Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Vraag om uitleg over de gunning van openbare aanbestedingen van lokale besturen aan lokale kmo's
Verslag
De heer De Loor heeft het woord.
Minister-president, deze vraag zit een beetje op het snijvlak tussen uw bevoegdheden en die van uw collega-minister Somers. Ik had ze oorspronkelijk aan minister Somers gericht, maar uiteindelijk denk ik dat we ze breder kunnen trekken, vandaar dat ik ze nu specifiek aan u richt.
Uit nieuwe cijfers van de Europese Commissie blijkt dat het aantal overheidsopdrachten dat wordt gegund aan kmo’s in dalende lijn zit. In 2020 werd 34 procent aan kmo’s gegund. In 2021 was dat nog maar 28 procent. Ons land doet het daarmee slecht ten opzichte van andere Europese landen, en dat waarschijnlijk over de verschillende beleidsniveaus. Enkel Roemenië doet nog slechter. Tegelijk maken de cijfers duidelijk dat de deelname door kmo’s aan overheidsopdrachten wel gestegen is. In 2020 was dat 54 procent, in 2021 was het 59 procent. Daarmee laten we nog zeven andere landen achter ons, maar horen we wel nog steeds bij de slechtste leerlingen van de klas.
Volgens UNIZO tonen de cijfers aan dat de toegenomen aandacht die er is om overheidsopdrachten toegankelijk te maken voor kmo’s, wel degelijk loont. Kmo’s vinden steeds beter de weg om deel te nemen aan gunningsprocedures. Maar die overheidsopdrachten dan ook effectief in de wacht slepen, blijkt een ander paar mouwen. UNIZO dringt er dan ook op aan dat alle goede intenties om opdrachten echt kmo-vriendelijker te maken, eindelijk worden omgezet in de praktijk. Er worden al een aantal initiatieven genomen, zowel op lokaal, federaal als Vlaams vlak.
Met Vooruit delen we de bekommernis dat overheidsopdrachten meer op maat van onze kmo’s moeten worden opgesteld. Ze zijn namelijk de motor van onze werkgelegenheid en onze economie, maar worden vandaag al te vaak verdrongen door internationale bedrijven. Er is daarbij ook een belangrijke rol weggelegd voor onze lokale besturen om de kmo-vriendelijkheid van gunningsprocedures te verbeteren.
Minister-president, hoe reageert u op de Europese cijfers waaruit een dalend aantal gunningen aan kmo’s blijkt? Zult u maatregelen nemen om kmo’s meer kansen te geven bij overheidsopdrachten? Zo ja, welke maatregelen ziet u? En binnen welke termijn worden die dan gepland?
Ziet u mogelijkheden om specifiek lokaal verankerde kmo’s meer kansen te geven bij een overheidsopdracht van een lokaal bestuur? Die laatste vraag zal ik ook nog eens herhalen bij uw collega Somers.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, ik zal het heel kort houden, want mijn vraag heeft nagenoeg dezelfde insteek als die van collega De Loor. Ik hoef de cijfers niet meer te herhalen.
Ik heb wel nog een nieuw cijfer gevonden in een schriftelijk antwoord dat u vorige week hebt gegeven, minister-president. Dat zou aantonen dat er voor 2022 eigenlijk geen verbetering in het vooruitzicht is. De deelname van kmo’s aan aanbestedingen, die in de jaren 2019-2020 rond de 60 procent draaide, zou dalen tot amper 50 procent in 2022. Dat is dus nog een minder goed cijfer dan in 2021.
Het zijn dan ook terechte vragen die worden gesteld door de collega en mezelf, enerzijds aan minister Somers, om de lokale verankering van de lokale kmo’s ook bij onze lokale besturen te onderstrepen. Maar daarnaast heb ik ook dezelfde vragen voor u, minister-president. Ik luister met aandacht naar uw antwoorden.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, de Europese cijfers moeten een beetje genuanceerd worden, aangezien ze enkel grotere opdrachten omvatten, namelijk deze die zich situeren boven de Europese drempels voor bekendmaking. Deze opdrachten zijn dus sowieso omvangrijker en onderworpen aan complexe administratieve regels. In de toekomst zullen volledigere cijfers beschikbaar zijn dankzij het nieuwe e-Procurement-platform en de recent uitgebreide rapporteringsverplichtingen uit de wetgeving. Bovendien geven de Europese cijfers die op België betrekking hebben geen inzichten in de cijfers voor de Vlaamse administratie. De cijfers voor de Vlaamse administratie, waarover wij beschikken dankzij de toepassing eDelta, geven een beter beeld en omvatten ook opdrachten onder de Europese drempels.
