Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Het is een eer om mij in dit belangrijke parlementaire debat te mogen mengen met een eenvoudige vraag over energiebesparing.
Minister, de Vlaming is goed bezig. Dat blijkt toch uit de cijfers die zijn gecommuniceerd door Fluvius. Er is een flinke besparing merkbaar als het gaat over het verbruik van aardgas, met 15 procent minder verbruik in vergelijking met het jaar daarvoor. In bepaalde maanden was dat zelfs een besparing tot rond de 20 of 30 procent van het aardgasverbruik. Dat is een goede zaak voor de portemonnee en voor het klimaat. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de evolutie van de energieprijzen, maar ook met het beleid dat u hebt gevoerd door gezinnen en bedrijven aan te moedigen om in te zetten op energiebesparingen, door grote ondersteuning te bieden aan wie wil isoleren of renoveren, en zo verder.
We zien ook een daling in het elektriciteitsverbruik, zij het dat dat wat meer constant lijkt te zijn, en dat daar geen grote stappen meer worden gezet, met een klein verschil tussen de gezinnen met en zonder zonnepanelen. We kunnen dat verbruik vrij goed opvolgen dankzij de digitale meters en mijn.fluvius.be. Ondertussen zijn er bijna 2.400.000 digitale meters actief, en ondertussen zijn er 437.000 unieke gezinnen die het portaal gebruiken om hun eigen verbruik te gaan opvolgen.
Daarom heb ik een aantal vragen, minister.
Op welke manier kunnen we die structurele besparingen bij gezinnen nog meer eigen maken, en nog meer gaan verankeren? Hoe kunnen we hen daarin gaan ondersteunen?
‘Mijn Fluvius’ laat toe om dat verbruik te gaan opvolgen. Op welke manier kunnen we ervoor zorgen dat nog meer mensen dat gaan gebruiken? Op dit moment zijn er 437.000 gebruikers, maar er zijn natuurlijk nog veel meer potentiële gezinnen die op die manier hun eigen verbruik kunnen gaan opvolgen.
Waarom worden de kwartierwaarden nog niet standaard geactiveerd? Dat is niet onbelangrijk in het kader van een andere beleidsdiscussie rond energie.
Op dit moment is het portaal enkel toegankelijk via de webbrowser. Wanneer zou dat via de app kunnen? Dat zou de toegankelijkheid en het gebruiksgemak toch voor een stuk ten goede komen.
We hebben sinds vorig jaar ook de mogelijkheid om naar een maandelijkse afrekening te gaan van de energiefactuur, zonder de verplichte voorschotten dus. Dat maakt het voor gezinnen meteen op een transparante manier duidelijk wat hun inspanningen opleveren om rationeel om te gaan met energie. Op dit moment zijn het de grote spelers, met meer dan 200.000 klanten, die zulke formules moeten aanbieden. U speelde al eerder met het idee om die verplichting te gaan uitbreiden naar kleinere leveranciers. Op welke manier en wanneer zou dat gaan gebeuren? We stellen nog altijd vast dat, als we belrondes doen naar klanten van grote energieleveranciers, niet standaard wordt aangeboden wat verplicht moet worden aangeboden, namelijk die maandelijkse afrekening. Bij Luminus was dat bijvoorbeeld niet het geval wanneer wij daar even de klantendienst contacteerden. Op welke manier handhaaft u dus die verplichting om een maandelijkse afrekening aan te bieden voor energieleveranciers?
Heel veel Vlamingen hebben interesse in energiedelen. Ondertussen zijn er al meer dan duizend zulke projecten geïdentificeerd, en er zijn er nog vele andere die in voorbereiding zijn of denken om zo’n project op te zetten. Hoe lopen deze projecten? Hoe evalueert u die? Welke knelpunten ziet u rond de administratieve aanpassingen en rompslomp die bij energiedelen komt kijken? Vanuit de energieleveranciers bereikt ons het signaal dat zij geconfronteerd worden met grote administratieve kosten en lasten. Zij rekenen die door naar klanten die willen gaan energiedelen, de ene al meer dan de andere. Het staat vandaag ook in de krant dat dat flinke bedragen zijn die worden doorgerekend: tot 150 euro voor administratieve kosten bij energiedelen. De vraag is dus eigenlijk tweeërlei: Op welke manier kunnen we de bron aanpakken, namelijk het beperken van de administratieve kosten bij energiedelen? En op welke manier kunnen we ervoor zorgen dat het energiedelen niet afgeremd wordt door het te hoog doorrekenen van vermeende kosten bij energieleveranciers? Op welke manier wilt u dus optreden ten aanzien van energieleveranciers die moedwillig energiedelen lijken af te remmen?
