Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, we stellen hier vaak vragen die gebaseerd zijn op dingen die extreem actueel zijn, maar vaak is het belangrijk om ook naar de lange termijn te kijken. En dan zie je dat onze woonzorgcentra op dit moment bevolkt worden door bijna uitsluitend blanke mensen uit de middenklasse die op leeftijd zijn gekomen.
Recent is er in Laken een woonzorgcentrum van start gegaan dat op een cultuursensitieve manier wil werken om ook de uitdaging waar we voor staan – maar waar we, denk ik, nog niet op voorbereid zijn – aan te pakken: hoe gaan we om met mensen die hier zijn met een migratieachtergrond, die ook oud worden en die ook in woonzorgcentra terecht gaan komen? Ik weet dat ze ook plannen hebben om in Borgerhout een soortgelijk woonzorgcentrum op te starten. Het is de groep Korian die dat in Laken heeft opgestart. Ik ben daar op bezoek geweest en dat was eigenlijk bijzonder interessant.
Want dat is inderdaad een uitdaging waar we voor staan. We hebben verschillende golven van migratie gehad, vooral arbeidsmigratie. Veel van die mensen beginnen op hoogbejaarde leeftijd te komen. En onze woonzorgcentra zijn daar, denk ik, over het algemeen nog niet echt op voorbereid, op hoe ze daar dan op moeten inspelen. Als je wat ouder wordt, worden je tradities en gewoontes vaak nog belangrijker. Het is zelfs zo dat, als je dementerend bent, je soms zelfs de taal die je bijgeleerd hebt een stukje vergeet en teruggaat naar de taal waarmee je opgegroeid bent. Dat zijn dus toch belangrijke uitdagingen, denk ik, waar we in de toekomst van onze ouderenzorg rekening mee gaan moeten houden.
Mijn vraag is eigenlijk heel simpel.
Hoe staat u tegenover het aannemen van een cultuursensitief beleid door woonzorgcentra? Erkent u het belang van een dergelijk beleid in onze woonzorgcentra voor bejaarden met een migratieachtergrond in de toekomst?
En vooral, bent u bereid om onderzoek te stimuleren en te financieren om meer zicht te krijgen op welke manier woonzorgcentra het best cultuursensitief beleid kunnen voeren? Want zij gaven aan dat ze hun best doen en de nodige inzichten proberen te gebruiken, maar eigenlijk missen ze een beetje een kader om mee aan de slag te gaan.
Welke beleidsmaatregelen zult u daar eventueel voor nemen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega. Een zeer interessante vraag.
Ook ouderen met een migratieachtergrond zullen in toenemende mate een beroep doen op informele en formele vormen van welzijns- en gezondheidszorg. In de ouderenzorg zal een toenemende interculturele competentie gevraagd worden waarbij zorgverleners aangepaste zorg kunnen verlenen. Een cultuursensitief beleid is daarbij uiteraard – zoals u terecht stelt – van groot belang.
In de nieuwe erkenningsvoorwaarden voor woonzorgcentra die sinds 1 januari 2023, na een overgangsperiode, op alle woonzorgcentra van toepassing zijn, is voorzien dat ze een diversiteitsbeleid moeten voeren ten aanzien van gebruikers en personeel. Dat betekent dat ze zoveel als mogelijk rekening moeten houden met de diversiteit van de noden van de gebruiker en hun mantelzorgers, met hun eigenheden aan identiteit, levensbeschouwing en/of cultuur. Dat is een wijziging sinds 1 januari van dit jaar.
Uw tweede vraag dan. In januari 2018 heeft het agentschap Zorg en Gezondheid een tweejarig project gelanceerd rond cultuursensitieve zorg in de semiresidentiële en de residentiële ouderenzorg. Daarbij is men via een veranderingsproces binnen drie woonzorgcentra gekomen tot een kwaliteitskader voor cultuursensitieve zorg en begeleiding. Dat diende dan als inspiratie voor een inclusieve ouderenzorg. In oktober 2020 zijn over dit onderzoek voor de woonzorgcentra twee webinars georganiseerd, over hefbomen voor meer cultuursensitieve zorg. Het kader en de lessen uit dit onderzoek zijn nog altijd dienend voor de sector. Men kan het rapport en de webinars ook consulteren ter inspiratie.
Persoonsgerichte zorg is een constante in het beleid van vele zorgvoorzieningen. Men heeft aandacht voor de eigenheid van eenieder in de dagelijkse zorg en ondersteuning. Niet alleen voor zijn interesses, sociale achtergrond, geaardheid, fysiek en mentaal vermogen, maar ook voor zijn culturele achtergrond.
