Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik was er liever fysiek bij geweest, maar een ongevalletje heeft daar eergisteren anders over beslist. Daardoor moet ik het nu noodgedwongen vanop kantoor doen. Dat is natuurlijk niet ideaal als je zelf een vraag hebt.
Mijn vraag gaat inderdaad over herbruikbare drinkbekers op grote festivals en grote evenementen. Collega De Vroe stelde op 18 april in deze commissie een vraag over het verbod vanaf 2025 op pet en blik in de evenementensector. Vanaf 1 januari 2025 zal er namelijk een algemeen verbod op het gebruik van eenmalige drankverpakkingen gelden in de evenementensector, zonder uitzonderingen. Momenteel geldt het verbod enkel voor overheden en voor organisatoren die minder dan 95 procent van de verpakkingen inzamelen voor recyclage. In uw antwoord, minister, stelde u dat de huidige regels in de praktijk moeilijk uitvoerbaar zijn, laat staan controleerbaar of handhaafbaar. Het zou immers onmogelijk zijn voor de OVAM om te verifiëren of het inzamelpercentage van 95 procent wordt gehaald. Een volledige overschakeling naar herbruikbare recipiënten zou dat probleem oplossen. Dat zei u toen, in de commissie.
Het festivalseizoen staat voor de deur en de organisatoren hebben nog heel wat vragen. Hoewel ze uiteraard voorstander zijn – dat wil ik zeker benadrukken – van het zoveel mogelijk beperken van de afvalberg en nu al maximaal inzetten op herbruikbaar materiaal, blijkt dat er toch een probleem is met de wascapaciteit. Dat is in de praktijk een concreet pijnpunt. Het probleem kwam ook aan bod in uw antwoord aan collega De Vroe, maar ik stel vast dat het antwoord niet echt concreet was. U zei dat de wascapaciteit de jongste jaren sterk toegenomen is – dat klopt –, maar dat voor grote evenementen nog uitzonderingen worden toegestaan als de noodzaak wordt aangetoond. Voor grote festivals of tijdens drukke periodes zal de bestaande wascapaciteit dit jaar waarschijnlijk nog onvoldoende zijn. Dat stel ik vast, en dat hoor ik vanuit de sector. Uitzonderingen zullen dus toch nog noodzakelijk zijn.
Daarom heb ik nog een aantal vragen, minister.
Wat is het standpunt van de Federatie van muziekfestivals in Vlaanderen (FMiV) en van de festivals zelf?
Gebeurde er een bevraging bij de festivalsector, zowel bij de FMiV als bij de festivals zelf, met betrekking tot deze maatregel en de timing? Zo ja, wat zijn de resultaten? Zo neen, waarom gebeurde die bevraging niet, of wordt ze nog gepland?
Wat bedoelt u met uw stelling dat ‘de zomerfestivals moeten aantonen dat ze alle mogelijke maatregelen hebben voorzien indien ze een uitzondering willen aanvragen’?
Welke procedure dient gevolgd te worden om een uitzondering aan te vragen? Vanaf wanneer kan die aangevraagd worden?
Welke motiveringen zullen in overweging genomen of aanvaard worden om een uitzondering toe te staan? Kunnen daarbij ook financiële aspecten gelden, zoals bijkomende kosten die het omschakelen naar herbruikbare bekers met zich meebrengen, of de wet van vraag en aanbod die de prijs van herbruikbare bekers omhoog jaagt omdat de wascapaciteit nog niet optimaal is? Kunnen dat redenen zijn om een uitzondering toe te staan? Of blijft het beperkt tot praktische redenen?
Kan het een optie zijn om, bij wijze van overgangsmaatregel, dit jaar in een bepaalde afgebakende sector met herbruikbare bekers te werken? Dat kan bijvoorbeeld een terraszone zijn, of een vipzone. Dit zou dan een opstap zijn naar een volledige overschakeling op herbruikbare bekers op het volledige festival de volgende jaren, als er zekerheid is dat de wascapaciteit voldoende is.
Wordt er vanuit Vlaanderen ondersteuning geboden voor de evenementen- en festivalsector met betrekking tot de verplichting om gebruik te maken van herbruikbare bekers? Zo ja, welke? Wordt er financieel tussengekomen of gecompenseerd?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel.
