Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de opname van het beroep van leraar secundair onderwijs op de knelpuntberoepenlijst
Vraag om uitleg over het knelpuntberoep leerkracht secundair onderwijs
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Het tekort aan leerkrachten neemt nog steeds toe, en zorgt nu overal voor problemen. Dat stelt ook VDAB vast. Het beroep van leerkracht in kleuter- en lager onderwijs stond al langer op de lijst van knelpuntberoepen. Leerkracht secundair onderwijs was tot voor kort enkel opgenomen voor bepaalde knelpuntvakken, namelijk wiskunde, Frans en Nederlands, maar op basis van onderzoek en in overleg met experten breidt VDAB dat nu uit. De specificatie van het vak wordt weggelaten en het beroep van leerkracht secundair onderwijs wordt nu in het algemeen beschouwd als een knelpuntberoep.
Dat heeft bepaalde gevolgen voor wie in het beroep wil stappen. Werkzoekenden die een opleiding tot een knelpuntberoep willen volgen kunnen hun werkloosheidsuitkering behouden, en ze worden vrijgesteld van de verplichting om een job te zoeken. Wie een algemene opleiding tot leerkracht secundair onderwijs volgt, zal vanaf nu dus kunnen genieten van deze voordelen.
Dat maakt zo’n opleiding aantrekkelijker voor zijinstromers. Zijinstromers die aan de slag gaan in het secundair onderwijs kunnen vandaag anciënniteit meenemen bij hun overstap naar het onderwijs, maar vooralsnog is dat beperkt tot een lijst van knelpuntvakken. Dat schrikt potentiële zijinstromers die andere vakken zouden willen geven, af.
Ik heb daarover een aantal vragen, minister.
Ziet u hierin mogelijkheden om meer zijinstromers warm te maken voor het beroep van leerkracht secundair onderwijs? Gaat u, ook vanuit het beleidsveld onderwijs, inspanningen doen om mensen toe te leiden naar de opleiding tot leerkracht?
Heeft deze nieuwe inschatting door VDAB een impact op de anciënniteit die zijinstromers in het secundair onderwijs kunnen meenemen? Overweegt u om af te stappen van de lijst van knelpuntvakken, en alle zijinstromers in het secundair onderwijs recht te geven op het meenemen van anciënniteit?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik heb een gelijkaardige vraag, want het is nu voor alle vakken in het secundair onderwijs moeilijk geworden om leraren te vinden, zoals de collega al aangaf. Daarom heeft VDAB de lijst van knelpuntberoepen uitgebreid. Ook leraren secundair onderwijs vallen voortaan, naast de leerkrachten kleuter- en lager onderwijs, onder die categorie.
Het valt ook op dat het lerarentekort niet alleen voelbaar is in de centrum- en grootsteden, maar dat dit ook het geval is in de meer landelijke gebieden.
Het is belangrijk dat VDAB knelpuntvakken erkent – die de regering dan goedkeurt – want dat heeft gevolgen voor werkzoekenden die een opleiding volgen bij VDAB. Als het vak waarvoor je een opleiding wilt volgen een officieel knelpuntvak is, krijg je een financiële tegemoetkoming. Maar op die lijst staan vandaag niet alle vakken uit het secundair onderwijs. Lichamelijke opvoeding en geschiedenis staan er bijvoorbeeld niet op.
Verder heeft de lijst met knelpuntvakken ook invloed op de zijinstromers. Dat zijn werknemers die hun baan in de privésector inruilen voor een job in het onderwijs. Voor knelpuntvakken kunnen zijinstromers tot tien jaar beroepservaring meetellen als anciënniteit.
Meer en meer ouders laten steeds meer van zich horen ten aanzien van directeurs en leerkrachten, omdat ze terecht bezorgd zijn over de leerloopbaan van hun kinderen en de continuïteit van de lessen, en het ontbreken van examens, zoals we vanmorgen hoorden.
