Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over zwartrijden bij De Lijn
Verslag
De heer Verheyden heeft het woord.
De politie van de zone Rivierenland heeft bij een controleactie samen met vervoersmaatschappij De Lijn niet minder dan 129 zwartrijders betrapt. Politiemensen in uniform en burger kregen daarvoor bijstand van drugshondenbegeleiders van de federale politie en van medewerkers van De Lijn. Dat er 129 zwartrijders werden betrapt, is een opvallend cijfer, want er werden maar enkele honderden reizigers gecontroleerd.
Zwartrijden blijft dus een groot probleem, maar door de toegenomen agressie durven buschauffeurs bij vermoeden van een zwartrijder zelf niet in te grijpen. Sinds 2019 is de agressie tegen chauffeurs met een vijfde toegenomen. Het is dus begrijpelijk dat chauffeurs zwartrijders niet durven aan te spreken op dat asociaal gedrag.
Eind vorig jaar bedroeg het aantal zwartrijders om en bij de 30 procent in onder andere het Antwerpse. Dat is uiteraard nog steeds veel te veel.
Minister, u kondigde reeds herhaaldelijk maatregelen aan om zwartrijden en agressie aan te pakken, maar de cijfers in Mechelen tonen aan dat die bijzonder weinig indruk maken op hardleerse zwartrijders: we spreken nu zelfs van zo’n 50 procent zwartrijders in onze steden. Sensibilisering lijkt bij die groep niet echt aan te slaan en dus is er naar mijn mening ook meer handhaving nodig.
De actie in Mechelen vond plaats in samenwerking met de lokale politie Rivierenland. Door die samenwerking met de politiediensten kunnen controleurs op een veel veiliger manier gerichte controles uitvoeren. Minister, bent u van plan om het aantal controles in samenwerking met de lokale politiediensten uit te breiden?
Welke bijkomende maatregelen wilt u nemen om de veiligheid van chauffeurs die zwartrijders willen aanpakken, te garanderen?
Wilt u in het kader van de aanpak van agressie tegenover chauffeurs het gebruik van bodycams aanbevelen?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Uit het antwoord op een recente schriftelijke vraag van mezelf blijkt dat De Lijn steeds meer te lijden heeft onder reizigers die zonder geldig vervoersbewijs de bus of tram nemen. Daarbovenop betaalt slechts de helft van de zwartrijders die tegen de lamp lopen, effectief hun boete.
Op vier jaar tijd is het aantal uitgeschreven boetes voor zwartrijden bij De Lijn met maar liefst 51,4 procent toegenomen. In 2022 liep het aantal processen-verbaal op tot 53.195, goed voor 7,2 miljoen euro, 2 miljoen euro meer dan in 2018. Tegelijk is het aantal controles in die periode met een derde gedaald, waardoor de pakkans afneemt. Het aantal zwartrijders is de laatste jaren dus fel gestegen, terwijl de pakkans naar beneden is gegaan.
We kunnen wel degelijk zeggen dat er een reëel probleem is met zwartrijden op bussen en trams van De Lijn, een probleem dat alleen maar groter wordt, maar dat er de laatste jaren steeds minder wordt ingezet op een consequente aanpak. Dat is een slecht signaal. In de pers konden we als mogelijke verklaring lezen dat de inspectie van een bus tegenwoordig meer tijd en energie kost, omdat er op die ene bus meer zwartrijders zitten, waardoor de controleur telkens een apart pv moet opmaken.
Hoe dan ook, zwartrijden kost De Lijn jaarlijks miljoenen euro’s. Ik vond het ook frappant, minister, dat ik in uw antwoord moest vaststellen dat dat omzetverlies moeilijk valt in te schatten of te becijferen. Het zou om miljoenen euro’s gaan, maar hoeveel miljoenen, daar hebben ze bij De Lijn geen flauw benul van. Alleszins, iedere euro die De Lijn misloopt door zwartrijden, kan niet geïnvesteerd worden in betaalbaar en efficiënt openbaar vervoer, wat bijzonder jammer is. Bovendien lijkt zwartrijden meer en meer ingeburgerd te raken, doordat die pakkans zo klein is. Dat is natuurlijk asociaal ten opzichte van die mensen die correct hun ticket betalen.
