Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het kader van de lage-emissiezones en de boetes bij De Lijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, goedemiddag. In het Vlaamse regeerakkoord is opgenomen dat de regering ten laatste tegen 2025 de stadskernen enkel nog emissievrij wil laten bedienen door De Lijn. Dat was een weloverwogen beslissing. Die was ook bijzonder goed voorbereid door de vorige minister van Mobiliteit, Ben Weyts, die de aankoop van elektrische bussen in het vooruitzicht had gesteld en ook had gezegd dat de laatste dieselbus wat hem betreft al was aangekocht. Dat was dus een weloverwogen keuze, maar er is al enige tijd wat twijfel over of deze Vlaamse Regering en de minister van Mobiliteit die ambitie kunnen waarmaken. En inderdaad, in haar antwoord op enkele vragen tijdens de vergadering van de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken van 20 april jongstleden zei minister Peeters dat ze die doelstelling uit het regeerakkoord niet meer haalbaar acht. Dat is een beetje een ‘accident waiting to happen’ voor wie de aankoopprocedures voor die elektrische bussen opvolgde, want dat is een processie van Echternach, met dat verschil dat men meer stappen achteruit dan vooruit lijkt te zetten.
De minister van Mobiliteit ziet nu echter ook een probleem in de aankomende fase van de lage-emissiezones die volgt uit de uitvoering van het Vlaams kaderdecreet. Bussen met een Euro VI-norm zullen de lage-emissiezones (LEZ’s) van Gent en Antwerpen niet meer binnen mogen vanaf 2026. De secretaris-generaal van De Lijn, mevrouw Schoubs, heeft recent in een interview aangegeven niet bepaald uit te kijken naar de boetes die gepaard gaan met de volgens haar noodzakelijke overtredingen, omdat die De Lijn al snel 30 miljoen euro of meer op jaarbasis zouden kunnen kosten.
Minister, wat me verbaasde, was dat minister Peeters aangaf open te staan voor een uitzonderingsregime voor De Lijn. Dat zou op zich natuurlijk een oplossing zijn voor die boetes, maar wij van Groen vrezen dat een uitzonderingsregime voor De Lijn als bijzonder onrechtvaardig zou worden aangevoeld door alle mensen die zich wel aan de regels moeten houden, dat de burger niet aanvaardt dat een overheid strenge regels maakt voor burgers, maar zich daar dan zelf niet aan houdt en snel een uitzondering maakt wanneer ze dat zelf niet kan halen. Een uitzonderingsregime voor De Lijn zou volgens ons niet alleen zorgen voor een verminderd effect van die lage-emissiezones, voor minder gezonde lucht in de steden. Ook het draagvlak bij de burger voor lage-emissiezones zou zo in gevaar komen.
Op 21 oktober 2022 heeft de Vlaamse Regering een principiële beslissing genomen over het besluit inzake de lage-emissiezones. Naast enkele sociale correcties en een aparte, uniforme regeling voor oldtimers voorziet de wijziging ook in een verder tijdspad en het laten ingaan van een volgende fase op 1 januari 2026. De adviezen zijn opgevraagd.
Minister, ik wil u vandaag in eerste orde het volgende vragen. Kunt u een stand van zaken geven van de verdere procedure om dat besluit over de lage-emissiezones te wijzigen? Wanneer verwacht u een definitieve goedkeuring? Kunt u zich vinden in het mogelijke afstappen van de in het regeerakkoord opgenomen doelstelling om ten laatste in 2025 de stadskernen enkel nog emissievrij te laten bedienen door De Lijn? Dat heeft een belangrijke impact op het klimaat en op de volksgezondheid, twee van uw bevoegdheden. Dit is weliswaar de bevoegdheid van minister Peeters, maar zij zit toch ook heel dicht bij wat u voor de Vlaming wilt realiseren.
