Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, dit is een opvolgingsvraag van een thema waar ik tijdens de vorige legislatuur vele malen aandacht voor heb gevraagd. In het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw werd het derde arbeidscircuit (DAC) ingesteld om banen te creëren voor werklozen. Hoewel de meeste DAC-projecten ondertussen geregulariseerd zijn zodat de betrokkenen hun rechten kunnen doen gelden inzake loon, anciënniteit en pensioen, is de afkorting nog niet verdwenen. In de internaten van het vrij onderwijs zijn op dit ogenblik nog DAC’ers aan de slag, en zij wachten en hopen al geruime tijd op regularisatie.
Het is niet de eerste keer dat er vragen worden gesteld over deze regularisatie. Het is ook niet de eerste keer dat er besloten wordt om de zaak aan te pakken. Tijdens de vorige legislatuur was de datum van 1 januari 2012 aangekondigd als streefdatum voor een volledige regularisatie. Op de vergadering van de commissie Onderwijs van 27 maart 2012 kon enkel vastgesteld worden dat die datum niet gehaald was, en werd meteen aangegeven dat ook 1 juli 2012 onmogelijk te halen zou zijn.
Op de commissievergadering van 25 april 2013, meer dan een jaar later, meldde de toenmalige minister van Onderwijs dat er al een berekening was gemaakt, maar dat er desalniettemin geen streefdatum voor het afwerken van dit dossier kon worden vooropgesteld. “U merkt dat er stappen zijn gezet”, besloot de minister. Ik dacht “kleine stapjes”.
Om na te gaan hoe die stappen concreet effect hadden bij de mensen in het DAC-statuut, vroeg ik op 9 januari 2014 opnieuw naar een stand van zaken. Het dossier werd toen ingepast in het grotere geheel van de transities van de internaten van het Gemeenschapsonderwijs naar Welzijn.
Aangezien een aantal DAC’ers aan het eind van hun actieve loopbaan komen en het voor hen wellicht belangrijk is hun situatie te regulariseren voordat ze met pensioen gaan, wil ik de kwestie opnieuw onder de aandacht brengen.
Is de werkgroep sociale partners ondertussen gestart? Welke bevindingen of overwegingen voegt die werkgroep toe aan het dossier? Welke realistische algemene timing kunt u geven voor het afhandelen van het regularisatiedossier van de overblijvende DAC’ers? Wordt er daarbij op gelet dat zij rechten op pensioen kunnen doen gelden? Op welke manier?
De heer De Ro heeft het woord.
Volgens mij zijn er ook een aantal mensen met dat statuut werkzaam op het ministerie. Zitten die mee in de scope?
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Voorzitter, er zijn afspraken gemaakt in de vorige legislatuur, maar die zijn niet gehaald. Ik begrijp dat de DAC’ers hun situatie geregulariseerd willen zien voordat ze met pensioen gaan. Minister, welke concrete stappen zult u daartoe zetten?
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, dit is een totaal nieuwe commissie voor mij. Ik was al op weg naar de derde verdieping toen ik besefte dat ik op de tweede verdieping moet zijn vanaf nu. Ik heb begrepen dat dit een erg actieve commissie is waarin alles nauwgezet wordt opgevolgd. Ik hoop dat we ten bate van het onderwijs goed zullen kunnen samenwerken.
Mijnheer De Meyer, u start meteen met een dossier dat zijn oorsprong lang geleden kent. Er zijn twee categorieën binnen de DAC’ers. In de vrije internaten zijn er 205,07 vte’s aangesteld als DAC’er. Die werknemers zijn vooral actief als onderhouds- en keukenpersoneel. Daarnaast zijn er ook nog 15 DAC-projecten verspreid over een aantal scholen, CLB’s en andere vzw’s. Dat zijn in totaal 17,6 vte’s.
