Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de recente ontwikkelingen in het radiodossier
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, op 18 november 2022 werd in dit parlement het ontwerp van decreet betreffende de wijziging van het frequentieplan voor de netwerkradio’s goedgekeurd. In essentie kwam het erop neer dat door de intrekking van de zendvergunning voor BNL de mogelijkheid ontstond om de vrijgekomen BNL-frequenties te herverdelen onder de drie overgebleven netwerkradio’s. Dat zou die drie netwerkradio’s meer ademruimte geven en hun dekkingsgraad versterken, waardoor het schaarse goed dat FM is, beter wordt aangewend.
Het viel ons dan ook op dat voor netwerkradio NRJ eigenaars Mediahuis en Play op 16 april aankondigden het aantal live-uitzendingen terug te schroeven en over te stappen op eenzelfde soort programmatie als in het weekend, te weten hitstreaming. Argument daarbij is dat het marktaandeel van NRJ 0,3 procent bedraagt en dat het dan moeilijk wordt om de zender op de initiële sterkte te blijven laten draaien. Net dat probleem wil de decreetswijziging van 18 november 2022 aanpakken.
Netwerkzenders hebben een aantal decretale verplichtingen, waaronder minstens vier journaals per dag uitzenden, al dan niet in samenwerking met een andere redactie. Wijzigingen aan zendschema’s moeten worden gemeld aan de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM).
Tot slot heeft de decreetswijziging van 18 november 2022 ook het Vlaams-Nederlandstalig profiel voor netwerkradio’s opgeheven. Minister, u herverdeelde, samen met de frequenties, de verantwoordelijkheid voor het uitzenden van Vlaamse en Nederlandstalige muziek over de netwerkzenders met een generalistisch profiel.
Heeft NRJ de wijziging in zijn programmatie gemeld bij de VRM? Hoe oordeelde de VRM hierover met betrekking tot de vervulling van de decretale plichten van NRJ?
Zijn de frequenties van BNL intussen al herverdeeld en in gebruik genomen door de resterende drie netwerkradio’s?
Welke prognoses over de evolutie van het marktaandeel van de drie resterende netwerkradio’s werden gemaakt bij opmaak van het wijzigingsdecreet van 18 november 2022? Worden die prognoses gehaald? Waarom wel of waarom niet?
Welke evolutie in het aandeel Vlaamse en Nederlandstalige muziek bij de drie resterende netwerkradio’s werd er opgemeten sinds de inwerkingtreding van het wijzigingsdecreet van 18 november 2022?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, in ‘the never ending story’ van het radiodossier is weer een nieuwe aflevering verschenen. Studio 100 staakt zijn procedure voor de Raad van State tegen de toekenning van de landelijke commerciële radiofrequenties aan Nostalgie. Volgens een artikel in De Morgen, verschenen op 11 mei 2023, dat het verslag van de auditeur kon inkijken, werden alle argumenten van Studio 100 om de radiolicentie van Nostalgie aan te vechten, verworpen. Volgens Studio 100 voldeed Nostalgie niet aan alle erkenningsvoorwaarden voor een landelijke commerciële radio. Een van de argumenten die ze daarbij aanhaalden, was dat Nostalgie voor zijn radiojournaals vooral een beroep doet op berichten van het nieuwsagentschap Belga en dus geen eigen journalisten of redactie heeft. En ook de toewijzingsprocedure zou niet objectief zijn, aldus Studio 100. Conclusie van de journalist: “Mochten Bourlon en co. de procedure hebben voortgezet, dan was de uitspraak met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in hun nadeel uitgedraaid.”
In hetzelfde artikel wordt meteen de link gelegd met een ander radioverhaal. Het wegvallen van deze klacht zou volgens De Morgen immers het licht op groen zetten voor Play Media om zijn radioplannen ten uitvoer te brengen. Het gerucht doet al langer de ronde dat Nostalgie omgevormd zou worden tot een Play-radiozender, inclusief een nieuwe naam, om zo een vorm van kruisbestuiving tussen radio en televisie te realiseren. Er zouden zelfs plannen zijn om een radiostudio te bouwen in Play Zuid, het gebouw aan het Antwerpse Zuid waar nu al live tv-programma’s van Play 4 worden opgenomen.
