Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, recent raakte bekend dat een school in Oostende vanaf het schooljaar 2023-2024 de opleiding Skimonitor zal aanbieden voor hun leerlingen. We weten dat er met ons klimaat iets aan de hand is, maar het gaat niet in die richting dat er meer sneeuw gaat liggen in Oostende. Maar bon, men heeft daar blijkbaar toch voor gekozen. Er ontstond eerst heel wat onduidelijkheid over de organisatie van die opleiding want in de matrix voor het secundair onderwijs – en ik ken die vrij goed – vond ik de opleiding Skimonitor in elk geval niet terug.
De matrix, collega’s, is een officiële opsomming en indeling van alle studierichtingen van het secundair onderwijs. Waarom hebben we die matrix gemaakt? Net om ervoor te zorgen dat er eenduidigheid komt in Vlaanderen. Want je mag het de creatieve Vlaamse scholen niet ontnemen dat ze in het verleden van die grote spandoeken maakten met daarop: Hier, uniek in Vlaanderen. Zo trok je leerlingen aan. Het jaar nadien deed de buurtschool opnieuw iets anders, uniek in Vlaanderen, en de strijd om de leerling werd vooral gevoerd met opleidingen die uniek waren in Vlaanderen. Meestal ging het dan ook nog om opleidingen die jonge mensen triggeren. Laat ons eerlijk zijn: welke 16-, 17-jarige zou nu niet getriggerd zijn om de opleiding Skimonitor te gaan doen?
Dat gaat eigenlijk in tegen de geest van de matrix die we hebben gemaakt. Die is er voor ouders en leerlingen, en ook voor wie adviseert, want het gaat ook over leerkrachten in de lagere graden die advies geven over welke opleidingen ze een leerling aanraden. Als scholen beginnen met opleidingen die niet in die matrix zitten en de illusie wekken dat je naast de matrix nog andere opleidingen kunt maken in het secundair onderwijs, dan maak je het wel heel moeilijk. Bovendien zullen de leerlingen die afstuderen in de richting Skimonitor geen diploma secundair onderwijs Skimonitor ontvangen. Er zal iets anders op staan. Dat maakt dat die titel op zich dan ook absoluut onder druk komt te staan.
Nader onderzoek en verdieping in de organisatie leren dat het zou gaan om een extra opleiding bovenop een studierichting die wel in de matrix voorkomt. Leerlingen die kiezen voor de opleiding Skimonitor gaan dus een gewone opleiding doen die in het secundair onderwijs wordt aangeboden, en gaan daarnaast, naast de gewone lesplanning en met bijkomende kosten, ook een opleiding tot skimonitor volgen. Maar dat is dan met een kwalificatie die buiten het onderwijs valt. Om dat te halen, gaan ze ook een studiereis doen, want in Oostende is er uiteraard onvoldoende sneeuw en onvoldoende helling, naar men mij vertelt, om daar vlot van de berg te komen.
Elke school beschikt over een aantal uren die ze vrij kan inzetten en/of aanwenden. De opleiding Skimonitor zou daarin gekaderd worden, als uitbreiding van de leerstof waarbij een externe partner een brevet aflevert na het doorlopen van de opleiding.
Ik heb hier dus, minister, toch de volgende vragen bij.
De matrix studierichtingen in het secundair onderwijs had tot doel om duidelijkheid te scheppen in zowel de benaming als de finaliteit en onderwijsvorm van alle studierichtingen die aangeboden worden in het secundair onderwijs. Als scholen zich alsnog gaan profileren met studierichtingen onder het motto ‘uniek in Vlaanderen’, ontstaat voor ouders en leerlingen, maar ook voor wie moet adviseren, alweer onduidelijkheid. Hoe kan die onduidelijkheid worden verholpen?
Zult u een oproep doen aan scholen om duidelijk te communiceren wanneer het gaat om extracurriculaire opleidingen en dat deze opleidingen buitenschools georganiseerd worden met bijhorende extra kosten voor ouders?
Kan een school werkingsmiddelen en leraarsuren aanwenden voor de organisatie van dergelijke extracurriculaire opleidingen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ja, er zijn wel wat vragen te stellen bij dat initiatief. Er is inderdaad de matrix die heel duidelijk opsomt welke mogelijkheden er zijn. In dit voorbeeld gaat het blijkbaar om een opleiding waarbij leerlingen niet alleen hier in Vlaanderen lessen volgen maar ook op stage gaan in het buitenland. De leerlingen kunnen blijkbaar de opleiding al volgen vanaf het eerste jaar van de eerste graad.
Op de website van de school is wel opgenomen dat deze opleiding georganiseerd wordt tijdens de reguliere onderwijstijd waarvoor de leerling is ingeschreven maar dat de gemiste lessen of evaluatiemomenten zullen worden ingehaald via verschillende vormen van afstandsonderwijs. U voelt daar al wel wat nattigheid.
Ik kan alvast concluderen dat het hier niet gaat om een invulling van het zogenaamde complementaire gedeelte. Je hebt inderdaad drie componenten: je hebt de basisvorming, je hebt het specifieke gedeelte en je hebt het complementaire gedeelte.
Voor die basisvorming en voor het specifiek gedeelte leggen wij minimumdoelstellingen vast. Voor het complementaire gedeelte kunnen schoolbesturen extra doelen vastleggen die inhoudelijk een verdieping of een uitbreiding zijn van die basisvorming en het specifieke gedeelte van de studierichting. Niettegenstaande ‘case closed’, pikken we wel in op de vorige vraagstelling. Die invulling van dat complementaire gedeelte kan ook een keuzemogelijkheid inhouden voor leerlingen, waarbij elkeen een keuze moet maken. Het complementair gedeelte geldt ook steeds voor de hele leerlingengroep.
