Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Goeiemorgen, collega’s. Minister, ook op mijn beurt een gelukkig 2023.
Kunt u een beetje luider spreken, mijnheer Vandenhove? We horen u niet zo goed.
Ik zal proberen dat wat luider te zetten, als dat lukt.
Voorzitter, collega’s, minister, ook op mijn beurt een gelukkig en gezond 2023. Minister, ik heb een korte vraag. Ik ken uw standpunt in verband met heel de problematiek rond de kreeften in de restaurants. U hebt al een paar keer geantwoord dat de techniek om die kreeften te verdoven zodanig dat ze niet meer levend gekookt moeten worden, te duur zou zijn voor de restaurants, en technisch niet altijd mogelijk zou zijn, alhoewel ik daar eerlijk gezegd aan twijfel. Dat is een kwestie van prioriteiten.
Maar we hebben vooral tussen Kerstmis en Nieuwjaar gelezen dat het bedrijf Sodexo, dat heel wat voedsel voorziet voor bedrijfsrestaurants, ook voor bejaardentehuizen, heeft beslist om geen kreeft meer te serveren. Natuurlijk, dat is de gemakkelijkste weg, zou ik zeggen, om geen kreeft meer levend te koken. Sodexo schrapt kreeft zelfs volledig van zijn menu. Dat is natuurlijk een heel goede evolutie.
Ik moet u niet overtuigen dat de verkoop van kreeften in restaurants en in winkels nog voor heel wat leed bij de dieren zorgt. Het is wetenschappelijk bewezen dat kreeften een zenuwstelsel hebben dat pijn kan waarnemen. Ze voelen het dus zeker wanneer ze levend gekookt worden. Maar dit feit is nog te weinig bekend. Of anders gezegd: er wordt te weinig rekening mee gehouden.
Hetzelfde voor de kreeften in de supermarkt, die in een watertank leven, wat alleszins ook niet bevorderlijk is voor hun welzijn. Supermarkten geven ook aan dat klanten vragen stellen bij de diervriendelijkheid hiervan.
Vandaar mijn vragen, minister. Als het inderdaad niet kan dat verdovende apparaten ingeschakeld of verplicht worden, vanwege te duur of te technisch, dan lijkt me een goede suggestie dat er echt gesensibiliseerd zou worden zowel naar restaurants toe, naar alle mogelijke ketens toe, maar zeker en vast ook naar supermarkten toe, om te vragen dat er eigenlijk geen kreeften meer levend gekookt worden, of dat ze niet meer geserveerd worden.
Wat is uw standpunt over een eventueel verbod op de verkoop van kreeft in de horeca?
Hoe staat u tegenover het alternatief voorstel om kreeften eerst verplicht te laten verdoven voor ze gedood worden? Blijft u bij uw standpunt, of is daar ondertussen evolutie in?
Minister Weyts heeft het woord.
Goedemorgen iedereen, en aan alle collega’s van harte de beste wensen gewenst hier in de zaal of in de digitale ruimte.
Wat betreft het leed van kreeften, het thema van pijngevoeligheid bij kreeften en andere ongewervelden is vandaag een discussiestof in verschillende Europese landen. Anderzijds moeten we wel meegeven dat bij mijn weten alleen Zwitserland een land is met regelgeving over het verdoven van kreeften.
We hebben kennis van de stand van de wetenschap over de pijngevoeligheid bij onder meer kreeften, en ik vind het ook vanzelfsprekend dat we ter zake stappen vooruit kunnen zetten.
Een opportuniteit op dat vlak is de herziening van de dierenwelzijnsregelgeving op Europees niveau, want daarmee wordt het welzijn van ook deze dieren Europabreed verbeterd. Dit zorgt tevens voor een gelijk speelveld tussen alle lidstaten. Dan zijn we meteen ook van die discussie af. Het verbeteren van het welzijn van deze dieren begint daarbij met de vaststelling van gevalideerde, soortspecifieke en auditeerbare welzijnsindicatoren. Ik heb in dat kader met andere partijen – met andere lidstaten van de Vughtgroep, dus de groep waarmee wij binnen de Europese Unie het voortouw nemen inzake dierenwelzijn, we zijn met een handvol landen – een oproep gedaan naar de Europese Commissie voor de uitbreiding van de bestaande EU-dierenwelzijnswetgeving met soortspecifieke voorschriften.
Door de Europese Commissie is bij de European Food and Safety Authority (EFSA) een wetenschappelijke adviesaanvraag gedaan over het welzijn van ongewervelden, waaronder kreeften. Daarmee is alleszins een eerste belangrijke stap gezet om dierenwelzijnsaspecten rond het houden van deze dieren een plek te geven in de dierenwelzijnswetgeving, en dus niet beperkt tot Vlaanderen of België, maar meteen op Europees niveau.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Het is goed dat u de bekommernis deelt en dat u ook op Europees niveau stappen zult ondernemen om dat effectief te verbieden.