Wellicht hebben deze plannen ook gevolgen voor de toekomst van de andere radiozender van Play Media en Mediahuis, namelijk NRJ. Over deze netwerkradio doen al langer geruchten de ronde dat de stekker eruit wordt getrokken omdat het onmogelijk is om deze zender rendabel te maken en een luisterbereik op te bouwen. NRJ wist nooit meer dan een half procent marktaandeel te veroveren. Bij de laatste meting zakte de zender zelfs weg tot 0,2 procent.
Nochtans was het uitdrukkelijk uw bedoeling om de levensvatbaarheid van de drie netwerkradio’s te versterken, door na het wegvallen van netwerkradio BNL diens frequenties te herverdelen over de resterende drie netwerkradio’s.
Dat roept natuurlijk een aantal vragen op, minister. Kunt u toelichting geven bij het verslag van de auditeur van de Raad van State over de klacht van Studio 100 en bij het standpunt dat namens de Vlaamse Gemeenschap werd ingenomen in die procedure? Is het een realistisch en decretaal conform scenario om radiozender Nostalgie om te vormen tot een Play-radiozender? En hoe ziet u de toekomst van de netwerkradio’s, als die geruchten juist zouden zijn? Stel dat NRJ ook zou worden stopgezet, dan wordt het wel een heel mager verhaal.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik dank de beide collega’s voor de vragen. Ik zal beginnen met de vraag over de procedures bij de Raad van State rond de nationale FM-frequenties. Het is een dossier dat ook in deze commissie al heel frequent aan bod is gekomen. Ik herinner mij nog goed dat, toen ik mijn beslissing bekendmaakte om de frequenties toe te wijzen aan Nostalgie, Qmusic en Joe, daar ook hier heel wat kritiek op is geformuleerd. Ik heb toen trouwens zowel vanuit de oppositie als vanuit de meerderheid een aantal collega’s gehoord die zeer kritisch waren.
Ik heb altijd gezegd dat wij een zeer kwalitatieve beoordeling hebben gedaan. We hebben dat bovendien voor de eerste keer in de wereldgeschiedenis op zo'n manier gedaan, namelijk een beautycontest waarbij we niet alleen werken met duidelijke criteria en een beoordeling door interne en externe experten – intern bij een consultant en extern bij een aantal betrokkenen die daar hun mening over gaven – maar ook met een audiodemo die is voorgelegd aan een representatief staal Vlamingen. Ik denk dat dat in de wereldgeschiedenis nooit is gebeurd. We hebben dat zeer nauwgezet gedaan, en we zijn op die manier tot die conclusie gekomen.
Er waren hier allerhande kritieken. Veel van die kritieken hadden betrekking op de wettigheid van hetgeen wij hebben gedaan. Gelukkig hebben we rechtscolleges in dit land die, wanneer het over wettigheid gaat, dat ook kunnen beoordelen. U weet dat er ook bij de Raad van State procedures daarover zijn gestart. Ik zal de hele context en de historiek ook uitgebreid schetsen, om nog even stil te staan bij hoe het allemaal tot stand is gekomen.
Op 9 februari 2022 werden de erkenningen als landelijke radio-omroeporganisatie verleend aan Nostalgie, Qmusic en Joe. Op 30 februari 2022 werden verzoekschriften van Studio 100 aan de Raad van State betekend aan de Vlaamse Regering. Dat ging over schorsing en vernietiging. Op 7 juli 2022 werden de verzoeken tot schorsing al verworpen, omdat de Raad van State van oordeel was dat niet voldaan was aan de voorwaarde van hoogdringendheid. Op 11 augustus 2022 diende Studio 100 bij de Raad van State het verzoek tot voortzetting in, met de vraag aan de raad de zaak ten gronde te behandelen en de middelen te onderzoeken. Op 6 maart 2023 bracht de auditeur zijn advies uit over die drie vorderingen en oordeelde dat ze ongegrond waren. Op 31 maart 2023 raakte in de media bekend dat Studio 100 de procedure voor de Raad van State zou staken. Op 3 april 2023 werd de Raad van State daarvan op de hoogte gebracht, en dus ook onze advocaten.
