Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Volwassenen die hun diploma secundair onderwijs niet hebben behaald via het reguliere traject kunnen via het tweedekansonderwijs in Vlaanderen en Brussel toch nog hun diploma behalen. Een diploma secundair onderwijs dat men behaalt via het volwassenenonderwijs is gelijkwaardig aan een diploma secundair onderwijs dat leerlingen op school behalen.
De minister investeert nu in flexibele opleidingen in het tweedekansonderwijs. Volwassenen die bijvoorbeeld opnieuw een opleiding zorgkundige of elektrotechnisch installateur volgen, krijgen meer mogelijkheden tot zelfstudie. Ze kunnen dan zelf kiezen waar en wanneer ze leren, zonder dat ze gebonden zijn aan het programma van het centrum voor volwassenenonderwijs (CVO). Dat maakt het tweedekansonderwijs een pak aantrekkelijker voor mensen die ooit het secundair onderwijs verlaten hebben zonder diploma, maar nu eventueel wel hun kwalificatie willen halen.
Concreet komen er proefprojecten in vier verschillende CVO’s. Zo worden er in de opleidingen zorgkundige en elektrotechnisch installateur van het tweedekansonderwijs meer mogelijkheden tot zelfstudie uitgeprobeerd. De cursist legt dan een examen van de algemene vakken af bij de Examencommissie, en volgt voor het praktische gedeelte les in het CVO. Het traject zal op individuele basis worden bepaald, in samenspraak met een projectbegeleider. De best practices uit deze proefprojecten worden op termijn uitgebouwd tot volwaardige trajecten en uitgerold naar de rest van Vlaanderen.
Geachte minister, hierbij volgende vragen. Kunt u meer duiding geven over dit project en de timing hiervan? Welke andere beleidsinitiatieven plant u deze legislatuur nog te nemen om het volwassenenonderwijs te promoten? En ten slotte: in het regeerakkoord is opgenomen dat het decreet volwassenonderwijs zal worden geëvalueerd op een aantal bepaalde punten. Wanneer mogen we deze evaluatie verwachten?
Minister Weyts heeft het woord.
Binnen het relanceplan Vlaamse Veerkracht investeren wij met Edusprong inderdaad extra in het volwassenenonderwijs om het via allerlei projecten en acties een boost te kunnen geven. We hebben daarvoor maar liefst 60 miljoen euro vrijgemaakt. Dat is toch een heel grote som geld van die relancemiddelen. Via die middelen willen we elke Vlaming stimuleren om levenslang te leren, en het studieaanbod in het volwassenenonderwijs vernieuwen en beter bekend maken. We willen ervoor zorgen dat het beter aansluit bij de noden en wensen op de vloer, maar er ook voor zorgen dat men aan de andere zijde ook meer vertrouwd raakt met het aanbod dat wordt geformuleerd. We versterken via die weg ook digitale competenties, net zoals we inzetten op kwalificaties, zodat cursisten daadwerkelijk hun diploma halen. Dus Edusprong moet ervoor zorgen dat de slaagkansen van cursisten op de arbeidsmarkt gevoelig verhogen.
We trachten de ongekwalificeerde uitstroom in het secundair onderwijs ook via die weg aan te pakken. De combinatie van studeren met werk en gezin blijkt een grote drempel. Daarom hebben we nu onder andere voorzien in een samenwerkingsproject tussen enkele CVO’s en de Examencommissie secundair onderwijs, waarbij we het mogelijk maken om de combinatie te maken van enerzijds zelfstudie via het afleggen van examens bij de Examencommissie, en anderzijds het volgen van een beroepsopleiding bij een CVO. Dat zullen we dus flexibel maken, om die combinatie wat behapbaar te maken.
Concreet zetten we twee pilootprojecten op in vier CVO’s: een in het domein zorg voor het leerprogramma zorgkundige, en een in het domein Science, Technology, Engineering and Mathematics (STEM) voor het leerprogramma elektrotechnisch installateur. Het samenwerkingsverband loopt van september 2022 tot september 2024.
De beroepsgerichte opleiding volgen de deelnemers steeds in het CVO. Voor de algemene vorming maken ze een keuze in samenspraak met de trajectbegeleider. Wie de algemene competenties al bezit, kan examen afleggen bij de Examencommissie. Wie nog nood heeft aan opleiding en begeleiding, volgt enkele modules in een CVO.
