Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Toen de man die hier rechts van mij zit, Tijl Rommelaere, me zei dat ik een vraag om uitleg moest stellen over GLOW, dacht ik dat dat een vraag zou zijn voor minister Weyts over de Glow Run, die loopwedstrijd met de lichtjes, maar groot was mijn verbazing dat het een product is van VDAB. GLOW zou staan, niet voor het gloeien van de lampjes, maar voor ‘groeien en leren op de werkvloer’. Dat is een nieuw pakket van dienstverlening om iedereen voor wie de stap naar werk te groot is, op weg te helpen naar een job. Het richt zich in het bijzonder tot langdurig werkzoekenden en niet-beroepsactieven met complexe problematieken of uitdagingen. Dat is heel beleefd gesteld de groep van wie geacht wordt dat het verschrikkelijk moeilijk is om hen aan werk te helpen. Volgens Tijl zou het aanbod ook zinvol zijn voor langdurig zieken en leefloners.
In het pakket zitten de verschillende vormen van werkplekleren zoals een werkervaringsstage, een beroepsverkennende stage, een opleidingsstage, een individuele beroepsopleiding (IBO) of een korte beroepsopleiding – sorry, collega Claes, maar een competentiecheck zie ik er niet in, maar misschien kan dat er ook nog in. (Opmerkingen)
Voilà, dus ook competentiecheck.
Op die manier kan men op de werkvloer wat ervaring opdoen, competenties opbouwen bla bla bla …
GLOW wordt getrokken door partnerorganisaties zoals Groep Intro, Emino, Randstad en SBS Skill Builders.
Wij hebben de volgende vragen, minister.
Hoeveel trajecten worden voorzien binnen de GLOW-tender? Hoeveel mensen zullen we dus gelukkig kunnen maken met het GLOW-verhaal en aan werk kunnen helpen? Hoe worden deze trajecten provinciaal verdeeld? Ik vraag uitdrukkelijk om alles zoveel mogelijk in West-Vlaanderen te organiseren en, om de voorzitter ook een beetje gelukkig te stellen, ook een beetje in Kruisem – met een beetje geluk annexeren we dat nog.
Hoe worden de verschillende vormen van werkplekleren meegenomen in de GLOW-tender? Hoe verhouden deze zich tot elkaar? Hoe kunnen deze verschillende trajecten elkaar versterken?
Op welke manier werden de ervaringen en de lessen met werkervaring de afgelopen decennia meegenomen binnen deze nieuwe oproep?
Wordt er afgestemd of samengewerkt met de partners – dat is een zeer interessante insteek – die duaal leren aanbieden? Bestaat er een wisselwerking tussen de GLOW-tender en het duaal leren?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Ronse, bij de GLOW-partners is er een bestelling voorzien van 10.100 trajecten voor 2023. We hebben op uw vraag alle trajecten per provincie en per partner in een tabel gegoten. Ik kan die cijfers aan het verslag laten toevoegen (zie bijlage). Ik spiek even: voor West-Vlaanderen zal het gaan om 1520 trajecten op een totaal van 10.100.
Uiteraard worden de verschillende vormen van werkplekleren meegenomen. De betrokken GLOW-partner kiest vanuit zijn expertise steeds het instrument in functie van wat de werkzoekende op dat moment nodig heeft. De doelstelling is steeds om op maat toe te werken naar tewerkstelling. Zo is er onder andere de beroepsverkennende stage, die toelaat om tot maximum dertig dagen te oriënteren op een werkvloer.
Als blijkt dat er competenties versterkt moeten worden, kan men een beroep doen op de recent hervormde werkervaringsstage en de individuele beroepsopleiding
Tot slot zal men ook van de gemeenschapsdienst gebruik kunnen maken voor de doelgroep van langdurig werkzoekenden. De oproep voor de opstart hiervan werd eind december gelanceerd via het Europees Sociaal Fonds (ESF).
Wat betreft uw vraag naar hoe geleerde lessen vanuit het verleden worden meegenomen, kan ik u geruststellen. Op basis van verschillende evaluaties betreffende de TWE-trajecten (tijdelijke werkervaring) en GOB-trajecten (gespecialiseerde opleiding en begeleiding) kwam men tot de conclusie dat deze beide trajecten veel gelijkenissen hadden: ze richten zich tot een gelijkaardige doelgroep en beide trajectvormen focussen op het begeleiden van werkzoekenden met behulp van werkplekleren.
Er zijn enkele lessen waar we binnen GLOW concreet mee aan de slag zijn gegaan.
De TWE-trajecten misten de gespecialiseerde aanpak en knowhow die de GOB-trajecten wel hebben. Door het gunnen van verschillende GOB-partners als GLOW-partner integreren we deze gespecialiseerde aanpak nu in het GLOW-traject.
De TWE-trajecten hadden een specifieke opbouw van het traject waarbij er binnen de twee maanden reeds naar werkplekinstrumenten moest worden gegaan. De opbouw van een GLOW-traject is zo aangepakt dat er meer op maat kan worden gewerkt van de betrokkene.
Het aspect taalcoaching als essentieel onderdeel binnen een traject ontbrak in zowel de GOB-werking als bij TWE-trajecten.
Collega, tot slot stelde u een vraag naar de link met het duaal leren. GLOW voorziet in eerste instantie een aanbod voor klanten die, mits intensief begeleid, in combinatie met werkplekleren aan de slag kunnen. De hoofddoelstelling is dus aan de slag gaan, en niet een kwalificatie verwerven, zoals dat bij duaal leren wel het geval is. Binnen het traject in GLOW is een erkende beroepsopleiding, al dan niet duaal, echter niet uitgesloten, maar die zal vaak relatief kort zijn gezien de focus op tewerkstelling.
De heer Ronse heeft het woord.
Dat is zeer positief. 10.000 is al een mooie ambitie. 1500 in West-Vlaanderen komt neer op 15 procent; dat mag verdubbeld worden, wat mij betreft. Het is ook goed dat er een opening is om een link te leggen met het duaal leren.
Ik hoop dat die tender veel mensen gelukkig zal maken en hen aan een job zal helpen. Ik vind het alleszins een goed initiatief.
Daar sluiten wij ons kamerbreed bij aan, veronderstel ik.
De vraag om uitleg is afgehandeld.