het renovatiedossier zat jaren in het slop door omstandigheden, zullen we beleefd zeggen. In 2013 was er een beslissing van drie overheden om een vennootschap op te richten, zoals collega Segers daarnet zei, waarbij een privépartner instaat voor de werkzaamheden. De werkzaamheden zijn blijkbaar ondertussen gestart, maar eind augustus werden de werken aan een bijgebouw in de Eikstraat alweer stilgelegd door de stad Brussel omdat er geen stedenbouwkundige vergunning was aangevraagd door de Franse Gemeenschap. Het gaat hier om de ontmanteling en heropbouw van de grote houten trap met gietijzeren omheining en de plaatsing van een liftkoker. Voor de liefhebbers van architectuur geef ik dat er even bij. De andere, minder omvangrijke werken, zoals de afbraak van de muren die de structuur van het gebouw stutten, mogen wel gebeuren – gelukkig mag er toch iets gebeuren voor het gebouw helemaal instort. Minister, ik zal niet sarcastisch worden, ik beloof het u.
Minister, kunt u een stand van zaken geven van het renovatiedossier van het Koninklijk Conservatorium, met tijdspad en budget? Zijn de problemen rond de bouwvergunning voor het bijgebouw aan de Eikstraat inmiddels opgelost? Zijn er nog eventuele andere knelpunten in dit dossier?
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Ik volg mevrouw Brusseel dat het echt een schandvlek voor Brussel is. Ik denk dat iedereen dat zal beamen. Een dergelijk gebouw jaren laten verkommeren: het schaamrood zou ons allemaal op de wangen moeten komen. Nochtans is er in 2013 eigenlijk juridische spitstechnologie toegepast om drie overheden op eenzelfde lijn te krijgen en om eindelijk stappen voorwaarts te kunnen zetten en privégeld te zoeken om van start te gaan. Als het lukt, is dat een heel mooi voorbeeld van hoe je complexe communautaire problemen kunt aanpakken door heel concreet een aantal afspraken te maken. Daarom ben ik heel benieuwd naar de stand van zaken van dit dossier.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, beste collega’s, vraagstellers, het is goed bij de aanvang van deze legislatuur precies de stand van zaken te geven van dit dossier. Waar is men bij de vorige legislatuur geraakt en welke weg moet er nog worden afgelegd? De laatste besprekingen binnen de Vlaamse Regering dateren van 29 maart en 23 april van dit jaar. Bijna tegelijkertijd hebben ook de federale overheid en de Franse Gemeenschap beslissingen genomen die met elkaar zijn afgestemd.
De status quaestionis kan als volgt worden samengevat. Er wordt een nv van privaat recht opgericht waarin de drie entiteiten, namelijk de federale overheid, de Franse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschap elk een derde van de aandelen krijgen. De federale overheid heeft een KB goedgekeurd de dato 22 mei van dit jaar, waarbij zij kunnen deelnemen aan deze nv. Het KB bepaalt eveneens dat de Regie der Gebouwen gemachtigd is om de gebouwen van het muziekconservatorium ‘om niet’, dus zonder bijkomende lasten, over te dragen aan de handelsvennootschap. Er komt een inbreng van kapitaal in de vennootschap. Het gaat over 1,5 miljoen euro, dus gedeeld door drie, voor een goed begrip. De drie entiteiten zullen dit in de vennootschap inbrengen om de werken te kunnen beginnen. De volstorting hoeft niet bij oprichting.
De nodige beslissingen zijn genomen op het niveau van de raad van bestuur van ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) zodat vanuit ons perspectief het startkapitaal kan worden ingebracht. Hetzelfde geldt voor de Franse Gemeenschap waar het Fonds Ecureuil betrokken is.
De drie entiteiten engageren zich om via de vennootschap te renoveren en de kosten te delen door drie. De meest opportune financieringsmethode zal worden onderzocht en er zal over worden beslist door deze nieuwe vennootschap. Er komt een bestuursstructuur met een algemene vergadering, waarbij elke entiteit één stem heeft, dus een eenvoudige algemene vergadering. Voor de raad van bestuur komt er een taalpariteit: elke entiteit zal vier stemmen hebben. Dat is meer een rekenkundige techniek om het voor de raad van bestuur werkbaar te maken. Er zal mogelijkheid zijn tot opname van onafhankelijke bestuurders en er komt een regeringscommissaris per entiteit.
Er wordt ook een aandeelhoudersovereenkomst opgesteld met daarin stevige garanties aan de conservatoria voor hun aandeel in het gebruik van zalen en lokalen voor en na de verbouwing, zodat we niet in een operatie terechtkomen die haar doel voorbij zou schieten. In die aandeelhoudersovereenkomst zal ook een engagement zitten tot samenwerking tussen de verschillende entiteiten om de renovatie tot een goed einde te brengen, met gelijke inbreng en mits de door alle entiteiten gedragen beslissing, gewaarborgd in de statuten van de nieuwe nv van privaat recht, gegarandeerd wordt. Er zijn dus goede functionele afspraken met de conservatoria die er nu in zitten, het engagement om tot de finish te gaan en vervolgens de overdracht van het beheer van de bibliotheek op de site aan de gemeenschappen.