Minister Demir heeft het woord.
Om de energiebesparing structureel te verankeren, zullen we blijven inzetten op drie pijlers: ten eerste sensibilisering, informatieverstrekking en ontzorging; ten tweede financiële ondersteuning; ten slotte de normen en verplichtingen om de woning energiezuiniger te maken.
In 2023 zal het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) verder communiceren over het belang van energiebesparing. In 2023 zal dus de focus worden gelegd op sensibilisering en informatieverstrekking, onder meer over de rol en taken van de energiehuizen, en over Mijn VerbouwPremie en Mijn VerbouwLening. Met de voorbereiding op de volgende winter zijn we volle bak bezig. Dan zijn er nog: het onderhoud van de verwarmingsinstallatie, de woningpas, de renovatieverplichting, het verduurzamen van appartementen en de update van de website www.maakjemeterslim.be.
Om effectief over te gaan tot investeringen, zal men ook in 2023 een beroep kunnen doen op de verschillende financiële tegemoetkomingen die vandaag bestaan.
Tot slot zijn er ook de normen en verplichtingen om de woningen energiezuiniger te maken: de renovatieverplichting, maar ook de visienota van 5 november 2021 inzake de bijkomende maatregelen voor het klimaat, waarbij we hebben afgesproken om een minimale labelplicht voor alle woningen in te voeren via de Vlaamse Wooncode.
Dan waren er de vragen over het portaal van Fluvius. Vandaag zien we dat bijna 15 tot 20 procent van alle digitalemeterklanten regelmatig naar mijn.fluvius.be surft. Zij kunnen er dagelijks hun verbruiksinformatie opvolgen, en dit op een eenvoudige, transparante en toegankelijke manier. Dit stelt hen in staat om desgewenst hun verbruik ook bij te sturen. Sinds maart 2021 kunnen ook energiedienstenbedrijven digitale verbruiksdata van hun klanten ophalen – uiteraard na expliciete goedkeuring van de klant. Intussen sprongen al 45 bedrijven mee op de kar. Zij bieden vandaag al een concreet online dienstenaanbod aan met energieadvies op maat.
Om nog meer klanten te overtuigen, zie ik volgende mogelijkheden. Fluvius bereidt een marketingcampagne voor met betrekking tot de diensten die worden aangeboden. Daarnaast lanceert Fluvius op korte termijn een redesign van de website en het klantenportaal.
Vandaag is er geen wettelijke basis om zonder expliciete toestemming van de klant alle kwartierwaarden uit te lezen. Dit gebeurt nu enkel op vraag van de klant.
Het Verzamelbesluit, dat op 3 februari 2023 een eerste keer principieel is goedgekeurd, voorziet om de databeheerder de verplichting op te leggen om vanaf 1 januari 2025 minstens een keer per dag de kwartierwaarden voor elektriciteit uit te lezen bij actieve afnemers met een digitale meter. Vanaf 1 januari 2026 moet Fluvius die kwartierwaarden voor elektriciteit bij alle geplaatste digitale meters uitlezen. Vandaag is er inderdaad nog geen app beschikbaar. Weliswaar focust de digitale strategie van Fluvius op ‘mobile first’, waarbij men erover waakt dat mijn.fluvius.be optimaal werkt op smartphones en tablets. Concrete plannen voor een app zijn er op dit moment nog niet, maar Fluvius monitort en analyseert het gebruik van de website continu. Als blijkt dat een app de klantbehoeften beter zou invullen dan de huidige website en ook interessant is vanuit kostenperspectief, zal Fluvius dat bekijken, zegt men ons.