De redenen waarom Studio 100 van mening was dat de erkenningen niet mochten worden toegekend, kan ik in vier punten samenvatten. De auditeur heeft in zijn verslagen van 6 maart op basis van uitgebreide tegenargumenten uiteengezet waarom hij van mening is dat Studio 100 geen gelijk had over die vier punten. Ik ga mij in mijn antwoord tot de essentie proberen te beperken, maar zal wel ingaan op die vier punten. Samenvattend komt het er in elk geval op neer dat de Raad van State oordeelt dat de procedure kwalitatief en correct is verlopen en dat het gaat over een onderbouwde beslissing, die juridisch ook standhoudt.
Het eerste punt gaat over de journaals. Studio 100 voerde aan dat Nostalgie niet zou voldoen aan de erkenningsvoorwaarden uit de artikelen 131 en 138, §1, 2°, van het Mediadecreet, die bepalen dat een landelijke radio-omroeporganisatie om erkend te worden minstens vier journaals per dag moet uitzenden en dat die journaals moeten worden verzorgd door een eigen redactie die hoofdzakelijk bestaat uit erkende beroepsjournalisten.
De auditeur stelt heel duidelijk dat de erkenningsvoorwaarde niet uitsluit dat de redactie van Nostalgie gebruikmaakt van de nieuwsgaring door een andere speler, zoals Belga, maar dat wel vereist is dat de redactie van Nostalgie zelf bepaalt over welke nieuwswaardige feiten wordt bericht.
Daarnaast stelt de auditeur dat de erkenningsvereiste dat de eigen redactie “hoofdzakelijk bestaat uit erkende beroepsjournalisten” niet louter in kwantitatieve zin moet worden begrepen, met name dat de meerderheid van de mensen werkzaam op de redactie erkende beroepsjournalisten moeten zijn. Dit begrip bevat ook een kwalitatieve invalshoek, met name dat de redactionele beslissingen over de inhoud, de vorm en de invalshoek van het nieuws, wezenlijk door erkende beroepsjournalisten van de eigen redactie worden genomen.
Volgens de auditeur blijkt uit het aanvraagdossier dat Nostalgie aan de voorgaande vereisten voldoet en dus wel degelijk in aanmerking komt voor erkenning. De auditeur stelt eveneens vast dat op basis van het aanvraagdossier aangenomen mocht worden door de minister – dus door mezelf – dat er voldaan is aan de erkenningsvoorwaarden zoals bepaald in de genoemde artikelen van het Mediadecreet. Dat wat het eerste punt betreft.
Het tweede gaat over ontkoppeld nieuws. Studio 100 voerde aan dat er geen erkenning kon worden verleend aan Nostalgie, omdat in zijn offerte zou voorzien zijn dat hij journaals zou ontkoppelen.
De auditeur wijst het middel af als ongegrond en is van oordeel dat het al dan niet verbod op het brengen van ontkoppelde journaals geen erkenningsvoorwaarde is in de zin van het Mediadecreet.
Ten derde gaat het over de boordelingsmethodiek, en het is daar echt waar de raad nagaat of de manier waarop wij de criteria naar voren hebben geschoven, wettig is gebeurd. In de drie procedures voerde Studio 100 aan dat de beoordelingsmethodiek is opgemaakt na de indiening van de offertes en dus niet zou waarborgen dat de toewijzingsprocedure objectief, transparant, niet-discriminerend en evenredig zou zijn.
De auditeur heeft onder meer gesteld dat noch het Mediadecreet noch het uitvoeringsbesluit de overheid verplicht om haar beoordelingscriteria of de werkwijze om scores te berekenen vooraf te definiëren of bekend te maken. Daarnaast stelt de auditeur dat de minister over een ruime appreciatiemarge beschikt bij de beoordeling van de aanvragen en de beleidsruimte heeft om naar eigen inzicht een passende werkwijze aan te nemen die volgens hem het best geschikt is om de meest geschikte kandidaat te kiezen in het kader van de beautycontest.
Daarnaast voerde Studio 100 ook aan dat ik de reglementaire aanvullende kwalificatiecriteria inhoudelijk zou hebben gewijzigd, de weging en het belang ervan zou hebben aangepast en subcriteria zou hebben toegevoegd die niet vooraf waren meegedeeld.
