Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Collega’s, de Vlaamse Regering maakt al een tijdje werk van een verhoogde transparantie als het gaat over subsidiestromen die door de Vlaamse overheid worden toegekend aan organisaties, instellingen en bedrijven. Minister Diependaele werkt naarstig verder aan het tot stand komen van een subsidieregister. En u zat zelf ook niet stil, minister. Enkele maanden geleden kwam u nog met een actualisering van het horizontale gelijkekansen- en integratiebeleidsplan, waarmee u een duidelijke stap zet naar een duidelijker ondersteuningskader. U gaat ook nog werk maken van een wetenschappelijk dashboard om de opvolging en de transparantie van die verschillende projecten te monitoren. Los van de inhoud van die projecten, juichen wij die ambities alleen maar toe.
Dat brengt mij naadloos bij een ander beleidsinitiatief dat u al had aangekondigd. U hebt namelijk aangegeven dat de samenwerking met de structurele partners in het gelijkekansenbeleid kritisch tegen het licht zou worden gehouden en er daarbij naar een mogelijke objectivering of een actualisering kan worden gekeken. In uw begrotingstoelichting in 2021 stelde u nog duidelijk dat er een vernieuwd kader zou komen voor die structurele financiering en dat u dat graag vanaf 2023 definitief verankerd zou zien worden. Bij de laatste begrotingstoelichting, eind 2022, werd er echter van geen enkele vooruitgang melding gemaakt. Ook de richtdatum 2023 konden we niet meer terugvinden.
Daarom heb ik een aantal vragen voor u, minister. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de totstandkoming van het vernieuwde kader voor de structurele financieringen? Wat is de tijdslijn? Op welke manier verhoudt dit proces zich tot de op til zijnde aanpassingen binnen het horizontale gelijkekansen- en integratiebeleidsplan? En hoe kijkt u naar een mogelijke aanwending van een wetenschappelijk dashboard voor de opvolging van de structurele subsidies binnen het gelijkekansenveld?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Van Miert, de studie van IDEA Consult wordt opgeleverd in februari. Er is een kleine vertraging geweest doordat de administratie en mijn kabinet nog een aantal bijkomende vragen hadden bij het eindrapport dat in december werd bezorgd. We hadden nog wat vragen en vonden het nog niet helemaal op punt staan. Daardoor was er een kleine vertraging.
Centraal in de studie staat de optimalisering van de samenwerking met het gelijkekansenmiddenveld en het formuleren van een aantal scenario’s voor een meer objectieve financiering. In eerste instantie gaat dat over de samenwerking met de huidige nominatim gefinancierde organisaties: de Vrouwenraad, Furia, de Roze Huizen, de Belgian Pride, Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een Handicap (GRIP) en dergelijke meer. Daarnaast neemt de studie ook de samenwerking met organisaties als het Steunpunt voor Inclusie, Onze Nieuwe Toekomst – een organisatie voor mensen met beperkte verstandelijke vermogens, die ik vorige week ben gaan bezoeken; echt een heel mooi project – en de Antwerp Pride mee onder de loep, die doorheen de jaren herhaaldelijk projectmatig werden ondersteund. De vraag is of we het daar ook niet structureel moeten gaan doen. Bovengenoemde organisaties werden betrokken doorheen de hele opdracht. Ze werden grondig bevraagd en er is twee keer teruggekoppeld over de stand van zaken van de opdracht.
Hoe pakken we dat nu verder aan? In februari worden de resultaten van de studie besproken in de stuurgroep en met de betrokken organisaties. De keuze van de verdere aanpak voor optimalisering gebeurt in het voorjaar. Vervolgens maken we de nodige aanpassingen aan het kader, om het in werking te laten treden vanaf 2024. Dat was altijd zo vooropgesteld. Het is dus heel normaal dat de financiering in 2023 op dezelfde manier verloopt als in 2022. Dat was altijd de vooropgestelde timing.
Via het horizontale gelijkekansen- en integratiebeleidsplan is het mijn taak als minister van Gelijke Kansen om in mijn horizontale bevoegdheid de andere beleidsdomeinen te stimuleren om aan de slag te gaan met de doelstellingen van ons gelijkekansenbeleid. Ik moet dus de andere administraties – lees: de andere ministers – motiveren, inspireren en bij de les houden op het vlak van het gelijkekansen- en integratiebeleid. Het Plan Samenleven is de concrete uitrol van die doelstellingen naar de lokale besturen. De stad Turnhout bijvoorbeeld sluit met Vlaanderen een Plan Samenlevencontract af. Dat is eigenlijk de vertaling van wat al die ministers doen naar uw lokale bestuur.
