Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de knip in de groenestroomcertificaten van grote zonneparken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, u hebt aangekondigd dat u van plan was een knip toe te passen op de groenestroomcertificaten om de oversubsidiëring aan te pakken. Ik verwijs naar de actuele vraag en het debatje dat we daarover in de plenaire vergadering hebben gehad. Het is de bedoeling om paal en perk te stellen aan de mogelijke oversubsidiëring van grote zonneparken en van grote bedrijven die in het verleden veel subsidies hebben gekregen, subsidies die nog doorlopen tot 2023. Dat is een bijna-Robin Hoodverhaal, waarin mijn fractie uiteraard een bondgenoot is.
Er waren evenwel grote bezorgdheden. We verschillen van mening over de lezing van het advies van de Raad van State. U zegt dat u dat mag doen, dat u mag inbreken in die contracten, dat het geen probleem is. Maar de Raad van State heeft er wel een groot aantal voorwaarden aan gekoppeld. Daarop hebt u gezegd dat die moeten worden uitgeklaard en dat u een nieuw systeem op poten zou zetten, of dat u een aantal aanpassingen zou doen en dat u die dan opnieuw naar de Raad van State zou sturen.
Dat is de achtergrond. We wachten op dat tweede advies, om te weten in welke mate daaraan zal worden geremedieerd.
Ondertussen heeft de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE) een tool ontwikkeld, de website gscknip.vlaanderen. Daarop kunnen bedrijven die mogelijk door de voorgestelde knip worden geïmpacteerd, bekijken wat die knip voor hen zou betekenen. U bent meteen in het verweer gegaan. U had kritiek op die website. In een persbericht hebt u ertoe opgeroepen om die offline te halen. Ze zou misleidende informatie bevatten en een zweem van officialiteit creëren. Men zou met andere woorden kunnen denken, volgens u, dat het een website was van de Vlaamse overheid aangezien de ‘.vlaanderen’-domeinnaam werd gebruikt. U wees er bovendien op dat de regelgeving nog niet definitief was en dat dus elke communicatie over een mogelijke impact voorbarig is.
Minister, volgens welke redenering en voorwaarden kan er volgens u worden gecommuniceerd over regelgeving die ‘nog niet definitief’ is? Voor wie geldt volgens u een dergelijke vraag tot terughoudendheid of een verbod om daarover te communiceren?
In uw ingebrekestelling vermeldt u ook dat het gebruik van de extensie ‘.vlaanderen’ in het webadres mensen zou kunnen misleiden, omdat dit doet uitschijnen dat het een website van de Vlaamse overheid betreft. Bent u van mening dat het beter is om enkel de Vlaamse overheid toe te laten om dergelijke websiteadressen te gebruiken?
Waren er volgens u geen andere manieren dan een juridische ingebrekestelling om eventuele foute of misleidende informatie te laten aanpassen? Hebt u die piste onderzocht?
Hebt u wat betreft de bezwaren omtrent het mededingingsrecht en de privacy of de gegevensbescherming contact opgenomen met de daartoe bestaande gespecialiseerde autoriteiten?
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, in juni 2022 werd beslist om dit decreet te baseren op de financiële studie van Oxera. Daarin werd geconcludeerd dat er systematische en substantiële structurele overcompensatie bestond bij PV-installaties (fotovoltaïsche installaties) gebouwd tussen 2006 en 2012.
Mijn collega zei al dat er een draagvlak is om de zware oversubsidiëring van grote zonneparken aan te pakken, als de maatregel maar voldoende gericht is. ODE heeft als belangenorganisatie van in het begin af aangekaart dat de maatregel niet voldoende gericht zal zijn en had ook twijfels bij de studie zelf. Die zou op een aantal foute aannames berusten. ODE heeft dat meteen aangekaart en heeft ondertussen een eigen studie bij een ander gerenommeerd bureau laten maken, het studiebureau 3E. De conclusies van beide studies verschillen in die mate dat kan worden geconcludeerd dat de maatregel niet doeltreffend is. Hij treft niet enkel de grote zonneparken maar ook de kleinere PV-installaties van kmo’s, scholen en landbouwers.
Dat daar spanning op blijft bestaan, is natuurlijk problematisch. Tegelijkertijd heeft ODE als belangenorganisatie beslist om met de website gscknip.vlaanderen een communicatie op te starten. Mijn collega verwees er al naar. Daarop reageert u, minister, door te zeggen dat die website offline moet. Er is ook een schrijven geweest via advocaten. Indien de website niet offline zou worden gehaald, zou u verdere juridische stappen overwegen en de geleden schade en kosten op ODE verhalen.
Ik vind dat op zich wel een opmerkelijke demarche ten opzichte van een belangenorganisatie. Dat lijkt op censuur van meningen die anders zijn. Op dit moment staat de website trouwens nog steeds online, terwijl de deadline al verstreken is.
Minister, op basis daarvan heb ik enkele vragen. Eerst en vooral over de studie: hebt u kennisgenomen van de 3E-studie van ODE over de oversubsidiëring van zonneparken? Hoe verklaart u de tegenstrijdige conclusies van de Oxerastudie enerzijds en de 3E-studie anderzijds? Waarom vond u het nodig te eisen dat de website gscknip.vlaanderen offline gehaald wordt? En gebeurt het dan vaker dat aan een belangenorganisatie per advocaat gevraagd wordt om een website offline te halen of communicatie aan te passen? Nu de website nog online staat, en de deadline verstreken is, betekent dat dat de juridische strijd gestaakt wordt, of haalt u nog argumenten aan om deze strijd verder te zetten?
Minister Demir heeft het woord.
Uiteraard hebben we kennisgenomen van de 3E-studie van ODE, een belangenorganisatie. Ik deel natuurlijk jullie mening. Bij statiegeld had de sector ook een studie gemaakt. Vanuit het parlement, en zeker de Groenfractie, werd gevraagd om me niet te baseren op de studie van de sector. Uiteraard niet, dat doe ik nooit. Dat is ook de reden dat ik kennis heb genomen van deze studie, maar dat ik me niet laat leiden door die studie. Want ODE is natuurlijk een belangenorganisatie. Die hebben een belang dat ze moeten verdedigen. Maar ik denk dat een beleidsmaker het algemeen belang moet dienen. De reden waarom we deze hervorming doen, is om te kijken waar we de energiefactuur kunnen verlichten. Waar zitten de oversubsidies? Ik denk dat we het met zijn allen eens zijn dat oversubsidies uit den boze zijn. Als het niet nodig is, moeten we dat niet doen.