Volgens de auditeur heeft Studio 100 niet aannemelijk gemaakt dat de gehanteerde parameters niet louter zouden kaderen in de beoordeling van de aanvraagdossiers aan de hand van de criteria en subcriteria uit het uitvoeringsbesluit.
Studio 100 voerde ook aan dat de toewijzingsprocedure en bepaalde van de aanvullende kwalificatiecriteria nadelig zouden zijn voor een nieuwe kandidaat. Het ging dan bijvoorbeeld over media-ervaring, het financieel plan en de zendinfrastructuur.
De auditeur heeft dit middelonderdeel als ongegrond afgewezen, omdat het hier om decretaal vastgelegde criteria gaat waaraan de minister zich heeft te houden bij de beoordeling van de aanvragen.
Ook de visie van Studio 100 dat ik de toewijzingsprocedure en de beoordeling niet op een zorgvuldige wijze zou hebben georganiseerd, deelt de auditeur niet.
Tot slot is er het vierde punt, de motivering. Studio 100 voerde aan dat de drie erkenningsbeslissingen ook niet voldoende gemotiveerd waren.
De auditeur stelt dat de beslissing met als bijlage het finale rapport van 272 bladzijden ruimschoots aangeeft hoe de minister tot de scores en rangschikking is kunnen komen.
Met andere woorden: de beslissing van Studio 100 om de procedure stop te zetten, is belangrijk. Dit heeft voor rust gezorgd in het radiolandschap, maar het kan ook niet los worden gezien van het advies van de Raad van State, denk ik. Als minister van Media ben ik natuurlijk blij met deze beslissing, omdat de auditeur de Vlaamse Gemeenschap op de volledige lijn gelijk heeft gegeven. Dat is ook belangrijk met het oog op de organisatie van vergelijkende testen of beautycontests in de toekomst. Het zal aan toekomstige ministers meer zekerheid geven voor de organisatie van zulke vergelijkende testen. In elk geval ben ik tevreden dat op die manier bevestigd is dat onze procedure op een correcte en onderbouwde manier is gevoerd en dat de wettigheid van de beslissing bevestigd is. Alle onzekerheid over de drie FM-frequenties is daarmee in elk geval weg. Ik denk dat dat een goede zaak is voor de ontwikkeling van ons radiolandschap.
We komen dan op de vragen rond NRJ. NRJ laat weten dat ondanks een wijziging in de programmering, er geen fundamentele formatwijziging is doorgevoerd en dat ze – volgens hen – nog steeds een generalistisch aanbod met nieuws en informatie brengen. Het gaat om een wijziging in programma’s, waardoor een aanmelding niet vereist was.
De VRM, die daarvoor verantwoordelijk is, onderzoekt op dit ogenblik of de uitzendingen van NRJ voldoen aan de bepalingen van het Mediadecreet. Daarover is momenteel geen verdere info beschikbaar. Als minister ben ik ook niet goed geplaatst om daar verdere uitspraken over te doen, in afwachting van het onderzoek door de VRM.
Wat de vraag van collega Brouwers betreft met betrekking tot een stopzetting van NRJ: dit is momenteel eerder een hypothetische vraag, waar ik geen antwoord op kan geven. We kunnen vandaag mijns inziens deze conclusie niet trekken. Ook indien NRJ zou stoppen, dan betekent dat voor mij niet automatisch het einde van de netwerkradio’s.
Ik hoop dat NRJ zijn activiteiten kan en zal verderzetten, omdat netwerkradio’s in de huidige stand van zaken nog altijd een speciale schakel vormen in het medialandschap, tussen de landelijke en de lokale radio’s. Daarnaast zorgen ze ook voor een specifiek aanbod op DAB+ (digital audio broadcasting). DAB+ moet hen toelaten op termijn volwaardige bijkomende landelijke spelers te worden.
Er is dan ook de vraag over het scenario om Nostalgie om te vormen tot een Play-zender. Of het realistisch is, is een opportuniteit die Nostalgie natuurlijk zelf moet inschatten. Of het decretaal conform is, zal afhangen van het oordeel van de VRM. Het is de VRM die toezicht houdt op de bepalingen van het Mediadecreet. Ook wijzigingen in de voorwaarden op basis waarvan de erkenning werd verleend, moeten aan de VRM worden voorgelegd. Ik kan me daar nog niet over uitspreken.
