Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de structurele vermindering van de administratieve lasten in de zorgsector
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (Vlaamse Raad WVG) gaf op eigen initiatief een advies rond de verlaging van de administratieve lasten die voortvloeien uit de regelgeving en het optreden van de overheid. Ze vragen een actieplan administratieve lastenverlaging met als doel om de administratieve lasten voor initiatiefnemers en professionals in de welzijnssector jaar na jaar te verlagen, waarbij men zowel werkt op de huidige regeldruk als op het voorkomen van nieuwe administratieve belasting. Daarbij moet de administratieve last permanent worden gemonitord.
Het gaat daarbij niet om een eenmalige oefening, maar om een cyclisch gegeven waarbij men permanent werkt aan de administratieve lastenverlaging en dit in overleg met de sector. Daarbij moet de overheid kritisch bekijken welke gegevens zij gebruikt en op welk niveau van detail gegevens relevant zijn voor haar. De overheid moet ook duidelijk communiceren waarom welke registraties nodig zijn en hoe ze daadwerkelijk worden gebruikt.
Het advies sluit naadloos aan bij de verzuchtingen van heel wat sectoren.
Minister, zult u aan de slag gaan met dit initiatief dat de Vlaamse Raad WVG op eigen initiatief heeft geformuleerd?
Hoe wilt u het proces met betrekking tot de administratieve lastenverlaging concreet vormgeven?
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, ondanks het personeelstekort waarmee de zorg al jarenlang kampt, zijn en blijven de administratieve lasten in al haar sectoren zeer hoog.
Alle tijd dat het zorgpersoneel besteedt aan overbodig registreren, gaat natuurlijk niet naar zorg en ondersteuning van de patiënten. Laten we even teruggrijpen naar het Vlaams regeerakkoord. Daarin lezen we het voornemen om de administratieve belasting te reduceren en zo de nodige ruimte te geven aan het echte mensenwerk, zijnde zorg en ondersteuning aan wie een gevalideerde vraag tot ondersteuning heeft. Maar de Vlaamse Raad WVG ziet momenteel dat dit voornemen nog weinig concreet wordt gemaakt. Daarom formuleerde hij inderdaad, zoals de collega reeds aanhaalde, op eigen initiatief een advies met aanbevelingen om die administratieve lasten structureel te verlagen.
In het algemeen vraagt hij om de administratieve lasten die voortkomen uit bestaande en nieuwe regelgeving systematisch door te lichten en waar nodig bij te sturen of te schrappen via een cyclisch leerproces.
Concreet doen ze zes aanbevelingen. Ten eerste, inventariseer de huidige informatieverplichtingen. Ten tweede, zorg voor een uitbreiding en daadwerkelijke toepassing van de eenmalige gegevensregistratie en veranker daartoe het ‘only once’-principe in regelgeving. Ten derde, treed ondersteunend op inzake dataverzameling en data-uitwisseling, via digitalisering en automatisering. Ten vierde, stem op te vragen informatie zoveel mogelijk af op gegevens die reeds binnen de kernprocessen van zorg en ondersteuning worden verzameld. Ten vijfde, onderzoek bij elke nieuw opgelegde administratieve handeling welke bestaande administratieve last kan worden verminderd of afgeschaft. Ten slotte, bied initiatiefnemers in zorg en ondersteuning de gelegenheid om te werken in regelluwte.
Ten slotte vraagt de Vlaamse Raad WVG u om een actieplan op te stellen om dit te vertalen. Dit actieplan moet concreet en meetbaar zijn en worden opgesteld in samenspraak met de initiatiefnemers en professionals.
Minister, erkent u dat er momenteel nog te weinig initiatieven worden genomen om de administratieve lasten te verminderen? Hoe komt het dat hiervoor nog geen concrete maatregelen werden genomen?
Welke initiatieven zult u nemen naar aanleiding van dit advies?
Zult u een actieplan opstellen om te voorzien in een structurele verlaging van deze administratieve lasten? Binnen welke termijn zult u dit doen en welke werkwijze zult u hiervoor hanteren? Indien u deze aanbeveling niet volgt, op basis van welke redenen doet u dat dan?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel collega's. Het advies van de Vlaamse Raad WVG werd ons op 11 mei 2023 toegestuurd. Het bevat interessante suggesties om de administratieve lasten in het beleidsdomein te verminderen. Ik heb mijn administratie in het beleidsdomein de opdracht gegeven om het advies grondig te bestuderen en na te gaan welke acties kunnen worden ondernomen om eraan tegemoet te komen. Dus ze doen het zelf. Deze week, namelijk op vrijdag 26 mei, zit ik samen in het kader van periodiek overleg met de Vlaamse Raad WVG en dit onderwerp maakt uiteraard deel uit van de agenda.
