Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over een petitie van journalisten van de VRT-nieuwsdienst met betrekking tot de moeilijke werkomstandigheden op de online redactie
Verslag
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, u hebt het vorige week ongetwijfeld ook gelezen. In De Morgen lazen we woensdagavond dat er meer dan zeventig redacteurs, journalisten en eindredacteurs van de VRT-nieuwsdienst een petitie hebben getekend waarin ze – en ik citeer – “het toxisch klimaat en de werkomstandigheden aanklagen” op de online nieuwsdienst van de VRT. Ze geven aan – en ik citeer opnieuw – “dat ze angstig, teleurgesteld en huiverig zijn.” Dat is een zeer zware terminologie voor een online nieuwsdienst van een openbare omroep. Volgens de ondertekenaars is er ook een totaal gebrek aan overleg, inspraak en visie.
Naast de medewerkers van de online nieuwsdienst – en dat is toch wel opvallend – zijn er ook een aantal bekende schermgezichten die de petitie hebben getekend. Dat kan als signaal wel tellen.
Het gevolg is schrijnend: vijf van de zeven eindredacteurs en de chef online zitten momenteel verplicht thuis voor onbepaalde tijd voor wat men dan eufemistisch een afkoelingsperiode noemt. Ze worden, op hun beurt, schijnbaar vervangen door jonge, onervaren collega’s die vervolgens aan hun lot worden overgelaten. Dat zorgt op de redactie voor heel wat verwarring en chaos.
Als we de persberichten daarover mogen geloven, dan blijkt dat die problemen allesbehalve nieuw zijn. Naar wat wij vernemen zou er al zes maanden vruchteloos een externe bemiddelaar aan het werk zijn om de partijen te verzoenen, maar zonder wezenlijk resultaat. In de pers verklaarde een ingewijde – en ik citeer opnieuw – dat “de hoofdredactie de voeling met de vloer totaal kwijt is”.
Dat zijn allemaal heel onrustwekkende signalen die ons als mediacommissie toch wel zorgen moeten baren. Bovendien, en dat is toch ook wel pertinent, is het zo dat de beheersovereenkomst aangeeft dat de VRT mensen sterker moet maken door aandacht te hebben voor hun persoonlijk welzijn en ontwikkeling. Maar uit wat wij begrijpen uit de persberichten is dat enkel voor de galerie en past men dat niet zelf toe in het eigen personeelsbeleid. Vandaar heb ik de volgende vragen voor u, minister.
Kunt u de berichten hieromtrent al dan niet bevestigen en toelichten?
Welke stappen onderneemt u om het VRT-management te wijzen op hun verplichtingen inzake mentaal welzijn op het werk?
Welke initiatieven onderneemt u in het kader van voorliggende casus en problematiek?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Zeventig journalisten en eindredacteurs – dat is niet niets – van de VRT-nieuwsdienst hebben een petitie ondertekend waarin ze de werkomstandigheden bij VRT NWS, met name bij de online poot van de nieuwsdienst, te berde brengen. De petitie werd twee weken geleden aan de redactieraad en de hoofdredactie overhandigd. In de petitie spreken ze over collega’s die aan hun lot worden overgelaten en nergens terechtkunnen. Het zou gaan over de haperende communicatie en het gebrek aan daadkracht bij de hoofdredactie van de online dienst die te weinig zou doen om de problemen op te lossen. De ondertekenaars vragen zich af of dit de manier zal zijn waarop er in de toekomst met mentaal welzijn en veiligheid op het werk zal worden omgegaan. Ik heb de volgende vragen, minister.
Had u al eerder weet van deze interne problemen bij de redactie van VRT NWS online?
Was u op de hoogte van de petitie?
Welke eventuele stappen wilt u zetten om dit te bespreken met de directie van de VRT?