Hoe staat u als minister bevoegd voor het leefmilieu tegenover een eventuele uitzonderingsregel voor openbaarvervoermaatschappij De Lijn binnen het LEZ-kader? Wil u daartoe stappen ondernemen? Ik heb al duidelijk gemaakt, denk ik, dat ik hoop dat dat niet het geval is. Indien u daar toch positief over zou zijn, wilt u daarover dan in gesprek gaan met de steden met een lage-emissiezone? Ik denk immers dat ze daar niet op een dergelijke uitzondering zitten te wachten.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, volgens het Vlaams regeerakkoord was het de bedoeling om tegen 2025 enkel nog emissievrij openbaar vervoer aan te bieden in de steden, en in 2035 zelfs in heel Vlaanderen, dus ook op het platteland. Ondertussen heeft minister Peeters al aangegeven dat er een stuk vertraging op zal zitten en dat het niet zo snel zal gaan als oorspronkelijk verwacht, onder meer omdat de door De Lijn bestelde elektrische bussen met allerlei problemen – covid, problemen in de supply chain – werden geconfronteerd. Ook mevrouw Ann Schoubs heeft op 13 maart gereageerd en meldde dat het inderdaad niet zal lukken. Zo’n 70 procent van de vloot zou moeten worden vervangen tegen 2025 en er is geen enkele busbouwer in staat om tegen 2025 zo’n grote hoeveelheid emissievrije bussen te leveren.
Daarbovenop kwam het verhaal – enfin, het is geen verhaal – van de lage-emissiezones (LEZ). Ik ben dat gaan uitzoeken. Blijkbaar was er op 21 oktober op de Vlaamse Regering een nota met een voorontwerp van besluit om de uitzondering die nu bestond voor onder andere lijnbussen, maar ik dacht ook autocars en andere, te schrappen omdat men in 2025 toch emissievrij zou rijden in de steden. 2025 werd opgeschoven met een jaar naar 2026. Zo heb ik het begrepen. Dat betekent dat vanaf 2026 de euro 6-bussen de lage-emissiezones in Gent en Antwerpen niet meer zullen kunnen binnen rijden, tenzij De Lijn telkens een boete zou betalen. De datum 2026 is blijkbaar toch nog te dichtbij.
De Lijn heeft een berekening gemaakt waaruit blijkt dat die boetes zouden kunnen oplopen tot 30 miljoen euro per jaar. Vandaar dat op 20 april door mezelf en collega Orry Van de Wauwer daarover vragen werden gesteld. Vorige week kwam het ook in de actuele vragen aan bod omdat er ondertussen bij De Lijn een bestuursnota circuleert waarin de aankoop van tweedehandsdieselbussen wordt bepleit, weliswaar voor de rijschoolopleiding, maar toch. Minister Peeters gaf vorige week al aan dat haar dat absoluut niet zinde. Ik citeer wat uw collega heeft gezegd, minister.
Op 20 april antwoordde minister Peeters: “Wat betreft de lage-emissiezones en de aanpassing van het LEZ-kader, kan ik stellen dat zowel de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA), De Lijn, alsook de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemers (FBAA) in meerdere brieven en communiqués duidelijk hebben aangegeven dat het besluit inzake LEZ zoals het nu op tafel ligt, niet haalbaar is en een enorme financiële impact met zich zou meebrengen.”
En dan zei de minister ook nog: “Zonder een aanpassing van de LEZ-regel, zoals de initiële plannen waren, zou dat inderdaad betekenen dat vanaf 2026 heel wat LEZ-boetes zouden moeten worden betaald. Indien we dan spreken over 30 miljoen euro, dan denk ik dat we die 30 miljoen euro liever investeren in e-bussen of andere vergroeningsoperaties dan boetes voor het binnenrijden van een LEZ-zone. De e-hybrides helpen daarin mee, maar we blijven in overleg met de collega's van het kabinet Demir om daarop volop in te zetten.”
Dat is het belangrijkste wat de minister heeft gezegd. Mijn oorspronkelijke vraag was trouwens aan u gericht, maar werd in de commissie Mobiliteit ook aan minister Peeters gesteld. Het belangrijkste vind ik dat zij tot twee keer toe, ook vorige week in de plenaire vergadering van 3 mei, heeft gezegd dat ze daarover in overleg is met u. U begrijpt dat twee leden van de commissie Mobiliteit die actief zijn rond openbaar vervoer, heel nieuwsgierig zijn hoe u hiermee omgaat. Ik heb voor u twee vraagjes.