Hoe staat u tegenover het feit dat in Vlaanderen steeds meer mensen zonder geldig vervoersbewijs de tram of bus nemen? Welke verklaring hebt u hiervoor?
Het aantal controles is de laatste jaren sterk afgenomen. Dat is een slecht signaal. In de pers lezen we dan dat er meer tijd nodig is voor controle, omdat er meer zwartrijders zijn, maar dat lijkt mij een drogreden. Daar had ik ook graag uw reactie op gekregen, want misschien geef ik het hier nu niet helemaal juist weer.
Welke maatregelen zult u op korte termijn nemen om zwartrijden bij De Lijn tegen te gaan?
Zoals al gezegd, betaalt minder dan de helft van de zwartrijders die een boete krijgen, die boete ook. Dat is toch heel frappant. Is daar een verklaring voor? Hoe zult u het wanbetalen van boetes voor zwartrijden aanpakken?
Bent u bereid meer ambitie aan de dag te leggen en meer controles te laten uitvoeren? Misschien kunt u meer controleurs inzetten?
Volgens u situeert het probleem van zwartrijden zich vooral in de steden: naar schatting rijdt daar tot de helft van de reizigers zonder geldig vervoersbewijs. Wilt u een beleid op maat uitrollen tegen zwartrijden in de steden?
Als een definitief opgelegde boete niet betaald wordt, zo las ik, wordt het dossier automatisch aan de gerechtsdeurwaarder overgemaakt, maar zelfs dan nog blijkt dat de helft van de boetes niet betaald wordt. Wat is de kostprijs van die procedure voor De Lijn? Hoeveel procent van de boetes wordt na tussenkomst van de deurwaarder alsnog geïnd? Over welk bedrag gaat dat?
Het omzetverlies van zwartrijden bij De Lijn kan moeilijk ingeschat worden. Hoe kan dit? Welke verklaring hebt u hiervoor? Hoe kan het dat De Lijn niet in staat is om zelfs maar bij benadering te zeggen hoe groot het omzetverlies is?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de vele vragen. We hebben het in deze commissie alsook in de plenaire vergadering al meermaals gehad over zwartrijden en agressie. Mijn boodschap is nog steeds dat zwartrijden onaanvaardbaar en asociaal is.
Mijnheer Verheyden, agressie ten opzichte van het personeel van De Lijn, dat kunnen we absoluut niet tolereren. De maatschappelijke trend is er spijtig genoeg een van steeds meer agressie, maar dat kan absoluut niet.
Wat betreft uw vraag inzake bodycams kan ik u meegeven dat ik een schrijven heb gericht aan minister Verlinden, met de vraag om De Lijncontroleurs toe te laten in een proefproject bodycams te dragen, zodat er hard opgetreden kan worden tegen mensen die zich schuldig maken aan agressie ten aanzien van controleurs. Ik hoop dat ik daar binnenkort antwoord op krijg en dat er een proefproject kan volgen.
Dan kom ik tot uw vraag inzake controles met de lokale politiediensten. In november vorig jaar in Antwerpen heeft een wijkteam van de Antwerpse politie in Merksem en Luchtbal een duizendtal gebruikers gecontroleerd, waarvan een derde zwartrijders bleken. Deze aanpak blijft een onderdeel van het sociaal veiligheidsplan van De Lijn. Vorig jaar waren er 123 acties. Ook voor 2023 worden dergelijke gezamenlijke controles gepland om het zwartrijden een halt toe te roepen.
Mevrouw Robeyns, uw vragen zijn gekoppeld aan de cijfers die u kreeg inzake zwartrijden. U zegt dat het aantal uitgeschreven boetes gestegen is met 51 procent: 35.131 in 2018, 53.195 in 2022. Daaruit kunnen we echter niet automatisch afleiden dat er in Vlaanderen steeds meer mensen zwartrijden op het openbaar vervoer. U weet dat er in het kader van corona veel meer werd gekeken naar het handhaven van de mondmaskerplicht en dat het feit dat er vooraan niet kon worden opgestapt, ons parten speelde. Het percentage zwartrijders is in 2022 gedaald ten opzichte van 2021, maar ligt wel hoger dan 2019: 2,1 procent zwartrijders in 2019, 7,13 procent in 2021 en 5,68 procent in 2022.