Ook de leerlingen uiten hun bezorgdheid. De Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) wijst erop dat niet van alle leerlingen verwacht kan worden dat zij aan zelfstudie doen. Als dat wel zo is, dan moeten zij goed begeleid worden. Ook daar zijn leraren voor nodig. Die leerlingen die heel wat studie kregen, moeten op het einde van de rit dezelfde examens afleggen, ook al hebben ze die lessen niet allemaal gekregen. Ook daarover was vanmorgen een en ander te doen. Niet alleen het recht op onderwijs wordt zo geschonden, maar het is ook een pak moeilijker om een diploma te halen op het einde van het schooljaar. Het lerarentekort heeft zeker ook een impact op het kunnen aansluiten op het hoger onderwijs.
Op het terrein doen directies er alles aan om vervangingen te zoeken, en staan ze vaak zelf voor de klas, met alle gevolgen van dien. Het water staat bij velen aan de lippen.
Vandaar de volgende vragen, minister.
Hebt u zicht op het aantal uren studie dat gegeven wordt in plaats van effectieve uren les?
Het lerarentekort zorgt ervoor dat leerlingen bepaalde examens niet kunnen afleggen. Hoe rijmt u dit met het recht op onderwijs?
Wanneer wordt de lijst met de knelpuntberoepen gevalideerd door de regering en welke stappen moeten er nog worden doorlopen voordat dit op het terrein naar zijinstromers en werkzoekenden in opleiding effect zal hebben?
Zijn er nog stappen op korte termijn die u zult zetten om schooldirecteurs te ondersteunen?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik zal jullie de inleiding besparen want uiteindelijk is het een gelijklopende vraag. Ik zal onmiddellijk mijn concrete vragen stellen.
Zult u, minister, de lijst van knelpuntambten en -vakken aanpassen aan de knelpuntenberoepenlijst van VDAB zodat leraar secundair onderwijs als knelpuntambt erkend wordt? Zo ja, vanaf wanneer zal die anciënniteit erkend kunnen worden voor alle vakken?
Mijn bijkomende vraag: in oktober vorig jaar stelde u een onderwijsambassadeur aan. Die ambassadeur moet mensen warm maken voor het lerarenberoep. Welke taken neemt die persoon precies op zich en wat is uw eerste tussentijdse evaluatie daaromtrent?
Minister Weyts heeft het woord.
Er zijn veel vragen en soms ga ik ook heel uitvoerig kunnen antwoorden. In dezen kan ik enigszins beknopter zijn. De lijst van knelpuntvakken die wij hanteren is inderdaad gebaseerd op data die VDAB aanlevert, maar ook op interne data aangereikt door mijn administratie, al was het maar omdat de lijst met knelpuntberoepen van VDAB niet altijd even verfijnd is. Zo hebben we, onder andere, gekeken naar het aantal personeelsleden dat voor bepaalde vakken onder de noemer ander bekwaamheidsbewijs werd aangesteld om te beoordelen welke ambten en vakken met de grootste tekorten kampen.
De interne data bevestigen min of meer het nieuws waarmee VDAB onlangs naar buiten kwam. Ik heb mijn administratie dan ook de opdracht gegeven om na te gaan wat we nog extra zouden kunnen doen en zo ja, welke vakken en ambten we in dat geval ook zouden kunnen meenemen in de knelpuntenlijst.
Er werd ook gevraagd naar het takenpakket van de onderwijsambassadeur. Ik heb daar ook een functiebeschrijving, een functieprofiel van, namelijk eigenlijk gewoon reclame maken voor het mooiste beroep ter wereld. Zij doet dat door heel veel ter plaatse te gaan, door heel veel schoolbezoeken af te leggen. Ik heb hier een hele lijst van scholen en contacten die zij gehad heeft. Ik denk dat dat wel een meerwaarde betekent.