Zult u in overleg met de Vlaamse minister van Mobiliteit, het LEZ-kader aanpassen en in welke zin?
Er worden nu al uitzonderingen gemaakt voor bijvoorbeeld ambulances en bussen, maar die zouden worden afgeschaft. Zou er eveneens een uitzondering kunnen blijven voor het openbaar en collectief vervoer? Of denkt u eerder aan het opschuiven van de termijn zodat alle voertuigen gelijk behandeld blijven? Het is ook zo dat men in de planning nog altijd hoopt in 2027 – maar ik vermoed dat men dan naar eind 2027 zal gaan – 80 procent van de vloot emissievrij te maken. Dus dat is toch allemaal een beetje in de afweging mee te nemen.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel. We willen allemaal een gezonde leefomgeving, voor onszelf, voor onze kinderen en kleinkinderen. Ik ben niet bevoegd voor Volksgezondheid by the way, maar wel voor Leefmilieu. Maar als een minister bevoegd voor Leefmilieu een initiatief neemt, dan is het kot te klein. Maar we doen verder, in het algemeen belang van de miljoenen Vlamingen.
Ik heb adviezen ontvangen van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad). Er is ook nog overleg tussen mijn administratie en de steden Antwerpen en Gent. We zien in Antwerpen en Gent dat waar de LEZ-zones geïnstalleerd zijn, er een grote verbetering is qua luchtkwaliteit, ook voor de meest zwakkeren. Diegenen die er wonen zijn meestal kwetsbare mensen. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) gaf geen advies. Ik zal het besluit voor de tweede lezing voorleggen aan de Vlaamse Regering waarna het naar de Raad van State ter advies zal gaan. Kort nadien zal het besluit definitief worden goedgekeurd.
Het is altijd goed om het geheugen op te frissen. In het regeerakkoord hebben we uitdrukkelijk de doelstelling opgenomen om ten laatste in 2025 de stadskernen enkel nog emissievrij te bedienen. Antwerpen en Gent bevinden zich in een kritische luchtkwaliteitszone en vormen belangrijke aandachtszones voor het Vlaamse luchtbeleid. Het is dan ook belangrijk dat in deze zones maatregelen genomen worden om de luchtkwaliteit te verbeteren. Op 21 oktober 2022 hebben we als Vlaamse Regering het ontwerp van wijziging van het LEZ-besluit principieel goedgekeurd. Hierin is ook de doelstelling van het regeerakkoord opgenomen. Het ontwerp van wijziging van het LEZ-besluit voorziet een jaar uitstel voor het ingaan van de volgende fase van de LEZ en dus ook een jaar uitstel voor het emissievrij bedienen van de LEZ in Antwerpen en Gent. We weten dat een jaar uitstel beperkt is, maar we mogen ook niet uit het oog verliezen dat Antwerpen en Gent zich in een kritische luchtkwaliteitszone bevinden. Dat is zo, ik kan dat ook niet weggommen – tenzij er andere wetenschappers zijn in deze commissie, die moeten dan maar spreken – maar dit is een feitelijk gegeven. De Europese Commissie heeft de procedure rond de inbreuk van het behalen van de luchtkwaliteitsdoelstellingen in de agglomeratie Antwerpen niet ingetrokken en kan dus te allen tijde verdere stappen ondernemen die eveneens tot boetes zouden kunnen leiden. Ongezonde lucht leidt bovendien tot gezondheidseffecten en dit brengt ook kosten met zich mee.
Bij de totstandkoming van het LEZ-decreet is er zeer bewust voor gekozen om als overheid een voorbeeldrol te spelen. Als de overheid het niet meer doet, stop dan om het nog te vragen aan de overheid. De Lijn uitsluiten van de lage emissiezones lijkt mij niet evident. Je kunt niet verwachten dat burgers zich moeten aanpassen en zelf met vervuilende bussen de LEZ inrijden. Wat de stap naar emissievrij bedienen betreft, verwijs ik naar mijn eerder antwoord, ik voer hiermee het regeerakkoord uit.