Tot en met mei 2022 hadden we de mondmaskerplicht, maar sedertdien worden de controles op zwartrijden weer opgevoerd.
Als het gaat over de betaling van boetes, moeten we, zoals al vaker gezegd, een ruimer tijdsbestek in acht nemen, omdat veel mensen hun boete niet zonder meer automatisch betalen. Er zit een langere periode tussen de boete en de betaling ervan, zeker als het gaat over het gedwongen invorderen ervan. In 2022 bleef 3,5 miljoen euro aan boetes onbetaald, maar dat bedrag wordt dus nog ingevorderd.
Maar laat me duidelijk zijn: er is werk aan de winkel, want De Lijn verliest hierdoor inkomsten. De Lijn zal met een actieplan komen om nog gerichter in te zetten op het vermijden van zwartrijden. De Lijn zal extra personeel inzetten op die lijnen waar het fraudepotentieel hoog is en zal de huidige teams ook anders gaan inzetten om meer doelgericht te controleren, de pakkans te vergroten en mensen ertoe aan te zetten effectief te betalen voor het openbaar vervoer.
We zullen daar dus volop op blijven inzetten. Ik hoop dat ik zo snel mogelijk resultaten kan zien van het actieplan van De Lijn, zodat het omzetverlies snel wordt bijgebeend en de boodschap naar zwartrijders toe heel duidelijk is: de speeltijd is voorbij, wie zwartrijdt moet op de blaren zitten en zal een boete moeten betalen. Door de pakkans te verhogen en door in te zetten op gerichte controles hoop ik dat die boodschap aankomt en dat dit laakbaar gedrag stopt.
De heer Verheyden heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. We mochten inderdaad onlangs vernemen dat de helft van de boetes die door De Lijn worden uitgeschreven, niet worden betaald. Dat gaat over een factuur van om en bij de 3,5 miljoen euro, die men misloopt. Het is ook zo dat het aantal boetes de voorbije jaren is verdubbeld. Als iemand niet betaalt, loopt het via lange procedures, via deurwaarders en afbetalingsplannen. Het is niet moeilijk dat zwartrijders volharden in de boosheid omdat zij de indruk krijgen dat men quasi straffeloos kan zwartrijden.
Mijn vraag is welke bijkomende maatregelen u kunt of wilt nemen om ervoor te zorgen dat zwartrijden wordt vermeden. Ziet u heil in het Nederlandse systeem dat sedert 1 november 2022 werd ingevoerd en waarbij het gemeentevervoersbedrijf (GVB) klanten gewoon met hun bankkaart laat betalen en dat als vervoersbewijs gebruikt? Ook bij de Nederlandse Spoorwegen is dat recent in gebruik genomen. Het doel is om de mensen te bewegen om te betalen, zo heeft men geen excuus meer om in te checken. Zo zou de klacht over defecte toestellen in onze bussen en in onze trams, die we nu toch regelmatig horen, voorkomen kunnen worden.
We hoorden vandaag ook nog dat de NMBS wil inzetten op controles op de perrons. Ziet u daar eventueel mogelijkheden voor De Lijn? Het is misschien iets gemakkelijker om controles uit te voeren in een station dan aan een bushalte, maar het is misschien wel interessant om die mogelijkheid te bekijken.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Dank voor uw antwoord, minister. Ik ben op mijn beurt een beetje ontgoocheld in uw antwoord omdat ik vind dat u er nogal licht overheen gaat. Uiteraard was er corona. Maar de vergelijking die ik gemaakt heb loopt tussen 2019 en 2022. In 2019 was er geen corona. Tussen 2019 en 2022 gebeurden er 480.000 minder controles. Volgens mij mag ik dan toch de conclusie trekken dat er minder controles werden uitgevoerd. Het aantal uitgeschreven boetes is met 50 procent toegenomen. Zwartrijden lijkt mij dus een reëel probleem.
Ik wil wel even een zijsprongetje maken. Agressie kan uiteraard niet. Dat u initiatief neemt voor een proefproject met bodycams is positief.