Acht u het nodig en nuttig dat er een algemeen onderzoek zou gebeuren naar het mentaal welzijn en veiligheid op het werk bij de hele VRT, in nasleep van de petitie van de medewerkers van de nieuwsdienst, en natuurlijk ook in het licht van de besparingen?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s Segers en Slootmans, mijn kabinet is inderdaad op de hoogte gebracht van de problemen bij VRT NWS. De VRT heeft eveneens het traject toegelicht dat tot nu toe werd doorlopen. Ik zal even een oplijsting geven van de stappen die zij gezet hebben. Naar aanleiding van het genoemde conflict op de redactie is eind september een eerste vertrouwensgesprek met de Adviseur Psychosociaal Welzijn gevoerd. Na enkele weken van verdere gesprekken werd ervoor gekozen een externe procesbegeleider in te zetten. Dat gebeurde trouwens met goedkeuring van de betrokkenen.
Die procesbegeleiding, waarbij ook een bemiddeling zat, vond plaats tussen begin november en eind februari. Jammer genoeg werd dit traject niet succesvol afgerond. De hoofdredactie heeft daarop overleg gevoerd met collega’s van de directie Talent & Organisatie en de dienst Welzijn. Nadien zijn een aantal collega’s van de onlineredactie op non-actief geplaatst. Die mensen worden ook individueel bijgestaan. Zij zullen, na een rustperiode, gecoacht en geholpen worden. Daarna kan bekeken worden op basis van welke afspraken ze naar de werkvloer kunnen terugkeren.
Er werd mij ook gemeld dat de chef nieuwsdienst online op dit moment tijdelijk vervangen wordt om de rust te doen weerkeren. Het gaat hier, ten gronde, over een interne aangelegenheid die de VRT moet aanpakken. Het spreekt voor zich dat ik daar als minister van Media geen zeggenschap over heb. Het komt de VRT toe om het management intern op een efficiënte manier te voeren met respect voor alle medewerkers en te zorgen dat die werkomgeving ook goed functioneert. Ik reken er ook op dat ze daar ook het nodige voor doen om dit soort situaties in de toekomst te vermijden.
Het komt ook de openbare omroep toe om een gepast welzijnsbeleid te voeren voor haar medewerkers. Bij de VRT wordt op regelmatige basis een welzijnsbevraging georganiseerd, de laatste keer in het voorjaar van 2022. Die bevraging ligt aan de basis van het welzijnsbeleid dat gevoerd wordt. Ik denk dat er in die zin ook geen nood is aan bijkomend onderzoek. De welzijnsthema’s waarop de VRT moet werken zijn in kaart gebracht en werden vertaald naar een welzijnsbeleid dat uitgevoerd en opgevolgd wordt. Ik denk dat er op dit vlak geen bijsturing nodig is. Het management moet wel ervoor zorgen dat dit soort toestanden in de toekomst niet meer voorkomen.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat u aangeeft dat dit een interne aangelegenheid is waarbij er geen nood is aan de tussenkomst van een minister. Er is geen nood aan een visie, aan een mening hieromtrent, maar zoals de voorzitter van uw eigen coalitiegenoot zo vaak zegt, is het natuurlijk zo dat de vis rot is aan de kop. Als een dermate grote groep – zeventig redacteurs, eindredacteurs, de chef online – aangeeft dat men huiverig, angstig is, dat er een toxisch klimaat heerst, dat 70 procent van de eindredacteurs thuis zit om af te koelen, denk ik – maar dat zal wel een persoonlijke appreciatie zijn – dat bij een minister die voogdijminister is van de VRT alle alarmsignalen zouden moeten afgaan. Ik begrijp uit uw reactie dat dat echter niet het geval is. U neemt een afwachtende houding aan maar, met alle respect, dit lijkt me niet meteen het signaal waarop de VRT met haar medewerkers aan het wachten is. Wat dat betreft, lijkt me toch enige actie van u of op zijn minst een signaal naar die medewerkers een absolute must. Dat is mijn eerste pertinente vraag. Ik denk dat men daar op de redactievloer inderdaad op aan het wachten is.
