Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de gevolgen van de Inflation Reduction Act en de derde VS-EU Trade and Technology Council
Verslag
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, begin volgend jaar treedt de door de administratie van Joe Biden opgemaakte Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA) in werking. Deze IRA – een vreemde afkorting – bevat een set subsidies en belastingverminderingen van 430 miljard dollar. Deze maatregelen zijn bedoeld om Amerikaanse bedrijven die investeren in groene energie, fors te ondersteunen. Er wordt bijvoorbeeld meer dan 200 miljard dollar uitgetrokken voor het ‘Buy American’-pakket, dat enkel bedoeld is om goederen die in de Verenigde Staten worden gemaakt, te ondersteunen.
Hoewel Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen aanvankelijk positief reageerde op deze maatregelen, drong het, onder druk van de Franse en Duitse regering, snel door dat dit voor Europa een negatieve zaak is. Een handelsoorlog tussen de EU en de VS lijkt op til, als we de verschillende commentaren in de pers mogen lezen.
Frankrijk en Duitsland voeren de druk op binnen de EU om tegenmaatregelen te nemen. Hierin pleiten zij voor staatssubsidies voor Europese bedrijven om ervoor te zorgen dat deze bedrijven opgewassen blijven tegen de economische bedreiging vanuit de Verenigde Staten. Ondertussen vaardigde de Frans-Duitse as een gezamenlijke verklaring uit waarbij ze vragen om “te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de Europese industrie te vrijwaren van discriminatoire economische maatregelen vanuit Washington en Peking”.
Vanuit Europees perspectief is de Inflation Reduction Act een protectionistische maatregel, die er onder meer voor zorgt dat men bijvoorbeeld bij aankoop van elektrische wagens, eerder zal opteren voor een wagen van Amerikaanse makelij. En zo zijn er nog tal van voorbeelden, zoals zonnepanelen en batterijen. Bijgevolg zullen vele ondernemers in Europa mogelijk gedwongen worden om hun productie naar de VS te verhuizen. Indien dit niet gebeurt, zou het wel eens kunnen dat concurrentie uit Amerika hen uit de markt prijst.
In het Europees Parlement werd er ondertussen al opgeroepen om stappen te ondernemen bij de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organisation of WTO) en er wordt duidelijk gesteld dat de groene transitie niet iets is wat ten koste van anderen moet gaan. Als reactie stelt men vanuit de Verenigde Staten dan weer dat de Europese Unie beter geen handelsoorlog opstart, maar beter het Amerikaanse model zou kopiëren voor de eigen industrie. Dat is een originele invalshoek, als u het mij vraagt.
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen wil echter in Europa meer middelen vrijmaken voor investeringen in hernieuwbare energie als concrete reactie op de Amerikaanse Inflation Reduction Act.
Wat zijn de mogelijke gevolgen van die Inflation Reduction Act voor Vlaanderen? Zijn er Vlaamse bedrijven en/of sectoren die hier slachtoffer van dreigen te worden?
Volgt u, minister-president, de piste die mevrouw von der Leyen bewandelt? Zo niet, welke andere mogelijke pistes zou u naar voren schuiven?
Werd Vlaanderen betrokken in het Europese verzet tegen de Inflation Reduction Act? Zo ja, op welke wijze?
Ten slotte, nam Vlaanderen zelf al enig initiatief naar aanleiding van de Inflation Reduction Act en het concurrentieel nadeel voor de Vlaamse bedrijven? Plant u hieromtrent nog andere initiatieven te nemen?
De heer Tommelein heeft het woord.
Het werd reeds geschetst: afgelopen zomer keurde het Amerikaanse Congres de Inflation Reduction Act goed. Deze wet kwam er als bijgestuurde versie van het aanvankelijk voorziene ‘Build Back Better Plan’ van de Amerikaanse president Joe Biden. Dat plan raakte niet goedgekeurd in de Amerikaanse senaat, als gevolg van het verzet van de democratische senator Joe Manchin. Toen de Inflation Reduction Act deze zomer alsnog werd goedgekeurd, werd die ook hier in Europa toegejuicht, omdat sinds lang in de VS een echt belangrijke stap werd gezet om de klimaattransitie aan te pakken. Stiekem hoopten velen in Europa ook dat het succes zou afstralen op de president en de democratische partij, met het oog op de ‘midterms’ van afgelopen november.