Gisteren had ik een bijeenkomst in Nederland, met de Nederlandse top. Ik heb de minister daar gesproken, die ook een dergelijke ingreep aan het doen is, en die me zei dat hij daar ondanks de weerstand die er is mee verder zou gaan.
Oxera maakte een analyse voor een projectcategorie van een bepaalde projectgrootte en bepaald jaar van indienstname, op basis van de parameters uit de VITO-rapporten die toen bekend waren voor investeerders, en de toenmalige investeringskosten. Hieruit kunnen we besluiten dat de steun voor projecten met een startdatum voor 1 januari 2013 aanzienlijk hoger is dan nodig, indien die reguliere steunperiode van twintig jaar zou doorlopen. Daarom wordt voorgesteld om de steun stop te zetten vanaf 31 december 2023. Indien bepaalde projecten op dat moment nog geen voldoende rendement hebben bereikt, zullen ze dit kunnen aantonen, en kunnen ze ook in aanmerking komen voor een verlenging. De Vlaamse Regering zal hiervoor de rekenmethode en de aanvaardbare parameters vastleggen.
3E maakte een analyse voor een individueel project. Ze gaan uit van meer nadelige keuzes die een investeerder gemaakt kan hebben, waarvoor we op dit moment moeilijk kunnen verifiëren of die set van specifieke aannames representatief is voor reële projecten. Daarnaast houden ze maar rekening met de steun die is toegekend tot 2021. De werkelijke situatie voor specifieke projecten zal blijken uit een controleerbare berekening van de rendabiliteit zoals hoger toegelicht.
In de webapplicatie GSCknip wordt door ODE op misleidende wijze de indruk gewekt dat de regeling, ten eerste, definitief is, terwijl er nog geen definitieve beslissing is, en dat alle modaliteiten vastliggen en dat de ondernemingen door de test in te vullen met zekerheid kunnen weten of zij zullen worden getroffen door de regeling. Het voorontwerp van decreet werd aan de Raad van State voorgelegd voor advies. We hebben ook bijkomend advies, dat we ook in de regering zullen bespreken in de loop van de komende dagen. Hierna zal het ontwerpdecreet opnieuw moeten worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering en zal het ook door het Vlaams Parlement moeten worden beoordeeld.
Het ontwerpdecreet voorziet ook in de mogelijkheid om een verlenging van de steunperiode aan te vragen, voor installaties die een door de Vlaamse Regering te bepalen rendement niet hebben behaald. De berekeningsmethodiek zal via een uitvoeringsbesluit door de Vlaamse Regering worden vastgelegd. Zolang deze regeling niet is uitgewerkt, is het onmogelijk om met zekerheid te bepalen of de steun voor een bepaalde installatie zal worden stopgezet. De webapplicatie doet natuurlijk het tegendeel vermoeden.
De website vertrekt ook van foutieve gegevens. Er wordt bijvoorbeeld gesteld dat er geen EU-rechtelijke verplichting is om een hervorming door te voeren. De Raad van State heeft nochtans in advies 72.211/3 geoordeeld dat de steunregeling voor groenestroomcertificaten staatssteun uitmaakt, en de Vlaamse overheid ertoe verplicht is die in overeenstemming te brengen met staatssteunregels.
Bovendien werd ook nog eens gekozen voor de domeinnaam ‘.vlaanderen’, wat de indruk kan doen ontstaan dat de website wordt ondersteund door de Vlaamse overheid.
Uiteraard heeft ODE het recht om haar mening te uiten, maar ze heeft niet het recht om misleidende en voorbarige informatie te verspreiden. Het is daarom dat ODE is gevraagd de website offline te halen.
Ik herinner er graag aan dat ODE subsidies krijgt. Het lijkt me dan ook logisch dat de Vlaamse overheid van een subsidieverkrijger kan verwachten dat aan het brede publiek de correcte informatie verstrekt wordt. Meer vragen wij niet. Wij vragen alleen dat ze de juiste en de correcte informatie meegeven. Er is helemaal geen verbod om te communiceren, laat staan op vrije meningsuiting. U weet dat ik hou van vrije meningsuiting. Ik vind dat iedereen zijn mening mag geven, maar zeker een belangenorganisatie als ODE moet natuurlijk de juiste informatie geven. Je kunt niet eender wat op je website zetten.
Waar ik helemaal niet mee akkoord kan gaan, is dat er foute informatie wordt verstrekt en dat dan ook nog eens de indruk wordt gewekt dat die informatie afkomstig is van de Vlaamse overheid, en dat die foute informatie ook nog eens wordt verleend door een organisatie die wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid.
Het is, denk ik, belangrijk dat in elke communicatie de juiste informatie wordt verstrekt. Aangezien de regeling nog niet definitief is, en er bovendien ook nog een uitvoeringsbesluit moet komen voor de verlengingsmethodiek … Want dat moet ook naar de regering gaan. De toestellen die het rendement niet hebben gehaald, welke parameters gaan daarvoor dienen? Dat moet allemaal nog in een uitvoeringsbesluit naar de Vlaamse Regering komen. Ik denk dat dat ook van groot belang is. Voor elke individuele installatie leek het mij gewoon te voorbarig en ook niet correct, de conclusies die in de tool werden geformuleerd. En dat was ook in een onvoorwaardelijke vorm. Vandaar dus dat we toch zijn moeten tussenkomen.
We hebben dat trouwens nog eens gedaan, bij misleidende informatie. Ofwel komen wij zelf tussen, ofwel laat ik de economische inspectie handelen. Dan schrijven we dus een brief naar de FOD Economie. We hebben dat in het verleden nog gedaan. Ik denk dat het ook onze taak is om dat te doen. Maar in dezen, aangezien zij subsidies kregen van de Vlaamse overheid, vonden we het wel nodig om daarin tussen te komen.
Er werd geen contact opgenomen met mededingings- en gegevensbeschermingsautoriteiten betreffende de webapplicatie. Ik wacht daarvoor ook nog het verloop van de gesprekken met ODE af.