Wat de concrete vraag over de evaluatie betreft, is het zo dat scholen alle bepalingen rond de evaluatie van de leerlingen in hun schoolreglement moeten opnemen. Scholen kunnen daarin ook bepalen wat er in het kader van evaluatie dient te gebeuren bij afwezigheid van de leraar. Zo kan het schoolbestuur de evaluatie verplaatsen of vervangen door een andere evaluatieopdracht. Ze moet leerlingen en ouders daarvan natuurlijk op de hoogte brengen. Hoe dan ook moet een school aan het einde van het schooljaar voor elke regelmatige leerling evalueren of de leerling de vooropgestelde doelen heeft bereikt. Wanneer die evaluatie niet leidt tot de beoogde studiebekrachtiging, moet de school ook motiveren waarom dat het geval is. Ik ga in elk geval uit van de professionaliteit en deskundigheid van de klassenraden. Dat zien wij ook en wij lezen daarvan ook de getuigenissen. Ik denk dat het in dat opzicht ook verstandig is om het vermoeden van deskundigheid in het kader van die evaluaties en de waardering die wij hebben voor de leerkrachten en het oordeel van de leerkrachten een positieve stap is die we gezet hebben. We bekijken in het kader van de budgettaire mogelijkheden en het budgettaire kader van volgend jaar tijdens de begrotingsbesprekingen de mogelijkheden voor verruiming van de vakken en de ambten die we opnemen in de knelpuntenlijst.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, dat is nog een vrij vaag antwoord. Het zou echt wel raadzaam zijn om de lijst van knelpuntvakken uit te breiden om de zijinstromers aan te trekken naar het onderwijs. Het is zo dat tien jaar mensen niet altijd over de streep helpt omdat het ook niet echt veel is voor sommige zijinstromers. Het is te beperkt, we hebben het er al vaak over gehad. En zeker het feit dat je dan toch niet de vakken waar je goed in bent en waarvan je geïnteresseerd bent om die te geven, kunt kiezen als je wilt dat die anciënniteit, beperkt dan, toch meegenomen kan worden, is ongetwijfeld een enorme drempel voor mensen om de keuze te maken om naar het onderwijs te gaan. En we hebben hen inderdaad echt allemaal nodig. Als je de artikels deze morgen zag over de examens die uitgesteld werden, dat gaat over allerlei soorten vakken en niet over de vakken die nu op de lijst van knelpuntvakken staan. Minister, kunt u iets concreter zijn? Wanneer zullen we weten welke vakken dat zullen zijn? Vanaf wanneer zou dat kunnen ingaan? Kunnen die vanaf volgend schooljaar in september ook al aanspraak maken op die anciënniteit? Of moeten we daar nog langer op wachten?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw kort antwoord. Het is een vraag die bijzonder actueel is. Ik maak de link met de examens, we wisten helemaal niet dat het vanmorgen op de radio zou komen en dat het in de krant zou staan. Ik betreur een beetje dat we de cijfers over het aantal uren studie niet krijgen. We hebben er vaker op gewezen dat de beleidsevaluatie pas kan gebeuren op basis van cijfers. Zo hebben we al vaker gevraagd, ook via schriftelijke vragen, naar de onderbenutting, naar het aantal niet-ingevulde vacatures. Daarop antwoordde u telkens dat jullie dat niet geven omdat … (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Ja, misschien, maar anderzijds moeten we als parlementslid ook onze rol kunnen spelen. Ik betreur het dat we de cijfers niet krijgen.
Ik wil graag de link leggen met de commissie die we gisteren hadden over de inspectie die toch aangaf dat het lerarentekort de grootste bedreiging is voor de kwaliteit van het onderwijs. Ze gaven ook aan dat de competenties van leerkrachten vaak onder druk komen te staan. Dan heb ik het bijvoorbeeld over de beeldvorming waarbij leerkrachten nagaan waar leerlingen staan, welke doelen ze al bereikt hebben, welke nog niet, hoe we leerlingen kunnen evalueren. Dat heeft eigenlijk allemaal te maken met het onderwijsleerproces. Dat zijn fundamentele zaken die de kwaliteit van onderwijs alleen maar kunnen dienen en die wat mij betreft erop duiden dat niet iedereen zomaar voor de klas kan gaan staan. Wat ons betreft, is het toch belangrijk om daar die kaart altijd te trekken en zoveel mogelijk mensen te vormen.