Het doel is om uit deze pilootprojecten de beste werkwijze te achterhalen, en zo deze projecten verder uit te bouwen tot volwaardige richtingen die tot een diploma leiden. Deze actie moet leiden tot een duidelijk en hanteerbaar kader voor het volwassenenonderwijs, en de Examencommissie, zodoende dat we wat meer flexibiliteit in die trajecten kunnen realiseren op maat van de deelnemers.
Verder voorzien we in het kader van Edusprong nog in een communicatiecampagne, zoals ik zei om het aanbod beter kenbaar te maken, en het volwassenenonderwijs meer als een sterk merk in de markt te zetten. De communicatiecampagne richt zich op het stimuleren van elke Vlaming om levenslang te blijven leren. Die zal verlopen via twee grote communicatiegolven die samenvallen met de piekmomenten waarop de meeste cursisten zich inschrijven in het volwassenenonderwijs, dus de momenten waarop ze getriggerd kunnen worden, waarop ze het meest benaderbaar en vatbaar zijn voor die boodschappen.
Om een duurzame doorwerking van die campagne te garanderen en de boodschap te versterken, zal ik ook de lokale promotiecampagnes van de CVO’s en de centra voor basiseducatie (CBE’s) financieel ondersteunen. Hiervoor is ook nog eens 2 miljoen euro voorzien, wel met de bedoeling om die twee in elkaar te laten inschuiven. Het doel is tweeledig. Met deze eenmalige financiële impuls wil ik de bekendheid van het volwassenenonderwijs bestendigen en de herkenbaarheid van de communicatiecampagne in Vlaanderen nog vergroten. Daarnaast hebben we ook het opleidingskompas ontwikkeld en geïmplementeerd, waarbij de bedoeling is dat het kompas je letterlijk de weg wijst richting de meest geschikte opleiding. Je leert dus navigeren in dat toch vrij ruime aanbod in het volwassenenonderwijs. Door het studieaanbod transparant voor te stellen, denk ik dat potentiële cursisten gemakkelijker worden geleid richting een geschikte opleiding.
Tot slot: de evaluatie van het decreet volwassenenonderwijs hadden we voorzien in het regeerakkoord. Dat gaat ook over het nieuwe financieringssysteem dat gestart is in september 2019. Sindsdien worden de meest relevante variabelen die de financiering bepalen ook constant gemonitord. Er is een nulmeting gebeurd in 2019, en vervolgmetingen in 2020 en 2021, ook al weten we dat daar helaas een coronaeffect gespeeld heeft. In die monitorrapporten zie je dus vooral het effect van de coronacrisis en dat maakt natuurlijk dat je conclusies met betrekking tot het nieuwe financieringssysteem niet kunt baseren op die data van 2020 en 2021.
Daarom wil ik de monitor langer laten lopen, en in afwachting van de latere kwantitatieve evaluatie een bevraging bij de centra doen over hun ervaringen met dit nieuwe financieringssysteem. Ik wil het niet allemaal op de lange baan schuiven, maar u moet erkennen dat heel dat beeld kwantitatief vertekend zal zijn door de impact van corona in 2020 en 2021. Maar dan wil ik wel een eerder kwalitatieve bevraging organiseren bij de centra, en ik zal daarvoor ook een opdracht in de markt zetten.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de toelichting. Ik denk dat het heel goed is dat de drempel voor het tweedekansonderwijs echt zo laag mogelijk wordt gelegd. De drempel ligt dus heel laag, maar de lat moeten we natuurlijk wel hoog blijven houden, net zoals in het regulier onderwijs. En ik denk dat het heel belangrijk is dat we die kwaliteit ook echt blijven bewaren. We kijken daarom ook uit naar de evaluatie van het volwassenenonderwijs.
Misschien een bijkomende vraag: hoe staat u tegenover die rationalisatie van het volwassenenonderwijs? Je hebt enerzijds, hoe zal ik het zeggen, de kamerplanten voor beginners, tegenover eigenlijk de rest van de opleidingen. Kunt u daar misschien iets meer over zeggen?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik weet niet of mevrouw Grosemans dan bedoelt dat u moet gaan snoeien, minister … (Gelach)
Ik elk geval, vanuit onze fractie zijn we altijd believers geweest in het volwassenenonderwijs, en staan we zeer positief ten aanzien van dat tweedekansonderwijs voor jongeren die ongekwalificeerd uitstromen in het secundair onderwijs.