Zoals gezegd: het is niet de bedoeling dat ik ga procederen of tussenkomen in de vrijheid van meningsuiting. Maar ik vind wel dat het belangrijk is dat er correcte informatie wordt verleend en dat ook duidelijk wordt gekaderd dat dat geen van de Vlaamse overheid afkomstige informatie is. Want straks worden wij daarvoor nog gedagvaard, en dan is het helemaal gevaarlijk.
Dat was eigenlijk mijn enige punt.
En dan de vraag: hebt u dat al vaker aan een belangenorganisatie per advocaat gevraagd? Neen, niet. Maar als men foutieve informatie geeft, zullen we dat wel doen. Fake news is echt vernietigend, is niet goed. Dus wij moeten daarin tussenkomen, als overheid, vind ik.
Zoals ik eerder heb gezegd: wij zijn nu de gesprekken aan het voeren, maar het moet minstens voor iedereen duidelijk zijn dat de informatie van ODE foutief is, minstens onduidelijk en dat dat niet van de Vlaamse overheid is, om al onze rechten te vrijwaren in latere procedures.
De heer Schiltz heeft het woord.
Dank u, minister. Het stelt mij gerust dat u het algemeen belang wilt dienen. Ik denk dat dat de taak is van elke politicus.
U definieert het algemeen belang in dit dossier dan als: de factuur verlichten en oversubsidiëring aanpakken. Er is natuurlijk nog een ander algemeen belang: rechtszekerheid, investeren in propere energie, onze toekomstige welvaart vrijwaren. Ik heb begrepen dat het algemeen belang ‘de factuur verlichten’ ongeveer 40 euro besparing per gezin of per afnamepunt per jaar zou betekenen. Als we natuurlijk, door nogal fors tekeer te gaan, niet duidelijk de impact van een bepaalde beslissing kunnen afbakenen, dreigt dat op termijn geen 40 euro op te leveren, maar 400, 4000 euro te kosten, wanneer wij gaten slaan in het rechtszekere investeringsklimaat van hernieuwbare energie. Dat is één.
Dan is de discussie natuurlijk: wat doet deze maatregel? Wat zou hij zijn? Het is niet zo dat die ergens onbekend is, in uiterste vertrouwelijkheid tussen een paar politici ontworpen wordt. Er is een officieel advies van de Raad van State verschenen. Dat is bekend. Het is niet zo dat ODE iets uit de lucht grijpt dat er nog niet is. Er is al een voorontwerp van decreet waarover een advies bestaat.
En dan de discussie: welke informatie is juist of niet? Daar is net discussie over. Ik heb een paar weken geleden in de plenaire vergadering net gezegd dat ik een andere lezing heb van dat advies van de Raad van State dan u. Het lijkt me dus niet zo raar dat er in de maatschappij stemmen zijn die een andere appreciatie hebben van de juridische context dan de uwe. Dat lijkt mij niet zo raar. Het lijkt mij nog minder raar dat een belangenorganisatie extra waakzaam is om de belangen van haar leden te verdedigen, zeker – u geeft subsidie aan ODE – omdat haar belangen niet alleen particuliere belangen zijn, maar voor een deel ook onze belangen: het algemeen belang, investeren in hernieuwbare energie, zorgen voor de welvaart van Vlaanderen.
Als het nu nog onjuiste informatie zou zijn, dan heb je in een democratische rechtstaat normaal gezien woord en wederwoord, dan kunt u gerust op tv zeggen dat wat ODE zegt, fout is. Dat kunt u doen. Ik heb er wel moeite mee wanneer u dan meteen de juridische sloophamer bovenhaalt en zegt: “U krijgt subsidies, dus u moet doen wat ik zeg dat juist is. U mag geen andere mening hebben. Foei, foei, foei, dat is fout.”
En dan zegt u dat ze doen alsof ze een officiële website zijn: ‘.vlaanderen’. Minister, dan stel ik voor dat u ook een ingebrekestelling stuurt naar www.robomows.vlaanderen, een amateuristische webshop rond robotgrasmaaiers, naar www.leeuwenvlag.vlaanderen, een Vlaams Belangwebsite waarop je gratis de Vlaamse Leeuwenvlag kunt bestellen, www.sex.vlaanderen – laat ons meteen maar seks in Vlaanderen verbieden –, www.vanoverschelde.vlaanderen, een vastgoedexpertisekantoor, en – houd u vast, minister – www.confederalisme.vlaanderen, vorige week door Sander Loones met toeters en bellen aangekondigd: “Hier staat het plan, hier is het.” Moet ik nu concluderen dat de Vlaamse overheid het confederalisme zal uitroepen, dat dat gevalideerd is? Ah nee, dat is niet waar, dat mogen ze niet doen. Maar dat doet de heer Loones dan wel. En nog meer, minister: www.zuhal.vlaanderen. Ik stel voor dat u een ingebrekestelling stuurt naar de N-VA, want zij doen zich voor als de Vlaamse overheid. Tot nader order zijn er meer leden in de regering dan alleen de N-VA, dus het lijkt mij een beetje problematisch. Als u andere organisaties verwijt dat ze een vrij bruikbare domeinnaam gebruiken omdat u vindt dat het een officiële website van Vlaanderen suggereert, dan moet u dat natuurlijk ook op uw eigen partij toepassen.
Maar goed, minister, dat is allemaal aardig en wel, het enige dat mij zorgen baart, is dat er juridische bezorgdheden zijn over de impact van uw voorontwerp van decreet die terecht door ODE worden aangekaart en waarover er een debat kan plaatsvinden. De tool die ODE heeft ontworpen, dient ertoe om bedrijven een inzicht te geven in de impact. Ik denk dat het een goede zaak is dat een belangenorganisatie probeert om de impact van een beleid in kaart te brengen, omdat de impactanalyse van een beleid onze politieke beslissingen net beter maakt, zodat we weten welke gevolgen er zouden zijn wanneer we een bepaalde regelgeving doorvoeren.
U kunt dus beter met ODE de handen in elkaar slaan en van die tool een tool maken waarmee u haarfijn de impact kunt schatten. Want u hebt zelf gezegd dat het bij deze stroomcertificatenknip superbelangrijk is dat het niet de kmo’s noch de gezinnen treft. En dan is een impactanalyse de enige manier om er zeker van te zijn dat deze mensen niet worden getroffen.
Minister, u wilt graag Robin Hood zijn, ik wil dat ook graag zijn: geld afpakken dat onterecht werd verdiend door mensen die al veel geld hebben en teruggeven aan de bevolking die er iets mee kan. Maar let alstublieft op dat u geen vrekkige koning Jan wordt, die alles en iedereen kaalplukt.
