Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Het zijn, voorzitter en collega’s, een aantal gedachten en bedenkingen met betrekking tot het mobiliteitsgedrag in het postcoronatijdperk. Ze komen niet uit de Libelle, maar dat is – opnieuw – een blad dat zeer veel wordt gelezen. (Opmerkingen)
Ik zit heel lang in dit vak, en er waren soms communicatieadviseurs die ons verweten dat we te weinig moeite deden om die bladen te bereiken.
Dat gezegd zijnde, minister: op dinsdag 14 maart van dit jaar was het de drukste ochtendspits van het jaar met meer dan 300 kilometer file voor Vlaanderen, en over het grondgebied van het koninkrijk, voorzitter en collega’s, bedroeg die filelengte zelfs 462 kilometer. Volgens het Verkeerscentrum was dit opvallend omdat er nauwelijks ongevallen waren, en die die er waren ook nauwelijks een rol speelden. Op 17 november van vorig jaar was de situatie vergelijkbaar met 433 kilometer file in heel België, maar ook regenweer en ook nauwelijks ongevallen.
De ochtendspitsen van dinsdag 14 maart van dit jaar en deze van 17 november vorig jaar zijn daarmee de zwaarste van de afgelopen vijftien maanden, collega’s. We zitten hiermee dus opnieuw op het peil van voor corona en dat met ondertussen ook de optie van het thuiswerk, want dat is natuurlijk voor een stuk een gamechanger die corona heeft teweeggebracht.
Algemeen is geweten dat dinsdagen en donderdagen de dagen zijn met het meeste verplaatsingen. Dat is logisch want veel mensen werken deeltijds en die nemen de dagen waarop ze niet moeten werken op maandag, woensdag en vrijdag. Het effect is dat overheden, bedrijven en organisaties hun opleidingen voorzien op dinsdagen en donderdagen, omdat de aanwezigheid op kantoor dan ook het grootst is. En dan krijg je dus een cumulatie-effect, ook op het vlak van de filelengte en de fileduur.
Het openbaar vervoer zelf is door het thuiswerk ook minder aantrekkelijk geworden. Door het feit dat mensen nu thuis kunnen werken, zijn er eigenlijk minder dagen dat men die verplaatsing moet maken, of moet men die verplaatsing minder maken tijdens de spits, en dan maakt men al eens de rekening dat men net zo goed met de wagen kan gaan. Als je alle dagen in de file staat is openbaar vervoer natuurlijk interessant, al was het maar omdat je daar misschien nog iets kunt lezen, of gewoon nog wat kunt ontspannen.
Zowel corona als de nieuwe situatie, voorzitter en collega’s, geven vooral weer dat invloed op files en mobiliteit vooral komt – en dat moeten we ook leren beseffen in nederigheid – van externe oorzaken, die dus een grotere invloed kunnen hebben dan het mobiliteitsbeleid as such. Er zijn wat dat betreft ook feitelijk grenzen aan de maakbaarheid van een samenleving, ook als het gaat over mobiliteitsverplaatsingen en de pogingen om die te sturen. We kunnen faciliterend beleid voeren, we kunnen impulsen geven, maar bijvoorbeeld dat thuiswerk was vijf jaar geleden iets wat theoretisch bestond, maar dat vandaag op heel veel plaatsen realiteit is.
Dit betekent ook dat Vlaanderen, voorzitter en collega’s, vanuit de ruime bevoegdheden die ondertussen de onze zijn, een positieve invloed kan uitoefenen, niet alleen op de organisatie van het werk van de medewerkers van onze diensten, maar ook in de private sector. Ik denk dan aan spreiding van diensten, opleidingen van administraties ook op andere dagen organiseren dan de klassieke dinsdagen en donderdagen, thuiswerk zo regelen zodat waar kan de drukke filedagen vermeden worden. Thuiswerk laat bijvoorbeeld ook toe om een deel van de dag thuis te werken, en de verplaatsing naar het werk aan te vatten buiten de klassieke ochtend- of avondspits.