Na deze verschillende goedkeuringen – we waren op dat moment immers aan de vooravond van de verkiezingen – heeft PMV aan het dossier voortgewerkt. PMV heeft bijvoorbeeld de statuten verder op punt gesteld op basis van een ontwerp van de Franse Gemeenschap. Dat wil zeggen dat het dossier goed over en weer gaat en dat er gedialogeerd wordt. De afspraken die zijn gemaakt tijdens de laatste stuurgroep, zijn opgenomen in de laatste draft van de teksten.
Ondertussen zijn op de verschillende bestuurlijke niveaus onderhandelingen gevoerd met het oog op de vorming van nieuwe regeringen. Op het federale niveau zijn deze werkzaamheden nog niet volledig afgerond. Dat is uiteraard wel in het belang van de uitvoering van het dossier. We zijn dus met drie om dat te doen.
Het is de bedoeling om dit dossier verder af te werken zodra ook op het federale niveau de vorming van de regering is afgerond. Op het Vlaamse niveau zullen mijn collega minister Crevits en ikzelf afspraken maken over de verdere opvolging. Immers, de bevoegdheden over Brussel en Onderwijs zijn in deze legislatuur binnen onze regering niet meer in dezelfde hand. Zowel collega Crevits als ikzelf wil dit dossier tot een goed einde brengen.
Naast deze stand van zaken wil ik verder niet nalaten om op een aantal van jullie concrete vragen te antwoorden. Aangezien tot nu toe enkel de basisbeslissingen zijn genomen, moet de vennootschap nog worden opgericht, waarvoor wel al de nodige mandaten werden verkregen van de respectieve regeringen. Dat kan in principe snel gaan. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de statuten, zoals ik al zei. Ook de aandeelhoudersovereenkomst valt onder diezelfde timing. Er moet nog worden beslist of PMV zal optreden voor de Vlaamse Gemeenschap bij de oprichting van de nieuwe vennootschap. Op zichzelf lijkt dit eerder in de lijn der verwachtingen te liggen.
Zodra de vorming van de regering op federaal vlak is afgerond, zal worden gestart met de stuurgroep. De resultaten van de meetstaat werden helaas nog niet overgemaakt door de Regie der Gebouwen. Het is wel de bedoeling dat de nieuwe vennootschap het masterplan verder uitwerkt op basis van de opgeleverde meetstaat. U weet dat er bedragen circuleren van de totale kostprijs. Ik ga die niet bevestigen omdat dat voorlopig eerder een ruwe schatting blijft, half in de lucht. Die meetstaat zal ons meer duidelijkheid geven over de precieze renovatie- en investeringsbedragen. Er is dus nog geen zicht op de concrete kostprijs hiervan, maar dat zal de komende weken zeker duidelijk worden.
Mevrouw Brusseel, wat betreft uw precieze vraag over de Eikstraat, wil ik er voor een goed begrip eerst en vooral op wijzen dat dit eigenlijk losstaat van de samenwerking in het kader van de renovatie van het Koninklijk Conservatorium Brussel. De gebouwen in de Eikstraat zijn eigendom van de Franse Gemeenschap en zullen nu in gebruik komen van twee kunstscholen, met name de Académie des Arts de la Ville de Bruxelles en het Conservatoire royal de Bruxelles. In het kader van de verhuis van de twee instellingen werden werken opgestart. Hierbij ontstond discussie of voor het afbreken van twee trappen wel een stedenbouwkundige vergunning nodig was of niet. De discussie heeft ertoe geleid dat eind augustus de werken door de stad zijn stilgelegd. De Franse Gemeenschap heeft momenteel echter een nieuwe aanvraag ingediend om alsnog een vergunning te krijgen. Ik ga er dus ook van uit dat de zaken daar in de goede richting gaan.
Minister, ik dank u voor uw heel omstandig en concreet antwoord. Ik neem aan dat de vraagstellers, maar ook andere leden interesse hebben in uw antwoord. Mogen we dat laten ronddelen?
De heer Segers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw toelichting. Het dossier moest of kon inderdaad over de verkiezingen heen worden getild. Dat is inderdaad ook gebeurd.
We hebben interessante dingen gehoord in het antwoord van de minister, die ons gunstig kunnen stemmen in het uitkijken naar het verdere verloop van de renovatie. We zullen de aspecten rond de meetstaten, de verdere timing en de uiteindelijke som afwachten. Ik veronderstel dat die zaken in het vervolg van onze werking nog aan bod kunnen komen.