Daarom mijn concrete vraag naar de cijfers, naar toch wat duidelijkheid. Is er overleg met de koepels, met de vakorganisaties over het aantal niet-ingevulde uren? Hebt u daar een zicht op? Het kan toch niet dat er beslissingen genomen worden zonder dat u daar zelf enige cijfers van hebt.
Wat betreft het recht op onderwijs, het feit dat leerkrachten geen examens kunnen afnemen omdat ze er niet zijn en dat leerlingen bepaalde examens niet kunnen afleggen, dan kan er inderdaad gekozen worden voor andere vormen van evaluatie. Maar we moeten te allen tijde het recht op onderwijs aan elk kind kunnen garanderen. Kan daar nog een concreter antwoord op komen?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik vind uw antwoord ook nogal vaag, minister, op de vraag of de lijst van de knelpuntambten- en vakken kan worden aangepast aan de knelpuntberoepen. Het is heel belangrijk dat VDAB dat doet zodat leerkracht secundair onderwijs als knelpuntambt wordt erkend. Kunt u daar iets specifieker op ingaan?
Vanaf wanneer zal de anciënniteit voor al die vakken erkend worden? Het is al een knelpuntberoep, er zijn 15.000 vacatures voor jobs in het secundair onderwijs die niet ingevuld raken. Eind april kregen we nog een keer een stand van zaken. Er zijn minimaal 1900 leerkrachtfuncties die nog niet ingevuld zijn, en dat is nog een onderschatting. Beseft u de sense of urgency? Volgens de directeur van een lyceum kan men leerstof niet evalueren als die niet wordt behandeld. Het lerarentekort is een groot probleem. Examens kunnen niet worden afgenomen, maar aan de andere kant hebben leerlingen en studenten leerstof die niet behandeld werd. Bij het begin van deze legislatuur – ik zal het nog vaak herhalen – had men het voortdurend over excelleren, maar als er geen leerkrachten zijn om de leerstof te geven, dan zal er nog weinig sprake zijn van excelleren in ons onderwijs.
Beseft u de sense of urgency voor enkele cruciale ingrepen naar de zijinstromers om op de lijst van VDAB te komen? Wat bent u van plan op heel korte termijn inzake die anciënniteit? Daar hebben we weinig over gehoord. U mag kort en krachtig antwoorden, maar we krijgen graag alle informatie.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, niemand hier onderschat het belang en de impact van het lerarentekort. De vraag of de minister dat inziet, is echt overbodig. De geschiedenis van deze commissie, de actuele vragen en actuadebatten tonen dat duidelijk aan. De vraag beantwoordt zichzelf. Dat is niet van vandaag op morgen ontstaan. We kunnen onszelf blijven herhalen. Dat ga ik niet doen.
Ik stel vast op het terrein dat leerkrachten en directies aangeven dat de zijinstroom oké is, ze zijn blij dat die mensen naar het onderwijs komen, maar ze willen ook een evenwicht bewaren. Ik begrijp dat u dat wilt bekijken, minister, per keer en per schijf, wat komt erbij en wat niet. Vanuit onze fractie zijn wij gevoelig voor het gegeven dat als er meer elementen in aanmerking komen voor zijinstroom, de kans bestaat dat men voor bepaalde profielen grotere pakketten kan samenstellen op een school. De kans dat men iemand kan aantrekken en houden vergroot daardoor. Wij denken dat dat een optie is om eens te bekijken.
Wat betreft de examens die geschrapt worden, ben ik blij – vanuit de N-VA – dat er nog scholen zijn die examens afnemen. Ik krijg mails van leerkrachten die laten weten dat het nieuwe pedagogische beleid op hun school is dat ze stoppen met examens en alles gaan beoordelen via permanente evaluatie. Dat is een pedagogische keuze, niet ingegeven door het lerarentekort, maar gewoon omdat men dat niet meer wil doen. Daar maak ik me veel meer zorgen over dan over een school die naar best vermogen probeert om toch nog examens te organiseren maar daar niet altijd in slaagt. Als de leerkracht afwezig is of de examens niet kan verbeteren wordt er wel creatief naar oplossingen gezocht. De N-VA pleit ervoor om toetsen en examens te blijven geven en er niet van uit te gaan dat het zonder ook wel lukt.