De VRM heeft van Vlaanderen Een een kennisgeving gekregen, dat melden ze me alvast. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister Dalle heeft ons gevraagd hieraan toe te voegen dat het een kennisgeving conform artikel 139 van het Mediadecreet betreft.)
Over de herverdeling van de frequenties van BNL, een vraag van collega Van Werde, kan ik het volgende zeggen.
Het wijzigingsdecreet van 18 november 2022 schaft de verplichting af die rust op de Vlaamse Regering om ten minste één netwerkradio-omroeporganisatie waarvan het programma-aanbod is opgebouwd rond een Nederlandstalig en Vlaams profiel of muziekaanbod, te erkennen. Nu moet een besluit van de Vlaamse Regering (BVR) de nadere voorwaarden en modaliteiten regelen om vrijgekomen FM-frequenties te herverdelen. In datzelfde besluit van de Vlaamse Regering zal worden overgegaan tot de effectieve herverdeling van frequenties onder de erkende netwerkradio-omroeporganisaties via een aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2019 houdende bepaling van het aantal particuliere landelijke, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties die kunnen worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties. Het is mijn bedoeling om dit ontwerp van besluit zeer spoedig voor te leggen aan de Vlaamse Regering voor principiële goedkeuring.
Dan kom ik bij de laatste vragen.
De herverdeling van vrijgekomen FM-frequenties onder bestaande erkende radio-omroeporganisaties heeft tot doel om het theoretische bereik van de erkende radio-omroeporganisaties te vergroten en daardoor de economische leefbaarheid van de netwerkradio-organisaties te vergroten. Ik wil hierover nog geen uitspraak doen alvorens ik het besluit waarin overgegaan zal worden tot de effectieve herverdeling van frequenties onder de erkende netwerkradio-omroeporganisaties, heb voorgelegd.
Over de evolutie in het aandeel van Vlaamse en Nederlandstalige muziek bij de resterende netwerkradio’s zijn op dit moment geen gegevens beschikbaar.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw uitvoerige antwoord. Ik zal het verslag erop moeten nalezen, want het is een hoop informatie. Het lijkt er wel op dat er twee dossiers door elkaar zwemmen: de landelijke radio-omroepen en de netwerkradio’s.
Nu, over die landelijke omroepen: op zich is het wel positief dat de procedure van de Raad van State is stopgezet. Dat zal, zoals u hebt gezegd, ook de rust doen weerkeren. Tegelijkertijd denk ik toch dat we ons, net door die hetze, wel vragen moeten stellen bij de werkwijze met een beautycontest. Maar dat is voor volgende keer. Tegen dan kan het radiolandschap er weer helemaal anders uitzien. Het is dus afwachten.
Over de netwerkradio’s hebben we altijd al gezegd dat de juridische grond voor dat soort type radio wankel is, en dat lijkt nu ook wel te worden bevestigd door die juridische veldslagen. Er is op zich niets op tegen dat die frequenties worden herverdeeld, op voorwaarde dat de resterende zenders worden versterkt en het aandeel Nederlandstalige en Vlaamse muziek wordt gegarandeerd. Als we lezen dat NRJ, een van de drie resterende netwerkradio’s, het niet geweldig goed doet en dat mede-eigenaar Play meer lijkt te voelen voor een samenwerking met Mediahuis-Nostalgie, dan houden we natuurlijk het hart vast, want nog minder Nederlandstalige en Vlaamse muziek zal dan het resultaat zijn. En dat was niet de bedoeling. Het wordt dus afwachten wat de herverdeling oplevert.
Ik heb eigenlijk nog een vraag: Wanneer zou die herverdeling een feit zijn? U zei daarnet “zeer spoedig”, maar was is zeer spoedig? Kunt u daar een timing op plakken?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw uitgebreide antwoord.
Het waren inderdaad twee dossiers, een beetje door elkaar. Maar dat is mijn schuld, mevrouw Van Werde, omdat ik over de twee onderdelen vragen had gesteld.
Wat Nostalgie en de zaak tegen Studio 100 betreft, moet ik zeggen dat uit wat ik allemaal hoor over wat er in het verslag van de auditeur stond, toch heel duidelijk blijkt, minister, dat u geen fouten hebt gemaakt en dat u zeer zorgvuldig hebt gehandeld. Eigenlijk hebben we daar ook nooit aan getwijfeld. U hebt gezegd dat er kritiek was, die kwam niet uit onze rangen.
