Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, zoals u ongetwijfeld weet raakte enkele weken geleden, begin vorige maand, het nieuws bekend dat niemand minder dan voorzitter van RSC Anderlecht Wouter Vandenhaute via een naamloze managementvennootschap zeer zwaar factureerde aan zijn eigen club, RSC Anderlecht. Dat is op zich een feit waar wij als parlement absoluut geen zaken mee hebben, ware het niet dat ook VRT-sportanker Catherine Van Eylen medezaakvoerder blijkt te zijn van die naamloze vennootschap, wat toch op zijn minst enkele zeer pertinente vragen oproept.
De vraag rijst namelijk of een sportjournaliste of een sportanker objectief en neutraal haar werk kan doen, als een van haar eigen vennootschappen zeer grote bedragen factureert aan een voetbalclub waarover zij geacht wordt neutraal en objectief te berichten. Bijkomend rijst natuurlijk de vraag of het überhaupt geoorloofd is dat er massieve financiële stromen bestaan tussen een sportanker en een van de grootste voetbalclubs van het land.
Het lijken op zich retorische vragen, of dat zouden ze alleszins moeten zijn, maar dat blijken ze dus niet. Want de VRT zegt in een officiële reactie van woordvoerder Jan Sulmont – ik citeer hem: “Er is geen deontologische grens overschreden.” En hij vervolgt: “Zodra de echtgenoot van Catherine, zijnde Wouter Vandenhaute, een rol opnam bij Anderlecht, heeft zij dit gemeld. Haar af en toe vervangen is afdoende om de door de VRT vereiste onpartijdigheid te verzekeren.”
Maar wat bleek nadien? Van Eylen had inderdaad in 2020 weliswaar gemeld – voor zover ze dat bij de VRT nog niet wisten – dat haar man bestuurder werd bij Anderlecht, maar zij had niet gemeld dat ook zij medezaakvoerder, medebestuurder was van die vennootschap waarmee zij dus zwaar factureerde aan de club, wat toch geen onbelangrijk detail is.
In tegenstelling tot de deontologische adviesraad van de VRT, die blijkbaar geen graten zag in deze constructie, is er volgens de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) wel degelijk een manifest deontologisch probleem. Ik citeer Paul Deltour van de VVJ: “Waarschijnlijk zal de VRT ook nu beweren dat Van Eylen geen journaliste is, waardoor ze niet onderworpen is aan beroepsethische regels. Waar eindigt dit op den duur?”
Waar eindigt dit op den duur, minister? In De Standaard stelde de VVJ bovendien dat ze zich zeer grote zorgen maken over de grijze zone, de steeds groter wordende grijze zone tussen commercie en journalistiek.
Feit is, minister, dat deze zaak opnieuw een toch zeer grote mokerslag is voor de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de VRT, zoals nochtans gegarandeerd is in de beheersovereenkomst. Daarin lezen wij onder meer, en ik citeer: “dat de VRT de hoogste standaarden hanteert inzake integriteit, beroepsethiek, deontologie en het grootste belang hecht aan betrouwbaarheid, geloofwaardigheid en onpartijdigheid.” Maar bon, als wij dan naar de feiten kijken, stellen wij vast dat die standaarden bijzonder relatief worden geïnterpreteerd aan de Reyerslaan.
Daarom heb ik volgende vragen, minister.
Kunt u bevestigen dat er inderdaad een formeel advies overgemaakt is inzake deze casus van de deontologische adviesraad aan de hoofdredactie, en wat was de inhoud daar dan van?
Twee, bent u van mening dat de VRT in deze zaak inderdaad, zoals zij zich daar in de beheersovereenkomst toe verbindt, de hoogste standaarden hanteert inzake integriteit, beroepsethiek en deontologie? En zo nee, welke stappen onderneemt u dan om die verbintenissen af te dwingen?
En drie, is de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) in het kader van zijn toezichtsfunctie op de naleving van de beheersovereenkomst bezig met een onderzoek ter zake, eventueel ambtshalve? Zo ja, is daar reeds een uitspraak en wat is daar dan de inhoud van? En wat is eventueel de daaraan gekoppelde sanctie?
Minister Dalle heeft het woord.
Toen in mei 2020 bekend raakte dat Wouter Vandenhaute voorzitter werd van Anderlecht, heeft de hoofdredactie van de VRT effectief een advies gevraagd aan de deontologische adviesraad van VRT NWS.
De adviesraad stelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de persoonlijke integriteit van Catherine Van Eylen. De deontologische adviesraad adviseerde wel om mevrouw Van Eylen geen items meer te laten aankondigen die gaan over het beleid van RSC Anderlecht, dit om elke schijn van partijdigheid te vermijden. Dat is sindsdien ook consequent zo toegepast, zo bevestigt de VRT mij.
Na het artikel in Humo heeft mevrouw Van Eylen beslist om haar rol bij de betrokken nv te herbekijken, opnieuw om elke mogelijke perceptie van partijdigheid uit te sluiten.