De denkoefening rond de samenwerking met het middenveld staat los van het bovenstaande, al neemt het gelijkekansenmiddenveld waar mogelijk een ondersteunende rol op ten aanzien van de lokale besturen. U kent het Plan Samenleven even goed als ik. U weet dat in verschillende trajecten middenveldorganisaties u daarbij kunnen ondersteunen. We hebben bij de opmaak van het Plan Samenleven het middenveld bevraagd over hun mogelijke input. Op de website plansamenleven.be wordt het brede middenveld, onder andere het Steunpunt voor Inclusie, voorgesteld als potentiële ondersteuner. Maar het is een goed idee om dat ook explicieter mee te nemen in de middenveldsoefening.
Wat is de mogelijke aanwending van een dashboard? Op dit ogenblik gebeurt een evaluatie van de projecten op basis van aanvragen en overeenkomsten, waarbij de resultaten dan beoordeeld worden. Maar ik durf te verwijzen naar het antwoord op de vorige vraag. Misschien zit daar wel iets in. De tool van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) kan hier misschien ook wel interessant zijn. We zoeken altijd naar hoe je kunt meten of het geld dat je aan deze of gene geeft, al dan niet een positief resultaat geeft. Misschien hebben zij wel iets gemaakt dat robuust en consistent is en dat ons kan overtuigen om het ook hier in te zetten.
De heer Van Miert heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik heb er alle begrip voor dat dit geen recht-door-zeeopdracht is. Het is een alles behalve gemakkelijke opdracht. Maar u hebt de afgelopen jaren toch ook stevig gewerkt rond de verschillende projecten binnen het Plan Samenleven. Zoals u zegt, hebben we daar in mijn stad ook gebruik van gemaakt, en met succes. Het lijkt dan ook logisch dat dat, in samenwerking met de gelijkekansenpartners, eenzelfde beweging zou kunnen hebben gemaakt.
Het is niet de eerste keer dat er een vraag komt. Het is al meerdere malen aan bod gekomen. Maar zoals u weet, naderen we een beetje het einde van deze legislatuur. De vaststelling is dat het al 2023 is. Het zou toch leuk dat we nog in 2023 effectief met dat nieuwe kader aan de slag zouden kunnen en dat we niet op een effectieve uitrol moeten wachten tot na de verkiezingsgang van 2024. Dat was mijn aanzet om u nog eens te interpelleren over deze problematiek.
De heer Warnez heeft het woord.
Ik wil nog even onderstrepen wat het belang van het middenveld in dezen is. Ik denk dat het middenveld een van de belangrijkste pijlers in onze samenleving is en dat wat het middenveld doet, we als overheid eigenlijk zelfs niet moeten doen. Het gelijkekansenbeleid is het domein bij uitstek om dat te doen. Onze vraag blijft uitdrukkelijk om de rol van het middenveld te blijven honoreren.
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Van Miert, ik weet dat u een grote betrokkenheid hebt bij dit dossier. Dat is ook een heel goede zaak. Ik ben blij dat u erkent dat het een oefening is waarbij we, in de mate dat we rekening moeten houden met al die organisaties, dat toch wel in dialoog moeten doen. We hadden een timing. We gaan die respecteren. We wisten dat we deze legislatuur nodig zouden hebben om die omvorming te doen. Ik wil absoluut voor de verkiezingen, dus deze legislatuur, die hervorming ook echt doorgevoerd hebben. De middenveldorganisaties rekenen daar ook op. En dan kan een volgende Vlaamse Regering binnen dat nieuwe kader aan de slag gaan. Ik weet dat u mij daar altijd in zult opjagen en controleren. En dat hoort ook zo.
Mijnheer Warnez, ook bedankt voor uw tussenkomst. En gelukkige verjaardag, overigens. (Opmerkingen)
De heer Van Miert heeft het woord.
Ik kan vaststellen dat het antwoord van de minister meer dan voldoende was.
De vraag om uitleg is afgehandeld.