Eén zaak is duidelijk geworden, collega’s. Door het ingeburgerd geraken van het thuiswerk is mobiliteit op het eerste gezicht complexer, ingewikkelder geworden, maar ook interessanter. Vooral geeft het meer mogelijkheden qua impact op het verkeersbeleid, maar ook op de files.
Vandaar de volgende reeks vragen, minister. Hoe kijkt u naar de filekarakteristieken?
Vervolgens: gaat u in overleg met uw collega-ministers om te kijken hoe andere beleidsdomeinen kunnen bijdragen aan spreiding, en dus een positieve impact kunnen hebben op mobiliteit?
Drie: gaat u in overleg met werkgeversorganisaties in verband met het inplannen en spreiden van woon-werkverkeer, en ook alles wat op het vlak van de werkorganisatie speelt, zoals bijvoorbeeld opleidingen?
En ten slotte: welke mogelijkheden ziet u om de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer te verhogen op het vlak van bijvoorbeeld een aangepast ticket- of abonnementenbeleid dat tegemoetkomt aan dat nieuwe, gewijzigde mobiliteitsgedrag?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mijnheer Keulen. We zien het continu en worden er iedere dag mee geconfronteerd: de filezwaarte is enorm toegenomen, zeker op specifieke dagen. We kunnen dat destilleren uit de cijfers van het Verkeerscentrum. We zien dat voornamelijk de klassieke spitsmomenten zwaarder zijn geworden, met de klemtoon op dinsdag en donderdag. Dat blijven de drukste filedagen. We weten dat er op de andere dagen vooral meer telewerk wordt gedaan. Ten gevolge van covid maken meer mensen daar gebruik van. De thuiswerkdagen zijn vooral maandag en vrijdag en in mindere mate woensdag. Anderzijds weten we ook dat mensen met gedeelde prestatiebreuken heel vaak de woensdag als vrije dag nemen, vandaar dat de filezwaarte vooral is toegenomen op dinsdag en donderdag. Dat is specifiek voor het autoverkeer.
Daarnaast zien we natuurlijk ook dat het vrachtverkeer al ruim twee jaar boven het gemiddelde van het aantal voertuigkilometers voor vracht van voor covid zit. Aan de ene kant is dat natuurlijk goed. Dat is een teken dat het economisch goed gaat, in een transitland als Vlaanderen. Maar natuurlijk weten we ook allemaal dat dat fileleed enorme economische kosten betekent, en ook enorme maatschappelijke kosten. Niemand staat graag stil in de file. En dus moeten we bekijken hoe we daarmee kunnen omgaan.
U vraagt of ik overleg met andere ministers om te kijken hoe we daar een positief verhaal van kunnen maken. U weet dat wij in 2021 in het kader van het Vlaamse Energie- en Klimaatplan een aantal klimaatkleppers op tafel hebben gelegd, waarbij we heel duidelijk gezegd hebben dat wij een aantal maatregelen zien om onze mobiliteit te verduurzamen en een oplossing te geven aan de congestieproblematiek. We hebben dat toen onder meer gedaan met de slimme sturende kilometerheffing en de kilometerheffing voor bestelwagens. Daar is samen met collega Diependaele een studieproject voor opgezet. Daarnaast gaan we straks, bij de aanpassing van het Vlaamse Energie- en Klimaatplan, bekijken welke bijkomende maatregelen we op tafel kunnen leggen om extra in te zetten op de file- en congestieproblematiek.
Ik wil u zeker ook meegeven dat ik vanmorgen in Laakdal was bij Heylen Warehouses. Wat die firma daar doet, is echt het toonvoorbeeld van hoe we toekomstgericht een antwoord kunnen bieden op de fileproblematiek, namelijk door te kiezen voor een toplocatie. Het adagium van de firma is heel duidelijk: locatie, locatie, locatie, met als bijkomend argument duurzaamheid. Ik vond dat een mooie boodschap. Men moet veel meer kiezen voor dat trimodale, multimodale karakter om een bedrijf te ontwikkelen.