Een examen of toets is controleren en leren. Dat het goede toetsen en examens moeten zijn, hebben we gisteren gezien bij de inspectie. Daar wil ik nog even een lans voor breken.
Minister Weyts heeft het woord.
Met betrekking tot ten eerste de concrete aanvulling met de lijst van knelpuntvakken, heb ik me natuurlijk gehouden aan een budgettair- en begrotingskader, dat is evident. Dat dat ook in dat kader ter sprake zal komen, daarop kan ik tot mijn spijt vanzelfsprekend niet vooruitlopen.
Ten tweede hebt u het over data. We vragen onze scholen niet om over van alles en nog wat te rapporteren. Je kunt toch niet enerzijds een wederkerend pleidooi houden om de administratieve last te verlagen, en vervolgens zelf allerhande rapporteringsplichten opleggen? Ik vermoed dat daarover bij sommige koepels misschien wel data zijn. Bij mijn weten worden die ook niet meegedeeld, maar u staat daar misschien dichterbij, mevrouw Vandromme. U kunt zelf eens polsen.
Ten derde gaat het over de zijinstroom, die is gewoon cruciaal. Bekijk eenvoudigweg het aantal vacatures, en kijk dan naar het aantal werkzoekenden bij VDAB met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs. Als wij er vandaag in zouden slagen om alle werkzoekenden met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs effectief tewerk te stellen in ons onderwijs, hebben we nog altijd een lerarentekort. Het is dus eenvoudig: we moeten gaan naar meer zijinstroom. En daar moeten we dus creatief mee aan de slag gaan, en toch hoeder zijn van de kwaliteit. Maar het is nu eenmaal een realiteit, we kunnen niet anders.
Kijk ook om u heen. Zijn er nog sectoren waar men niet kampt met krapte op de arbeidsmarkt? Vandaag worden er afdelingen van ziekenhuizen gesloten vanwege personeelstekort. Ik lees er niet zoveel over, maar ze worden wel gesloten. In het geval van onderwijs is de problematiek natuurlijk nog zichtbaarder. Maar ook daar is er een lichtpuntje, en moet je in elke plas ook de zon zien schijnen. Het cijfer kwam toevallig binnen van het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION), is dat zeker? We hebben nu 206.000 uitbetalingen, want dat kan de administratie zelf vrij makkelijk uitdraaien, want het is de administratie die uitbetalingen doet en we moeten de scholen daarvoor dus niet lastigvallen en bevragen. Dat is opnieuw een stijging. Terwijl verschillende sectoren een daling van het aantal werknemers zie, is er bij ons nog altijd een stijging. Het is vanzelfsprekend nog niet genoeg. Maar we zitten nu op 206.000 personeelsleden, en ik dacht dat we vorig jaar met 202.000 op een hoogtepunt zaten. Het jaar daarvoor waren het er 197.000. Vanuit opnieuw de ratio dat je in een plas water de zon moet zien schijnen, hebben we dus een toename. Ik vergelijk even met twee jaar geleden, er is dus zelfs 5 procent of zelfs meer bij gekomen. We zullen op die weg blijven verdergaan, maar die zijinstroom zal daarvoor inderdaad absoluut nodig blijven. We hebben ondertussen ongeveer 4500 zijinstromers, dat is ook ‘du jamais vu’. Maar we zullen op dat pad echt moeten verdergaan en het uitbreiden van de lijst van knelpuntvakken kan daarbij een welgekomen hulpmiddel zijn.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
U zegt het, minister: het is nog niet genoeg. Het is nog lang niet genoeg. Ik denk dat het heel duidelijk is, dat bleek ook uit onze bevraging waar u niet zo’n fan van was. Ik ga toch nog even aanhalen dat het probleem nummer 1 was, op een lijst van problemen. Eén van de vragen waar directies van wakker liggen was het vinden van leerkrachten en ook, minister, want ook dat was in onze bevraging heel zichtbaar, van het houden van die leerkrachten. Er waren op 1 september vaak nog geen tekorten, maar op het moment van onze bevraging, februari-maart, waren die er wel, ofwel veel groter dan ze aan het begin van het schooljaar waren. Ook het behouden van leerkrachten, van die zijinstromers, zal een heel belangrijk punt moeten zijn in uw beleid. Men moet er ten eerste voor zorgen dat ze instromen, waarbij die anciënniteit belangrijk is. Ten tweede moeten ze ook in het onderwijs blijven, en ook daar is nog enorm veel werk aan de winkel.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Als we schriftelijke vragen stellen, minister, en dat zijn cijfers van het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION), dan denk ik dat die cijfers wel gegeven kunnen worden.