Wat ons in ieder geval gunstig stemt, is dat er afspraken werden gemaakt door de Regie der Gebouwen om het gebouw over te dragen en onder welke voorwaarden dat zal gebeuren. Dat was ook een van de vragen die hangende waren. Het antwoord dat u hebt gegeven, namelijk dat alles door drie wordt gedeeld en ook de bestuur-, organisatie- en aandeelhoudersstructuur in die context wordt opgebouwd, lijkt mij de meest logische rol. Laat ons dan maar hopen dat de lijdensweg van het conservatorium, de onderwijsinstellingen die daarbij betrokken zijn en de vele muziekliefhebbers die daarvan willen genieten, zeer binnenkort kan worden afgesloten, wanneer we ook het standpunt van de nieuwe Federale Regering in dezen kennen en dat we dan inderdaad naar het einde van dit renovatiedossier kunnen gaan.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Ik heb twee bedenkingen. Minister, ten eerste ben ik blij dat er toch vooruitgang is, al is het op het gekende ritme.
Ik denk dat het misschien nuttig zou zijn om de stad Brussel te betrekken bij de stuurgroep of toch op een of andere manier in kennis te stellen van de vorderingen van de werkzaamheden, zodat men niet, of het nu de Franse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschap is, plots op een ‘njet’ of op andere kafkaiaanse toestanden stuit wegens vergunningen en dergelijke. Het zou niet de eerste keer zijn. Ik zou het erg jammer vinden indien de werkzaamheden daardoor nog verder zouden vertragen.
Ik heb nog een andere bezorgdheid, die de Federale Regering betreft.
Daar kan ik niet op antwoorden. (Gelach)
Nee, daar kunt u inderdaad niet op antwoorden, maar het is een bezorgdheid die ik u en de Vlaamse Regering wil meegeven. Die onderwijsinstellingen zijn voor ons ontzettend belangrijk. In het slechtste geval sleept die federale regeringsvorming nog een tijdje aan. Dan vraag ik mij af of het niet denkbaar is dat diegene die in lopende zaken verantwoordelijk is voor dit dossier, verder mee aan tafel kan zitten zodat de zaken niet nodeloos worden geblokkeerd. Nu, wij rekenen eigenlijk allemaal op een snelle federale ontknoping, maar bon.
We hopen dat de renovatie snel van start kan gaan.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik wil nog even antwoorden op de precieze vragen van mevrouw Brusseel en op de algemene verwachtingen die we nu mogen koesteren over de snelheid van vooruitgang. Wat de betrokkenheid van de stad Brussel betreft, ga ik mij hier niet uitspreken. Er kan worden onderzocht in welke mate het nuttig zou kunnen zijn – ik spreek in de voorwaardelijke wijs – om vanuit onafhankelijk bestuur mensen te betrekken. Sommige dingen leiden tot meer oplossingen, andere tot meer complicaties. We moeten dat gewoon pragmatisch tegenover elkaar afwegen. Een informatiebetrokkenheid ten aanzien van de stad Brussel lijkt mij zeker niet overbodig. Laat ons bekijken hoe dat het best kan.
Wat de federale regeringsvorming en de lopende zaken betreft, vrees ik dat – voor zover ik mij daarover mag uitspreken – de verdere afhandeling van dit dossier niet echt onder lopende zaken valt. Dat valt dus te bekijken. Het is jammer voor de snelheid van het dossier. Ik ben er zeker van dat de renovatie tot een goed einde zal worden gebracht, maar ik wil de commissie vooral waarschuwen dat de snelheid waaraan dit zal gebeuren ons allemaal zal frustreren. Ten eerste moet het trio, waarvan het belangrijk is dat het is ontstaan, verder worden verfijnd met de statuten en afspraken van samenwerking en dergelijke meer. Dan zal er nog heel wat moeten worden gediscussieerd over de vorm van financiering. Men kan beslissen om het bedrag bijeen te brengen met enkel overheidsgeld, maar men zal misschien ook naar andere middelen zoeken. Ik spreek mij daar niet over uit, maar dat is toch ook de reden waarom onder meer de knowhow van PMV mee aan tafel zit. Dat zal dus nog wel wat duren. Daarnaast worden wij geconfronteerd met de normale uitvoeringsmodaliteiten, zoals aanbestedingen en dergelijke. Dat weet u allemaal.
Met andere woorden, u mag mij daar gerust regelmatig over ondervragen. We zullen dit met bekwame spoed doen. Het is een dossier van een dergelijke omvang dat het zeker niet binnen twee of drie jaar gerealiseerd zal kunnen zijn. Dat is niet mogelijk. Het is zeer jammer. Het zou een klein mirakel zijn indien dat wel zou lukken, maar we zullen er alles aan doen om elke verloren maand of elke verloren zes maanden weg te werken. Ik denk dat we zeker in de goede richting zitten.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.