Volgens de website van Luminus biedt die wel degelijk de mogelijkheid tot een maandafrekening. Je moet hiervoor contact opnemen met de klantendienst, zegt men ons.
Het is aan de VREG om de bepalingen uit het Energiedecreet en het Energiebesluit te handhaven. De VREG kan een boetebeslissing opleggen ten aanzien van een energieleverancier als zou blijken dat deze leverancier geen maandelijkse afrekening aanbiedt en hiertoe toch verplicht is. Ik denk dat de VREG dat beter ook zou doen.
Het aantal projecten stijgt inderdaad. Pas sinds begin dit jaar kunnen energiegemeenschappen volop ontwikkeld worden. Dat is een leerproces. Veel verloopt goed, maar er zijn wat aandachtpunten.
Conform de verplichting in het technisch reglement werkt Fluvius aan een rapport voor de VREG over de huidige werking van de projecten inzake energiedelen. Een knelpunt is dat de energieleveranciers zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen voor het volledige energievolume, terwijl zij maar een deel kunnen aanrekenen. Zij pleiten ervoor dat de beheerder van de energiedeelgroep zelf verantwoordelijk zou moeten worden gesteld voor het evenwicht op het net. De leverancier moet de administratieve verwerking verzorgen, wat een kostenpost genereert. Aangezien er bijkomende kosten zijn en minder opbrengsten, weerspiegelt dit zich in bijkomende kosten, die door sommige leveranciers aangerekend worden. Mijn administratie en Fluvius zoeken op een continue basis, samen met de leveranciers, naar verbeteringen, maar het volledig wegnemen van die kosten zal wellicht niet lukken, vrees ik. Vandaag is er al een geautomatiseerde uitwisseling van meetgegevens tussen Fluvius en de leveranciers. Een begeleiding van klanten en syndici kan zeker helpen. Het VEKA stelde een modelovereenkomst ter beschikking. Het VEKA zal tegen eind dit jaar een evaluatie opmaken van het kader rond energiegemeenschappen en energiedelen. Op basis daarvan zullen we lessen trekken en waar nodig bijsturen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, dank u wel voor de antwoorden. Ik begin met het laatste. Als ik het goed heb, mogen we dus twee rapporten verwachten, eentje van de VREG rond de energiegemeenschappen en eentje van het VEKA eind dit jaar. Dat is interessant. We hebben binnenkort ook de VREG te gast in deze commissie. We zullen dit punt en het punt over de handhaving van de maandelijkse afrekening zeker ook aan hen voorleggen. Er moet alles aan worden gedaan om met betrekking tot energiedelen de administratieve last voor leveranciers zo beperkt mogelijk te houden. Dat is duidelijk. Anderzijds kan ik me niet voorstellen dat de administratieve lasten en kosten zo hoog zijn als wat sommige leveranciers aanrekenen. Ik heb het gevoel dat sommige leveranciers moedwillig proberen het energiedelen tegen te gaan en daar een soort concurrentie in zien voor hun eigen zaken. Het is een defensieve strategie, die op lange termijn niet meteen lonend zal zijn. We moeten aan de VREG vragen om die kosten objectief in kaart te brengen, zodat klanten weten wat wel en niet mag worden aangerekend in dezen en het ook voor leveranciers duidelijk is dat er grenzen zijn aan de manier waarop kosten worden aangerekend.
Ik denk dat het portaal van Fluvius op zich een fantastisch instrument is. Mensen kunnen op die manier hun eigen verbruik dag op dag in de gaten houden. Dat er ondertussen 45 bedrijven diensten op enten, wijst erop dat het een heel groot potentieel heeft ten aanzien van energiebesparing maar dat het ook commercieel een groot potentieel heeft. Het is een goede zaak dat die campagne vanuit Fluvius er komt. Ik hoop dat die mee wordt ondersteund vanuit de Vlaamse overheid zodat het unisono klinkt en die campagne meer mensen kan aanzetten om op een bewustere manier om te gaan met hun energieverbruik en de diensten te gebruiken die daarrond voorhanden zijn. Als er bij de ‘redesign’ van het portaal een app kan worden gecreëerd, kan dat hoe dan ook een stap vooruit zijn, minister.