Uit de cijfers over overheidsopdrachten geplaatst door de Vlaamse administratie blijkt dat sedert 2018 voor gemiddeld 68 procent van de percelen één offerte afkomstig is van een kmo. Bovendien wordt in gemiddeld 77 procent van deze gevallen het perceel gegund aan een kmo. De cijfers tonen dus aan dat op ruim twee derden van de percelen minstens één kmo inschrijft. Dat is een goede indicator voor de toegankelijkheid van de overheidsopdrachten.
De vaststelling dat in meer dan driekwart van de dossiers de opdracht wordt gegund aan een kmo toont bovendien aan dat het voor kmo’s wel degelijk loont om deel te nemen aan overheidsopdrachten. Dat neemt niet weg dat de kmo-participatie aan overheidsopdrachten nog beter kan. De Vlaamse overheid neemt hiervoor diverse initiatieven, die ik u graag toelicht als antwoord op uw tweede vraag.
Het verhogen van de kmo-participatie aan overheidsopdrachten blijft natuurlijk een van de strategische doelstellingen van de Vlaamse overheid. Er zijn de voorbije jaren reeds diverse overkoepelende initiatieven genomen, waaronder het project Sandbox Vlaanderen, het programma ‘Innovatieve overheidsopdrachten’, de richtlijnen voor stipte betalingen bij overheidsopdrachten en de veralgemeende uitrol van e-invoicing, met specifieke aandacht voor de kleine ondernemingen. Verder heeft de Vlaamse overheid het project ‘Kmo-participatie aan overheidsopdrachten’ in het leven geroepen, om enerzijds de eigen aankopers te sensibiliseren om meer in te zetten op kmo-participatie, en anderzijds de kmo’s te overtuigen om mee te dingen bij die overheidsopdrachten.
Ik heb sinds eind 2021, samen met de vertegenwoordigers van de kmo’s en andere private actoren zoals Embuild Vlaanderen en UNIZO, reeds vier evenementen georganiseerd. Op deze evenementen kwamen getuigenissen van kmo’s en aanbesteders aan bod, samen met goede praktijken, juridische tips, knelpunten en oplossingen. In september 2022 werd een kmo-beurs georganiseerd onder het motto ‘Welkom kmo’. Met een vijfhonderdtal deelnemers was deze beurs een succes. Alle informatie hierover is beschikbaar op de website van de Vlaamse overheid.
In 2023 zal een leidraad worden gepubliceerd die de ervaringen uit de evenementen bundelt. Met de vertegenwoordigers en de private actoren wordt bekeken welke acties hier kunnen worden ondernomen. Daarnaast zal ook het initiatief worden genomen om eigen aankopers verder te sensibiliseren rond kmo-participatie. Er zal tevens worden gecommuniceerd over het nieuwe platform dat de toegang tot overheidsopdrachten verder zal faciliteren. Uiteraard verwacht ik ook van de vertegenwoordigers van de kmo’s de nodige initiatieven om hun leden verder te stimuleren om deel te nemen aan de overheidsopdrachten.
Lokale besturen kunnen de lokaal verankerde kmo’s zeker betrekken bij overheidsopdrachten. Dat moet natuurlijk wel gebeuren conform de wetgeving rond overheidsopdrachten. Ik stel vast dat de verschillende partnerorganisaties – de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en UNIZO – initiatieven hebben uitgewerkt om een meer kmo-gericht lokaal economisch beleid hoger op de agenda te zetten. Daarbij wordt uiteraard ook aandacht besteed aan overheidsopdrachten. Intussen zijn er ook veel lokale besturen die een lijst opstellen met stadsleveranciers die kunnen worden gecontacteerd bij het marktonderzoek en de voorbereiding van een overheidsopdracht. Het houden van marktconsultaties voorafgaand aan de opstart van de plaatsingsprocedure is een van de efficiëntste manieren om hindernissen voor ondernemingen en kmo’s in het bijzonder weg te nemen. Zo worden ondernemers actiever en nauwer betrokken bij de overheidsopdrachten van het lokale bestuur, terwijl aankopers ook een beter inzicht krijgen in potentiële oplossingen voor hun noden en in de mogelijke aanbieders op de markt. De kern van de zaak is dat er zowel aan de zijde van de overheden als van de kmo’s verder wordt ingezet op sensibiliseren en begeleiden. Ik stel vast dat daarrond op alle niveaus actie wordt ondernomen.