De heer Aerts heeft het woord.
Er is heel veel twijfel over de verschillende interpretaties. De collega heeft verwezen naar het advies van de Raad van State, waarvan er verschillende lezingen zijn. Er is de Oxerastudie tegenover de 3E-studie, waarbij je zult moeten afwegen wat de realiteit is en hoe we er het meest voor kunnen zorgen dat onze wetgeving goed en zo gericht mogelijk is. Maar evengoed was er deze ochtend opnieuw een persbericht van u waarin u een andere lezing doet van het nieuwe advies van de Raad van State – ik heb het zelf nog niet kunnen zien – tegenover een professor die op Twitter volgens u het tegenovergestelde aangaf.
Elke keer opnieuw zijn er verschillende lezingen en elke keer opnieuw zorgt dat voor meer onduidelijkheid. En we hebben net in dit dossier heel veel duidelijkheid nodig om ervoor te zorgen dat het zo gericht mogelijk gaat en dat we die investeringszekerheid niet helemaal onderuithalen.
Ik had vorige week al eens door de website gescrold en ik heb dat nu nog eens gedaan. Ik moet toch wel heel hard mijn best doen om te bedenken dat dit een Vlaamse website is. Ik zie daar geen Vlaamse logo’s staan, ik zie onderaan staan dat het een initiatief van ODE is, ik zie onmiddellijk de tweets van ODE Vlaanderen staan. Ik zie daar niet de tweets van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) of zo staan. Dat vind ik toch opmerkelijk. Als ‘.vlaanderen’ een probleem is, dan is ‘.be’ eigenlijk ook een probleem, en dan moeten ook al die websites in de ban worden gedaan. Waar gaan we dan in godsnaam nog de lijn trekken?
Ik ben ervan overtuigd dat u volledig overgereageerd hebt en dat u uw energie veel beter zou stoppen in het samen naar een oplossing zoeken, in het samen naar een robuuste regelgeving zoeken, dan elkaar constant vliegen proberen af te vangen. Als we vorige week één ding hebben geleerd in de Commissie Vlaams Energie- en Klimaatplan, dan is het wel samenwerken. Dat is cruciaal, want hernieuwbare energie heeft nog heel wat potentieel, en daar moeten we nog veel meer op inzetten, maar dan hebben we samenwerking nodig op alle mogelijke niveaus en dus ook met de belangenorganisaties. Betekent dit belangenorganisaties blind volgen? Natuurlijk niet. Maar we moeten wel de handen in elkaar slaan om de juiste beslissingen te nemen zodat we uiteindelijk de juiste doelstellingen kunnen realiseren.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, we hebben de discussie over de grond van de zaak al in de plenaire vergadering gehad. Toen heb ik erop gewezen dat uw coalitiepartners heel erg gehaast waren om een bepaalde interpretatie op te dringen die nog niet zeker is. Aan de andere kant is uw interpretatie ook niet zeker. Ik denk dat de meesten onder ons – maar ik wil alleen maar namens mezelf spreken – geen vragende partij zijn om eender welke technologie of eender welke industrie te oversubsidiëren. Ik merk alleen dat iedereen daar zijn eigen gevoeligheden in heeft. Uw eigen partijgenoten stonden gisteren met veel trammelant ergens in Tihange aan een zwaar overgesubsidieerde centrale en pleiten nog altijd elke dag voor de energievorm, namelijk nucleaire energie, die zonder gigantische subsidies nergens ter wereld rendabel is. Maar dat schijnt geen probleem te zijn. Alleen als het over PV gaat, is dat een probleem. Ik vind ook niet dat PV moet worden overgesubsidieerd, en als daar objectieve gegevens over zijn, zet dat dan gerust recht.
Maar ik maak me wel grote zorgen over, ten eerste, de manier waarop de discussie zeer selectief wordt gevoerd en, ten tweede ook, de toon van uw antwoord vandaag en de boodschap dat iedereen die op een of andere manier subsidies ontvangt van de Vlaamse Regering, geacht wordt zich te onthouden van kritische opmerkingen of discussies over de inhoud met de regering. Ik vind dat, zeker gezien uw andere bevoegdheid van Justitie, totaal, maar dan ook totaal over de schreef en ongepast. Er zijn massa's organisaties in Vlaanderen die terecht steun krijgen om een maatschappelijk belang te verdedigen, in allerlei sectoren, van milieu, natuur en energie tot het bedrijfsleven en noem maar op, maar die ook allemaal hun vrijheid van spreken hebben. Het staat u en ons allemaal vrij om daarover met hen van mening te verschillen, wat meermaals gebeurt, maar vanuit de regering afdreigen in termen van: “U krijgt subsidies, dus gelieve uw mond te houden en niet tegen te spreken”? In dat soort regime leven we niet in Vlaanderen, minister. Ik ben in ieder geval niet van plan om ooit te accepteren dat we in dat soort van regime zouden leven. Ik zou graag hebben dat u enige nuance aanbrengt in minstens dat deel van het antwoord. De rest van de discussie kunnen we open met elkaar voeren en wil ik graag open voeren. Ik denk dat ik het zelfs in dezen eerder met u eens ben dan met een aantal andere collega's. Maar ik hoop dat u het met mij eens bent – een uitschuiver gebeurt al eens in het heetst van de discussie – dat ik dat er echt over vond.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel aan de vraagstellers en aan de minister. Ik had gehoopt dat de minister deze kans zou aangrijpen om duidelijk te maken dat zij wel degelijk het recht op vrije meningsuiting in Vlaanderen steunt. Ik moet helaas vaststellen dat dat eigenlijk niet het geval is. Minister, de selectieve manier waarop een sector en een federatie die blijkbaar tegen uw schenen schopt, aan de kant wordt gezet, is absoluut not done en krijgt onze steun niet, minister.
We hebben inderdaad, zoals collega Tobback zegt, heel veel organisaties die steun krijgen van de Vlaamse overheid. Ik ken een vrij grote organisatie, bekommerd om onze natuur, die de Vlaamse overheid heel regelmatig voor de rechtbank daagt en haar ook beleidsmatig voor een aantal uitdagingen stelt. Als we uw lezing volgen van wat vrije meningsuiting zou kunnen en mogen zijn zodra men wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, dan zou u dat gewoon verbieden. Ik vind dat opmerkelijk en niet de juiste keuze. Als het gaat over vrije meningsuiting, hebben we in dit land heel hoge standaarden te verdedigen, en dat moeten we ook blijven doen.