Ik sta open voor een gesprek. Het is uiteraard niet mijn prioriteit om boetes te innen, mijn prioriteit zijn propere bussen. Ik wil dan wel zeer graag weten wat het probleem exact is en wat de mogelijke oplossingen zijn. Daarvoor zal ik in gesprek gaan met mijn collega.
De toegangsvoorwaarden, mevrouw Brouwers, worden in een LEZ gedifferentieerd in functie van de emissie van de voertuigen, waarbij voertuigen met hogere emissies aan strengere voorwaarden worden onderworpen. Op deze bepaling kan een uitzondering voorzien worden voor voertuigen die uitgerust zijn voor toezicht, controle, onderhoud van infrastructuur en installaties van algemeen belang en voor voertuigen die gebruikt worden voor noodsituaties of reddingsoperaties. Voor deze voertuigen moet nog steeds een toelating aangekocht worden om de LEZ te kunnen betreden. Voertuigen voor openbaar en collectief vervoer opnemen bij de uitzonderingen lijkt mij dus niet evident. Nogmaals, je kunt niet verwachten dat burgers zich moeten aanpassen en zelf met vervuilende bussen de LEZ inrijden, dat gaat niet. Ik zal sowieso in overleg gaan om te zien wat het probleem is.
De heer Bex heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter.
Dank u wel voor uw antwoord, minister, en wat uw bevoegdheden betreft moet u mij verontschuldigen, maar iemand die even niet oplet kan toch snel denken dat u voor alles bevoegd bent. Dat had ik misschien niet goed opgemerkt.
Maar het is inderdaad toch wel belangrijk om te zeggen dat de impact van bussen op de luchtkwaliteit in onze steden bijzonder groot is. Dat blijkt ook uit de studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) rond de uitbreiding van de lage-emissiezone in Gent. Dat heeft echt een enorme impact op de uitstoot van stikstofoxiden, stikstofdioxiden, maar ook op roet. Het is dus superbelangrijk om die doelstellingen daar te halen.
Naar aanleiding van de twijfels die minister Peeters heeft over het halen van de doelstelling, maar ook door het feit dat ze zegt dat ze tegen 2028 wel opeens 80 procent van de bussen emissievrij gaat laten rijden, is mijn vraag eerlijk gezegd hoe ze dat gaat doen. Maar daarom heb ik dus op 21 april meteen een schriftelijke vraag ingediend, om eens te vragen aan de minister van Mobiliteit hoe ze dat stappenplan concreet ziet, en ik ben echt wel eens benieuwd hoe ze dat gaat doen. Want, collega Brouwers, ik heb de aanbestedingen nog niet zien passeren in de commissie Mobiliteit. Ik heb de bedragen om dat te bekostigen nog niet zien passeren.
Volgens mij is die aankondiging voor 2028 een lege doos, net als een aantal andere doelstellingen die de minister van Mobiliteit niet haalt. Maar we zullen zien wat ze antwoordt, en dan hoop ik dat u, minister, op die basis kunt kijken wat de concrete problemen zijn.
Maar ik wil vandaag vooral een oproep doen aan u. Minister Peeters heeft naar aanleiding van de herdefiniëring van de klimaatdoelstellingen, of de aanpassing van de klimaatdoelstellingen, een aantal voorstellen geformuleerd om onze klimaatdoelstellingen sneller te halen. Wij met Groen denken dat er daar een aantal voorstellen zijn die u niet moet uitvoeren, bijvoorbeeld het subsidiëren van het aankopen van tweedehands elektrische wagens. Wij denken dat dat enkel een prijsopdrijvend effect heeft en dat die middelen terecht zullen komen bij mensen die dat an sich niet nodig hebben. We denken dat het meer ondersteunen van autodelen veel grotere effecten kan hebben, en ook sociaal rechtvaardiger is.