Het was dus in Laakdal, aan het Albertkanaal. U weet dat wij volop hebben ingezet om de modal shift naar het Albertkanaal te faciliteren. Als straks, in 2023, de laatste brug verhoogd is, zal men 30 procent meer trafiek over het Albertkanaal kunnen vervoeren en zal het aandeel van de waterweg in het vrachtvervoer opgeschaald kunnen worden naar 20 procent. Dat kan op zich ook al een antwoord geven op de muur van vrachtwagens waar we op de E313 en de E314 langs rijden. Ik spreek nu een beetje voor mijn eigen regio, omdat ik die het best ken, maar ik denk dat het ook voor andere regio’s geldt.
U vraagt ook of ik in overleg ga met werkgeversorganisaties voor het beter plannen en spreiden van het woon-werkverkeer. Ik wil wat dat betreft zeker niet betuttelend overkomen bij werkgeversorganisaties. Ik denk dat werkgeversorganisaties zelf heel duidelijk weten dat die files enorme economische kosten met zich meebrengen. Zij nemen daar zelf initiatieven toe. Alleszins willen wij volop sensibiliseren, onder andere door de boodschap te geven om meer in te zetten op de fiets. Kijk ook naar ons fietsambitieplan, waarover we daarnet een heel uitgebreid debat gehad hebben. Maar we nemen ook tal van initiatieven inzake collectief vervoer. Ik denk aan het havenvervoer. Ik denk aan Max Mobiel in de haven van Gent, waar al de 3 miljoenste reservatie werd geboekt. Ik denk dat die aspecten ook allemaal meehelpen als sensibilisering en als ondersteuning, maar dat we niet zelf met concrete richtingen moeten komen.
En dan is er natuurlijk de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer. We hebben dat in april 2022 gedaan met onder andere die vijftigrittenkaart, omdat we zagen dat veel mensen afzien van het kopen van een abonnement, vanwege telewerk of onzekere situaties ingevolge covid. Die vijftigrittenkaart wordt als aantrekkelijk tariefproduct wel duidelijk als een meerwaarde beschouwd.
Het sturen van het mobiliteitsgedrag, als we naar De Lijn kijken, moeten we vooral doen door in te zetten op klantvriendelijkheid, wat ook centraal staat in ons openbaredienstencontract. Ik denk dat dat van groter belang is dan via tarieven te gaan werken. We weten ook dat sommigen continu de mond vol hebben van een verhoging van de kostendekkingsgraad en van een aanpassing van de tarieven om die kostendekkingsgraad te verhogen, maar ik denk niet dat je daarmee reizigers gaat winnen. Kortom, ik denk dat de klantentevredenheid omhoog krikken en volop werk maken van de uitrol van basisbereikbaarheid daar bijkomende elementen kunnen zijn.
Met al die maatregelen hopen we de congestieproblematiek te kunnen aanpakken.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, het is een interessant thema, omdat de oplossing waarschijnlijk in een hele rits van maatregelen zal liggen. Je krijgt dat niet opgelost met de toverstaf. Je moet dat evenmin dogmatisch bekijken, maar nieuwe evoluties en technologische ontwikkelingen kansen geven. Het verhaal van de slimme – hoor het goed, collega Bex – sturende kilometerheffing kan inderdaad een sturend element zijn. Blijf rustig zitten, collega Bex. We moeten de tijd die we nu tot aan de verkiezingen hebben, gebruiken om daar met de drie gewesten samen studiewerk rond te doen.
De ontsluiting via water en de trein is interessant, minister, maar dan op wat men industrieel of economisch gesproken de middellange afstanden noemt: 400 tot 1000 kilometer. Op de kortere afstand blijft de weg immers nog altijd de goedkoopste optie, al staat men uren in de file. Dat heb ik ondertussen door ervaring kunnen vaststellen.