Ik erken de nood waarop dit advies een antwoord wil bieden en neem het advies zeer ter harte. Administratieve lasten moeten voorkomen worden waar mogelijk. Tegelijkertijd maakt administratie deel uit van goede praktijkvoering en datagestuurd beleid. Administratieve lastenvermindering is geen doel op zich. We moeten waken dat de kwaliteit en de veiligheid van de zorg niet in gevaar wordt gebracht.
Ook administratie kan natuurlijk bijdragen aan goede zorg, maar we moeten zorgen dat wat we vragen zinvol is en proportioneel. Dit betekent dus steeds een evenwichtsoefening. Daarbij speelt dat de vraag naar data vanuit de maatschappij nog nooit zo groot geweest is.
Deze belangrijke evolutie gaat gepaard met het tekort aan mensen in de zorg. Dat betekent dat we mensen op een slimme manier moeten inzetten. Waar mogelijk moeten we zorgen dat personen met kwalificaties in zorgverlening en ondersteuning zich op die taken toespitsen. Waar mogelijk moeten data automatisch geregistreerd worden of dient de administratie opgenomen te worden door administratief personeel. Dit is niet steeds mogelijk, soms is de deskundigheid van een zorgverlener vereist om een correcte registratie te kunnen doen. In die gevallen telt ook het bredere plaatje van taakherschikking, waar federaal momenteel een oefening rond gaande is. Dat is concreet de hervorming van de WUG-wet, de wet op de uitoefening van gezondheidszorgberoepen.
Dit is een thema dat zeker leeft, ook bij ons. In het kader van de Vlaamse Veerkracht werd een horizontaal project opgenomen rond administratieve vereenvoudiging, dat is project 160. Binnen WVG hebben we 51 projecten genomen uit de eerste vereenvoudigingsagenda van dit relanceproject ‘Vermindering Regeldruk’ – de Vlaamse overheid als geheel telde er 214 – en de projecten die daar sindsdien nog aan zijn toegevoegd. Hierover wordt in het kader van de Vlaamse Veerkracht ook een aparte rapportering voorzien.
Ook interfederaal werken we aan dit thema, denk maar aan de afschaffing van de zogenaamde paraplu-attesten, dat zijn de onnodige attesten. Dit zorgt ervoor dat er niet standaard een ziekteattest wordt gevraagd om een afwezigheid te verantwoorden, in het kader van verzekeringen, enzovoort.
Zowel Vlaams als interfederaal werken we hard aan ‘e-health’, dat een belangrijke rol speelt in het realiseren van het ‘only once’-principe. Bij elke inkanteling en digitalisering van de sectoren van het overnamedecreet in de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB), is er per sector meermaals overleg geweest, eerst met enkele experten uit de sector om de ‘as is’ van hun werking volledig in kaart te brengen, en daarna telkens met alle betrokken voorzieningen. Tijdens deze overlegmomenten werd besproken waarom in de toekomst, na de inkanteling, iets wel of niet meer geregistreerd moet worden. Er is ook maximaal rekening gehouden met de vragen uit de sector en waar mogelijk zijn er daadwerkelijk wijzigingen geweest.
In het kader van het crisis- en investeringsplan voor jeugdhulp hebben we dit ook als thema meegenomen. Het werkplan bevat een aantal concrete voorstellen uit de taskforce naar vereenvoudiging van processen en administratie die doorstroom in het crisisaanbod kunnen versnellen. Het gaat dan enerzijds over het vereenvoudigen van de administratieve processen bij jeugdhulp: de doorlooptijd van de behandeling van documenten verkorten, de informatiedoorstroming optimaliseren, de behandeling van verlengingen bij de intersectorale toegangspoort vereenvoudigen, enzovoort. En anderzijds gaat het over de het aanpassen van de regels voor de inzet van crisisbegeleiding en interventie, om flexibiliteit in te bouwen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik kijk alvast uit naar wat er vrijdag uit dat overleg zal komen. Maar ik onderschrijf natuurlijk dat als je regels afbouwt, dat de kwaliteit natuurlijk niet in het gedrang mag brengen. Als ik kijk naar de initiatieven die zij voorstellen, kan ik mij daar volledig in vinden, zoals de eenmalige gegevensregistratie, dat ‘only once’-principe. Nu merken we op het terrein dat vaak dezelfde gegevens verschillende keren opnieuw ingevuld moeten worden. Automatisering is iets waar al aan gewerkt wordt, maar waar zeker aan voortgedaan moet worden.