Mijnheer De Loor, ik hoop in ieder geval dat u niet te veel pijn hebt, maar het is fijn om u even gezien te hebben op het scherm.
Wat betreft uw eerste vraag over het standpunt: we hebben het standpunt van de Event Confederation inderdaad ontvangen. Daar is ook de Federatie Muziekfestivals in Vlaanderen lid van. Zij hebben wel gewezen op de mogelijke logistieke problemen die zich in een eerste fase kunnen voordoen, en ook gevraagd om daar rekening mee te houden.
Het ontwerpbesluit is voor de zomer van 2022 afgetoetst bij betrokken actoren: festivals, maar ook de Federatie Muziekfestivals in Vlaanderen, en Event Confederation. Nadien heeft er ook meermaals overleg plaatsgevonden met deze actoren, ook met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM).
De belangrijkste bezorgdheden die ik van de sector heb ontvangen, zijn vooral de korte tijd die ze hadden om de wetgeving te implementeren, het tekort aan bekers en wascapaciteit, en de extra kosten. Ze vonden 2023 te snel en dat is ook de reden geweest waarom we hebben gezegd dat een uitzonderingsmogelijkheid in 2023 misschien soelaas kan bieden voor sommigen die een tekort hebben aan bekers en wascapaciteit, en dat ze ook de informatie over de uitzonderingsmodaliteiten tijdig kunnen bekomen via groenevent@ovam.be.
Er zijn twee uitzonderingsmogelijkheden die de wetgeving voorziet. Ten eerste kan de organisator aantonen dat er onvoldoende herbruikbare recipiënten of wascapaciteit is, ondanks tijdige en behoorlijke inspanningen. Ten tweede kan de organisator aantonen dat er geen milieuwinst geboekt kan worden. Een stock aan wegwerpbekers die verkregen is voor het federale marktverbod in januari 2023, kan bijvoorbeeld een uitzonderingsgrond zijn.
Onder tijdige en behoorlijke inspanningen versta ik dat de organisator een aanvraag deed bij minstens drie leveranciers van herbruikbare bekers. Voor de wascapaciteit verwacht ik dat men een aanvraag deed bij minstens drie leveranciers, of dat men een vergunningsaanvraag deed voor de plaatsing van een wasfaciliteit.
Een beschikbare stock aan wegwerpbekers kan aangetoond worden door middel van facturen, bonnen, leveringsbonnen, foto’s van de stock, of een verklaring op eer van de leverancier. Tot tienduizend bekers is er één bewijs nodig, voor meer dan tienduizend bekers zijn er twee types bewijzen nodig.
Voor de definitieve goedkeuring van de wetswijziging door de Vlaamse Regering, worden de uitzonderingsformulieren ook online geplaatst op www.groenevent.be. Na publicatie van de wetswijziging in het Belgisch Staatsblad kan per evenement één uitzonderingsaanvraag ingediend worden via het emailadres van de OVAM. De nieuwe wetgeving voorziet geen overgangsmaatregel in 2023, maar enkel de mogelijkheid om een uitzondering aan te vragen op de gronden die ik dus zonet heb toegelicht.
Er werden verschillende initiatieven genomen om evenementen te ondersteunen. De OVAM heeft daar ook, dat denk ik toch, telkens een goed contact met de sector. Ze stellen affiches rond herbruikbaar cateringmateriaal ter beschikking aan de evenementen, zetten voortdurend in op kennisdeling via praktijkbezoeken, informatiebladen, praktijkvoorbeelden, enzovoort.
De OVAM organiseerde op 20 maart ook een conferentie rond herbruikbaar cateringmateriaal. De conferentie lokte 344 geïnteresseerde deelnemers, dus dat is een heel pak denk ik. Tot slot deed de OVAM in 2022 ook heel wat praktijkbezoeken, zoals bijvoorbeeld de Gentse Feesten. Ook in 2023 zullen er nog praktijkbezoeken volgen om te zien hoe het loopt in de praktijk.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het uitgebreide antwoord. Ik denk dat het veel antwoorden bevat waarmee de evenementen en de festivalsector wel aan de slag kunnen. Ik wil er toch nog eens op wijzen dat zowel festivals als evenementen de voorbije periode, de voorbije jaren een moeilijke tijd achter de rug hebben en dat er toch nog heel wat onzekerheid blijft. Dat gaat dan niet enkel over corona, dus over 2020 en 2021. Niet alle kosten die in 2020 en 2021 door corona zijn gemaakt, zijn effectief gerecupereerd.