Ondertussen zijn de midterms achter de rug en hebben de democraten inderdaad betere resultaten gehaald dan verwacht. In Europa is evenwel duidelijk geworden dat de bejubelde Inflation Reduction Act geen eenzijdig positief verhaal is. De wet is immers gestoeld op een sterke vorm van protectionisme, wat nadelig is voor de Europese economie en voor de handel tussen de VS en de EU. De wet voorziet in zo’n 367 miljard dollar aan subsidies en belastingvoordelen voor Amerikaanse bedrijven, verspreid over acht jaar. Diverse sectoren in Europa dreigen hiervan het slachtoffer te worden. Het risico neemt toe dat bedrijven hun investeringen concentreren in de VS, veel meer dan in Europa, als gevolg van de toegenomen steun.
De Franse president Emmanuel Macron reisde begin december naar de VS om de problematiek te bespreken met zowel de Amerikaanse president als leden van het Congres. Ook de EU-commissarissen bevoegd voor Handel en Mededinging, Valdis Dombrovskis en Margrethe Vestager, reisden af naar de VS om de kwestie te bespreken met leden van de Amerikaanse regering. Dit gebeurde in het kader van de Trade and Technology Council (TTC), een vehikel dat was opgericht als reactie op het dieptepunt van de handelsrelaties tussen de VS en de EU onder de regering-Trump. De TTC heeft als doel de transatlantische economische relaties te versterken door op geregelde tijdstippen overleg te plegen. Het lijkt echter weinig waarschijnlijk dat de Inflation Reduction Act zal worden gewijzigd, gelet op het moeilijk politieke proces waarin ze tot stand gekomen is, maar sommige details moeten nog in uitvoeringsbesluiten worden geregeld.
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen maakte reeds duidelijk dat de EU zal reageren. Daarbij zou niet gekozen worden voor grotere importtarieven, wel voor gelijkaardige extra steun voor de industrie die de klimaattransitie mogelijk moet maken. De Europese staatssteunregels vormen evenwel een stringenter kader. In eerste instantie zou gekeken worden naar niet-gebruikte middelen uit diverse Europese fondsen en kapitaal dat ook zal moeten worden geleend.
Ik stel u daarover graag de volgende vragen.
Welke gevolgen dreigt de Inflation Reduction Act te hebben voor de Vlaamse economie? Voor welke sectoren dreigt deze Amerikaanse regelgeving nadelige gevolgen te hebben? Worden mogelijke problemen gecapteerd en gedeeld met Europese bevoegde instanties?
Bent u op de hoogte van de eventuele resultaten van de derde TTC-bijeenkomst aan de University of Maryland? Kunnen die worden toegelicht? Is de Amerikaanse regering bereid om rekening te houden, bij de verdere uitwerking van de Inflation Reduction Act, met de Europese bezorgdheden?
Welke opties liggen er op de Europese tafel als reactie? Wat is de Vlaamse positie over eventuele Europese tegenmaatregelen? Kan dit worden toegelicht?
Vindt u dat dit dossier aanhangig gemaakt moet worden bij de Wereldhandelsorganisatie?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, ik zal de vragen gegroepeerd beantwoorden. Ik begin met de eerste vraag en de vierde vraag van de heer Deckmyn, en de eerste, tweede en vierde vraag van de heer Tommelein.
