Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, deze vraag houdt helaas verband met mijn eerdere vraag over de spanningen tussen Servië en Kosovo. Ook hier gaat het over een aanslepend dispuut, ditmaal tussen Armenië en Azerbeidzjan, twee voormalige Sovjetrepublieken, over een specifieke regio, Nagorno-Karabach, gelegen als een enclave in Azerbeidzjan maar grotendeels bevolkt door Armeniërs. Ik weet vanuit mijn contacten met de regio dat ze daar bijzonder goede cognac produceren.
Het geweld dateert van begin de jaren 90, toen de Sovjet-Unie uiteenviel en ophield te bestaan, maar het laait van tijd tot tijd weer op, ongeacht de wapenstilstand van 1994. Zo werd de regio nog in 2020 geconfronteerd met geweld en bloedvergieten, waarbij enkele duizenden mensen het leven lieten. Beide landen engageerden zich tot een substantieel vredesoverleg onder toezicht van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Er werd in 2020 in dit parlement een resolutie goedgekeurd waarin werd opgeroepen om de vijandelijkheden te staken. Maar helaas dreigen de spanningen weer op te laaien, ook al zijn er Russische militairen in het gebied om de vrede te handhaven. Eind vorig jaar vonden protesten plaats in Stepanakert, de hoofdstad van Nagorno-Karabach. Aanleiding is de blokkade door Azerbeidzjaanse activisten van de belangrijkste weg die Nagorno-Karabach met Armenië verbindt. Deze activisten protesteren op hun beurt en naar eigen zeggen tegen illegale mijnen.
Minister-president, wat is de recente stand van zaken inzake de spanningen tussen Armenië en Azerbeidzjan omtrent Nagorno-Karabach? Acht u de kans groot dat de gestegen spanningen opnieuw tot een nieuw gewapend conflict kunnen leiden?
Is de Europese diplomatie betrokken bij het leveren van inspanningen om het conflict te de-escaleren? Welke eventuele rol kunnen wij hierin opnemen?
Gelet op het feit dat Armenië en Azerbeidzjan beide voormalige Sovjetrepublieken zijn, hoe schat u dit conflict in in het licht van het bredere geopolitieke kader waarbij Rusland verwikkeld is in haar aanvalsoorlog op een andere voormalige Sovjetrepubliek, Oekraïne?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Tommelein, zoals u weet, kent het conflict over het gebied Nagorno-Karabach, een Armeense enclave in Azerbeidzjan, een hele historiek. Sinds december 2022 nemen de spanningen tussen Armenië en Azerbeidzjan weer toe. Aanleiding hiervoor waren Azerbeidzjaanse burgers die de zogenaamde Lachincorridor sinds 12 december blokkeren. De burgers in kwestie identificeren zich als milieuactivisten. Deze Lachincorridor is echter de enige verbindingsweg tussen Armenië en de enclave Nagorno-Karabach, waardoor de blokkade potentieel een humanitaire crisis in de hand werkt. De Verenigde Naties riepen de partijen in december daarom op tot de-escalatie.
Ik hoop dat deze spanningen niet leiden tot een nieuw gewapend conflict, maar gezien de beladen historiek valt dit niet uit te sluiten.
De EU is als bemiddelaar nauw betrokken. Zo vonden er reeds vier ontmoetingen plaats tussen Armenië en Azerbeidzjan onder EU-leiding. Hoewel deze gesprekken schijnbaar de goede kant op gingen, hypothekeerden de vijandigheden van september 2022 de gesprekken.
De EU zette in Armenië wel de EU Monitoring Capacity op om het staakt-het-vuren dat in september 2022 bereikt werd, te ondersteunen. Deze civiele missie was van 20 oktober tot 19 december 2022 aanwezig aan de Armeense kant van de grens met Azerbeidzjan en voorzag in monitoring, analyse en rapportage.