De heer De Loor heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Het is inderdaad een win-winsituatie. Als er meer overheidsopdrachten worden ingetekend en daadwerkelijk ook worden toegekend aan die kmo’s, dan is dat een win-winsituatie voor zowel de Vlaamse overheid als voor de steden en gemeenten, omdat dat toch ons weefsel is, ons economisch weefsel, dat mee zorgt voor tewerkstelling en welvaart. Het is dus ook de motor van de investeringen, zowel lokale investeringen, die garant staan voor 35 procent van de publieke investeringen, als Vlaamse investeringen.
Het is inderdaad op verschillende niveaus dat het moet worden opgenomen, dat daar werk van moet worden gemaakt: federaal, Vlaams, provinciaal, lokaal. Minister-president, u zegt dat er al een reeks initiatieven worden genomen, en ik heb er daarnet ook naar verwezen. Maar het is goed dat die knelpunten worden gedetecteerd, dat die worden opgelijst, zodat daarvan kan worden vertrokken.
U zegt dat we in 2023 dat actieplan zullen lanceren. Wanneer mogen we dat precies verwachten, is dat in het voorjaar of het najaar?
Wat de lokale besturen betreft: ik denk dat het daar ook heel handig zou zijn mocht er een uitwisseling komen van best practices. Ik heb ook vernomen dat de stad van de voorzitter van deze commissie daar al een heel eind mee staat. Misschien is dat ook een idee, want we mogen zeker niet doof blijven voor de noodkreet van UNIZO en van de kmo’s.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat het duidelijk is dat er in deze commissie en ook in de regering dezelfde bekommernis wordt gedeeld, en dat er ook actie rond wordt ondernomen. Het is voor alle partijen goed, zowel de overheid – Vlaams of lokaal – als de kmo’s, dat de economische motor draait, en dat er investeringen worden gedaan tegen de beste prijs-kwaliteitverhouding. Dan wint iedereen.
Ik denk dat er werk van moet worden gemaakt om die knelpunten op te lossen. Het actieplan ‘Draaiboek voor de lokale besturen’ is er daar een van. Minister Somers heeft dat al een tijdje geleden aangekondigd, dus het zou leuk zijn om dat in de loop van het jaar ook daadwerkelijk te zien.
Minister-president, ten tweede hebt u in uw antwoord ook al cijfers gegeven over wanneer aanbestedingen worden opgedeeld in meerdere percelen. Misschien is dat toch wel een interessante denkpiste, dat dat een leidraad kan zijn om ook lokale besturen bij te staan om een aanbesteding te optimaliseren, door die aanbesteding in percelen te verdelen. Zo kan dan de kans op deelname van kmo’s duidelijk stijgen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega Van den Heuvel, wat die meerdere percelen betreft, hebben we eigenlijk een heel goed voorbeeld gehad met het contract voor Digitaal Vlaanderen. Dat was vroeger één monstercontract – vanwege de grootte, voor alle duidelijkheid – en daaruit hebben we natuurlijk geleerd dat weinig bedrijven in staat zijn om op het geheel te bieden. We hebben dat vorig jaar of twee jaar geleden, toen we die aanbesteding opnieuw gedaan hebben, opgedeeld in vijf deelaanbestedingen, in vijf percelen. En dan zagen we inderdaad dat er dan veel meer kmo’s in staat waren om daarop in te spelen.
Mijnheer De Loor, wat de juiste timing betreft: men is daaraan nog aan het werken, dus ik heb daar op dit moment geen timing voor. De administratie heeft mij gezegd dat het voor de loop van 2023 is, dus ik hoop dat dat dan niet met de kerstvakantie is, maar eerder na de zomer. Maar ik heb geen concrete data.
De heer De Loor heeft het woord.
Dan kijk ik uit naar het Vlaams actieplan dat daar zal worden gelanceerd. Want nogmaals, die lokale ondernemingen en die kmo’s versterken het economische weefsel van Vlaanderen en van de gemeenten. We moeten daar dus zeker verhoogde aandacht voor hebben.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.