Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Deckmyn heeft het woord.
Deze vraag om uitleg ligt in het verlengde van diverse andere vragen uit het verleden die ik en andere collega’s al hebben gesteld. Rechtstreekse aanleiding voor deze vraag is natuurlijk dat er een Vlaamse delegatie onder leiding van secretaris-generaal Julie Bynens is teruggekeerd uit Marokko na gesprekken over samenwerking op het vlak van groene economie en duurzame energie. Van 2024 tot 2028 investeert de Vlaamse Regering hiervoor 25 miljoen euro Vlaams belastinggeld.
De doelstellingen vermeld in de mededeling spreken over gemeenschappelijke problemen aanpakken op het vlak van energie en klimaat. Marokko wordt het nieuwe partnerland voor samenwerking in Afrika vanwege de economische en geopolitieke brugfunctie die dit land kan uitoefenen. Vlaanderen zal investeren in hernieuwbare energie en wil tegen 2030 deze energie opkrikken naar 50 procent met veel focus op waterstof. Het idee hierachter is dat Marokko in de toekomst overtollige hernieuwbare energie zal exporteren.
Ik heb al vermeld dat niet alleen ik maar ook collega’s vragen hebben gesteld hierover, en in een antwoord op een van die vragen – van collega Van Rooy – stipuleerde de minister-president dat de Vlaamse Regering tewerkstellingsprojecten wil uitbouwen in Marokko. Ik citeer u: “We willen tewerkstellingsprojecten opzetten, zodat Marokkanen tewerkstelling vinden in hun eigen land.” In het bericht over deze handelsmissie staan vooral voordelen voor Marokko opgesomd.
Welke concrete afspraken zijn er gemaakt met Marokko? Welke investeringen worden er met de vermelde 25 miljoen euro gedaan? In welke mate wil de regering daarmee tewerkstelling creëren in Marokko? Werd er ter gelegenheid van deze missie ook gesproken over legale en/of illegale migratie? Zo ja, in welke zin? Welke concrete baten staan er voor Vlaanderen tegenover de investeringen? Over welke garanties beschikt Vlaanderen dat Marokko overtollige energie naar Vlaanderen zal kunnen exporteren? Hoe realistisch is deze import vanuit Marokko?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel mijnheer Deckmyn. Ik ga uw eerste drie vragen samen behandelen.
Het betrof een zending op ambtelijk niveau waarbij verschillende contacten zijn gelegd met secretarissen-generaal van Marokkaanse ministeries. Uiteraard werden enkele concrete afspraken gemaakt. De afspraak is dat het Marokkaanse ministerie voor Duurzame Ontwikkeling en Energietransitie zijn rol zal opnemen als coördinerend ministerie voor de Vlaams-Marokkaanse samenwerking.
Het financieringspakket, goed voor 25 miljoen euro over de periode 2024-2028, is afkomstig uit de begroting voor ontwikkelingssamenwerking. De focus zal enerzijds liggen op uitwisseling van groene kennis en technologie en anderzijds op het stimuleren van tewerkstelling in de groene economie. Daarmee spelen we in op twee grondoorzaken voor migratie. Zowel de klimaatverandering, die onder meer leidt tot waterschaarste, als het gebrek aan waardig werk voor jongeren zijn immers pushfactoren om te emigreren. Door in te zetten op klimaat en tewerkstelling beantwoordt de samenwerking aan het mandaat dat de regeringsbeslissing van 6 april 2021 gaf voor samenwerking met Marokko.
Tijdens de plenaire vergadering van 5 oktober 2022 gaf ik reeds aan dat we tewerkstellingsprojecten willen opzetten, zodat Marokkanen werk vinden in eigen land. Dit kan een indirect positief effect hebben op de migratiedruk in Vlaanderen.
Dit jaar nog zal ik een traject opstarten om de focus voor die 25 miljoen euro verder af te bakenen. Dit gebeurt in nauw overleg met Vlaamse belanghebbenden en met de Marokkaanse autoriteiten.