Sinds de blokkering van de Lachincorridor nam de EU opnieuw het initiatief om de gemoederen te bedaren. De EU riep de Azerbeidzjaanse autoriteiten op om de bewegingsvrijheid en veiligheid langs de corridor te waarborgen in overeenstemming met de trilaterale verklaring van 9 november 2020. In onze commissievergadering van 24 november 2020 lichtte ik deze verklaring toe in antwoord op vragen om uitleg van de heren Vanlouwe en Deckmyn.
De Vlaamse Regering steunt de EU ten volle in haar inspanningen om deze twee landen rond de onderhandelingstafel te brengen en te werken aan een duurzaam vredesakkoord om zo de stabiliteit en veiligheid van het Europese continent en de wereld te bewerkstelligen.
Vlaanderen neemt deze positie dan ook in op Belgisch niveau, namelijk op DGE-vergaderingen (directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie) over dit onderwerp. Ik herhaal dat het EU-niveau de aangewezen hefboom is voor Vlaanderen om tot een vreedzame oplossing te komen. Een duurzame oplossing voor dit langdurig conflict is enkel te bereiken aan de onderhandelingstafel.
Gezien de huidige geopolitieke context zal ook dit conflict wellicht beïnvloed worden door de Russische inval in Oekraïne. In oktober 2020 slaagde Rusland er nog in om Armenië en Azerbeidzjan rond de tafel te krijgen. Rusland ziet voor zichzelf wellicht ook vandaag nog een belangrijke rol als bemiddelaar in dit conflict. De oorlog in Oekraïne en de gewijzigde relatie tussen de regionale grootmachten Turkije en Rusland zijn inderdaad echter potentiële gamechangers.
Zoals aangehaald, trad de Europese Unie het afgelopen jaar alvast naar voren als nieuwe bemiddelaar. Dat steunt de Vlaamse Regering op een actieve wijze.
De heer Tommelein heeft woord.
Minister-president, dank u voor het antwoord en voor de inspanningen die de Vlaamse overheid en diplomatie helpen leveren en het duidelijke standpunt dat wij daar een rol in te spelen hebben. Het is inderdaad een complexe situatie die zich weliswaar iets verder afspeelt dan Servië en Kosovo, maar die niettemin ook een belangrijke impact kan hebben op Europa. Zoals u zelf zegt, mogen we niet vergeten dat niet alleen Rusland maar ook NAVO-partner Turkije er specifieke belangen in de regio op nahoudt.
Ik zie dat het effectief gebeurt en ik blijf ervoor pleiten namens mijn fractie om binnen het Europese kader alle mogelijke diplomatieke middelen aan te wenden om een vreedzame oplossing voor dit conflict te bewerkstelligen en te bereiken.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik wil naar voren brengen dat de problematiek van Nagorno-Karabach, Artsach voor anderen, een van de geopolitieke gevolgen is van de val van de Sovjet-Unie. De de-escalatie van de problemen daar is jammer genoeg geen gemakkelijke zaak. De huidige rol van Rusland als waarborg voor veiligheid klinkt een beetje contradictorisch gezien de oorlogssituatie die we nu meemaken in Oekraïne. Daarenboven mogen we ook niet voorbijgaan aan de rol van Turkije in dit conflict. Turkije is immers een NAVO-partner en zorgt ervoor dat men – laat mij een eufemisme gebruiken – niet echt zachtaardig omgaat vanuit de kant van Turkije inzake het conflict in Nagorno-Karabach.
Volgens mij is een vreedzame oplossing van het conflict nog moeilijker dan voorheen, aangezien we daar als bemiddelende actoren zijn. Ik hoop dat de EU daar een rol in zal spelen. Maar in dit conflict zijn de hoofdpartners op de achtergrond Rusland en Turkije. Dat schept een bijzonder moeilijke situatie.
Minister-president, ik ben blij te horen dat Vlaanderen de EU-diplomatie steunt om hierin tot een vreedzame oplossing te komen. Ik hoop dat dat ook kan gebeuren, maar laat me zeggen dat ik een beetje sceptisch ben gezien de huidige geopolitieke stand van zaken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.