Bijkomend blijkt een van de zeer concrete frustraties bij de VRT-medewerkers het nieuwe functieclassificatiesysteem, dat sinds 1 januari van kracht is, te zijn. Daarbij wegen individuele prestaties veel zwaarder door dan de collectieve waardoor gezamenlijk teamwork eigenlijk wordt ontmoedigd. Ik had daarbij graag vernomen of u hier meer toelichting bij kunt geven, of dat klopt, wat uw visie is omtrent dat nieuw functieclassificatiesysteem en of u het noodzakelijk acht dat daar bijsturing noodzakelijk is.
Ten tweede, wij vernemen over de preventiedienst die normaal het welzijn op de redactievloer van de VRT zou moeten waarborgen, dat die momenteel door heel wat medewerkers – ik weet niet of het terecht of onterecht is – wordt aanzien als een kliklijn naar de redactie omdat men gewoon schrik heeft voor represailles. Dat kan natuurlijk niet het doel zijn van een dienst die het welzijn op de werkvloer zou moeten garanderen. Ook daar lijkt het me noodzakelijk dat u als voogdijminister uitspit wat daar van aan is en of de afgesproken codes en de charters hieromtrent worden nageleefd. We weten dat de VRT zeer goed is in het opstellen van charters en codes maar dat ze altijd de slechtste leerling is in het nakomen daarvan. U moet Audit Vlaanderen daar maar eens over bevragen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. De terughoudendheid die de collega van Vlaams Belang u verwijt, vind ik de goede houding. In die zin dat zulke situaties nooit goed zijn, zeker niet als het gaat over de VRT, die op alle vlakken een voorbeeldfunctie heeft te vervullen. Als dergelijke zaken naar buiten komen, is dat nooit goed voor de openbare omroep.
Ikzelf heb de vraag ingediend vanuit een ongerustheid, omdat ik natuurlijk altijd direct de link zie met besparingen, interne druk die verhoogt … Ja, u schudt met uw hoofd, het was daarom dat ik de vraag stel: heeft dat ermee te maken? Uit uw antwoord en uit bijkomende informatie begrijp ik dat dat er niet per se mee te maken heeft, maar u begrijpt dat ik die vraag zeker en vast vanuit die insteek stel. De VRT heeft voldoende tools, processen en codes in handen om dit probleem op te lossen, denk ik.
U zegt dat er geen bijkomend onderzoek komt, want er is al een welzijnsonderzoek geweest, er is welzijnsbeleid. Dat is belangrijk voor de VRT, dat toont deze situatie des te meer aan. Belangrijk voor de werknemers van de VRT, maar ook voor de Vlaming als nieuwsconsument. De Digimetercijfers tonen dat het nieuws ons steeds meer online bereikt, en dus is inzetten op een sterke, krachtige onlineredactie van wezenlijk belang, en die redactie moet zo goed mogelijk geleid worden. Ik begrijp uit uw antwoord dat die chef wordt vervangen. Hopelijk kan dat de rust terugbrengen.
Maar misschien toch nog één bijkomende vraag en die gaat precies over die functieclassificatie waaraan de loonschalen gekoppeld zijn. De intentie daarvan is, denk ik, zeer goed: proberen de koterijen weg te werken. De VRT is een huis met vele kamers, waar heel veel mensen stelsels hebben, bijkomende voordelen en zo verder. Wij hebben dat ook gezien met de overdracht van de ‘Thuis’-ploeg naar de privépartner Eyeworks: ook daar bleek iedereen een ander contract te hebben en bijkomende voordelen. Het is absoluut goed dat de VRT zegt dat ze dat eens helder en transparant wil maken. Zorgen dat dat voor iedereen goed is en dat dat voor iedereen geldt, zodat die na-ijver …, dat is absoluut goed. Maar ik hoor toch ook wel langs verschillende kanten dat dat nu op dit moment – met dat voorstel dat voorligt – nog niet goed genoeg is, niet tot ieders tevredenheid. Het zou goed zijn als u daar ook kunt aangeven hoever het daarmee staat en wanneer men dat gaat kunnen afkloppen tot ieders tevredenheid.