Wat de bepalingen betreft in de beheersovereenkomst rond integriteit, deontologie en beroepsethiek kan bevestigd worden — zo bevestigt de VRT mij alvast – dat dit niet geschonden is door dit voorval. Qua deontologie is er het advies van 2020 en de acties die daaruit volgden. Bovendien zijn er het redactiestatuut van de VRT en de Code voor de Raad voor de Journalistiek die waarborgen bieden voor journalistieke onafhankelijkheid.
De VVJ laat weten dat ze het niet als haar taak ziet om een klacht in te dienen bij de Raad voor de Journalistiek, maar dat het aan de VRT is om dit verder intern te bekijken. Ik ben dezelfde mening toegedaan. Ik denk dat de VRT erover moet waken dat er niet alleen geen enkele schijn van partijdigheid is, maar uiteraard ook dat er zich op het terrein, in de realiteit geen problemen voordoen.
Dan tot slot, wat de VRM betreft: de algemene kamer van de VRM is belast, zoals u weet, met het toezicht op het naleven van de beheersovereenkomst door de VRT en rapporteert daarover jaarlijks ook aan het Vlaams Parlement, aan deze commissie en aan de regering. De VRM is echter niet bevoegd om sancties op te leggen voor inbreuken op de beheersovereenkomst. Enkel wanneer die zouden ingaan tegen het Mediadecreet is de VRM ook bevoegd om op te treden. De VRM heeft me ook laten weten dat er geen onderzoek gestart is naar aanleiding van deze casus.
De heer Slootmans heeft het woord.
Dank u minister. Uw antwoord heeft mij niet veel wijzer gemaakt dan de krantenartikels die we daar al over hebben gelezen. Opnieuw, ook hier in dit dossier, neemt u geen initiatieven, wat de geloofwaardigheid van de VRT toch niet bepaald ten goede komt. Want men kan natuurlijk allerlei verbintenissen aangaan in beheersovereenkomsten en charters en men kan die neerpennen, maar als dat allemaal theorie blijft, als men ze niet nakomt, dan toont men eigenlijk aan dat dat niet meer is dan een vodje papier.
Men geeft aan dat men de hoogste standaarden hanteert inzake integriteit en inzake deontologie, maar ondertussen vindt men het volstrekt normaal dat er financieringsstromen van 500.000 euro verlopen van journalisten, van sportankers naar sportclubs, of eerder omgekeerd, dat daar facturaties gebeuren van sportankers naar een van de grootste voetbalclubs van het land. En ondertussen zegt dat men de hoogste standaarden hanteert inzake integriteit en inzake deontologie. Mijn mond valt daar eerlijk gezegd van open.
Nu, we begrijpen van de VRT dat zij zeggen dat men haar rol zal herbekijken. Dat is het kluitje waar we vandaag eigenlijk mee in het riet worden gestuurd. Daarmee moeten we het doen. Dat is ondertussen alweer een maand geleden, en zoals altijd bij de VRT weten we dat ze dat gewoon gaan laten rotten om het vervolgens galant onder de mat te vegen. Dat is een garantie die ik u nu al geef.
Maar ik zou nog een element willen toevoegen dat u zelf ook al aanhaalde, en dat is het redactiestatuut. Dat redactiestatuut heeft ook betrekking op de sportredactie en stelt het volgende: “Het redactiestatuut heeft specifiek tot doel een omgeving te scheppen waarbinnen de journalisten professioneel en met eerbied voor de deontologische code, hun taak kunnen uitoefenen met de gangbare waarborgen voor het redactioneel onafhankelijk opereren, los van commerciële, politieke, particuliere en groepsbelangen.” Onafhankelijk opereren van commerciële belangen. Nu, een half miljoen euro per jaar dat lijkt mij wel degelijk een massief commercieel belang te zijn.
Ik verneem dan ook graag van u, minister, of u inderdaad van oordeel is dat de VRT haar eigen verbintenissen inzake deontologie en redactiestatuut niet overschrijdt wanneer zij de situatie blauwblauw laat. U bent tot nader order nog altijd voogdijminister. Men is met u een contract aangegaan, het is ook aan u om dat contract te doen naleven.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil heel even aansluiten, heel kort. Eén: ik ben blij uit uw antwoord te vernemen dat de VRT proactief, nog voor de zaak in het nieuws was, de zaak heeft bekeken. De procedures hebben daar gewerkt. Ze hebben op dat moment geen graten gezien. Twee: naar aanleiding van de commotie is het ook positief dat beslist is dat haar rol in die onderneming herbekeken ging worden, naar een passieve rol, of eruit, of wat dan ook. Ik hoop ook dat dat wel degelijke tot stappen leidt. Drie: ik denk ook wel dat dit soort gevallen een aanleiding kan zijn voor de VRT om toch nog eens scherper te kijken naar deontologische codes, en te kijken waar die eventueel aangescherpt moeten worden.
Voor de rest gaat dit voor mij over een superprofessionele vrouw met heel wat op haar palmares, en verdient ze dit als professional niet.