Ik was nog niet naar die website gegaan. Dankzij uw demarche ben ik wel naar die website gegaan. Ik heb daar niets gelezen dat erop wijst dat die website namens de Vlaamse overheid een bepaald standpunt inneemt of verkondigt. Daar staat heel duidelijk bij dat het om een ontwerpregeling gaat. Er zijn links naar de regeling zoals die door u is voorgesteld en door de regering is voorgelegd aan de Raad van State. Dat zijn publieke documenten, die iedereen kan inzien. Ik zie niet in waarom dat niet kan worden gebruikt om een bepaald standpunt te verdedigen. In het democratische debat dat we in Vlaanderen heel hoog in het vaandel dragen, moet dat wel degelijk kunnen.
Ten gronde zijn wij tegen oversubsidiëring. Ik heb samen met Liesbeth Homans en Bart Martens in 2012 nog het decreet gemaakt dat de oversubsidiëring die tot dan bestond, effectief aan banden heeft gelegd. Samen met uw partij en die van collega Tobback hebben we op dat vlak stappen gezet. Tot op vandaag was er geen sluitende juridische manier gevonden om de oversubsidiëring van het verleden aan te pakken. U hebt de verdienste daar een poging toe te wagen. Alleen is rechtszekerheid voor ons ook op dat vlak bijzonder belangrijk, minister.
Zoals we afgesproken hebben in de regering, moet er ook een fair rendement zijn voor al wie op dit moment eigenaar is van een installatie voor hernieuwbare energie. Het zou me wel benieuwen om te weten op welke manier u die regeling, die er nog moet komen, juist ziet en op welke manier we dat fair rendement zullen garanderen. Voor ons is het heel duidelijk dat scholen, welzijnsinstellingen, onderzoeksinstellingen maar ook kleine zelfstandigen en gezinnen niet het slachtoffer kunnen en mogen worden van deze regeling. Er zijn honderdduizenden mensen die op dat vlak op de Vlaamse overheid rekenen, en terecht, om rechtszekerheid te krijgen.
Minister, ik heb een laatste opmerking en vraag. Het is niet evident. Er is een harde discussie met de sectorfederatie. Er is het juridische weerwerk dat u biedt ten aanzien van die website. Maar ik wil u vragen om met de sector aan tafel te gaan, al is het maar omdat u een regeling moet uitwerken om een fair rendement te garanderen en het dan belangrijk is dat we over dezelfde aannames kunnen spreken om te bepalen op basis waarvan een installatie een fair rendement kan nastreven.
Dus, minister, verlaat het pad van het conflict, zeker van het juridische conflict. Ga de dialoog aan en probeer een oplossing uit te werken die rechtszekerheid biedt en de oversubsidiëring ten gronde aanpakt.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Het is altijd interessant traditionele partijen te horen die decennialang aan oversubsidiëring hebben gedaan. Wat is dat trouwens, oversubsidiëring? Wie bepaalt wat oversubsidiëring is of gewoon gesubsidieerd is? Ik kan u alleen zeggen dat, mochten al die tientallen miljarden euro’s die al die jaren in achterlijke energievormen als zon en wind gestoken zijn, mijnheer Tobback, in kernenergie zijn gestoken, we vandaag in dit land geen energiecrisis hadden. Zo simpel is het.
Elke kernfysicus, elke rechtgeaarde wetenschapper die gespecialiseerd is in energie, zal u zeggen dat kernenergie de allerhoogste energiedichtheid heeft, niet zon en zeker niet wind, maar wel kernenergie. Dat betekent dat je daar zeer weinig grondstoffen en energie in moet steken om daar enorm veel energie uit te halen. Steeds meer landen rondom ons beseffen dat: Nederland, Groot-Brittannië, ook wereldwijd, behalve hier in Vlaanderen. Hier in Vlaanderen zitten we nog altijd met traditionele partijen die totaal antiwetenschappelijk, totaal dogmatisch, tegen nucleaire energie zijn en het licht van de zon blijven ontkennen. We zullen zien waar dat toe leidt, mijnheer Tobback, de komende jaren. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Door u zijn we nu afhankelijk van weersomstandigheden voor onze energie. Prachtig he, hoe achterlijk is het dat wij afhankelijk zijn van: zal het waaien, zal de zon schijnen? Ah joepie, dan hebben we veel energie. Waait het niet, schijnt de zon niet, ah, dan hebben we geen energie. Dat is waar uw beleid toe heeft geleid. Wees er maar heel trots op, mijnheer Tobback. En we zullen zien: we zullen gelijk krijgen, die kernenergie zal onze toekomst worden. Maar België zal, zoals vaak, weer te laat komen, natuurlijk.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Als we met iets nieuws komen, dat ook binnen de regering is beslist, collega Schiltz, dan is er inderdaad bezorgdheid bij de mensen: wat betekent dit voor mij? Maar ik vind het helemaal niet terecht om te spreken over censuur. Ik zal u zeggen waarom. We hebben allemaal die mail gekregen van ODE op 12 januari 2023. Ik lees de eerste zin voor: “Graag wil ik u informeren dat ODE Vlaanderen een handige online tool lanceert waarop ondernemingen (…)” enzovoort. Heeft ODE u gecontacteerd? ODE heeft mij ook niet gecontacteerd. ODE heeft iets gemaakt en vond dat het op een website moest staan.
Als u spreekt over overleg dat moet gebeuren, dat overleg is er ook niet geweest, in geen van de twee richtingen. Trouwens, vorige week op de Klimaatcommissie is er ook niet over gesproken. De heer Van Evercooren heeft daar niets over gezegd. Het was nochtans de ideale gelegenheid om daarover iets te zeggen, om te zeggen dat ze de tool op de website gelanceerd hebben omwille van dit of dat.