In 2012 is er een regularisatie doorgevoerd voor alle DAC’ers. Er is een onderscheid gemaakt tussen regulariseerbare en niet-regulariseerbare DAC’ers. De laatste categorie bestaat uit die 17,6 vte’s. Inzake de regulariseerbare stelt de nota van de Vlaamse Regering dat het project DAC’ers van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO) – de vrije internaten – geregulariseerd zou worden. Voor die groep is een afwijking toegestaan op de algemeen bepaalde ingangsdatum, namelijk 1 juli 2012, waarop de regularisaties zouden moeten doorgaan. Er stond geen deadline voorop. Dit is de huidige situatie, wat niet wegneemt dat er een oplossing moet worden gevonden.
De visieoefening binnen het dossier Internaten is in de vorige legislatuur niet afgewerkt, omdat alle aandacht is gegaan naar de opvangcentra van het GO!, en daarom is die regularisatie niet of nauwelijks aan bod gekomen.
Mijnheer De Meyer, u vraagt een timing. Het betreft een van de dossiers waarover is beslist om een oplossing te zoeken. Wij onderzoeken hoe wij dat verder moeten aanpakken. Een regularisatie is mogelijk, maar daar komen veel zaken bij kijken, en u vermeldde er al eentje van. Ik wil een oplossing. In de Vlaamse Regering is afgesproken om die oplossing te realiseren als onderdeel van de afhandeling van het totaaldossier van de internaten. De beleidsnota kan misschien al wat uitsluitsel opleveren, maar vandaag kan ik me nog niet uitspreken over de specifieke elementen van het dossier.
Wat zijn de knelpunten? In de regeringsnota staat dat onderwijs de keuze heeft om het regularisatiedossier op te lossen als onderdeel van het dossier van de internaten of als voorwerp van de cao-onderhandelingen. De sociale partners zijn van oordeel dat dit het best zou gebeuren bij de afhandeling van het dossier van de internaten. Dat verklaart waarom dit geen onderdeel van het cao-dossier is en dus nog altijd moet worden opgelost. Ik hoop alleszins in de loop van de komende maanden daarover duidelijkheid te verkrijgen.
Mijnheer De Ro, u vroeg hoeveel mensen in de administratie in dat statuut werken. Alles zit in de scope. Ik heb geprobeerd om de aantallen te geven, en om uit te leggen waarom het een onderdeel van het dossier van de internaten is. U wist dat wellicht allemaal, maar voor mij is het verhelderend om dat kader eens in ogenschouw te nemen.
Mijnheer De Meyer, het is goed dat u dit dossier onder de aandacht brengt. Maar op dit ogenblik kan ik u geen concrete timing of grote beloftes meegeven. Ik kan dat pas wanneer het duidelijk is hoe wij het dossier kunnen oplossen.
Ik dank u uiteraard voor de schets van het ruimere kader waarin het probleem moet worden gesitueerd. U hebt van uw voorgangers een zware erfenis gekregen. Heel wat problemen zijn nog niet opgelost. Wij zullen ervoor moeten zorgen dat die in de loop van deze legislatuur wél worden opgelost. De mensen die in deze situatie zitten, rekenen daarop. Mijns inziens hebben ze daar recht op. Ik begrijp ten volle dat u vandaag geen duidelijk antwoord op mijn vraag kunt geven. Het was mijn bedoeling om dit dossier bij het begin van deze legislatuur onder uw aandacht te brengen, ervan uitgaand dat u in de loop van de volgende maanden de zaken alert zult opvolgen. Het is te hopen dat wij binnen enkele maanden, bij de bespreking van de beleidsbrief, al kennis kunnen nemen van uw beleidsintenties ter zake. Als u dat op dat ogenblik zou vergeten, dan zullen wij u daar ongetwijfeld aan willen herinneren.
Ik dank u voor het antwoord, minister. Een minister erft altijd dossiers uit de vorige legislatuur. Het is belangrijk dat de mensen die nog altijd in dat statuut werken, worden geregulariseerd. Ik heb er begrip voor dat u dat probleem misschien in de beleidsnota zult kunnen aanpakken. Ik zal de zaak alleszins verder blijven opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.