Ik wil toch nog eens terugkeren naar waarmee ik mijn vraag begonnen ben. Ziet u in de tussenperiode een soort sensibiliseringscampagne gebeuren ten aanzien van de restaurants en de grootwarenhuizen, vanuit de sector dierenwelzijn, waarbij de burger eigenlijk ontmoedigd zou worden om die kreeften nog effectief aan te kopen, of nog verdergaand, dat bepaalde ketens of bepaalde restaurants dat niet meer op het menu zouden zetten? Dat is misschien een druppel op een hete plaat, maar ik denk dat het op het vlak van sensibilisering wel belangrijk is dat minder burgers gebruik zouden maken van deze mogelijkheid. Wat denkt u van zo'n sensibiliseringscampagne? Bent u bereid om u daar achter te zetten en eventueel via de horeca, wat natuurlijk niet onmiddellijk uw bevoegdheid is, bepaalde inspanningen te doen, bijvoorbeeld via uw collega Zuhal Demir voor alles wat toerisme betreft?
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Ik moet zeggen dat ik eigenlijk niet heel veel heb verstaan van wat collega Vandenhove allemaal heeft gezegd, maar dit is een vraag die geregeld terugkomt in deze commissie. Ik heb daar zelf ook al een aantal vragen over gesteld. Ik sluit me er dus graag bij aan.
Misschien moeten we het in de regeling van de werkzaamheden eens hebben over die hybride werkwijze, want dit vind ik heel moeilijk, zeg ik in alle eerlijkheid.
Deze problematiek is niet evident. Er is een imago-element. De minister heeft daar in eerdere communicaties extern al naar verwezen. Er is ook een element van de praktische haalbaarheid en de kost. Maar er is tegelijkertijd ook het wetenschappelijk voortschrijdend inzicht, dat echt wel het leed heel duidelijk in beeld heeft gebracht. Ik heb in mijn eigen vraag, nog niet zo gek lang geleden, verwezen naar de Britse studie. Er zijn ondertussen onderzoeken genoeg van dierenwelzijnsorganisaties. En er is ook een bereidheid bij het publiek om mee te gaan in dat voortschrijdend inzicht. Daar kan mee gewerkt worden, niet alleen op Europees niveau met een oproep aan andere landen, maar ook in eigen land tussen de ministers van Dierenwelzijn, maar ook in Vlaanderen als regio zelf.
Ik heb straks zelf ook een vraag over kalkoenen. We hebben een periode achter de rug waarin net die twee dieren veel geconsumeerd zijn. En het is natuurlijk onze taak, zeker vanuit deze commissie, om te zorgen dat het dierenleed daar zo beperkt mogelijk blijft. Als er dan een voorbeeld opduikt dat zelfs media heeft gehaald, waarbij kreeften die niet geconsumeerd waren in de eindejaarsperiode, nog levend verpakt worden in folie en eigenlijk wegkwijnen in rekken, en zelfs niet meer in water zitten, dan zitten we toch met een serieus sensibiliseringsprobleem. Dan denk ik dat er vanuit de minister en het kabinet Dierenwelzijn toch wel een oefening kan en mag gebeuren, en niet alleen richting de horeca. Dit ging over een heel grote supermarkt. Dit gaat over serieuze aantallen dieren die niet geconsumeerd zijn en die men dus in de rekken zet, in de hoop dat iemand ze koopt voor ze dood zijn. Dat zijn toch wel praktijken waarrond we eens een tand mogen bijsteken.
We kunnen niet blijven wachten tot studie na studie opduikt. We moeten dat moeilijke debat toch wel eens aangaan, zonder mensen te stigmatiseren. Want veel mensen denken effectief dat het levend koken of het op ijs zetten diervriendelijke methodes zijn en dat dat de snelste manieren zijn. Er wordt ook heel veel rond verteld waaruit blijkt dat degenen die omgaan met die dieren, ook heel weinig kennis hebben van dat nieuwe wetenschappelijk onderzoek.
Mijn vraag is dus heel concreet, minister. Hoe gaat u die beide op elkaar afstemmen? Want er is op dit moment wel een enorme kloof tussen wat de wetenschap ondertussen al heeft ontdekt in verband met intelligentie en pijn lijden bij kreeften, octopussen et cetera, en wat de volkswijsheden zijn in de sector die met die dieren aan de slag gaat om ze te bereiden. Ik denk dat daar een enorme winst kan worden behaald. Ik zou graag van u horen hoe u daarmee gaat omgaan, zeker gezien het laatste voorbeeld dat ik net heb gegeven van de rekken van de supermarkt in kwestie.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
– Karl Vanlouwe treedt als voorzitter op.
Uit wetenschappelijk onderzoek is inderdaad gebleken dat kreeften wel degelijk pijn voelen, en dat het dus niet gaat om louter reflexmatig gedrag. Het levend koken van kreeften is met zekerheid een pijnlijke manier om te sterven. De diervriendelijke methode daarvoor is op de markt. Daarbij kan men met een elektrische verdoving een onmiddellijk verlies van bewustzijn veroorzaken bij de kreeft. Dat apparaat bestaat. Het doet ook geen afbreuk aan de kwaliteit van het product. Maar de keerzijde is dat dat apparaat nogal prijzig is.