Dan was er 2022. Veel festivals en evenementen hebben toen een tandje bijgestoken naar aanleiding van de knaldrang waaraan iedereen dacht, maar die is voor een stuk uitgebleven. In 2023 is er dan de verplichting van de herbruikbare bekers, zonder dat er de absolute zekerheid is dat men dat logistiek kan bolwerken. Dat zou tot inkomensverlies kunnen leiden. Het is immers maar op het moment zelf dat je vaststelt dat je dat niet kunt bolwerken. Minister, kan dat eventueel worden opgevangen? Ik zou daarvoor willen waarschuwen wat 2023 betreft. Wat als er ernstige logistieke problemen zijn op het moment zelf? Is er een plan B? Hebt u daaraan gedacht, met de evenementensector of met de FMiV? Kan dat met hen worden opgenomen, zodat er toch nog kan worden geschakeld? Ik zou daar toch voor willen pleiten.
Minister Demir heeft het woord.
Wij zijn continu in overleg met de sector, die iedereen ook wel na aan het hart ligt, denk ik. We zijn in overleg met de brouwers, de drankenleveranciers en de bekerleveranciers, maar ook met de evenementenorganisaties, om te bekijken, als er een probleem is, waar dat zich situeert. Nogmaals, er zijn uitzonderingen in 2023. We begrijpen dat dus. Als je nieuwe wetgeving invoert, vergt dat altijd wat tijd. We krijgen ook wel signalen van organisatoren dat ze nu al die switch willen maken. Het kan zijn dat het moeilijker is voor sommige grotere organisaties om de herbruikbare bekers al te introduceren, maar nogmaals, en het is hier al diverse keren aan bod gekomen, iedereen vindt dat je milieubeleid moet voeren, maar wanneer je dan bepaalde beslissingen neemt, welke dat ook zijn, vraagt iedereen uitzonderingen of het niet-uitvoeren. Ik heb begrip voor de sector. Het is ook om die reden dat we in uitzonderingsmogelijkheden hebben voorzien. We hebben afgesproken dat men keihard zijn best zou doen om te werken met wegwerpbekers. Dat zal de toekomst zijn. Ik denk dat eenieder zijn best doet om dat logistiek rond te krijgen, maar 2023 is een overgangsjaar, in 2023 is het mogelijk om uitzonderingen te hebben.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. U zegt dat festivals u na aan het hart liggen. Mij liggen ze ook heel na aan het hart. Ik denk dat we daarin zeker niet alleen zijn. Elk jaar zakken er honderdduizenden mensen af naar Vlaanderen, naar België om een bezoek te brengen aan onze festivals. Ik denk dat we vrij uniek zijn in de wereld met het aanbod dat wij hebben. Voor alle duidelijkheid, ik heb er in mijn initiële vraagstelling ook de nadruk op gelegd dat festivals wel heel sterk mee zijn in die gedachte. Vaak zijn zij een toonbeeld van duurzaamheid. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Pukkelpop, maar ook aan nog veel andere festivals. Zij investeren al heel lang in duurzaamheid. Dat is niet enkel de voorbije jaren zo.
Festivals draaien echter ook vaak op vrijwilligers. Ze zijn bottom-up gegroeid. Dit zijn nu wel nieuwe kosten, en extra werk dat erbij komt, en zij nemen dat er echt wel bij en doen dat graag, in het belang van het milieu, in het belang van duurzaamheid. Het risico wordt echter volledig doorgeschoven naar festivals en de evenementensector. Dat is natuurlijk een andere vraag, en het is daarvoor dat ik de festivals wil behoeden. Minister, het zou goed zijn om toch een plan B uit te werken voor ernstige logistieke problemen, om daarop te anticiperen, samen met de festivals of met de FMiV.
De vraag om uitleg is afgehandeld.