Voor het wanbetalen is de gemiddelde beroepsprocedure acht maanden. Dat heb ik in uw antwoord gelezen. Ik kan begrijpen dat er een overbrugging is en dat er openstaande boetes zijn van, laat ons zeggen, acht maanden. Maar ik ga er ook van uit dat niet iedereen die een boete krijgt een beroepsprocedure instelt. 50 procent van de uitgeschreven boetes wordt niet geïnd. Ik geloof, eerlijk gezegd, niet dat dit alleen te maken heeft met termijnen. Er zal een stukje achterstand zijn, maar 50 procent? Daar mogen we ons toch serieus vragen bij stellen. We weten allemaal, u op kop, hoe moeilijk het is om voldoende middelen te vinden voor ons openbaar vervoer. Er is voortdurend nood aan meer middelen. En hier, als mensen effectief worden betrapt, laten wij 50 procent van de uitgeschreven boetes ongeïnd. Ik ga ervan uit dat het in werkelijkheid iets lager ligt, maar in mijn ogen zijn dat in verhouding zeer veel boetes die niet geïnd worden. Ik vind dat onaanvaardbaar, zeker ook omdat u terecht zegt dat het zeer asociaal gedrag is dat we absoluut niet mogen tolereren.
Ik wilde ook nog vragen of we meer controleurs gaan inzetten als De Lijn met een actieplan komt. Daar zal ongetwijfeld het schoentje ook wel een stuk knellen.
Tot slot vraag ik me af of we voor de stedelijke problematiek niet een meer gerichte aanpak moeten hanteren.
Ik had ook nog specifiek gevraagd naar de kostprijs van heel de beroepsprocedure en het inzetten van de deurwaarders en de incassobureaus. Want daar hangt natuurlijk een kostenplaatje aan. Als die zwartrijder betaalt, zal hij de rekening gepresenteerd krijgen, maar als hij niet betaalt, dan blijft die rekening bij De Lijn. Daar kun je ook nog wel vragen bij stellen.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, wat betreft de controles aan perrons: in stations is dat natuurlijk allemaal iets gemakkelijker dan aan perrons. Maar alleszins in het actieplan dat De Lijn verder aan het uitrollen is, gaat men heel doelgericht acties invoeren. Men weet wel heel vaak waar de meest pijnlijke situaties zijn of waar het meest wordt zwartgereden. Daar gaat men gericht meer actie invoeren, daar gaat men de teams anders inzetten om zodoende de pakkans wel degelijk te verhogen. Dat is daar de bedoeling van.
Mevrouw Robeyns, u zegt dat u op uw honger blijft op tal van vragen. Minder controles: ik heb al een paar keren gezegd dat men tijdens corona – en dat is tot en met mei 2022 – de focus vooral gelegd heeft op andere elementen, minder op zwartrijden. Nu moet daar weer volop op gefocust worden. Als het gaat over het innen van de boetes: het moment dat iemand betrapt wordt op zwartrijden, het moment van het pv tot effectief de betaling, is eigenlijk al een doorlooptijd. Dat kan duren tussen de zestien dagen en de acht maanden dat er effectief betaald wordt. Als dan na acht maanden blijkt dat iemand onwillig is en niet wil betalen, dan gaat het dossier naar de gerechtsdeurwaarder. Al de kosten die daaraan verbonden zijn, zijn ten laste van diegene die de boete moet betalen. Dat wordt dus onmiddellijk mee geïntegreerd bij de inningsbedragen van de gerechtsdeurwaarder. Tot voor kort had de gerechtsdeurwaarder tien jaar de tijd om over te gaan tot invordering, nu is dat tot vijf jaar.
Het feit dat er vandaag nog een aantal openstaande boetes zijn, wil dus niet zeggen dat we die sowieso zonder meer voor eens en altijd kwijtgespeeld zijn. De gerechtsdeurwaarder kan op het moment dat de dossiers naar hem overgemaakt zijn, alles nog gaan invorderen, en die heeft daar nog wel tijd voor in het verschiet. Die kan dat nog te allen tijde doen. In die zin is er natuurlijk een lange tijdsmarge tussen het innen. Ik denk dat jullie ook weten als lokale besturen dat er bij retributiereglementen tussen enerzijds het uitgaan van de brief dat je moet betalen en de effectieve inning er vaak wel wat tijd overheen gaat. Alleszins zal men wel blijven focussen op het effectief innen, al is het tot procedures voor de rechtbank. Daar hebben we ook voorbeelden. Men blijft daar alleszins op inzetten. Het is zeker niet de boodschap dat we hier straffeloosheid willen, integendeel. De boodschap moet zijn: als je het openbaar vervoer gebruikt, dan betaal je nu eenmaal zoals elke normale persoon dat doet, dan moet iedereen dat doen. Zwartrijden is en blijft nu eenmaal een asociaal verhaal.
