Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
De Belg Luca Brecel heeft snookergeschiedenis geschreven. Brecel won, als eerste Europeaan van het vasteland, het Wereldkampioenschap (WK) Snooker in het Engelse Sheffield, een glansprestatie die hem een grote cheque ter waarde van 500.000 pond en zeer veel bekendheid oplevert.
Die financiële weelde staat evenwel in contrast met de moeizame weg naar de top voor Brecel. Zo leek zijn carrière al op zeer jonge leeftijd beëindigd te worden door een gebrek aan financiële steun. Zonder private sponsoring was het Brecel nooit gelukt om zijn carrière te vervolgen en wereldkampioen te worden. De oorzaak voor het gebrek aan ondersteuning is het feit dat snooker wordt gezien als een sportieve vrijetijdsbesteding en niet als een sport. Hierdoor krijgt snooker geen middelen vanuit het topsportbeleid om talenten te ontwikkelen.
Kunt u het onderscheid nog even toelichten tussen ‘sport’ en ‘sportieve vrijetijdsbesteding’? Welke impact heeft die indeling op de hoogte van de subsidies?
Waarom wordt er geen steun voorzien voor toptalenten in activiteiten die als sportieve vrijetijdsbesteding worden aanzien?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben een decretaal kader dat de erkenning en subsidiëring van sportorganisaties, zoals sportfederaties, vastlegt. Dat is een goede zaak, want de steun hangt daardoor niet af van het moment, persoonlijke voorkeuren of actuele successen of mislukkingen. Er is een duidelijk kader.
De Vlaamse overheid hanteert een sporttakkenlijst met een opsomming van sporten die voor subsidiëring als sportfederatie in aanmerking komen. Zonder al te technisch te willen worden, is het wel belangrijk te vermelden dat de volgende elementen aanwezig moeten zijn om als sportfederatie gesubsidieerd te kunnen worden en dus op de sporttakkenlijst te komen: het moet gaan om sportactiviteiten die een sedentair karakter tegengaan – zitten dus – en het moet om een door een sportfederatie gereglementeerde activiteit met cardiovasculair trainingseffect gaan. Snooker is een van de vormen van vrijetijdsbesteding die niet voldoende matcht met de voorwaarde inzake cardiovasculair trainingseffect.
Voor dergelijke vormen van vrijetijdsbesteding is er een aparte categorie voorzien, sportieve vrijetijdsbesteding, met een andere vorm van ondersteuning. Snooker behoort dus wel tot deze categorie van sportieve vrijetijdsbesteding. Dat is “een vrijetijdsbesteding waarbij de deelnemers op gereglementeerde wijze en in gestructureerd verband hun vaardigheden meten, en waarbij coördinatie, concentratie, behendigheid, tactiek en ontspanning primeren in combinatie met een minimale fysieke activiteit. De sporttakken van de sporttakkenlijst kunnen daar niet toe behoren.”
Er zijn vier clusters vastgelegd voor sportieve vrijetijdsbesteding. De clusters worden voor specifieke opdrachten financieel ondersteund. Snooker valt onder de Organisaties voor Sportieve Vrijetijdsbesteding (OSV’s), specifiek onder de cluster ‘Internationale volkssporten’. Onder de cluster ‘Internationale volkssporten’ worden de activiteiten met hoofdzakelijk een sociale dimensie ingedeeld die een uitgesproken internationaal karakter hebben en waarbij de klemtoon ligt op het aspect van concentratie. Voor de cluster ‘Internationale volkssporten’ is voor 2023 een subsidie voorzien van zo’n 150.000 euro.
Specifiek voor topsportondersteuning is hier in deze commissie al meermaals aangehaald dat er keuzes moeten worden gemaakt. Het Vlaams topsportbeleid is bijna volledig gericht op sporttakken, met een zeer duidelijke focus op de olympische sporttakken. Niet-olympische disciplines kunnen ook ondersteuning ontvangen, onder bepaalde voorwaarden. Aangezien snooker niet op de sporttakkenlijst staat, kan hier vanuit het topsportbeleid geen ondersteuning voor voorzien worden. Ik geef u mee dat we op dat vlak geen uitzondering zijn: in Nederland is dat ook zo, en zelfs in de bakermat van snooker, het Verenigd Koninkrijk, is dat zo geregeld.
U weet bovendien dat ik geen voorstander ben van een poedersuikerbeleid, waarbij we proberen om iedereen een beetje gelukkig te maken met een dun laagje steun die je als poedersuiker zo weg blaast. Ik ben er wel voor om echte keuzes te maken in het kader van het topsportbeleid. Dat is niet altijd eenvoudig, maar het rendeert wel, als je ziet welke evolutie we hebben doorgemaakt. Richting Parijs 2024 zijn we heel ambitieus en hebben we een grote medaillehonger. Ik herinner me nog de tijd dat we content waren met één bronzen medaille in het kleiduifschieten voor Frans Peeters. We staan verder, mag ik zeggen.
We hebben allemaal genoten van de prestaties van Luca Brecel. Ik wil hem heel graag feliciteren met zijn fantastische prestatie. Ik moet echter erkennen dat snooker niet past binnen de decretaal vastgelegde doelstellingen of binnen de filosofie van het topsportbeleid. Het zou misschien gemakkelijk zijn om een graantje mee te pikken van het succes en er wat tegenaan te schurken, maar dat gaan we niet doen. Ik heb liever een doortastend topsportbeleid waarmee we keuzes maken die we graag verdedigen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, we hebben allemaal genoten van Brecel. Iedereen kreeg een beetje zin om te leren snookeren; zien sporten, doet sporten. In dat opzicht alleen al was het belangrijk.
Ik ging u vragen of u overweegt om in de toekomst toch een aanpassing te doen in die richting, maar ik heb begrepen dat dat niet op de planning staat.
Ik heb een andere vraag. Dit zou enigszins bij cultuur kunnen aanschurken. Is er een afstemming qua ondersteuning tussen Cultuur en Sport voor sportieve vrijetijdsbesteding? Dat lijkt misschien een rare vraag, maar kijk naar de volksspelen die daar vandaag al onder vallen, zoals krulbollen en dergelijke. Zit er in snooker ook iets van cultuur volgens u?
De heer Muyters heeft het woord.
Collega Lambrecht, in zijn beginjaren heeft Brecel effectief steun gevraagd. Collega Deckmyn herinnert zich dat misschien, want dat werd zelfs ondersteund met vragen om uitleg en actuele vragen aan de toenmalige minister om dat kracht bij te zetten.
Dat was een keikop. (Gelach)
Ja, die heeft net zoals de minister nu geantwoord zich te houden aan de decretale bepalingen. Ik steun dat dus volledig. We moeten kiezen tussen een gefocust of, zoals hij het noemt, een poedersuikerbeleid. Die focus heeft toch echt al tot successen geleid.
Ik wil van de gelegenheid echter ook gebruikmaken om te zeggen dat het me enorm plezier doet dat Luca Brecel, hoewel hij geen financiële steun als topsporter heeft gekregen, toch de top heeft bereikt. Dat is een knappe prestatie. Bij dezen kan ik die ook publiek maken.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik weet niet of er voor volksportorganisaties extra middelen worden voorzien vanuit Cultuur, maar ik vermoed dat dat voor snooker niet het geval zal zijn; ik ben er eigenlijk best zeker van.
De vraag om uitleg is afgehandeld.