Zeggen dat wij of de minister hier in de fout zijn gegaan, is dus absoluut niet waar. Ik was verbaasd om die mail te krijgen. Ik dacht: tiens, ODE lanceert iets zonder in overleg te gaan met de parlementsleden. Ten tweede is de tool gebouwd op drijfzand. Want dan moet u inderdaad eens een test doen. Ik heb een fictieve test gedaan: 150 kilowatt op mijn dak, geïnstalleerd in 2010. Dan berekent hij automatisch wat de certificaatwaarde is en hoeveel geld u al ontvangen zou hebben. Dan voert hij de test uit en krijg je een tekst, een tekst die alles en niets zegt. Want er zijn nog voorwaarden aan verbonden, het hangt af van de snelheidsreactie van de regering, en van nog andere zaken. Maar de perceptie is wel dat ze iets geplaatst hebben dat er ondertussen voor zorgt dat mensen nog meer in paniek geraken, terwijl er nog niets beslist is qua uitvoeringsbesluiten.
De minister heeft terecht geoordeeld, op basis van het eerste advies, en, collega Schiltz, ook op basis van de opmerkingen die er geweest zijn tijdens de actuele vraag in de plenaire vergadering ... Ik heb toen ook gezegd dat we moeten opletten dat we niet naar een generieke oplossing moeten gaan als we een draagvlak willen creëren, maar dat je moet gaan naar individuele berekeningen op maat van de bedrijven. En we moeten ook rekening houden met het tweede advies en we zullen zien wat daaruit komt. Maar om nu al een beslissing te nemen vanuit een federatie om toch al maar een tool op de website te zetten en te zeggen dat dit of dat het resultaat is – ik kreeg zelfs geen resultaat, ik kreeg gewoon een stukje tekst –, vind ik dat paniekzaaierij georganiseerd vanuit hun organisatie, en dat is niet hun taak.
Ik vind het dan jammer dat een paar parlementsleden meesurfen op die paniekzaaierij, in plaats van even kalm af te wachten wat het tweede advies is, wat erin gaat beslist worden binnen de meerderheid, met de nodige uitvoeringsbesluiten, en dan pas te zeggen: oké. Maar dat de minister tegen ODE zegt dat het fout is wat ze doen, dat is geen censuur. Het is ook inderdaad fout: iets lanceren als federatie wat niet is doorgesproken met iemand buiten hun federatie. Dan denk ik eerder aan eigenbelang, om aan de leden die lidgeld betalen aan ODE te tonen hoe stoer ze zijn doordat ze durven op te komen tegen de regering. Dan hadden ze misschien beter overlegd met ons, om te zeggen dat ze van plan waren een tool te organiseren en te horen wat we ervan dachten, de elementen te bespreken die erin zitten, enzovoort. Zolang er niets beslist is, maken ze dus een tool die gebouwd is op drijfzand.
Collega Tobback, het is niet uw partij die moet spreken over oversubsidiëring, de volledige oversubsidiëring is gestart met uw partij. De Freyafactuur betalen we nog tot op de dag van vandaag af.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil eerst en vooral meegeven dat ik niet aanvaard dat men mij verwijt dat ik censuur opleg. Ik vind dat gewoon niet correct, en ik vind het ook niet juist dat parlementsleden die in deze commissie zitten, dat beweren. Jullie willen waarschijnlijk weer een beeld ophangen van een minister die iedereen de mond snoert als het haar niet zint. Neen! Ik heb dat niet gedaan, collega’s. Sorry, maar ik aanvaard het gewoon niet dat jullie dat zomaar poneren.
Het enige wat ik in die ingebrekestelling heb gevraagd – dat kunt u nalezen – is dat ik wil dat men correcte informatie geeft, maar men kan het nog niet weten, want de verlengingsvoorwaarden in het uitvoeringsbesluit zijn er nog niet. Het decreet is zelfs nog niet door het parlement. Er wordt zomaar een website gelanceerd, zonder dat er overlegd is met ons, of met jullie. Als ze van goede wil waren geweest, dan hadden ze toch even gebeld naar het kabinet om te zeggen wat ze van plan waren, en om te vragen wat wij ervan vinden, en of het juist is, enzovoort. Maar neen, het is heel duidelijk dat zij dat instrument gebruiken, of misbruiken, om iedereen te misleiden en natuurlijk ook om hun eigen belang na te streven. Zij willen die knip niet. Dat is toch glashelder, collega’s van het parlement? Zij willen die knip duidelijk niet. Het gaat natuurlijk over meer dan een miljard euro. In totaal is het 1,4 miljard euro, dus het gaat over veel geld. Het is glashelder dat zij dat niet willen en dat ze alles op alles zetten, onder andere door op die website niet de juiste informatie te geven. Ik vind het wel heel jammer dat de vertegenwoordigers daar een beetje in trappen.
Ik verbied niets. Ik zal nooit aanvaarden dat men mij verwijt dat ik censuur pleeg, en dat ik vrijheid van meningsuiting verbied. Neen, het enige wat ik vraag, is correcte informatie. Zij hebben de verlengingsvoorwaarden niet, die zijn zelfs nog niet door de regering besproken, het ontwerpdecreet moet nog naar de regering komen en we moeten nog een aantal dingen finetunen. Het enige wat ik gezegd heb, is dus dat zij nu voorbarig informeren. En met de ingebrekestelling heb ik gedaan wat moet, namelijk onze rechten vrijwaren, collega’s. Sorry, maar als dat zelfs niet mag, dan snap ik het ook niet. Dat is één.
Ten tweede vind ik oversubsidie nooit goed. Nooit, jamais! Het kan zijn dat men in het verleden ooit heeft beslist om dat te oversubsidiëren. Iedereen vindt dat: Jan, Jos, Gerda, … Vraag het maar op straat. Elke burger, elke Vlaming vraagt zich af waarom er bij een installatie die terugverdiend is, de komende tien jaar nog extra belastinggeld bovenop gegooid moet worden. Want het gaat hier over installaties die terugverdiend zijn, collega’s. Daar gaat het debat over. Ik neem niets af. Ik zeg niet dat men iets niet mag terugverdienen. Het principe – een gezond principe, vind ik – is dat we niet gaan oversubsidiëren. Het is niet mijn geld, en het is ook jullie geld niet. Het is het geld van de bevolking. Het zit de mensen tot hier. Je moet het de mensen eens vragen. Het zit tot hier. En ja, in deze context vind ik het niet meer dan normaal dat ik als beleidsmaker zoek naar de juiste juridische middelen om die oversubsidiëring aan te pakken. Ja, collega’s, dat probeer ik te doen op Vlaams niveau.