Minister Dalle heeft het woord.
Om te beginnen, collega Slootmans: de toepassing van het redactiestatuut en de controle of aan de voorwaarden van het redactiestatuut is voldaan, is uiteraard – en gelukkig maar – geen taak van de politiek, en geen taak van de minister van Media. Als we het daar niet over eens zijn, dan moet u het mij maar eens duidelijk aangeven. Op dat vlak denk ik dat het duidelijk moet zijn: dit is niet de rol van de politiek. Dit is de rol van de publieke omroep zelf, van de redactieraad desgevallend. Dat is een eerste punt.
Tweede punt: ik wens u ook wel eens te vragen of u van oordeel bent dat, in de feiten, in de berichtgeving, in de wijze waarop ze haar job uitvoert, mevrouw Van Eylen haar onpartijdigheid en onafhankelijkheid geschonden heeft. Zijn er voorvallen waarvan u zegt dat mevrouw Van Eylen in een bericht, in een verslag, in een interview, door haar betrokkenheid bij haar man, of bij een nv, bij RSC Anderlecht, op een niet-objectieve manier geoordeeld heeft, of haar job niet op een correcte manier gedaan heeft?
Want eerlijk gezegd ben ik dit soort van verdachtmakingen een beetje beu. Omdat iemand op die manier betrokken is, omdat ze partner is van iemand die in de sportwereld betrokken is, zou ze dat niet op een correcte manier doen. Ik kan alleen vaststellen dat de VRT van in het begin heeft gezegd dat ze dat grondig ging opvolgen. Er komt een advies van de redactieraad, en er komen ook concrete maatregelen. Niet omdat men van oordeel is dat mevrouw Van Eylen niet onpartijdig kan zijn, maar wel om alle schijn van onpartijdigheid uit te sluiten. Ik vind dat men daar zeer ver in gaat, misschien terecht, maar men heeft het gedaan.
Er is mij geen enkel geval bekend van berichtgeving over RSC Anderlecht, of betrokkenheid bij RSC Anderlecht, waar dit tot problemen heeft geleid. U kunt komen met allerhande abstracte gevallen en allerhande observaties over deze situatie, maar het gaat uiteindelijk over de berichtgeving op de publieke omroep, die van topkwaliteit moet zijn. En daar heb ik geen enkele reden om aan te nemen dat dat niet het geval zou zijn.
De heer Slootmans heeft het woord.
Ik haal nog een aantal elementen aan wat dat redactiestatuut betreft. U bent nog altijd minister van Media, dus ik neem aan dat u daar ook wel een mening over hebt. Als men inderdaad zegt dat men de hoogste standaarden hanteert, dat er geen commerciële groepsbelangen mogen spelen, en ondertussen worden er facturen gestuurd van sportankers naar sportclubs van 500.000 euro, dan meen ik te mogen zeggen dat men het redactiestatuut in se als een vodje papier beschouwt.
U zegt dat het niet is omdat het haar partner is dat ze niet objectief kan berichten. Volledig akkoord, inderdaad. Maar zij is niet alleen partner. Zij is medezaakvoerder. Er zijn twee zaakvoerders, twee vennoten. Als je in het staatsblad gaat kijken, zijn er twee vennoten van die vennootschap Huppeldepup – dat is de naam van de nv waarover het gaat – en zij is een van die twee. Dus zij heeft niet zomaar een partner. Zij is een zaakvoerder die factureert aan Anderlecht, de grootste sportclub van het land, en die ondertussen dienstdoet als sportanker van de VRT. Mij lijkt dat inderdaad een zaak die niet gemengd kan worden.
Drie: u zegt dat de VRT maatregelen neemt. Zij hebben inderdaad een maand geleden maatregelen aangekondigd. Tot nader order weten wij niet wat die maateregelen zullen zijn, en kunnen wij er dus van uitgaan dat men ons met een kluitje in het riet stuurt. Maar ik stel vandaag vast dat u geen maatregelen neemt, dat u geen initiatieven neemt. Dat is ondertussen uw handelsmerk aan het worden. Met het taalcharter: geen initiatief van de minister. Met de payrolls: geen initiatief van de minister. (Opmerkingen)
Regionale ochtendblokken van de VRT, het gaat in tegen de beheersovereenkomst: geen initiatief van de minister. Geen transparantie inzake de toplonen van de tv-vedettes: geen initiatief van de minister. Het enige wat we telkens horen, is dat de minister alle vertrouwen heeft in het VRT-management, om de week nadien vast te stellen dat ze dat vertrouwen allesbehalve waard zijn.
Nochtans hebt u met de beheersovereenkomst een zeer nuttig instrument om de VRT tot de orde te roepen. U moet ter zake maar eens pagina 64 lezen. Daar staat een heel interessante clausule in, die stelt wat er exact moet gebeuren wanneer een van de partijen haar engagementen niet nakomt, wat in dezen pertinent het geval is. Ik stel voor dat u dat eens leest, en zeer rigoureus toepast.
De vraag om uitleg is afgehandeld.