Het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA) en industrieterreinen langs blauwe waterwegen, blauwe kanalen of beter gezegd levensaders van onze economie en het verhogen van de bruggen zijn ook zo’n interessant verhaal. Het deconcentreren van de overheidstewerkstelling heeft Nederland gedaan tot Heerlen toe en ook op andere plaatsen, ten eerste, vanuit een werkgelegenheidsbeleid in tijden dat er meer werkers dan jobs waren, en ten tweede, als een soort van mobiliteitsmaatregel, en, ten derde, als een kostenmaatregel. Want niets is zo duur als het huren van kantoorruimte in de hoofdstad van Europa. In Nederland kom je bijvoorbeeld alles wat met telecommunicatie of pensioendiensten te maken heeft tegen in Heerlen, in het putje van Nederlands Limburg, naar analogie met wat ik daarnet zei.
Minister, ik verwijs ook naar het populariseren van de spitsstroken, die vooral in de ochtend- en avondspits extra capaciteit creëren. Daar moet je niet dogmatisch mee omgaan. Je zou die spitsstroken kunnen gebruiken voor het openbaar vervoer. Ik kom er straks op terug bij mijn vraag over de stand van zaken en de verdere uitrol van Spartacus. Daardoor kun je doorstroming en tijdswinst genereren.
Verder blijf ik erbij dat thuiswerk nog verder kan worden gepromoot, er kan veel meer mee gebeuren. Dat idee is geen theoretisch wissewasje, ondertussen is gebleken dat het performant is en op de eerste plaats erop gericht om mensen productief te laten functioneren, maar daarnaast om tijdverlies op de wegen tegen te gaan en ook geboren vanuit een gezondheidscrisis. ‘Never waste a good crisis’, dat is daar een goed voorbeeld van.
Minister, laat duizend bloemen bloeien, laat alle opties hun kansen. Op een zeker ogenblik zult u dan met de capaciteit aan wegen meer doorstroming en minder fileleed kunnen creëren.
De heer Bex heeft het woord.
Collega Keulen, dank u wel voor de zeer boeiende vraag. Het is een belangrijk discussiepunt. Ik was aan het luisteren naar uw initiële vraagstelling en kwam tot de conclusie dat we inderdaad over veel dingen hetzelfde denken. Zo ook hierover: als je extra capaciteit op de weg creëert, komen er altijd momenten waarop die wegcapaciteit wordt benut. Gisteren hebben we in de plenaire vergadering de discussie gehad of die Brusselse ring breder moet worden. Dat lijkt mij toch een element om in gedachten te houden.
Maar er is iets dat ik niet goed begrijp. U zult het straks uitleggen. We maken een spitsstrook en die kan de hele week worden gebruikt door het openbaar vervoer, maar als het druk is, mogen de auto’s daarop rijden waardoor het openbaar vervoer op dat moment mee in de file zal komen. Ik vraag mij af hoe u dat zult oplossen. Ik kijk ernaar uit.
U deed alsof ik voor een domme kilometerheffing ben, maar ik heb nog nooit het woord ‘kilometerheffing’ uitgesproken zonder daarbij het woord ‘slim’ te zeggen.
Dat is een hele opluchting.
Ik wil u wijzen op het werk dat u nog hebt inzake de congresteksten van Open Vld. De minister werkt mee aan die teksten. Over de slimme kilometerheffing die Open Vld inderdaad wil, staat daarin dat iemand die jaarlijks 20.000 kilometer aflegt geen verschil mag voelen in de portemonnee. Dat is nu eens het voorbeeld van een domme kilometerheffing. Want er zullen mensen moeten zijn die hun gedrag aanpassen en weliswaar nog 20.000 kilometer rijden en daardoor goedkoper af zijn en er zullen mensen moeten zijn die hun gedrag niet aanpassen en nog 20.000 kilometer afleggen en dus meer moeten betalen. Dat is juist de bedoeling van een slimme kilometerheffing. Op dat vlak kunnen jullie misschien nog wat van mij leren, omgekeerd ongetwijfeld ook.