Ik denk dat men op het federale niveau misschien ook eens moet gaan kijken naar de fossiele subsidies – dat gaat over miljarden euro’s – om te zien of daar misschien ook een knip mogelijk is. Ik vind dat niet verkeerd, want ik vind oversubsidies gewoon niet gezond. Het is het principe. En het kan zijn, collega Schiltz, dat het over 30, 40 of 50 euro gaat. Dat interesseert mij niet. Het gaat over het principe. Ik vind echt niet dat we in het geval van installaties die terugverdiend zijn daar nog extra belastinggeld tegenaan moeten gooien. Het is niet mijn geld, niet uw geld, het is het geld van de bevolking, en ik denk dat de bevolking het stilaan wel heeft gehad.
Ja, wij zullen ook met ODE in discussie gaan, dat is geen probleem. Maar ik vind dat ODE op dit moment geen correcte informatie kan geven, want de verlengingsvoorwaarden zijn nog niet bekend. Het decreet is nog niet eens door het parlement. Het is toch normaal, dat ik dit aan ODE vraag? Stel dat ik dat niet zou doen, zou u dat dan normaal vinden? Vindt u de manier waarop zo’n organisatie tekeergaat normaal? Ik vind dat niet normaal, en ik vind dat ook niet correct. Dat is niet juist, want men heeft de verlengingsvoorwaarden niet, het decreet is er niet, maar men lanceert wel een website met allerlei informatie die niet correct is. Ja, dan zal ik als beleidsmaker tussenkomen. Ja, dan zal ik onze rechten vrijwaren. U kunt daartegen zijn, maar dat is géén censuur. Dat is absoluut geen censuur, en ik zal nooit aanvaarden dat men mij verwijt censuur te plegen, want ik vind dat iedereen een mening mag hebben en iedereen mag een website hebben, maar de informatie die op de website van zo’n organisatie staat, vind ik wel van belang.
In de loop van de komende dagen en weken gaan we de discussie verder opnemen in de regering. Het spreekt voor zich dat wij niet over één nacht ijs gegaan zijn. Wij hebben ons juridisch geïnformeerd. Maar het zal uiteindelijk ook wel een beleidskeuze zijn. Mijn positie is daarin heel duidelijk, denk ik. De context is veranderd, de wereld is veranderd, we hebben geen geld om te strooien, en het advies van de Raad van State oordeelt heel duidelijk dat de groenestroomcertificaten staatssteun zijn, en dat overcompensatie daarom ook moet worden aangepakt. Ik heb trouwens ook gezien dat de Federale Regering de groenestroomcertificatenknip al heeft aangemeld bij de Europese Commissie. Dat is een goede zaak. Maar het spreekt voor zich dat het juridisch allemaal goed in elkaar moet zitten. Het is onze taak om ons daarover zo goed mogelijk te informeren. Maar een belangenorganisatie wil dat niet. Zij zullen dit altijd aanvechten, maar zo gaat dat nu eenmaal met elke hervorming. Ik steek mijn nek uit, en ik zal dat ook blijven doen, omdat ik denk dat de context en de wereld ondertussen veranderd zijn.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, alles wat we doen in de regering of in het parlement dat geld kost, is sowieso niet met ons eigen geld, tenzij het geld van de belastingen die we zelf betalen. Dat is belastinggeld van de burgers. Dat is absoluut niet de discussie. U zegt dat u gaat voor het principe, en dat wat het oplevert, u niet boeit. Mij boeit dat wel, omdat ik de impact van een beslissing, de nadelen, wil afwegen tegen de voordelen. Mij lijkt dat een verstandige manier om beleid te evalueren. Als het maar weinig opbrengt maar heel veel miserie teweegbrengt, dan denk ik dat we daar eens over moeten nadenken. Dat is de essentie van de discussie. Er is niemand in dit parlement, en uiteraard ook niet bij Jos en Gerda, die niet vindt dat we overgesubsidieerd geld moeten recupereren. Dat vindt iedereen. Dat is niet de discussie. De discussie is: zijn we in staat om een systeem uit te dokteren waarbij je het kaf van het koren kunt scheiden? De investeerders te goeder trouw, Jos en Gerda, de kmo's, landbouwbedrijven die asbest... – dat is een nieuwe regeling –: collega Bothuyne heeft terecht alle categorieën aangehaald. Die moeten er niet in zitten. Van hen gaan we de investeringszekerheid niet afpakken, hé. Ik geef een klein voorbeeldje. Je neemt een bedrijf over dat destijds certificaten heeft gekregen, maar jij hebt die niet gekregen, jij hebt dat niet gelegd. Dat is doorverkocht. Jij kunt daar niets meer aan doen. Zij verliezen dan ineens een inkomensstroom waarvoor ze betaald hebben. Daar moeten we bij stilstaan.
Minister, het belangrijkste punt is dat er een belangenorganisatie is die in het beleidsproces aan de alarmbel trekt. Ik vind dat normaal. U zegt: “Dat is niet normaal, die moeten wachten tot er een definitieve beslissing is.” Dan is het kalf verdronken. Dan mogen ze naar de rechtbank lopen, dan moeten ze proberen dat terug te draaien, dan heb je alweer verwachtingen gecreëerd die moeten worden teruggedraaid. Ik vind het juist logisch dat een organisatie die bezig is met het bewaken van belangen die aansluiten en stroken met een belangrijk deel van onze beleidsdoelstellingen, ons algemeen belang, namelijk groene energie in Vlaanderen krijgen om onze economie robuuster en steviger te maken, op tijd in het beleidsproces probeert om informatie te verzamelen en haar mening daarover te geven.
“Ik aanvaard niet dat het beeld wordt opgehangen dat ik censuur pleeg.” Uiteraard, ik zou dat ook niet aanvaarden, maar u hebt wel gevraagd in een juridisch document om de website offline te halen en u hebt ermee gedreigd om verdere juridische stappen te ondernemen. Ik heb niet gezegd dat u censuur pleegt, ik heb alleen gezegd dat u nogal fors hebt uitgehaald en er nogal stevig tegenaan timmert om de manier waarop zij communiceren te onderwerpen aan wat u juist vindt. Daar heb ik bedenkingen bij. U zegt dat er alleen maar gecommuniceerd mag worden over wat juist is, en nu zegt u dat het gaat over 1,4 miljard euro, gisteren was het nog 1,2 miljard euro, morgen is het misschien 1,5 miljard euro en afhankelijk van hoe de regelgeving in de details zal worden vormgegeven, is het misschien maar 700 miljoen euro. Wie weet? U verwijt een organisatie het een en ander maar u doet het zelf. ‘.vlaanderen’ mag niet worden gebruikt want dat schept een zweem van betrokkenheid van de overheid. Minister, ik heb u voor de voeten geworpen: maak dan zelf uw huiswerk en haal uw eigen websites offline, want u doet het zelf in uw partij. Daar heb ik wel een probleem mee. Dat het censuur is of niet, daar heb ik een probleem mee, want dat is hypocriet.