U peilt naar de impact van de Inflation Reduction Act op Vlaanderen. Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Er is een diepgaande economische analyse nodig om een allesomvattend antwoord hierop te bieden. Ik kan wel zeggen dat er een risico bestaat dat de Inflation Reduction Act leidt tot een vertraagde export van Europese goederen naar de Verenigde Staten. Er bestaat eveneens een risico dat mede door de energiekosten een deel van de buitenlandse investeringen zich zal verplaatsen van de EU naar de Verenigde Staten. In een open economie als de Vlaamse spelen buitenlandse investeringen een cruciale rol. Het is dan ook zeer belangrijk dat we tot in detail kijken naar de potentiële effecten van deze wetgeving. Die is in de eerste plaats nadelig voor autobedrijven, chemische bedrijven, bedrijven actief in digitale transitie en bedrijven werkzaam in de groene economie zoals ‘cleantech’, batterijen, waterstof en apparatuur voor hernieuwbare energie.
Ik geef u daarbij een aantal cijfers. De sectoren chemische producten, automobiel en cleantech samen waren de voorbije 5 jaar goed voor 244 buitenlandse investeringen, ongeveer 6000 bijkomende jobs en een investeringsbedrag van 8,4 miljard euro. Het zijn sectoren waar Vlaanderen sterk in scoort, maar die ook erg energie-intensief zijn. Door de hoge energieprijzen zou Vlaanderen een bijkomend negatief gevolg kunnen voelen door de Inflation Reduction Act. Vlaanderen is sterk in de geviseerde sectoren, de VS is voor Vlaanderen, buiten Europa, de belangrijkste investeerder. In 2021 waren de Verenigde Staten goed voor bijna een kwart van de buitenlandse investeringen. De impact van de Inflation Reduction Act zou groot kunnen zijn.
Ondertussen is een EU-VS taskforce opgericht die naar een gezamenlijke oplossing zoekt. President Biden heeft duidelijk aangegeven dat de Amerikaanse wetgeving niet ten koste mag gaan van de Europese bondgenoten. Het is dan ook belangrijk dat we aan de Europese Commissie de ruimte geven om met de administratie-Biden tot een vergelijk te komen. De samenkomst van de Handels- en Technologieraad van de EU en de Verenigde Staten op 5 december vormde een goed platform voor verdere discussies. Na afloop herbevestigde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken zijn diplomatiek engagement met de EU.
Parallel moeten we de uitkomst van deze besprekingen niet afwachten, en vooral zelf verder inzetten op een ambitieus innovatie- en industriebeleid binnen de EU. Op die manier kunnen we de concurrentiekracht van onze industriële basis versterken. Enkel in het geval dat er geen oplossing uit de bus komt, moeten we nadenken over potentiële tegenmaatregelen.
Mijnheer Tommelein, ik antwoord specifiek op uw vraag of dit dossier aanhangig moet worden gemaakt bij de Wereldhandelsorganisatie. Ik benadruk dat we eerst ruimte moeten geven aan de dialoog met onze handelspartner, die daartoe opgeroepen heeft, en dat we niet onmiddellijk mogen uitgaan van een falen van de onderhandelingen. Deze opties zullen we bekijken als de onderhandelingen niet tot een aanvaardbare oplossing komen.
De tweede vraag van de heer Deckmyn en de derde vraag van de heer Tommelein gaat over de Europese reactie. U peilt allebei naar de mogelijke Europese tegenreacties. Het antwoord op de Amerikaanse wetgeving mag er niet in bestaan dat we in een subsidierace terechtkomen. Dat zou een vergissing zijn, het zou onze competitiviteit niet ten goede komen. Samenwerking met de Verenigde Staten blijft ideaal. Daarnaast zou een versoepeling van de Europese staatsteunregels ook leiden tot een ongelijk speelveld waarin kleinere lidstaten het onderspit moeten delven tegenover de grote. Plat gezegd: onze zakken zijn bijlange na niet zo diep als de Franse, Duitse of Italiaanse. Als we de interne staatsteunregels opengooien, gaan we zeker niet aan het langste eind trekken. In mijn ogen moet de EU vooral werk maken van de verdere versterking van de interne markt en de concurrentiekracht van onze bedrijven op nationaal en internationaal niveau verstevigen.