Wat voor mij belangrijk is, is dat we niet blind hoeven te varen, dat we informatie die ter beschikking is als parlementslid kunnen krijgen, om te zien dat als er beslissingen worden genomen, we die kunnen afzetten ten aanzien van de huidige cijfers.
Ik hamer daarop en ik zal daarop blijven hameren omdat dat onze rol is als parlementslid, maar ook omdat, wellicht ik niet alleen, maar ook ik vragen krijg naar aanleiding van filmpjes die zijn gemaakt. Bijvoorbeeld het cijfer dat de VRT gaf waar wordt gezegd dat er nog nooit zoveel leerkrachten zijn geweest. Dan haalt men een aantal cijfers aan en dan krijg je vragen omdat die cijfers dan bijvoorbeeld vooral gaan over het secundair onderwijs, men spreekt in het filmpje niet over het basisonderwijs. Mensen stellen vragen en zeggen dat we niet weten wat de huidige toestand is. Dan zeggen ze letterlijk dat we daar hele dagen mee bezig zijn en vragen ze zich af hoe wij kunnen weten dat we de juiste beslissingen nemen. Die mensen hebben gelijk.
Zijinstroom aantrekken, moet zeker. Uw analyse is juist dat het aantal mensen die momenteel een lerarenopleiding volgt niet voldoende zal zijn ten opzichte van de stroom aan pensioenen die zullen volgen. Maar vanuit onze fractie willen we toch het pleidooi voeren om wie voor de klas staat daar maximaal in te ondersteunen qua professionalisering, qua opleiding, want de cijfers die we gisteren bij de onderwijsinspectie hebben gezien, spreken over alarmsignalen die afgaan als het over het didactisch-pedagogisch proces op school gaat, over beeldvorming, evaluatie, het onderwijsleerproces. Dat is net het punt, in de lerarenopleiding moeten we mensen kunnen versterken en dat wil ik hier toch wel gezegd hebben.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Collega Daniëls, ik begrijp het niet goed. U probeert toch dingen recht te praten die krom zijn. Al dan niet permanente evaluatie, al dan niet examen, dat is het punt niet. Het gaat erover dat leerlingen hun leerstof niet krijgen en dat examens daardoor niet kunnen worden afgenomen. Dat heeft daar weinig mee te maken. De leerstof wordt gewoon niet gegeven door het lerarentekort. Of dat nu via permanente evaluatie of examens gebeurt, de vaststelling is dat heel wat leerlingen de leerstof in de loop van het schooljaar niet krijgen en dat directies en scholen door gebrek aan leerkrachten die examens niet kunnen geven. Ofwel omdat ze die niet kunnen afnemen, dat kun je eventueel nog opvangen door het door iemand anders te laten afnemen. Maar de leerstof is niet gegeven, dat is het punt. Dus ik begrijp niet goed wat je er allemaal wilt bij betrekken, waarom je bepaalde zaken recht probeert te praten, of te minimaliseren. (Opmerkingen van Koen Daniëls)
Het lerarentekort is echt wel een heel groot probleem, en het zorgt ervoor dat de leerlingen hun leerstof niet krijgen. Dus er is inderdaad een grote sense of urgency naar zijinstromers toe, zoals collega Meuleman ook zegt, om zoveel mogelijk en zo goed mogelijk nieuwe leerkrachten aan te treken. Dus, minister, het is echt geen vijf over twaalf, het is kwart over twaalf. Dank u wel.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.