Die doelen van het complementair gedeelte moeten worden gekoppeld aan officiële vakbenamingen, ook in functie van de aanstelling van het personeel. Dus de invulling van de opleiding Skimonitor beantwoordt daar niet aan. De keuze van de school voor deze opleiding lijkt niet te vallen onder de invulling van het complementair gedeelte want de leerlingen moeten gemiste lessen inhalen. Bovendien is in het schoolreglement van de school geen informatie opgenomen over deze zogenaamde opleiding.
Het is dus een extracurriculair aanbod, een eigen aanbod dat de school aan leerlingen aanbiedt. We kunnen scholen niet verbieden om zo’n aanbod te doen. Maar er moet natuurlijk wel over gewaakt worden dat dat niet vermengd wordt met het reguliere studieaanbod. In die zin is het betreurenswaardig dat de school de opleiding skimonitor tijdens de schooltijd organiseert en daardoor minstens de indruk wekt dat het om een erkend studieaanbod gaat of om een invulling van het complementair gedeelte.
U denkt: “Hoe verzint men het?”. Je kunt hier vrij snel tot het vermoeden komen dat het hier gaat om een element in een concurrentiestrijd die zich soms wel afspeelt tussen scholen. Ik heb dan even laten nagaan wat de achtergrond is. Het is moeilijk te begrijpen. Ik dacht bij Oostende en skimonitor aan waterski. Neen, het blijkt dat de school al sinds 1965 een eigen skiclub heeft. Daardoor heeft men daar heel veel materiaal en heeft men een netwerk uitgebouwd met partners in skigebieden in Oostenrijk waarbij men vervolgens afging op de interesse van leerlingen die kwamen vragen of ze ook mochten gaan skiën. Men hoorde dan van de lokale bevolking in de skigebieden dat er een tekort was aan Nederlandstalige skimonitoren en zo is men ertoe gekomen om dat te integreren in een aanbod. Tot daar de achtergrond. Ik denk dat het dan wel een beetje fout gelopen is.
Ik wijs er ook op dat als het gaat over een extracurriculair aanbod, het onderscheid duidelijk moet zijn. De vermenging van lestijden die dan kunnen worden ingehaald door afstandsonderwijs, dat kan niet. We zijn momenteel een strijd aan het voeren voor een betere onderwijskwaliteit, wij zetten in op kennis, op excelleren, op focus ten aanzien van wiskunde en Nederlands. Dan is zo’n berichtgeving redelijk nefast voor de algemene beeldvorming. Ik ga ervan uit dat, met de duiding die ik heb gegeven, dit absoluut te goeder trouw is gebeurd, maar dat belet niet dat ik aan het betrokken schoolbestuur zal vragen om het onderscheid te maken en te bewaken tussen het reguliere studieaanbod dat in de school wordt georganiseerd en de extracurriculaire opleiding Skimonitor.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk dat dat inderdaad duidelijk is. Je hebt de reguliere opleiding, en iets extracurriculair, iets daarbuiten. Ik denk dat er in heel veel scholen in Vlaanderen dingen daarbuiten gebeuren. Het gaat dan over dans, toneel, uitstappen. Dat is denk ik zeer goed, en het is ook interessant om daarnaast dingen te ontwikkelen.
Maar het kan inderdaad niet de bedoeling zijn om dergelijke extracurriculaire zaken naar voren te schuiven als een opleiding. Want het zou wel eens kunnen zijn dat je in sommige scholen, waar een heel rijke traditie in toneel is, extracurriculair een opleiding tot acteur kunt volgen. Maar dan blijkt dat je geen acteur bent, maar dat je gewoon humane wetenschappen volgt en elke woensdagnamiddag of op een aantal avonden een toneel voorbereidt, en een grote toneelvoorstelling geeft. Laat ons er inderdaad voor zorgen dat het duidelijk blijft, dat het vooral naar die leerlingen en de ouders toe duidelijk is wat er inbegrepen is en wat niet. De website staat hier voor me. Als ik als leerling zou lezen dat je internationale skimonitor wordt, de opleiding plaatsvindt in België en in het buitenland, je in Hotel Post verblijft in Elbigenalp met een volpensionformule, tijdens de schoolweken, dat ze ernaartoe gaan met eigen VTI-busjes, dan klinkt dat fantastisch. Er staat wel nergens bij hoeveel dat je kost en welke lessen je dan moet inhalen, dat vind je allemaal niet terug. En vanaf 15 jaar kun je het internationaal erkende diploma van skimonitor krijgen. Ze eindigen dan met: “Het diploma biedt kansen voor een gedroomde vakantiejob of voor, wie weet, structurele toekomstplannen als gevestigd skileraar in binnen- of buitenland.”
Ja, minister, ik weet niet wanneer u de oproep aan de betrokken school hebt gedaan, maar ik vind er op de betreffende site op dit moment nog niet heel veel van terug. En ik heb er begrip voor dat de school een traditie van extra-curriculaire activiteiten heeft. Maar ik wil toch de oproep doen om, wanneer u de signalen krijgt, daar heel duidelijk in op te treden. Ik wil u ook oproepen om in het vormgeven van de matrix duidelijk op te treden. Want ik zie opnieuw heel veel scholen waar de matrix verschijnt, maar het aso, bso, tso afvallen, of de richting Latijn-Wiskunde plots opnieuw in een balk ‘Taal en Cultuur’ komt te staan, en niet bij ‘Doorstroom’. Dat is toch allemaal jammer, dat ouders en leerlingen op die manier opnieuw onduidelijkheid krijgen.
Dank u voor uw aandacht daarvoor.
De vraag om uitleg is afgehandeld.