Maar wat die elektrische bussen betreft, wil ik u echt oproepen om vrijdag samen met de minister van Mobiliteit te bekijken hoe er voor zo’n eventueel plan – om 80 procent van de bussen tegen 2028 emissievrij te laten rijden – ook effectief de middelen kunnen worden voorzien. Want ik kan u zeggen dat die middelen er vandaag absoluut niet zijn.
Ik hoop dus dat deze Vlaamse Regering minstens op dat vlak serieuze stappen vooruit zal zetten. Dat is dan mijn concrete vraag aan u, minister. Vindt u ook dat er extra middelen moeten komen om te investeren in emissievrije bussen?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dank u wel, minister.
Ik vind uw antwoord redelijk defensief, dus ik vraag mij af hoe de gesprekken tussen u en uw collega van Mobiliteit verder zullen verlopen. Maar ik wil toch nog een paar andere dingen meegeven.
De vraag die u schriftelijk hebt gesteld aan de minister van Mobiliteit, collega Bex, kunt u misschien ook donderdag stellen. Mevrouw Schoubs gaat komen. We hebben haar eigenlijk ook een stukje opgevorderd in de commissie om uitleg te komen geven over de aankoop van tweedehands dieselbussen bij De Lijn, wat ondertussen ontkend werd door de minister. Maar ik ben toch heel benieuwd naar het verhaal dat we daar donderdag gaan horen. Dus we zullen zeker ook nog vragen aan haar kunnen stellen.
Ik wilde nog iets meegeven, want u zegt dat het allemaal niet evident is, het is ook niet evident om zelfs tegen 2025 of 2026 al die e-bussen te hebben. Ik wilde nog meegeven dat het niet kan zijn dat de e-bussen die worden aangekocht – men is volop bezig, er gingen er nu zestig geleverd worden, dat heeft mevrouw Schoubs ook al verteld – dat die allemaal naar Antwerpen of Gent gaan, en bijvoorbeeld niet meer naar Brugge, Leuven, andere kleinere centrumsteden. Andere vervuilende bussen moeten dan maar verder blijven rijden op het platteland. Dat gaat niet.
Nu, minister Peeters heeft ook wel gezegd dat er een uitfasering is voorzien voor de Euro 3- en Euro 4-motoren tegen 2025. Dat is ook iets dat mevrouw Schoubs maar eens moet uitleggen. Of al die Euro 3- en Euro 4-bussen die nu nog rondrijden tegen dan vervangen gaan zijn door emmissievrije bussen. We zullen zien.
U gebruikt een studie van VITO. Ik wil ook nog eens verwijzen naar een studie van de Technische Universiteit Delft. Die hebben berekend hoeveel gram CO2 een reiziger per kilometer uitstoot. Te voet en met de fiets is dat bijvoorbeeld nul – uiteraard de meest duurzame vorm van mobiliteit – maar voor een bus is dat 33 gram, en voor een auto is dat zomaar eventjes 137 gram. Dat is ongeveer 4,5 keer meer.
Ook dat moet in ogenschouw worden genomen: collectief vervoer, of dat nu met een autocar of met een bus van De Lijn is, is nog altijd veel milieuvriendelijker dan een verplaatsing met de auto. Bovendien zegt u dat jullie geen discriminatie willen tussen mensen die met personenauto’s rijden en mensen die zich verplaatsen met de bus. Het is ook wel zo dat je met personenwagens vrij lang nog met gewone naft, dus niet met diesel, zult kunnen rijden. Je moet hier ook wel een onderscheid maken tussen diesel en niet-diesel, tussen openbaar, collectief vervoer en personenwagens. Ik vind wel dat er onderscheid kan worden gemaakt.
Maar ik denk dat het het gemakkelijkste zal zijn om de zaak tot 2026 uit te stellen, om een beetje op te schuiven. Ik denk dat jullie elkaar daar zullen moeten vinden, want het zal anders niet gaan. Ik zeg u één ding: voor ons kan het echt niet dat Gent en Antwerpen miljoenen gaan binnenrijven, ten nadele van de rest van het land. We kunnen daar geen bussen mee kopen. Als ze die boetes aan De Lijn zouden geven om dan emissievrije bussen te kopen, dan mogen ze dat van mij. Maar ik denk niet dat ze dat van plan zijn, dat denk ik niet. Dus wat dat betreft staan we toch op het standpunt dat dit niet kan: het binnenrijven van 30 miljoen euro door twee grote steden ten nadele van al de rest, die met de vervuilende bussen gaan zitten.