Wij gaan zeker niet voor minder controles. We gaan meer gericht inzetten met die teams. We gaan ook blijven zorgen dat er voor de boetes die uitgeschreven zijn of waar een pv voor opgemaakt is, ook effectief overgegaan wordt tot invordering. Bijkomend zegt men mij ook nog het volgende. Vroeger werd dat gewoon manueel gecontroleerd. Nu wordt dat allemaal via tablets bijgehouden zodat men veel gerichter weet waar de pijnpunten zitten om de pakkans te verhogen. Het is zeker niet zo dat we daar geen aandacht voor hebben, integendeel, omdat ook dat plan van aanpak gevraagd is aan De Lijn. Ik hoop dat we daar zo snel mogelijk een kentering in krijgen want De Lijn verliest inkomsten. We moeten overgaan tot gedwongen invordering en daar heeft finaal niemand baat bij. Diegene die zich schuldig maakt aan zwartrijden zal alleen maar meer moeten betalen. De Lijn heeft door het uitblijven van onmiddellijke betalingen op dat moment inderdaad een inkomstenverlies. We blijven daar verder op focussen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomend antwoord. We zijn het er allemaal over eens dat zwartrijden asociaal is. U hebt dat vorig jaar gezegd. U hebt dat de jaren voordien gezegd. U zegt dat nu opnieuw. Maar met verklaringen alleen komen we er niet. Oké, in het buitenland stijgen de cijfers. Maar cijfers van bijna 50 procent zwartrijden zijn blijkbaar een Vlaams fenomeen, blijkbaar ook een fenomeen waar gedeeltelijk een leeftijd op te plakken valt want de stijging bij minderjarigen is toch wel opvallend. Bovendien horen we toch dat bepaalde doelgroepen wel eens problematisch kunnen zijn. Volgens Lode Goukens, in Doorbraak, moeten misschien alle taboes volledig van tafel geveegd worden en kan er misschien een degelijk onderzoek opgestart worden. Wel, ik sluit me daarbij aan want, minister, met een bezettingsgraad van 56 procent zit De Lijn nog zeer ver verwijderd van haar plannen voor een modal shift.
Los van het economisch verlies voor een verlieslatende De Lijn, stelt er zich toch ook nog een sociaal probleem. Het zwartrijden is immers ook niet bevorderlijk voor het veiligheidsgevoel van reizigers en personeel. Voor dat veiligheidsgevoel denk ik dat we naast camera’s ook moeten inzetten op een verhoogde pakkans en moeten de boetes voldoende hoog zijn en tegelijk sneller geïnd worden. 30 miljoen euro omzetverlies voor een verlieslatende De Lijn kunnen we niet blijven verantwoorden. Ik blijf ook bij mijn pleidooi voor controles die anonieme controleurs zouden uitvoeren, al dan niet in samenwerking met anonieme politieagenten. Minister, mijn conclusie is dus dat er voor u op dat vlak nog heel veel werk aan de winkel is.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik wil vooral benadrukken dat we het probleem echt ernstig moeten nemen. Uit uw replieken en het feit dat u daarover bij De Lijn een actieplan gevraagd hebt en dat u ook zult aandringen op meer controles, ga ik ervan uit dat we dat dan ook gaan doen en dat dat ook resultaten met zich zal meebrengen. Ik snap natuurlijk dat die termijnen er zijn en dat daar vertragingen zijn, dat dat soms lang duurt. De vraag is – ik zal die nog eens schriftelijk stellen – hoeveel percentage er dan effectief uiteindelijk nog na verloop van tijd geïnd wordt. Maar sowieso is dit iets wat we verder mee opvolgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.