Mijnheer Vandenhove, u vraagt naar een verbod. Ik denk dat we het er ook wel over eens zijn dat een en ander op dit moment weinig haalbaar is naar controleerbaarheid en dergelijke toe. Het wetenschappelijk onderzoek is nog vrij recent. Zojuist werd ook gezegd dat er nog weinig kennis is bij potentiële gebruikers en bij de consument. Dat zal natuurlijk nog een evolutie kennen, zeker nu er media-aandacht voor is. Ook met de afgelopen kerstperiode zal die kennis bij de potentiële gebruikers en bij de klanten verhogen, en ik ben er dus van overtuigd dat er in de toekomst nog een evolutie in zal plaatsvinden.
Minister Weyts heeft het woord.
Misschien eerst wat betreft de fundamentele aanpak, denk ik dat ik er in mijn antwoord op gewezen heb dat we op grond van wetenschappelijke kennis die de afgelopen jaren, zeker inzake pijngevoeligheid, absoluut is toegenomen, daaromtrent een Europees initiatief genomen hebben. Dat momentum, dat zich dit jaar aandient, zoals beloofd door de Europese Commissie, wil ik absoluut niet verloren laten gaan. In de tussentijd ben ik het eens dat we ook niet niks kunnen doen, maar de vraag is dan: hoe kun je het best resultaat boeken? Het is inderdaad zo dat er vandaag verdovingstechnieken bestaan. Er bestaat apparatuur die nogal prijzig is. Je spreekt dan over bijvoorbeeld het toestel Crustastun. Dan spreek je over een bedrag van vandaag toch nog een 3000 euro ongeveer – het kan zelfs iets meer zijn. Het is exact 3350 euro, heb ik mij laten vertellen. Kreeft wordt natuurlijk ook vers gegeten. Met andere woorden: elk restaurant dat kreeft serveert, zou dan een Crustastun moeten hebben. Hetzelfde zou dan natuurlijk ook moeten gelden voor elke particulier. Dat maakt de zaken er dus niet eenvoudiger op. Dan rest nog de vraag hoe je een en ander zou kunnen controleren.
Vervolgens is het de vraag of je daarmee focust op het belangrijkste probleem wat kreeften betreft. Het feit dat kreeften in de supermarkt dikwijls gehouden worden, in sommige gevallen, met veel te veel dieren samen in een aquarium met dichtgebonden scharen of, zoals recent ook bleek, aangeboden worden in bakjes uit piepschuim, dat is niet oké. Ik neem ter zake ook initiatief richting de warenhuizen. Dat is dus een schending van artikel 4 van de dierenwelzijnswetgeving. Artikel 4 is een algemeen artikel, waarbij we zeggen dat niemand de bewegingsvrijheid van het dier dat hij houdt, verzorgt of te verzorgen heeft zodanig mag beperken dat het aan vermijdbare pijn, lijden of letsels is blootgesteld – om maar één paragraaf uit dat artikel te parafraseren. Ik denk dat de handelwijze zoals we ze hier gezien hebben – de vraag is of die structureel dan wel occasioneel is –, daarmee in strijd is. Ik vraag ook aan eenieder als gewone consument, wanneer je dat vaststelt, om daar ook onmiddellijk tegen op te treden en vragen te stellen bij het warenhuis in kwestie. Ik heb mij op dat moment ervan vergewist of dat de warenhuizen die ik frequenteer dat ook doen. Ik heb dat niet kunnen zien. Het is dus duidelijk wel een fragmentaire aanpak, denk ik. Reden te meer toch voor mij om dan ook een schrijven te richten aan de warenhuizen dat dat absoluut niet kan.
Maar om terug te keren naar het uitgangspunt: samen met onze vrienden van de Vughtgroep, waarbij we het voortouw nemen op Europees vlak, denk ik dat we ook breder kijken en dus niet enkel naar de klassieke diersoorten zoals honden en katten wanneer het gaat over de wijziging van de Europese dierenwelzijnsregels, maar ook tot en met de ongewervelden.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het antwoord, en collega’s, voor de aanvulling. Ik denk dat we echt naar een fundamentele oplossing moeten gaan, het liefst Europees, en dat in afwachting effectief een aantal stappen moeten worden genomen. Zoals u ook zegt, moeten we de grootwarenhuizen aanschrijven, maar ik blijf ook aandringen op een sensibiliseringscampagne bij restaurants en andere bedrijven die in die keten zitten. Het is correct dat, zeker nu met Nieuwjaar en wat errond gebeurd is en ook in de media gekomen is, misschien een aantal mensen overtuigd werden om in de toekomst geen kreeft meer te eten. Maar ik denk dat we alle middelen moeten gebruiken om die sensibilisering ook nog verder te zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.