Mijnheer Deckmyn, u vroeg of we betrokken worden bij het Europese verzet tegen de Inflation Reduction Act. Ik kan u zeggen dat de Vlaamse overheid actief betrokken is bij de totstandkoming van de Belgische positie. Binnen de Raad van de Europese Unie voor elke vergadering op EU-niveau vinden er coördinatievergaderingen plaats binnen de FOD Buitenlandse Zaken. Ook voor de besprekingen van de Inflation Reduction Act was dit het geval. Onze betrokkenheid is via de Belgische standpuntbepaling.
Mijnheer Tommelein, u vroeg of we op de hoogte zijn van de resultaten van de derde TTC-bijeenkomst. Op de agenda stonden de onderwerpen handelsfacilitering, handel, veiligheid en duurzaamheid. Qua handelsfacilitering ging men dieper in op digitale tools, overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning en gedeelde standaarden. Inzake handel en veiligheid vond zowel een afstemming over exportcontroleregimes als een discussie over de screening van investeringen plaats. Wat betreft duurzaamheid besprak men het trans-Atlantisch initiatief over duurzame handel en zette men de bestaande dialoog over handel en werk verder. Voor Vlaanderen is het ook belangrijk dat er een duurzaam compromis wordt gevonden over de Amerikaanse staal- en aluminiumrestricties. Samenwerking rond decarbonisatie in diezelfde sectoren blijft belangrijk, net als de aanpak van handelsverstorende praktijken.
De Europese Commissaris voor Handel, Dombrovskis, toonde zich na afloop positief over de besprekingen. De lidstaten zullen op ambassadeursniveau nog een debriefing van die TTC-meeting krijgen.
Het beste zou zijn dat we tot een vergelijk komen met de EU. In een spiraal van staatssteun en dergelijke gaan wij, de Vlaamse economie, daar zeker niet als winnaar uit komen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Dank u, minister-president, voor uw antwoord.
Ik citeer, om te beginnen, uit een artikel dat ik vorige week in Knack las van journalist Van Humbeeck. Hij stelt dat Europa klem zit tussen Rusland en de VS. Je moet dat ook kaderen in de oorlogssituatie in Europa. Hij stelt dat Europa economisch de last van de oorlog draagt, terwijl Amerika met duur gas hoge winsten maakt op de rug van de Europeanen. Dat speelt mee op de achtergrond, en ik vind het een belangrijke zaak om heel deze vraagstelling te kaderen. Ik vroeg me af wat uw visie over deze stelling is, minister-president.
Dan is er ook de vraag naar de economische impact van de Inflation Reduction Act op Vlaanderen. U stelt dat dit niet gemakkelijk in te schatten is. Dat begrijp ik wel. Maar het staat vast dat er een concurrentieel nadeel voor Vlaamse bedrijven dreigt. U verwijst, minister-president, naar de taskforce die de EU heeft opgericht. Ik verwijs opnieuw naar het artikel van daarnet. Daarin stelt men duidelijk dat deze taskforce niet veel meer is dan een cosmetische opsmukoperatie, aangezien de Inflation Reduction Act het paradepaardje is van president Biden. Het is er moeilijk gekomen, collega Tommelein heeft naar de ontstaansgeschiedenis verwezen. De administratie Biden zal zeker geen gas terugnemen – u zult mij deze woordspeling vergeven.
Vlaanderen is actief betrokken via het federale niveau bij deze Inflation Reduction Act, stelde u. Ik vroeg me nog af welke prioritaire input er vanuit Vlaanderen is. Welke input is er in deze gesprekken? De conclusie is natuurlijk juist. Het zou inderdaad het beste zijn als we tot een vergelijk zouden komen. Maar sta me toe hierin pessimistisch te zijn.
De heer Tommelein heeft het woord.
Het is duidelijk dat we in een multipolaire wereld zijn terechtgekomen, waar Europa zijn plaats op het wereldtoneel dringend vorm moet geven. Als continent dragen we vrijhandel hoog in het vaandel. Het is de basis van onze welvaart. Maar we kunnen de realiteit niet ontkennen. Op het internationale vlak zien we een toenemende trend van protectionisme. Het is belangrijk dat we als Europese Unie niet in de val trappen door het protectionisme aan te wakkeren. Ik geef u gelijk: we moeten absoluut vermijden om in een subsidieoorlogje terecht te komen, waar we met onze beperkte middelen altijd aan het kortste eind zullen trekken.