Minister, ik ben heel blij dat u die klimaatkleppers en het hele klimaatplan van de Vlaamse Regering wilt bijstellen. Minister, welke tijdslijn voorziet u daarvoor? Wordt dat dan in de brede oefening met de hele Vlaamse Regering gedaan? Wanneer zullen we daarvan de resultaten zien?
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, u zei het al: de filezwaarte is enorm toegenomen. Volgens het Federaal Planbureau zal het personenvervoer toenemen, maar de stijging zit vooral in het goederenvervoer. Daardoor moeten we inderdaad inzetten op die modal shift, ook wat betreft het goederenvervoer. U hebt daar al een groot aantal maatregelen genomen. U zei dat er een studie opgestart is rond die bestaande kilometerheffing, om die ook uit te breiden naar het licht vrachtvervoer. Nu vroeg ik mij af wanneer die studie rond die uitbreiding van de kilometerheffing precies verwacht wordt.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen, collega’s.
Mijnheer Keulen, ik denk dat we allemaal op dezelfde golflengte zitten wat dat betreft: die spitsstroken die inderdaad zorgen voor extra capaciteit specifiek als het congestiegevoelig is, als er veel file is. We zien dat het op veel plaatsen werkt. Ik ben het niet eens met de heer Bex dat dat leidt tot extra verkeer, het geïnduceerd verkeersverhaal dat u telkens brengt. Ik denk dat het juist nodig is om te zorgen voor een vlottere doorstroming en om ervoor te zorgen dat we niet nog langer in de file staan, wat nog meer economische kosten met zich meebrengt. Dat we volop werk moeten maken van vrije busbanen, zoals we met ons hoogwaardig openbaar vervoer willen uitrollen, daar ben ik dan wél weer een believer. U kunt dat ook extra capaciteit vinden en ook vinden dat dat leidt tot geïnduceerd verkeer, maar daar ben ik het niet mee eens. We moeten die vrije busbanen creëren om een vlottere doorstroming te hebben. Dat zal mensen richting dat hoogwaardig openbaar vervoer leiden. Als op die busbanen dat hoogwaardig openbaar vervoer kan rijden, en daarnaast is er een file van autoverkeer, dan zal dat mensen aantrekken richting dat openbaar vervoer. Ik geloof daar dus zeker wel in.
Wat de taxshift en de kilometerheffing betreft, zegt u dat er geen domme kilometerheffing is. Met alle respect en ik weet dat u een believer bent van SmartMove, maar ik vind de stadstol die men in Brussel wilde uitrollen alleszins geen slimme kilometerheffing. Ik vind dat inderdaad eerder een domme kilometerheffing, want men gaat daar als het ware iedereen die buiten de stad woont extra willen belasten. Bij een slimme gebiedsdekkende kilometerheffing denk ik juist aan een gedifferentieerde heffing, waarbij sommige mensen in sommige congestieloze gebieden of periodes geen heffing moeten betalen. Ik koppel dat uiteraard ook aan een taxshift, want ik wil niet dat mensen meer gaan betalen. Ik wil wel dat mensen door die heffing bewust kunnen gaan kijken. Het is een heffing op het gebruik en niet op het bezit en zij kunnen dan bewust gaan kijken wanneer ze het best wel de wagen nemen. Wanneer kost hun dat veel en wanneer kost hun dat niks? Dat is die sturende fiscaliteit waarin ik wel geloof.