De heer Pieters heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega Bothuyne, we moeten zorgen dat we ons niet rijk rekenen, natuurlijk. Er wordt hier aangegeven dat 437.000 unieke gezinnen het portaal gebruiken. Dat is allemaal goed en wel, maar dat zijn eigenlijk degenen die daar concreet mee bezig zijn. Dat is eigenlijk een top die daarmee bezig is. Wat doen we met de 15 procent slechtste woningen waar Europa het ook over heeft en waaruit het meeste voordeel kan worden gehaald? Hoe gaan we die meekrijgen? Hoe gaat u daar in de toekomst mee om?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het kan altijd te weinig lijken, maar ik ben toch al tevreden dat een derde van de unieke gezinnen dit wel degelijk opvolgt. Als dat derde er dan ook effectief iets mee doet, dan staan we al een hele stap verder in de richting van de ideale wereld.
Er zijn uitspraken over energiedelen gedaan, ook door onze partij. Ik denk dat we hier eigenlijk een beetje vastzitten, want het gaat over prijzen, en dat is een stuk federale materie. Het gaat over consumenten. Ik weet niet of onze regulator daar alles mee zal kunnen doen, want het gaat puur over een productieprijs en niet over een regulerende distributiekostprijs. Daar vrees ik voor. Ik zou het graag hebben dat de regulator iets kan doen, maar anderzijds zitten we met een vorm van marktwerking. Dan zal die kostprijs worden doorgerekend, ik weet het niet. Maar ik ben ook wel wat ontstemd dat de leveranciers zo weigerachtig staan tegenover dit flexibele systeem.
Ik wil me bij dat laatste punt aansluiten. Of het nu federaal of Vlaams is, daar ga ik mij niet over uitspreken. Ik denk dat dat in dezen ook niet relevant is. Het is een probleem dat we allemaal onder ogen moeten zien. Minister, de vragen van collega Bothuyne zijn naar mijn mening in die zin terecht: als je rond energiedelen vaststelt dat het zo moeilijk is om dat financieel interessant te maken voor de gezinnen, op wie we eigenlijk rekenen om al die dingen te doen, dan moet dat toch te denken geven in het algemeen. We vragen van individuele consumenten, individuele gezinnen, heel veel. Er wordt heel veel gezwaaid met technologische mogelijkheden, met flexibiliteitsdiensten en noem maar op, waar we naar mijn aanvoelen vaak te veel verwachten van de individuele consumenten, die wel iets anders te doen hebben dan zich elke dag bezig te houden met het opvolgen van hun kwartierwaarden. Meestal hebben die mensen een job en een hobby, die hun gegund is, trouwens. Maar als blijkt dat er bijkomende kosten zijn voor dingen die maatschappelijk relevant en nuttig zijn, dan moeten we ons daar toch vragen bij stellen en moeten we manieren zoeken om die kosten eruit te halen, anders zal het gewoon niet gebeuren. Als de hele oefening alleen maar een bijkomende kostenpost en een bijkomende last voor de gezinnen is, dan zal het voordeel heel snel tenietgaan ten overstaan van die bijkomende miserie. Dan moeten we er gewoon niet op rekenen dat mensen dat gaan doen. Het is een algemene oproep. Wat er vandaag in de krant staat over energiedelen, is toch wel een wake-upcall. Op die manier zal het niet gaan.
Minister Demir heeft het woord.
Akkoord wat die hoge kosten voor energiegemeenschappen betreft. Dat zal een rem geven bij heel veel mensen. Dat is ook logisch. Daarom zullen we aan de VREG vragen – misschien is het ondertussen al gebeurd – om dat eens goed in beeld te brengen. Wijzelf zijn de oefening aan het maken van wat we daaraan kunnen doen en welke kosten eventueel op een andere manier kunnen. Het onderzoek loopt.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik ben blij met de eensgezinde reacties en de actiebereidheid van de minister. Wordt vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.