Eigenlijk is men vanuit de sector vragende partij. Dat gaat van de kinderopvang tot de ouderenzorg. We weten in de kinderopvang dat men toch zeker ook in het verleden soms veel meer naar de vierkante meters keek, dan naar het pedagogisch handelen. Dat hebben we ook gemerkt in de onderzoekscommissie. Gelukkig is daar nu ook een omslag aan het komen. Als we kijken naar de woonzorgcentra, moet ik wel zeggen dat tijdens de coronacrisis plots veel meer kon. Dat was dan zonder regels. Men gaf eigenlijk gewoon ook meer vertrouwen aan de instellingen. Ik denk dat we dat soms te weinig doen. Ik merk ook dat regels vaak in de weg staan van innovatie, van private, zelfstandige, kleinschalige initiatieven. Er is nog heel wat werk aan de winkel in die sector. Ik hoop alvast dat u de voorstellen die de Vlaamse Raad gedaan heeft, echt wel ter harte neemt.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, het zegt natuurlijk heel veel dat de Vlaamse Raad WVG uit eigen initiatief dit advies gegeven heeft. Ze voelen enerzijds dat er nog heel wat efficiëntiemogelijkheden voorhanden liggen, maar anderzijds dat er tot op heden te weinig gedaan werd. Ze geven in hun advies een hele reeks concrete maatregelen mee en een kader. Ik zal dat niet in detail overlopen – er staan inderdaad heel wat goede zaken in –, want dat zou ons te ver voeren in het kader van deze vraag om uitleg. Maar u zult inderdaad – en u hebt het ook gezegd – interfederaal ook in overleg moeten gaan.
Maar, ik heb een bijkomende vraag. De collega verwees er ook al zijdelings naar. U verwijst naar de Vlaamse veerkracht zelf. Ondanks alle erge dingen die corona met zich meegebracht heeft, zijn er ook enkele opportuniteiten geweest. Het zorgde lokaal en binnen de instellingen voor heel wat eigen efficiëntieoefeningen. Er was minder personeel, er was een grote personeelsuitval. Dan heeft men lokaal gekeken hoe men zelf lastenvermindering kan organiseren. Werden deze best practices verzameld? Werd hier iets rond gedaan? Werd dit gecontinueerd? Is er daar een opvolging rond geweest?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, absoluut, niemand kan tegen lastenverlaging in de zorg zijn. We zijn daar ook grote pleitbezorgers voor. Als ik de adviezen van de Vlaamse Raad WVG lees, dan zitten er heel wat tussen waarvan ik me afvraag of we die binnen de administratie nog niet zelf hadden kunnen bedenken. En dan draai ik het eigenlijk om: wat is de reden dat we dat nog niet doorgevoerd hebben? Dat lijkt me een niet-onbelangrijke vraag.
Ik zie soms documenten, mails, die men opstuurt naar een mailadres en dan moet men daar het mailadres invullen. Minister, ik zou willen voorstellen dat men de info die men al heeft, bezorgt, met de vraag om te wijzigen wat fout is. Dat is veel handiger in plaats van altijd maar opnieuw hetzelfde te moeten invullen.