Het is echt een probleem, minister, dus ik hoop dat u snel een oplossing vindt. Ik heb ook al gezegd aan uw collega dat het niet is omdat het zich pas in 2025 en 2026 afspeelt, dat het over de verkiezingen moet worden getild. Want we moeten nu wel weten hoe dat verder evolueert en hoe dat zit. U mag dat niet voor u uitschuiven.
De heer De Roo heeft het woord.
Collega’s, ik ben toch wel een beetje verbaasd over de manier waarop over de lage-emissiezone wordt gesproken. Als ik zowel de minister als de collega van Groen hoor, lijkt die lage-emissiezone bijna een doel op zich, terwijl ze dat natuurlijk niet is. Ik hoop dat we die lage-emissiezone zo snel mogelijk kunnen afschaffen. Zeker in Gent hebben we dat standpunt en zetten we daarop in. Dat zou immers betekenen dat de luchtkwaliteit daar in orde is. De doelstelling op zich is het verbeteren van de luchtkwaliteit en de lage-emissiezone is een middel daartoe, niet omgekeerd. Het klopt eigenlijk ook niet dat de lage-emissiezone voor heel Gent direct een aantal oplossingen biedt. Je moet kijken naar de specificiteit van een aantal wijken, die vaak ingesloten zijn, waar er minder wind is, waar er heel wat autoverkeer is en dergelijke meer, om dan te kunnen zeggen in welk gebied het nuttig is om een lage-emissiezone in te stellen.
Gent heeft ook een studie besteld, heeft een uitbreiding van de lage-emissiezone bekeken. Daaruit bleek dat die uitbreiding naar een gebied groter dan de binnenstad eigenlijk niet zo’n effect zou hebben dat de luchtkwaliteit dramatisch zou verbeteren. Als het gaat over stikstof, stikstofoxide en andere stikstofverbindingen zit je bijvoorbeeld ook met een haven die vlakbij ligt. Je moet ambitieus zijn in je milieubeleid, en een stad zoals Gent is dat geweest, maar je moet ook heel realistisch blijven. De doelstelling op zich is de luchtkwaliteit verbeteren.
Minister, in uw antwoord hoor ik echter dat u ook heel sterk inzit met de luchtkwaliteit, zeker in de binnenstad. Daarom heb ik een bijkomende vraag. Een van de tekortkomingen van het LEZ-besluit is dat brommers daar vandaag niet door worden gevat, terwijl we zien dat die tweetaktmotoren eigenlijk heel vervuilend zijn en kinderen proportioneel veel treffen omdat ze vaak heel dicht bij de grond zijn. Hebt u een oplossing gevonden om ook brommers in het LEZ-besluit op te nemen?
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, in de eerste plaats kan ik mij eigenlijk alleen maar aansluiten bij uw antwoord: als de regels er zijn, gelden ze voor iedereen. De overheid mag geen uitzondering maken voor zichzelf als het gaat over lasten die ze aan burgers oplegt. Aan de andere kant is de bezorgdheid van collega Brouwers natuurlijk heel correct en heel logisch. Het kan ook niet zijn dat steden die er om goede redenen voor hebben gekozen om geen lage-emissiezone in te richten maar andere maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit te bevorderen, uiteindelijk zouden worden opgezadeld met de vuile bussen en het overschot van De Lijn omdat De Lijn tekortschiet. Dat is immers wel degelijk wat er gebeurt.