Ik moet ook zeggen, collega Van Werde, dat ik wel blijf geloven in het systeem zoals het is toegepast. Het heeft gewerkt. Het systeem van de beautycontest is in onze ogen nog altijd beter dan gewoon radiozenders tegen elkaar te laten opbieden en waarbij diegene die het meeste betaalt en misschien het meeste buitenlandse geld achter zich heeft, het dan zou winnen. Het bewijs dat het eigenlijk wel goed heeft gewerkt, is er door het verslag van de auditeur en door het feit dat Studio 100 zich heeft teruggetrokken uit de procedure.
Rond de netwerkradio’s wil ik ook nog iets zeggen. We worden ondertussen allemaal weer bestookt met mails – ik zie de collega’s knikken – over Stadsradio Vlaanderen, een van de netwerkradio’s die blijkbaar toch nog altijd via stromannen lokale radio’s in handen heeft of er op zijn minst mee samenwerkt. Ik heb het gevoel dat de VRM daar ook met de handen in het haar zit. Er gebeurt blijkbaar niet zoveel tegen. We weten het niet, het is maar een vraag. We kunnen maar hopen dat de herverdeling van de frequenties effectief tot grotere leefbaarheid gaat leiden, zoals onze bedoeling was met het decreet. We hopen ook dat een radio als NRJ standhoudt, want van NRJ hoor ik de klachten die we wel over anderen horen – over het opkopen van lokale radio’s en antennes zetten waar het niet mag – niet . We krijgen elke week wel een mail en we vragen ons af waar dat naartoe leidt, want we hebben op den duur al zo weinig netwerkradio’s over. We hopen dat ze, met bijkomende frequenties, het nu allemaal goed gaan blijven doen. Dit is een beetje de laatste kans. Als het nu, met het decreet dat we hebben goedgekeurd, niet werkt, dan pleit ik ervoor om dat op termijn te herbekijken en misschien aan de lokale radio’s, die ondertussen regionale radio’s zijn geworden, toch een stuk meer leefbaarheid te geven.
Ik ben nu voor de procedure zoals ze is ingezet, maar met alle verhalen die we krijgen en de geruchten rond NRJ, lijkt dat niet zo positief. Maar geef ze nog een kans. Laat ons zeggen, de laatste kans wat ons betreft, vanuit onze fractie, minister. Dat is onze mening daarover. Ik weet, minister, dat u alles in het werk stelt om de netwerkradio’s nog een kans te geven. Dat hebt u ook gezegd, maar we weten niet altijd wat we met al die geruchten moeten aanvangen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Vooreerst, mevrouw Brouwers, ik ben blij dat de geesten rijpen. Wat u net zegt, dat u toch als piste zou overwegen om die frequenties te geven aan lokale radio’s, is iets wat ik hier ondertussen al twee of drie jaar aan het zeggen ben, omdat je op voorhand kon zien – enfin, ik heb geen glazen bol – dat er met die leefbaarheid wel iets mis is.
Minister, ik had vorige week, denk ik, of tien dagen geleden ondertussen, een schriftelijke vraag ingediend, die nu al gedeeltelijk is beantwoord, omtrent de herverdeling van netwerkradio 2. Als ik het nu goed begrijp, is er nog altijd niets concreets. U zegt dat u zo snel mogelijk met een nieuw plan naar de regeringstafel wilt trekken, maar met alle respect, het begint toch wel heel lang te duren.
Ik stel vast dat we al enige tijd verder zijn en dat nog steeds die vrijgekomen frequenties niet zijn herverdeeld, dat er geen efficiënt en effectief gebruik van het spectrum is, en er is toch wel wat gebeurd op het veld, zoals hier kort ook gezegd is. NRJ van netwerkradio 1, het omroepprogramma, zal worden opgedoekt en worden vervangen door een nieuw omroepprogramma. Netwerk 1 heeft dus momenteel geen actieve dagprogrammering meer, maar dat was wel beloofd in de aanvraag. Trouwens, een aantal lokale radio’s zagen om exact diezelfde reden eerder wel hun erkenning ingetrokken worden. Netwerkradio 3 dan heeft nieuwe eigenaars gekregen en is nu via een platform op zoek naar investeerders om de kosten van nieuwe FM-frequenties te kunnen financieren. Blijkbaar weten die nu al dat ze straks over vijf nieuwe frequenties gaan beschikken, terwijl, volgens u, hier nog steeds geen officieel document over is en er nog geen communicatie, althans geen officiële communicatie, is geweest, noch naar de politiek, noch naar de sector. Toch zien we dat er al investeringen of aanvragen tot investeringen worden gedaan. Ik vind dat opmerkelijk, ik vind dat bizar.