Bovendien, minister, gaat het hier niet over censuur maar over machtsafwending. De manier waarop u een belangenorganisatie aanpakt, is ver buiten wat een minister hoort te doen. Het is niet aan hen om overleg met u te vragen, hé. Zij schrijven geen wetgeving. U bent wetgeving aan het ontwerpen, opnieuw en ik herhaal, met goede bedoelingen, die ik 100 procent onderschrijf, maar waarbij negatieve effecten hun groep dreigen te affecteren. En dus ontwerpen zij een tool om een en ander in kaart te brengen. Ik vind dat eigenlijk niet zo slecht. Ik vind dat wij als overheid misschien zelf zo een tool hadden moeten ontwerpen, om op voorhand in de gaten te krijgen wat de potentiële impact zou kunnen zijn, want dan weten we hoeveel miljard euro we zullen kunnen besparen en wat de impact daarvan zal zijn.
Opnieuw, minister, het is, denk ik, niet dienstig voor de doelstellingen die u zelf aanhangt als u op die manier met sectororganisaties omgaat. En vooral: let alstublieft op dat in al dat strijdgewoel en al deze communicatiedrang het niet Jos en Gerda zijn, die zonnepanelen hebben geïnstalleerd op hun kmo, die uiteindelijk de dupe zullen zijn. Rijke bedrijven die heel veel geld gecasht hebben en nog altijd aan het cashen zijn, natuurlijk willen we dat aanpakken, maar niet de kmo’ers, niet mensen en bedrijven die met recht en reden gerekend hebben op bepaalde inkomsten. Die kaalplukken, is niet waar deze regering en mijn partij voor staan.
Collega Gryffroy, u zegt dat de tekst goedgekeurd is door de ministerraad. Ik ben nog altijd niet de regering, ik ben het parlement. Ik waak vanuit het parlement over een aantal democratische principes, zoals het recht om uw mening te geven, om belangen af te wegen, om wetgeving in de maak te contesteren en dergelijke meer. Ik heb daar dus geen boodschap aan. Ik heb al gezegd dat ik de doelstellingen van de minister onderschrijf en steun. Als daar een regeling uit komt die exact doet wat de bedoeling is, namelijk alleen zwaar overgesubsidieerde grote bedrijven aanpakken, ben ik natuurlijk voorstander. Dat is niet het punt. Mijn bezorgdheid is dat het momenteel niet duidelijk is wat de bredere impact zal zijn, en mijn bezorgdheid is ook de manier waarop de minister, wanneer een organisatie diezelfde bezorgdheid formuleert, haar mokerhamer bovenhaalt en die juridisch probeert de mond te snoeren.
Voilà, dat is het, minister. Ik heb begrepen dat ODE niet wacht tot het kalf in hun ogen verdronken is en nu aan de alarmbel trekt. Dat is trouwens een van de redenen waarom we dit debat hebben. Ik kijk ernaar uit dat wij met een regeling in de Vlaamse Regering kunnen komen die maximale rechtszekerheid biedt en op geen enkele manier op onrechtvaardige wijze geld wegsleurt bij kmo’s of bedrijven te goeder trouw.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, u hebt weer proberen te doen uitschijnen dat niet iedereen hier voor het aanpakken van de oversubsidiëring van zonneparken is. Ik zal het dan toch nog eens bij het begin van mijn betoog herhalen: hier is een breed draagvlak om de oversubsidiëring van grote zonnepanelenparken aan te pakken. Ik verduidelijk dat nog maar eens, nu voor de derde keer, denk ik. Vanaf het begin was echter wel duidelijk dat het geen sinecure zou zijn om dat juridisch robuust te krijgen. U hebt ook zelf gezegd dat er moet worden gezocht naar de juiste juridische middelen. Volgens mij doe je dat dan op een behoedzame manier, en dus niet met de fanfare op kop. Je doet dat dan ook in samenwerking met belangenorganisaties, en niet in conflict. Dan doe je dat in samenwerking met grondwetspecialisten in plaats van elke keer opnieuw in een conflictmodel te stappen. Je doet dat ook niet door te zeggen dat een website van een belangenorganisatie een overheidswebsite lijkt te zijn, terwijl dat totaal niet het geval is. Elke keer opnieuw gaat u in conflict in plaats van samen te zoeken naar juridische middelen om de grote zonnepanelenparken aan te pakken. Daar zal spanning op zitten, dat kan, maar door op deze manier te werk te gaan zal dit helemaal zijn doel voorbijschieten en dreigen we met een slechte regeling te zitten.
Wat het stukje van de vrije meningsuiting betreft: eerst en vooral was er de brief gebaseerd op argumenten om de belangenorganisatie aan te pakken. Er werd dan gezegd: “Ja, maar zij hebben ook niet aan ons gevraagd of die website wel online mocht gaan.” Dit is nu ook niet het eerste signaal van ODE dat zij vragen hebben bij deze regeling. Ze hebben vanaf het begin aangekaart dat daar vragen bij zijn, en dat is eigenlijk ook wat u zelf vanaf het begin hebt gezegd: dit is geen gemakkelijke operatie. Ga dan toch in gesprek. Als u dan hier in dit debat dan ook nog eens de link legt naar het subsidiëren van organisaties, dan zijn we helemaal van het padje. Ik hoop echt – en dan sluit ik me helemaal aan bij mijn collega’s – dat we nooit in een land terechtkomen waar subsidies ontvangen betekent dat men vanaf dan in het gelid moet lopen, en waarbij met juridische middelen wordt geprobeerd een afwijkende mening te doen rechtzetten. Dat is niet de weg die we uit moeten, en dat is absoluut niet de weg die onze energietransitie nodig heeft, want het belangrijkste doel blijft die transitie op een goede manier in elkaar te zetten, zodat iedereen er zo veel mogelijk voordeel bij heeft.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.