Een deel van die discussie moet natuurlijk worden gevoerd in de commissie Mobiliteit met de minister van Mobiliteit, die haar eigen verantwoordelijkheid moet nemen. Zou het echter niet veel logischer zijn dat de Vlaamse Regering meteen een globale norm oplegt aan alle busverkeer in Vlaanderen, en een heel duidelijke target, want eigenlijk loopt men nu al achterop met het waarmaken van de ambitie van het uitstootvrij maken? De Lijn schiet daarin schromelijk tekort ten opzichte van vervoersbedrijven in onze buurlanden en zelfs in Brussel. Zou het niet veel logischer zijn om dat met een algemene norm inzake luchtkwaliteit en uitstoot op te leggen voor bussen van het openbaar vervoer en dat te doen naleven, zodat iedereen in Vlaanderen dezelfde rechten en dezelfde kansen op gezondheid én transport en mobiliteit kan krijgen? Dat lijkt mij het werk van een Vlaamse Regering, niet onder elkaar pingpongen over wie het moet oplossen als men zijn doelstellingen niet haalt.
Minister Demir heeft het woord.
De doelstelling is heel duidelijk, mijnheer De Roo. Dat is uiteraard die betere luchtkwaliteit. Het is aan de steden om de lage-emissiezone in te voeren. Het is ook aan de steden om terug uit te treden. U zit in Gent in het bestuur. Ik hoor wat kritische geluiden vanuit cd&v-hoek. Als u vindt dat dit allemaal niet hoeft, dan kunt u daar perfect uitstappen. Het enige wat we op Vlaams niveau doen is een decreet, een rechtsgrond maken zodat daar waar de luchtkwaliteit niet goed is, steden of gemeenten op een uniforme manier kunnen handelen. Meer is het niet. En het tweede dat ik heb gezegd is dat we met drie partijen een regeerakkoord hebben gemaakt. Daar stonden een aantal bepalingen in en vervolgens hebben we een besluit goedgekeurd op de regering. Het is kwestie van dat uit te voeren.
Wat het bussenverhaal betreft: De Lijn wist het. Het is niet opeens uit de lucht komen vallen. Ik zal sowieso met de collega bekijken hoe of wat, maar zeggen dat de bussen niet moeten doen wat de burgers wel moeten, is voor mij een verhaal dat niet opgaat. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik zal het met de collega bekijken. Maar nogmaals, ik voer uit wat er in het regeerakkoord is opgenomen. Het is heel gemakkelijk om vlak voor de verkiezingen aan te geven wat jullie niet leuk vinden. Ik vind dat ook allemaal niet leuk, maar bon, milieubeleid is ook preventief gezondheidsbeleid. Ofwel voer je een milieubeleid en dan moet je inderdaad een aantal zaken doen die niemand ineens nog leuk vindt, ofwel doe je dat niet. Alle ziektes van de laatste jaren komen er niet zomaar. We moeten de puntjes op de i zetten bij het milieubeleid. Dat is niet meer dan normaal. Ik ben laatst gaan spreken op een congres van dokters. Zij zijn het er volledig mee eens dat milieubeleid eigenlijk preventief gezondheidsbeleid is.
Ik vind het ook allemaal niet tof en niet leuk. We gaan kijken hoe we dat oplossen. Ik zal ook het geval van de brommertjes bekijken, mijnheer De Roo. Maar niets doen is geen optie. Dat geldt ook voor de bussen. De bussen niet en de mensen wel is geen optie. We zullen samenzitten om te bekijken hoe we dat gaan oplossen. Maar niets doen is in ieder geval geen optie.
De heer Bex heeft het woord.
Dank u, opnieuw, voor uw antwoord, minister. Ik wil even stilstaan bij drie toch wel kromme redeneringen van de cd&v-fractie.
De eerste betreft de ondervraging van mevrouw Schoubs in de commissie Mobiliteit. Sorry, maar de minister van Mobiliteit is politiek verantwoordelijk en heeft samen met deze meerderheid, waar u ook mee in zit, niet gezorgd voor voldoende middelen om de vergroening door te zetten. We weten van in het begin van de legislatuur dat het kostenplaatje enorm is. Wat er is bij gekomen is ‘too little, too late’.