Een derde en laatste punt dat ik vraag, is enig logisch inzicht. Ik maak het heel concreet, als bij een kinderopvanginitiatief niet ingevuld is wie het kind komt halen, dan zijn het de ouders, die staan bovenaan. Nu krijgen kinderopvanginitiatieven te horen dat ze niet in orde zijn omdat er niet staat wie het kind komt halen. De ouders staan bovenaan als diegenen die het contract ondertekend hebben. Die moeten toch niet op hun donder krijgen dat hun papier niet ingevuld is. Of nog: de kindfiche is niet in orde, want er staat geen huisarts op vermeld. Die mensen hebben geen huisarts gevonden, die hebben op dit moment geen huisarts. Daar kan de kinderopvang niet aan doen. Op dat vlak moeten we kijken dat instanties niet afgestraft worden op sommige zaken die ze niet kunnen aanleveren, omdat de oorzaak elders ligt.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Ik moet zeggen: als ik soms documenten zie over het verlagen van de administratieve lasten, denk ik vaak waarom dat nog niet is gebeurd. Er is dan altijd wel een reden waarom bepaalde dingen niet gebeuren. Ik heb al enige ervaring binnen de Vlaamse politiek en administratie en ik verheel niet dat wij van nature ook registratoren zijn uit angst. Hoe meer we registreren, hoe meer we ons ook kunnen verantwoorden voor bepaalde zaken. Ik heb dat op Onderwijs heel fel gemerkt. Zelfs zonder dat wij verplichtingen oplegden, gingen scholen veel meer registreren dan ze moesten doen, om zichzelf beter te kunnen wapenen. In Welzijn zie ik vaak ook wel gelijkaardige zaken. De oefeningen die we nu aan het maken zijn rond de informatisering, zullen een aantal evidente dingen kunnen oplossen. Zeker dat ‘only once’-principe: info die je één keer gegeven hebt, aan wie je die ook gegeven hebt, moet je geen twee keer geven – dat is niet alleen binnen Welzijn zo. Dat vind ik het belangrijkst en dat kan via automatisering uiteraard verbeteren. Ik heb aan onze administratie gevraagd om die analyse te maken. Ik zou daar ook de quick wins heel snel willen uitvoeren.
Wat die kinderopvang betreft: dat is nu één casus. Collega Daniëls, ik begrijp dat, het is alleen niet altijd even evident wie het kind komt ophalen. De voorzitter had het net over mensen die aan het scheiden zijn. Het is soms belangrijk dat men het weet. Of stel dat het een derde, of een vierde persoon is die de kinderen komt ophalen. Het is van belang dat de initiatieven dat ook weten. Het is niet altijd zo evident om te zeggen dat we deze of gene regel afschaffen. Maar volledig akkoord en zeker in het geval waarbij u naar iemand mailt en vraagt om uw mailadres in te vullen. Dat is natuurlijk alleen maar nuttig als het een ander adres is dan datgene waarop je die mail ontvangen hebt. Stel dat de mensen dan vragen hoe je aan hun mailadres komt … Ik zie zo wel fantastische zaken die mogelijk kunnen gebeuren. Het lijkt me dus een terechte vraag om dat snel aan te pakken. Ik zie het ook bij registraties allerhande. Ik heb daarnet bij die interpellaties het voorbeeld gegeven van het digitaal zorg- en ondersteuningsplan. Als dat er ooit door geraakt, zou dat een fantastische quick win zijn om te vermijden dat er overregistratie of ‘over-op-papierregistratie’ gebeurt, maar dat vraagt grote investeringen in informatica.
We gaan er dus zeker mee aan de slag. Ik vind de initiatieven trouwens zeer zinvol. In het kader van elk inhoudelijk beleidsinitiatief laat ik ook de administratieve lasten absoluut evalueren. Het is al een stap voorwaarts om geen nieuw nieuwe lasten op te leggen die niet nodig zijn.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Bij dat laatste wil ik mij zeker en vast aansluiten. Elk papier dat we kunnen weglaten, moeten we weglaten. Elke keer dat we een regel maken, moeten we er goed over nadenken of die wel noodzakelijk is.
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik denk dat ik hier niemand moet overtuigen van de tekorten aan personeel in de zorg. Daar zijn we wel allemaal van doordrongen. We moeten op verschillende deeldomeinen werken, zowel de instroom, de zijinstroom, de inzet van personeel. De mensen die we nu in de zorg hebben, moeten we optimaal inzetten. Het verlichten van de administratieve last, is een heel belangrijk punt daarin. Het is een dubbele winst: minder administratie is meer tijd voor de zorg, maar minder administratie is ook meer zorgverlening en zorgt ook dat de zorgverlener een betere en kwalitatievere invulling heeft van zijn eigen werk. Dat zal leiden tot meer werktevredenheid en tot minder uitstroom. Een win-win, dus daar moeten we mee aan de slag.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.