Dan zijn er de beleidsmaatregelen. Ik heb u de belangrijkste al meegegeven, namelijk dat vanaf 1 januari de nieuwe erkenningsvoorwaarden van toepassing zijn. Dat is zeer belangrijk, denk ik. Er is daar ook een overgangsperiode voor geweest die nu voorbij is. Maar dat betekent dat men daar bij de evaluaties ook rekening mee zal houden. Men kan dus absoluut inspiratie putten uit het onderzoek rond cultuursensitieve zorg dat in het verleden door ons gevoerd is.
De heer Anaf heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister.
Het is goed om te horen dat er daar in het verleden al initiatieven rond gebeurd zijn. Ik vraag me wel af of dat voldoende is. Ik denk dat het een goede zaak is dat dat in de erkenningsvoorwaarden is opgenomen. Het is inderdaad belangrijk dat er aandacht is voor een diversiteitsbeleid, ook in onze ouderenzorg. Want we merken dat dat ook meer en meer nodig zal zijn. Maar ik stel in de praktijk toch vast dat veel woonzorgcentra daar nog onvoldoende op voorbereid zijn, ook omdat er daarvoor nog te weinig kaders zijn.
Mijn vraag is echt gewoon ingegeven door het feit dat we klaar zouden moeten zijn voor de toekomst, vooral ook om frustraties en misverstanden te vermijden, omdat mensen zich niet begrepen voelen. Er zijn er ook die de weg naar woonzorgcentra niet vinden, omdat de familie het idee heeft dat hun ouderen, hun geliefden daar niet op een aangepaste manier of een manier waarbij ze zich comfortabel voelen hun oude dag kunnen beleven.
Ik denk echt dat er nog meer onderzoek nodig is. Ik zou u toch willen aansporen om daar in uw beleid nog meer rekening mee te houden. Ik zeg het: we kunnen de problemen beter oplossen voor ze zich beginnen stellen, en ons daarop voorbereiden, in plaats van achteraf opnieuw met een samenlevingsprobleem komen te zitten dat we misschien hadden kunnen vermijden als we er op tijd op hadden ingezet.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, we hebben vorig jaar in september het Vlaamse ouderenbeleidsplan besproken en toen heb ik u ook de opmerking gegeven dat dit een vrij wit ouderenbeleidsplan was en dat ik het ontbreken van allochtone ouderen in het beleidsplan miste.
Mijn concrete vraag is nu: is er in de Vlaamse Ouderenraad een vertegenwoordiging vanuit de allochtone ouderen of wordt daarrond gewerkt? Worden hun eisen daarin vertegenwoordigd? Kunnen die er dan mee voor zorgen dat dat opgenomen wordt in het beleid?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s.
Eerst en vooral heb ik niemand kritiek horen uiten op het feit dat we die erkenningsvoorwaarden aangepast hebben. Ik denk dat dat dus een heel belangrijke zaak is.
Ik kan er perfect mee leven als je zegt dat er toch nog wel wat nodig zal zijn om voldoende cultuursensitief te werken. Maar dat is niet alleen van belang in de woonzorgcentra, maar ook ruimer in de thuiszorg. Want het bereiken van ouderen met een migratieachtergrond blijkt ook daar niet zo evident. Ook dat moeten we bekijken.
We merken wel dat voorzieningen – en ik ben daar echt blij mee – aan de slag zijn met het verbeteren van de kwaliteit. Zij stellen ook een aantal prioriteiten.
We zijn op dit ogenblik ook een bewonersbevraging aan het doen. Die zal ook meer inzicht geven voor onze woonzorgcentra. Ik vind dat we daar dus ook veel informatie uit kunnen putten. Ik wil gerust bekijken of een bevraging doen om te kijken of er nog extra’s nodig zijn.
En collega De Martelaer, die zijn ook vertegenwoordigd in de Vlaamse Ouderenraad.
De heer Anaf heeft het woord.
Heel kort.
Ik ben het er helemaal mee eens dat dat inderdaad een situatie is die zich niet alleen in de woonzorgcentra, maar evengoed in de thuiszorg, evengoed in de sector van personen met een handicap, in de geestelijke gezondheidszorg enzovoort voordoet. Reden te meer om er aandacht aan te blijven besteden, om ervoor te zorgen dat daar geen samenlevingsproblemen ontstaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.