Tot slot: netwerkradio 4 is nergens in de luistercijfers te vinden, omdat die te klein is. We moeten toch tot de conclusie komen dat de beslissing om die frequenties te herverdelen onder de bestaande netwerkradio’s er gekomen is op basis van goed lobbywerk, maar die hebben niets meer te zien met de originele concepten. Volgens mij is het tijd om ofwel terug te komen op uw beslissingen en te zeggen dat we die netwerkradio 2 opnieuw vrijgeven ofwel tot de constatatie te komen – en ik ben het eens met u, collega Brouwers – dat we misschien toch dat beter naar de lokale radio’s zouden overhevelen, want de netwerkradio’s zijn duidelijk gewoon geen succes.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik wil misschien eerst nog even stilstaan bij het dossier van de FM-frequenties. Ik ben blij dat de collega’s van de meerderheid – van de collega’s hier aanwezig wist ik dat ze dat ook al eerder hadden gezegd – zeggen dat de manier waarop de toekenning van de landelijke commerciële FM-frequenties is verlopen, zeer correct is. Ik denk dat het goed is dat dat hier nog eens bevestigd is. Het valt mij wel op: er is maar één collega van de oppositie, behoudens de voorzitter, die aanwezig is, maar als ik mij niet vergis, hebben wij hier toch een zeer uitgebreide discussie gehad in de commissie op 10 maart 2022, waar verschillende leden van deze commissie, waaronder u, collega Brusselmans, mij zeer uitvoerig hebben beschuldigd van allerhande zaken rond die procedures met allerhande argumenten over de vermeende onwettigheid van mijn beslissing. Ik ben tevreden dat u blijkbaar inziet dat dat allemaal niet klopt en dat u daar niet bent op ingegaan in uw tussenkomst, want effectief, wat ik daar allemaal gehoord heb – mijn oren waren nogal aan het tuiten – wordt nu allemaal tegengesproken door de auditeur van de Raad van State.
Ik wil daar misschien nog één iets aan toevoegen rond de vertrouwelijkheid van de juridische adviezen die ik toen heb ingewonnen. Ik heb toen gezegd dat ik die juridische adviezen niet publiek zou maken, ook niet voor het parlement, en dat ik dat niet zou doen omdat ze vallen onder het beroepsgeheim dat kenmerkend is voor de verhouding tussen advocaat en cliënt, wat in een juridische procedure belangrijk is. Ook op dat punt heeft de auditeur zeer uitdrukkelijk gesteld dat effectief uit de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof met verwijzingen naar de rechtspraak van het Hof van Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens blijkt dat, gelet op onder meer artikel 458 van het strafwetboek en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), groot belang moet worden gehecht aan het beroepsgeheim van advocaten en dat ook het verlenen van juridische adviezen zelfs buiten elk rechtsgeding door dat beroepsgeheim gedekt wordt. Daaruit volgt dat de verwerende partij, wij dus, de adviezen, mochten zij bestaan, niet aan het administratieve dossier moest voegen en dus ook niet publiek moest maken. Ik denk dat dat een zeer belangrijk punt is, waar ook uitgebreid door verschillende collega’s, niet alleen u, collega Brusselmans, maar ook collega’s die hier blijkbaar vandaag niet aanwezig zijn, allerhande zaken zijn gezegd die totaal, totaal niet kloppen. Ik vind het goed dat dat, tenminste vandaag dan toch, heel duidelijk is rechtgezet, en het is belangrijk om dat ook duidelijk te zeggen. Er werd toen zelfs getwijfeld aan mijn integriteit rond dit dossier. Ik denk dat wij op alle punten in dit dossier ook juridisch gelijk gekregen hebben. Op dat vlak vind ik het ook wel belangrijk dat dat hier eens gezegd wordt.