In die zin is het hoopgevend dat de Europese Unie niet van plan is om een handelsoorlog te starten met de Verenigde Staten door te focussen op strenge douanetarieven. Een handelsoorlog zou voor een regio als Vlaanderen, die een zeer open economie heeft, nefast zijn, ook voor onze groei en welvaart. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we lijdzaam moeten toekijken hoe andere landen, zelfs al zijn dat bondgenoten, ons uit de markt proberen te duwen. Volgens mij is het een goede zaak dat de Franse president en de Europese commissarissen een duidelijk signaal hebben gegeven en dat ook von der Leyen niet bij de pakken blijft zitten.
Tot slot, minister-president, wil ik toch nog even de aandacht vestigen op de Wereldhandelsorganisatie. Een procedure is uiteraard niet alleenzaligmakend. Maar het blijft problematisch dat die Wereldhandelsorganisatie niet normaal kan functioneren door het niet benoemen van rechters die cruciale procedures in geschillen en beslechtingen moeten leiden. Het is ondertussen drie jaar dat de beroepsinstantie van de WTO over onvoldoende rechters beschikt om recht te spreken. Ik weet niet of u dat van nabij volgt, maar het zou goed zijn dat daar binnen afzienbare tijd verandering in komt. Anders blijft deze patstelling duren.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Een groot staatsman heeft ooit gezegd: ‘Optimism is a moral duty’. Het Vlaams Belang trakteert ons met pessimisme over mogelijke onderhandelingen. Dan voel ik mij als realist eigenlijk als een vis in het water.
Mijnheer Deckmyn, u was ook zeer pessimistisch over de Brexitonderhandelingen. Er is een ander resultaat gebleken. Ik zie geen goed alternatief, dus moeten we het alle kansen geven. Hebben we zekerheid dat er een goed resultaat uit komt? Absoluut niet. Maar op voorhand al zeggen dat er wel weer niets uit zal komen? Elk alternatief is slechter dan een genegotieerd resultaat. U zegt dat de ‘act’ zo belangrijk is voor de Democraten en dergelijke meer. Ik heb hier ook al mensen horen zeggen, toen we na de verkiezingen regeringsonderhandelingen voerden, dat wat in hun programma stond, voor de verkiezingen zo was. Na de verkiezingen is het soms anders.
Het is waar: ze hebben dat daar goedgekeurd en tegelijkertijd hebben ze gezegd dat ze de Europese bondgenoten niet in een concurrentieel nadeel willen brengen. Laten we die onderhandelingen een kans geven. U mag mij zeggen wat een goed alternatief is voor Vlaanderen. Voor Europa kan ik nog dingen bedenken, maar binnen Europa de Vlaamse positie nog versterken, is toch een beetje de kwadratuur van de cirkel.
U zegt ‘squeeze’ tussen Rusland en de Verenigde Staten. Ja, dat is juist. Europa heeft zich zo afhankelijk gemaakt van Russisch gas, in tempore non suspecto weliswaar, dat we zelf de strop rond onze nek hebben gehangen, waar we nu de prijs voor betalen. Men kan de Verenigde Staten niet ten kwade duiden dat zij met hun eigen gas en de hoge gasprijs hier, proberen economisch gewin te halen. Dat Europa zich in een bijzonder moeilijke positie bevindt, onderschrijf ik ten volle.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik heb niet gezegd dat er mogelijk niets uit zal komen en niets zal lukken. Ik heb gezegd dat ik eerder pessimistisch ben, samen met de journalist in Knack. Ik heb hem geciteerd wanneer hij zei dat die taskforce eigenlijk een soort van opsmukoperatie zal zijn. Ik sluit me daar voor een stuk bij aan. Ik kan vervolgens alleen maar blij zijn mocht er toch iets positiefs uit komen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.