Wat betreft uw vraag of er ook over migratie gesproken werd, betrof het – zoals aangehaald – een zending op ambtelijk niveau waarbij verschillende contacten zijn gelegd met secretarissen-generaal van ministeries. De Vlaamse administratie is niet bevoegd voor migratie. Een ambtenaar kan daar dus niet over spreken.
Er zijn ontegensprekelijk baten voor Vlaanderen, waarbij een versterkte samenwerking met Marokko grote kansen biedt voor de Vlaamse logistieke sector en onze havens. Net zoals de Vlaamse havens zich positioneren als toegangspoort tot Europa, positioneren de Marokkaanse havens zich als toegangspoort tot Afrika. Maar ook op het vlak van hernieuwbare energie, voeding, circulaire economie en afvalverwerking zijn er opportuniteiten. Dat is een opdracht waarmee onze Vlaamse economische vertegenwoordiger verder aan de slag gaat.
Om tot slot van dit partnerschap een succes te maken, betrekken we Vlaamse actoren nauw bij de samenwerking. Het eerste voorbeeld is de reeds afgeklopte samenwerking tussen de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en Masen, het Marokkaanse Agentschap voor Duurzame Energie. Deze samenwerking kijkt expliciet naar Vlaamse bedrijven voor de aanbestedingen van deelcomponenten binnen het project, concreet gaat het dan bijvoorbeeld om microgrids of aanbestedingen in het kader van zonne-energie. Flux50, de ledenorganisatie die Vlaanderen helpt zich internationaal te profileren als slimme energieregio, wordt daarbij nauw betrokken. Door de rechtstreekse contacten met Masen kunnen eveneens afspraken worden gemaakt over het gebruik van testsites. Zo kan Vlaamse zonneceltechnologie onderworpen worden aan extreme testen in woestijncondities.
Ook het project SEED, een wereldwijd partnerschap voor actie op het gebied van duurzame ontwikkeling en voor de promotie van inclusieve groene economie, werkt nauw samen met Flanders Investment & Trade in Casablanca.
Over welke garanties beschikken we dat overtollige energie naar Vlaanderen geëxporteerd zal kunnen worden? Wanneer men spreekt over de export van overtollige groene energie uit Marokko naar Vlaanderen, gaat dat voornamelijk over waterstof of ammoniak. Marokko zal in 2050 naar verwachting de op twee na laagste productiekosten voor waterstof hebben. Als buurland van de EU zouden de transportkosten bovendien sterk gereduceerd kunnen worden.
Vlaanderen heeft daarbovenop verschillende troeven binnen verschillende segmenten in de waardeketen, gaande van productie tot opslag en transport. Bovendien herbergt de chemische cluster rond Antwerpen heel wat potentiële afnemers voor waterstof of ammoniak. Los van de industrie in Antwerpen, zou ook de Haven van Antwerpen-Brugge een grote rol kunnen spelen in het importverhaal van waterstof en ammoniak in Europa.
Anno 2023 is import nog niet realistisch, aangezien er nog geen productie of transport is voorzien. We bekijken dat verhaal met een open blik op de toekomst, zodat handelsopportuniteiten voor Vlaamse spelers maximaal kunnen renderen.
De opportuniteiten rond hernieuwbare energie draaien immers niet enkel rond die import. We hebben ook onze expertise in Onderzoek & Ontwikkeling (O&O) en in elke schakel van de waardeketen rond waterstof zijn Vlaamse bedrijven actief.
Het is cruciaal om nu al contacten te leggen. Een interessante vaststelling daarbij is dat de Marokkaanse zijde Vlaanderen ziet als mogelijke ‘waterstof-poort’ tot Europa. Getuige hiervan het feit dat de Marokkaanse energiefederatie en hun leden vorige maand de haven van Antwerpen-Brugge bezochten.