Mevrouw Mertens, die studie is opgezet na het Vlaams Energie- en Klimaatplan dat we in november 2021 hebben uitgerold. Dat is samen met collega Diependaele. Ik ken vandaag niet exact de timing van wanneer we die studie moeten verwachten. (Opmerkingen van Stijn Bex)
Er zijn verschillende studies opgezet. Er is enerzijds de studie voor de uitbreiding van het zero-emissieverkeer. Er is ook gekeken of we meer differentiatie kunnen doen inzake de bestelbussen, waarbij we niet alle beroepscategorieën willen viseren, maar we e-commerce veel meer willen pushen richting zero emissie, wat voor het klimaat heel belangrijk is. Als het dan gaat over het Vlaams Energie- en Klimaatplan, mijnheer Bex, ik denk dat u weet dat wij een Vlaams, maar straks ook een federaal Energie- en Klimaatplan op tafel moeten leggen, conform de Europese doelstellingen. Ik ken daar ook niet heel exact de timing vanbuiten, maar alleszins is het daar kijken hoe we met vereende krachten de doelstellingen die vanuit Europa worden opgelegd, kunnen waarmaken. Zoals ik ook in het verleden gedaan heb, wil ik alleszins vanuit Mobiliteit daar mijn steentje toe bijdragen. Vandaar zullen we daar straks zeker een aantal maatregelen voor op tafel leggen.
De heer Keulen heeft het woord.
Het is een interessant debatje, collega’s, bedankt ook voor de insteek. Collega Bex en andere collega’s, het ideaal is de vijand van het goede. We mogen nooit vergeten, minister, dat de jongste varianten van ons autosnelwegnetwerk dateren van de jaren 80 van de vorige eeuw. We hebben sedertdien aan de bijkomende capaciteit van die autosnelwegen niks meer gedaan. We zijn pas nadien de logistieke regio Vlaanderen geworden, wat we vandaag de dag zijn en wat toch voor heel veel mensen een bron van inkomen is en heel belangrijk is voor de economische motor van ons gebied.
Die spitsstroken, het lijkt me altijd nog een gemakkelijkheidsoplossing, maar het is inderdaad een oplossing om op die pijnpunten toch te zorgen dat zaken opschieten. Want dat heb ik ook geleerd vanuit het oogpunt van het klimaat, maar ik ben daar ook nogal bewust mee bezig, goede collega Stijn Bex: wagens die in de file staan, vrachtwagens die in de file staan, dát is pas slecht voor het klimaat als het gaat over uitstoten, onderschat dat niet.
Slimme sturende kilometerheffing, ik onthoud vooral van de vrienden van Brussel dat dat meer dan 200 miljoen euro per jaar moest opbrengen en dat moest dan vooral door de Walen en de Vlamingen worden betaald. Wat dat betreft, waren we inderdaad aan de beide kanten van de taalgrens het slachtoffer. Ik denk wel, minister, ik geef u dat maar mee als tip: slimme, sturende kilometerheffing koppelen aan thuiswerk. Bijvoorbeeld dat je zegt in het verhaal van slimme, sturende kilometerheffing dat je een aantal uren thuiswerkt, van 8 uur tot 10 uur, en je begeeft je dan op de weg. Dan kun je de negatieve effecten van die slimme, sturende kilometerheffing ontwijken. Je bent intussen toch productief bezig geweest, al was het maar dat je nota’s hebt kunnen lezen of een aantal voorbereidende stukken al aan collega’s op kantoor kunt overmaken. Dat werkt natuurlijk ook niet voor iedereen. Iemand die in de fabriek werkt, heeft daar weinig aan, maar ook daar is het ideaal de vijand van het goede. Je gaat nooit iets hebben wat iedereen kan helpen.
Ik geloof nog altijd heel erg in een stimulerende fiscaliteit, dat is mijn laatste punt, collega’s. Daarmee vind ik ook wel, collega Bex, dat we ons een beetje van u onderscheiden, bij u is dat toch rapper sanctioneren. Ik vind dat als mensen iets doen wat goed is, dan moet dat mensen geld opbrengen. Niet een boete ontwijken of bestraffing ontwijken, maar dat moet profijt betekenen. Daar zou de creativiteit nog veel meer moeten kunnen spelen dan dat het vandaag de dag het geval is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.