Mijn vraag ging over de timing van de campagne, maar dat hebt u goed geduid. Ik vind het heel belangrijk. In het verleden heb ik al gevraagd om zeker de vinger aan de pols te houden bij het volwassenenonderwijs, Vlaanderenbreed. In die regio’s waar het aanbod nu al zeer mager is, moet er denk ik niet meer gesnoeid worden, want er is al niet meer zoveel. Maar meten is weten, dus ik ben zeer benieuwd, minister, en blij om te horen dat er ook geluisterd wordt naar de onderwijsinstellingen voor het volwassenenonderwijs.
Ik had nog een bijkomende vraag rond de regioscan waar alle instellingen voor volwassenenonderwijs aan moesten deelnemen. Is daar al extra informatie over, naast de metingen die al gebeurd zijn, naast de evaluatie die gepland is?
De heer Danen heeft het woord.
Eerst en vooral is het goed dat er bijkomend wordt ingezet op het volwassenenonderwijs, dus dat er bijkomende communicatiecampagnes zullen komen, want in de ogen van veel Vlamingen is het volwassenenonderwijs nog altijd de avondschool, terwijl dat vandaag hoogkwalitatieve opleidingscentra zijn waar heel wat gebeurt.
Minister, ik wilde u voor de volgende groep toch vragen om ook inspanningen te leveren. Want ik had begrepen dat het volwassenenonderwijs al aan jongeren vanaf 16 jaar tweedekansonderwijs kan aanbieden. U zult misschien zeggen dat jongeren van 16 of 17 jaar in het reguliere secundaire onderwijs horen. Ik vind dat in principe ook wel, maar er zijn natuurlijk jongeren die hun gading te weinig vinden in dat reguliere secundaire onderwijs, en veel meer vertrouwd zijn, of veel meer comfort ondervinden bij de aanpak van het volwassenenonderwijs.
Ik stel bijkomend vast, en dat heb ik ook gezien in het bezoek dat ik bracht in het najaar van vorig jaar, dat heel wat secundaire scholen heel erg weerbarstig zijn om ook maar enige info te geven over het volwassenenonderwijs in hun stad of in hun dorp. Het is toch bijzonder jammer – ik hoop dat u mij goed begrijpt – dat men jongeren die op 17 of 18 jaar de school laat verlaten zonder diploma, niet de kans geeft om te weten dat het tweedekansonderwijs voor hen ook een optie kan zijn. Dat zijn ook volwassenen, volgens ons, die heel veel baat kunnen hebben bij dat tweedekansonderwijs.
Dus mijn vraag is: zet niet alleen in op de ‘oudere’ volwassenen, maar ook op de zestien-, zeventien-, achttien-, negentien- en twintigjarigen. Zij hebben er ook baat bij, en misschien zelfs bij uitstek, om het tweedekansonderwijs met beide handen aan te pakken.
Minister Weyts heeft het woord.
De eerste vragen vloeien misschien mooi in elkaar over. Het is niet de bedoeling om een rationalisering op zich te doen. Wat ik altijd bepleit heb, is dat we onder andere via die regioscan komen tot het detecteren van de lokale vragen en noden, zowel van potentiële cursisten als van de arbeidsmarkt. In hoofde van de centra voor volwassenenonderwijs, doen we dat ook in het kader van Edusprong en de middelen die we daarvoor hebben uitgetrokken. Die regioscans zijn intussen ook afgerond. Ik weet niet hoe we dat nog verder in kaart zullen brengen, maar er zullen alleszins vervolgtrajecten volgen. Het is ook de bedoeling dat men op grond van die regioscan dan ook het aanbod zal aanpassen, en een onrechtstreeks effect daarvan kan inderdaad een rationalisering zijn. Maar dat is niet de doelstelling op zich.
In het tweedekansonderwijs willen we zorgen dat we diegenen die heel expliciet vroegtijdig zijn afgehaakt, kunnen detecteren, kunnen oppikken, en ook onmiddellijk proberen bij ons te houden, zij het dan in de ruimere groep van het onderwijsveld, zij het dan via het tweedekansonderwijs, via CVO of CBE.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de toelichting. Ik heb eigenlijk geen verdere vragen of bemerkingen. Ik zal het gewoon verder opvolgen hier in de commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.