Als u verwijst naar de uitstoot per reizigerskilometer: dat is natuurlijk waarom we met Groen zo’n harde voorstander zijn van openbaar vervoer. Op een bus zitten, met wat geluk, vijftig mensen. In een auto is dat vaak maar één persoon. Als je de kost of de uitstoot per reizigerskilometer gaat uitrekenen, moet je er natuurlijk wel bij vertellen dat die bus nog altijd veel en veel en veel meer uitstoot dan een auto. Het is dus zeker geen goed idee om niet naar bussen te kijken als het over lage-emissiezones gaat.
Tot slot, over de lage-emissiezone in Gent: de uitbreiding in Gent was niet nodig. Daar is een uitgebreide studie over gebeurd en de lokale collega’s, zowel van uw partij als de mijne, hebben samen geoordeeld niet uit te breiden. Er is beslist dat, onder meer juist omdat die vergroening van De Lijnvloot er zat aan te komen, de uitbreiding van de lage-emissiezone niet nodig was.
Dat zijn een paar dingen waar ik raar van opkijk. Waar ik u wel graag wil in steunen is de vraag om bij de aanpassing van het besluit ook te kijken naar de brommertjes. Dat is een zeer belangrijk element dat bovendien echt ruimte biedt voor mensen. Ten eerste hebben die niet zo’n lange levensduur en, ten tweede, zijn er echt al goede alternatieven op de markt. Als er echt een plek is waar we stappen vooruit kunnen zetten, zit het, minister, ook daar.
Ik was even bang toen u zei dat er geen uitzondering zou komen voor de bussen, zonder een uitzondering voor de mensen. Ik denk dat u bedoelde: voor de auto’s. Want op bussen zitten ook mensen, dat weet u ongetwijfeld even goed als ik. Ik was bang dat u zou zeggen dat u met minister Peeters zou spreken over een uitstel van alles. Maar ik ben blij dat u daarna hebt gezegd dat het belangrijk is voor de leefkwaliteit, bijvoorbeeld om astma bij jonge kinderen tegen te gaan. Dit gaat niet over cijfertjes in een tabel, dit gaat over zieke kinderen. We moeten dit absoluut handhaven. Ik ben heel blij met de duidelijkheid die u hierover vandaag hebt verschaft.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dank, minister, voor uw antwoord. Laat het duidelijk zijn dat leefmilieu ook bij ons leeft. Wij vinden dat heel belangrijk. Het gaat niet alleen over astma en kleine kinderen, het gaat ook over oudere mensen die hartinfarcten krijgen. U hebt met de dokters gepraat, minister, ze zullen gezegd hebben dat er een hele reeks kwalen en ziektes te herleiden zijn naar de slechte luchtkwaliteit. U zult me dat niet horen tegenspreken, uiteraard niet. De manier om er iets aan te doen, verschilt al wel eens. Ik wil u het voorbeeld van mijn eigen stad Leuven niet onthouden. Wij hebben bewust niet gekozen voor een LEZ-zone die al te gemakkelijk tot een melkkoe – of hoe noem je dat – kan verworden, waarbij het gewoon ‘kassakassa’ is. Wij hebben een circulatieplan gemaakt, waar heel veel kritiek op gekomen is, waardoor het aantal auto’s in de stad drastisch werd verminderd en de luchtkwaliteit dus ook drastisch is verbeterd. Dat kun je ook doen. Die LEZ-zone is niet het enige. LEZ is betalen voor de mensen en dus ook voor de bussen van De Lijn.
U zegt, minister, dat niets doen geen oplossing is. Dat is inderdaad zo, dat vinden wij ook. Wij hopen dat u het oplost in de regering en dat er niet in vakjes wordt gedacht. Ik vind dat hier heel erg in vakjes wordt gedacht. Mijn oorspronkelijke vraag die op 20 april in de commissie Mobiliteit is gekomen, was ook aan u gesteld. Ik had gehoopt dat we daarover samen een commissie konden hebben. Nu hebben we het moeten opsplitsen. Er wordt in Vlaanderen nog veel te veel in vakjes gedacht. Los het alstublieft op binnen de regering. Dank u wel.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.