Wat de netwerkradio’s betreft, heb ik effectief gezegd dat dat zeer spoedig zal worden voorgelegd aan de regering. Het is waar dat dat al eventjes duurt. Een van de redenen dat ik niet sneller tot herverdeling ben kunnen overgaan, is dat het BVR dat de raadplegingsprocedure bepaalt, in werking moet zijn getreden. We moeten immers voor het BVR waarin er tot herverdeling wordt overgegaan, een raadpleging organiseren, en we hebben ook die raadplegingsprocedure in een BVR geregeld. Dat moet ook eerst in werking treden alvorens men dit kan doen. Dat verklaart mee waarom het toch een tijdje heeft geduurd. De bedoeling is inderdaad om het de komende weken wel aan de Vlaamse Regering voor te leggen, maar dan nog is er een regelgevend traject dat wel doorlopen moet worden met adviezen en dergelijke, alvorens tot die effectieve herschikking te kunnen overgaan. Het is niet omdat het binnen een paar weken aan de Vlaamse Regering wordt voorgelegd, dat het onmiddellijk effect sorteert in de realiteit.
De mails die jullie ontvangen, die hebben wij natuurlijk ook gezien. Het is niet mijn taak als minister van Media om dat te onderzoeken. Dat zijn concrete gevallen, die ik niet vermag te onderzoeken, en ook mijn administratie niet. Het is eigenlijk aan de VRM om dat ook te onderzoeken.
Er is ook een bredere vraag gesteld rond het radiolandschap en de netwerkradio’s. U weet dat we ook een radiostudie hebben uitbesteed. Het is belangrijk dat we voor het einde van de legislatuur ook een grondige analyse hebben van heel het radiolandschap, inclusief de vraag rond afschakeling van FM, inclusief de vraag rond de overschakeling naar louter digitaal. Ik denk dat het belangrijk is om te wachten op die resultaten, vooraleer we fundamentele beslissingen daarover nemen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Ik heb nooit getwijfeld aan uw integriteit, voor alle duidelijkheid. Ik heb eventjes het verslag erbij genomen. Mijn collega heeft het inderdaad gehad over die beautycontest, en heeft dan ook gezegd dat zo'n procedure net wat extra ruimte geeft, die enige subjectiviteit kan laten vermoeden. Dat wou ik er nog even aan toevoegen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik ben tevreden dat de herverdeling van die frequenties voor de resterende netwerkradio’s binnenkort dan op de ministerraad van de Vlaamse Regering komt. Er is dan nog een traject te gaan, zegt u. Ondertussen is men de radiostudie aan het uitvoeren. Het is te hopen dat men dan ook nog iets kan zeggen over de werking van de netwerkradio's met de nieuwe frequenties en dat we dan op korte termijn gaan zien of daar al dan niet een verbetering in bereik in gaat zitten voor die netwerkradio's. Maar dat gaat misschien allemaal wat kort dag worden. Denkt u dat het nog zou kunnen dat de studie rekening kan houden met de nieuwe frequenties die de netwerkradio's dan zullen hebben? Of gaat dat elkaar wat overlappen en zal dat niet meer mogelijk zijn? Het is misschien belangrijk om dat ook nog mee te nemen.
En anders moeten we voortgaan op de cijfers van het luisterbereik, om te zien of het verder groeit. Maar als het verder afneemt, stel ik mij vragen voor de toekomst. Maar, collega Brusselmans, als ik even mag corrigeren: ik wil dit wel een kans geven. Maar het is wel een soort laatste kans. Als dit niet werkt, moeten we echt grondig nadenken over wat we met al die frequenties gaan doen. Want uiteindelijk gaat de FM ook afgeschakeld worden. Wat is nog de zin van al die zaken? Moeten we het niet meer meteen op de DAB+ gaan gooien, ook voor de lokale radio's enzovoort? Enfin, het is een discussie die we nu niet moeten voeren, maar die ik zeer graag waarschijnlijk naar het einde van de legislatuur toe met u zou kunnen voeren, minister, naar aanleiding van de radiostudie die we hier dan hopelijk ook kunnen bespreken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.