Ik zit met een dilemma, minister, en ik kijk even naar de heer Meremans. Ik heb een vraag om uitleg ingediend naar aanleiding van de stakingsdag van morgen en de deelname van de VRT. Ik heb in de loop van dit debat een aantal elementen gehoord die niet in de originele vraag stonden, maar die wel in het verdere debat zijn uitgepuurd. Ik kan mijn vraag aanhouden, maar dan gaat het volgende week ongetwijfeld zijn dat we het daar vorige week over gehad hebben. En eigenlijk kan ik niet volwaardig aansluiten, want mijn vraag is ingediend voor volgende week, omdat de staking pas morgen is.
Ik ga nu aansluiten bij dit debat. Ik denk dat ik voor de aspecten die niet aan bod zijn gekomen, even met collega Meremans moet kijken of ik die aanhoud voor een mondelinge, dan wel schriftelijke vraag. Want u moet oordelen over mijn vraag in afwezigheid van een voorzitter, ik mag mezelf niet beoordelen. Dus daar moeten we het straks even over hebben.
Maar dan ga ik nu toch wel aansluiten, omdat een aantal aspecten van de vraag voor volgende week nu eigenlijk al in het debat zitten. De vraag vertrekt vanuit de deelname aan de staking van morgen, en dit incident bij VRT NWS, dat toch wel over zeventig mensen gaat en niet licht te nemen is, dit is op zich al een kmo. Als men daarvan zegt dat de leiding het niet goed aanpakt, het personeel lijdt qua werkbaar werk, meestal is het dan de leidinggevende die vervangen wordt. Dit is toch wel een stevig incident. De vraag over overleg met de directie is er eentje die zich wel pertinent stelt. Daarna kunnen er in overleg met u stappen gezet worden rond de werkwijze en de training: ‘train the trainers’ richting werkbaar werk.
Ik heb u horen reageren op de vraag of het te maken heeft met het financieel kader, een bezorgdheid die we wel meermaals hebben geuit, waar ook onze fractie meermaals heeft gezegd dat het wel heel moeilijk wordt. Ik heb uw non-verbale reactie gezien, maar op welke manier, met welke stappen wilt u dat mentale welzijn bewaken binnen het huidige toegekende financiële kader?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me excuseren dat ik iets later was, en dus de antwoorden niet heb gehoord. Maar ik hoorde u net zeggen dat u benieuwd bent of er morgen ook door de VRT gestaakt zal worden. Ik heb geen idee.
Het is zo. Ze gaan deelnemen.
Ja, en dat wilde ik zeggen. U moet mijn schriftelijke vragen daarover maar eens nalezen. Ik heb daar een aantal schriftelijke vragen over gesteld, en die stakingsbereidheid is echt aan het afnemen. De laatste keer ging dat echt over heel weinig mensen. Ik heb op een bepaald moment op een vraag het antwoord gekregen dat er twee mensen mee hadden gestaakt. Misschien is het morgen meer. We zullen zien. We moeten ze ook niet uitdagen, natuurlijk. Maar omdat u zich daar zoveel zorgen over maakt: ik zou mij daar niet te veel zorgen over maken.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u, collega’s, voor de extra vragen en reacties. Misschien beginnen met de vraag of er een verband is met het transformatieplan van de VRT en de daarin opgenomen besparingen. Ik kan wel duidelijk zeggen dat dat niet het geval is. Het spreekt voor zich dat een transformatieplan doorvoeren zorgt voor wat onzekerheid, of ook voor moeilijkheden in de transitie, maar zoals ik het heb begrepen staat de huidige problematiek daar wat los van. Overigens: in de digitale strategie die de VRT hanteert, en die de basis vormt van het transformatieprogramma, is het wel logisch dat er op de onlineredactie eerder geïnvesteerd dan bespaard wordt. Ik denk dat dat ook duidelijk illustreert dat dat niet de basis is.
Twee: er zijn me verschillende vragen gesteld over wat ik kan doen ten aanzien van die redactie. Moet ik ingrijpen of een krachtig signaal geven? Het enige wat ik kan zeggen, is dat ik uiteraard wens dat het beheer binnen de VRT op een goede manier wordt gevoerd, op een efficiënte manier, en op een manier waarop de mensen in optimale omstandigheden kunnen werken. Meer dan dat kan ik eigenlijk niet zeggen.