Mijnheer Deckmyn, ik begrijp dat een of ander project dat we samen met Marokko doen, in uw ogen onmiddellijk een rode vlag is. Ik zou u toch willen vragen om hier met een open blik naar te kijken en ik denk dat hier echt een win-winrelatie opgebouwd kan worden. Wij zullen samenwerkingen moeten aangaan met landen die meer zon ter beschikking hebben dan wij. En als we daardoor tewerkstelling kunnen creëren in een land dat hier normaal gezien een immigratieland is, dan denk ik dat we daar zaden kunnen planten en reële projecten opzetten die naar mijn gevoel expansie kunnen kennen – misschien niet met die 25 miljoen van de eerste vijf jaar, maar wel op langere termijn. We weten al wat het resultaat is als we het niet doen, namelijk niets. Deze inspanningen doen, zet ons in een positie om van Vlaanderen, binnen die prille economie rond waterstof, een topregio te maken, dat is toch onze ambitie.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Er zijn twee zaken die ik nog met mijn repliek zou willen behandelen: enerzijds migratie, anderzijds waterstof. Misschien moet ik vooreerst zeggen dat het niet is omdat Marokko plots ter sprake komt dat er plots – wat mij betreft – een rode vlag is, en dat we alles superkritisch bekijken. Nee, ik kijk kritisch tegen verschillende zaken aan.
In dit geval is het zo dat de ontwikkelingssamenwerking in Marokko het vervolg is van de verschuiving van de ontwikkelingssamenwerking. In Zuid-Afrika werd die afgebouwd. We hebben daar in het verleden verschillende debatten over gehad. Toen zei men: “Kijk, van de drie partnerlanden die we hebben, schrappen we Zuid-Afrika en komt Marokko in de plaats. We gaan daar naar aanleiding van deze feiten een redenering rond bouwen. Hoe gaan we een samenwerking opzetten met Marokko als nieuw partnerland inzake die ontwikkelingssamenwerking?”
En daarbij hebt u altijd gezegd dat het tegengaan van migratie een belangrijk element zou zijn in dit gegeven. En vandaag – als ik het mag zeggen – vind ik het nogal vreemd dat dit niet ter sprake kon komen tijdens het bezoek van de Vlaamse delegatie.
U stelt wel dat de Vlaamse administratie niet bevoegd is voor migratie, en dat we er dan ook niet over konden spreken. Dat is natuurlijk theoretisch, maar als u aangeeft – naar aanleiding van vorige vragen – dat die focus van Zuid-Afrika naar Marokko gaat, en dat die migratie juist een element in die samenwerking met Marokko is, dan geeft u zelf aan dat dit een element is. Migratie is een element. Jullie zijn er niet voor bevoegd, maar ik begrijp wel de redenering. Want uw redenering – en u hebt het daarnet ook voor een stuk aangehaald – gaat dan over het ontwikkelen van zo veel mogelijk initiatieven, zodanig dat er geen reden is dat Marokkanen naar Europa toe komen.
Goed, als dat de redenering is, is mijn vraag natuurlijk: wat is de concrete strategie? En als antwoord geeft u die waterstofpolitiek, en hebt u het over zaden die geplant worden. Maar strategie kan niet zijn dat er zaden geplant worden, strategie moet concreet zijn: “Kijk, daar geven we steun voor en dat is een realistisch verwachtingspatroon van de initiatieven die we daar nemen.”
Ik heb de indruk dat als het gaat over dat tegengaan van migratie, dat het allemaal nogal abstract blijft als ik het zo mag zeggen. Ik vond het wel ook een beetje opmerkelijk dat u zegt dat klimaatverandering ook al een reden is voor migratie. Specifiek in het kader van Marokko vind ik dat nogal een vreemde redenering, maar het zal dan aan mij liggen.
En dan ten slotte over de waterstofproblematiek hebt u gezegd dat er met een open blik naar die zaak wordt gekeken. Ook daar is er sprake van zaden die geplant worden maar ik heb de indruk dat dit nogal een vrijblijvend gegeven blijft.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik denk dat ik alle topics in mijn antwoord behandeld heb en de heer Deckmyn heeft daar zijn beschouwingen bij gegeven, die we natuurlijk respecteren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.