Ik zou kunnen beginnen uitzoeken wie de verantwoordelijkheid heeft voor dit soort situaties, en dan beginnen zeggen wie of wat er ontslagen moet worden, geëvalueerd moet worden, gepromoveerd moet worden, en dergelijke meer. Dat is net niet mijn taak, niet in dit soort conflicten, ook niet op andere momenten. Dat zou niet gezond zijn. Het feit dat het hier gaat om een nv van publiek recht met een autonoom beheer, verplicht me eigenlijk om dat net niet te doen. Ik denk dat dat geen gezonde situatie zou zijn.
Wel hebben we natuurlijk een duidelijk signaal gegeven aan de VRT-directie, dat wij ook bezorgd zijn over deze situatie, en dat we net zoals zij wensen dat dit zo snel mogelijk wordt rechtgetrokken.
Wat het functieclassificatiesysteem betreft, daar heb ik hier geen extra informatie over. Dat is toegelicht aan mijn kabinet. Ik heb ook begrepen dat het geïmplementeerd wordt op dit moment. Maar de voor- en nadelen van dat nieuwe systeem zijn misschien wat moeilijk om te evalueren. Ook dat is uiteraard een beslissing die de VRT volledig zelf kan nemen. Ze zijn zelfs niet verplicht om dat met mij te bespreken, maar ze hebben het wel kort toegelicht aan mijn kabinet.
Laatste punt. Naast het welbevinden van de medewerkers, is het belangrijkste natuurlijk het product. Op dat vlak moet ik toch wel vaststellen dat de online redactie van de VRT, ondanks deze zeer moeilijke situatie, blijft functioneren voor diegenen die VRT NWS volgen, op de website of op de applicatie. Die kunnen vaststellen dat er nog altijd op een hoogstaand en kwaliteitsvol niveau nieuws wordt gemaakt, en dat men het nog altijd tijdig kan doen. Dus op dat vlak wens ik zeker mijn oprechte appreciatie uit te drukken voor het werk dat in moeilijke omstandigheden door die redactie gedaan wordt.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, ik begrijp opnieuw uit uw antwoord dat u vooral een afwachtende houding aanneemt. Buiten het feit dat u veel wenst en hoopt, neemt u eerder een afwachtende houding aan en stelt u veel vertrouwen in het VRT-management om volgende week waarschijnlijk opnieuw tot de conclusie te komen dat ze dat vertrouwen niet waard zijn. Ik zou in dat kader nogmaals – ik doe dat bijna wekelijks – willen beklemtonen dat u een zeer nuttig instrument hebt in de beheersovereenkomst, namelijk het sanctioneringsinstrument. U kunt dat wel degelijk rigoureus gebruiken om de verplichtingen die in de beheersovereenkomst staan af te dwingen. Ik roep u op om dat kordaat te doen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel. Minister, u bent affirmatief dat er geen link is tussen de besparingen enerzijds en de onrust en de spanningen binnen de VRT anderzijds, ondanks de vele miljoenen besparingen. Er zijn nog maar net vijftig mensen afgevloeid en er moeten nog mensen gaan. Ook dat mogen we niet vergeten. Er is nog heel wat onrust bij mensen wie het zwaard van Damocles mogelijk boven het hoofd hangt.
U bent affirmatief dat er geen link is. Ik geloof u graag, maar ik twijfel. Het kan zijn dat dit losstaand incident daar in eerste instantie niets mee te maken heeft, maar ook al blijft dit ervan losstaan, er is geen twijfel dat die impact er wel is, getuige het feit dat de VRT morgen deelneemt aan de stakingen.
Mijn oproep zou zijn, minister, dat u er samen met de VRT nauw op toekijkt dat de impact van de besparingen en de afvloeiingen er niet voor zorgt dat er nog meer mensen, de vele talenten binnen de VRT, uitvallen of dat er een braindrain zou ontstaan en dat de toptalenten zouden weggaan. Dat moeten we te allen tijde vermijden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.