Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, eind november stond de Werelddag van de Stedenbouw in het teken van water. De Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP) lanceerde een ‘call to action’ om de Vlaamse overheid aan te zetten om actie te ondernemen. De organisatie stelt: “Water krijgt in Vlaanderen te weinig ruimte om in de bodem te infiltreren. Hierdoor lopen we ernstige risico’s op droogte en wateroverlast, zeker met het oog op de huidige klimaatverandering met stijgende zeespiegel, langere droogteperiodes en langere periodes met hevige neerslag. Dat gebrek aan infiltratieruimte moet dringend aangepakt worden. Dat doen we door te ontharden, maar ook door de resterende open ruimte maximaal te beschermen.”
De focus van hun call to action ligt hierbij op de open ruimte en de uitdagingen rond de watergevoelige openruimtegebieden (WORG), de openruimtebestemmingen en het Instrumentendecreet. Maar een belangrijke uitdaging voor ruimte voor water ligt daarnaast ook in de kernen en in onze steden. Uitdagingen zoals hitte-eilanden, waterschaarste en overstroming vragen een doordachte aanpak en een verandering in de planning van het stadsweefsel en van het stedelijk waterbeheer. Steden zullen vaak een nieuw ontwerp moeten krijgen om aan de uitdagingen op het vlak van water te kunnen voldoen.
Minister, op welke manier zult u vanuit uw bevoegdheden inzetten op het ruimtelijk beleid rond waterslimme steden? Welke focus hanteert u daarbij?
Hoe wilt u goede voorbeelden voor een aangepaste ruimtelijke planning in steden en kernen stimuleren?
Hoe wilt u de kennisdeling van praktijkvoorbeelden bevorderen?
Minister Demir heeft het woord.
We hebben in het Vlaams klimaatadaptatieplan verschillende sterke initiatieven opgezet die inzetten op slimmer omgaan met water in de bebouwde omgeving. De versnelde realisatie van groenblauwe infrastructuur, altijd en overal, vormt daarbij het uitgangspunt. Vlaanderen kiest hierbij voor natuurgebaseerde oplossingen waar het kan en civieltechnische waar het moet.
Daarnaast is er natuurlijk de Blue Deal. Conform de Blue Deal werden de hemelwaterplannen verfijnd en uitgebreid naar hemelwater- en droogteplannen. Hier ontwikkelen lokale besturen een totaalvisie over de manier waarop zowel op het publiek als op het privaat domein omgegaan zal worden met regenwater. De plannen werden uitgewerkt in relatie tot het gemeentelijk beleidsplan ruimte. Het principe is dat hemelwater ter plaatse wordt opgevangen en gebruikt waar het kan, en enkel en alleen wordt afgevoerd waar het niet anders kan. Riolerings- en andere infrastructuurprojecten zorgen daarbij mee voor het vergroenen, ontharden en waterrobuust maken van het publiek domein. Daarnaast hebben we zoals u weet ook de hemelwaterverordening aangepast, die zorgt voor meer buffering en meer infiltratie van water.
Ook de overstromingskaarten werden geactualiseerd en de watertoetsprocedure is verfijnd tot een klimaatrobuuste watertoets, waarmee de lokale overheden aan de slag kunnen gaan.
Zoals gezegd, doen we dat in de eerste plaats regelgevend, via de nieuwe hemelwaterverordening. Daarnaast geven we via de pilootprojecten ‘BRV groenblauwe netwerken’ (Beleidsplan Ruimte Vlaanderen) een impuls aan de gemeenten die een ruimtelijk beleidsplanningsproces koppelen aan de ontwikkeling van een lokale strategie rond groenblauwe dooradering. Om dit gemeentelijk beleidsproces te versterken, bieden we weldra vanuit Vlaanderen klimaatadaptatietools aan – die zijn in opmaak – die lokale besturen helpen bij het concretiseren van de klimaatadaptatiestrategieën. We hebben ook in de schoot van de Vlaamse Regering beslist om de vergunningsplicht voor het ontharden af te schaffen.
Vandaag zijn er ook heel wat goede voorbeelden. Dat maakt het niet altijd eenvoudig om door de bomen het bos te zien. Daarom bundelen we alles op het webplatform ‘Klimaatbestendig Vlaanderen’ met alle betrokken actoren binnen de Vlaamse overheid. Vlaamse initiatieven zoals het Klimaatportaal en andere waardevolle initiatieven zoals blauwgroenvlaanderen.be zullen er samengebracht worden.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord, dat een globaal overzicht geeft van een aantal specifieke maatregelen die voor Vlaanderen genomen worden. Mijn vraag ging natuurlijk heel specifiek over onze kernen en over onze steden zelf. Ik merk vandaag dat er heel wat generieke instrumenten zijn. Dat is op zich een goede zaak. Maar voor de meest verharde gebieden zal er op sommige vlakken wat meer nodig zijn. Een aantal steden nemen daar het voortouw. Een aantal dorpskernen worden onthard en er worden een aantal heel specifieke maatregelen genomen. De maatregelen die u hebt omschreven, denk aan het klimaatadaptatieplan, de groenblauwe dooradering, hemelwater opvangen, infiltreren, wadi’s (Water Afvoer Drainage Infiltratie), enzovoort zijn zeer waardevol, maar die grijpen natuurlijk in op bestaande infrastructuur. Vaak vindt er louter een soort ontharding plaats, eerder dan een ruimtelijke visie over hoe we hier onze kern, onze stad op sommige vlakken voor een stuk opnieuw gaan ontwerpen zodat we water daar een betere plaats kunnen geven.
Minister, op welke manier wilt u steden en gemeenten die volgende stap laten nemen om niet zozeer gewoon in te grijpen op het terrein met zeer goede maatregelen, maar ook om de brede denkoefening richting ruimtelijke planning uit te voeren?
De heer Pieters heeft het woord.
Ik heb de vraag van de collega goed begrepen. Het is inderdaad voornaam dat we ook in de steden de koelte-elementen kunnen inbrengen. Maar ook dat is hier al eerder besproken. We moeten natuurlijk opletten met de natuurlijke waterlopen die er zouden zijn en die overkapt zijn, dat dat ook zuiver water is als we die gebruiken als de blauwe adering door de steden. Dan zitten we natuurlijk met rioleringswerken en infrastructuurwerken die – zoals de collega ook aangeeft – natuurlijk zwaar kunnen doorwegen.
We zitten met een dubbel stelsel. Ik weet niet in welke mate in steden zelf ook al een dubbel stelsel naar voren geschoven wordt? Ik weet dat een aantal gemeenten daar niet aan trekken omdat dat natuurlijk extra kosten zijn. In de verstedelijkte gebieden is dat natuurlijk extra omdat we daar met een infrastructuur zitten die nog eens opengebroken moet worden. Er komen nog andere maatregelen bij zoals leidingen die nog eens extra in de grond gestoken moeten worden. Het is heel voornaam dat we ook kijken naar de kosten die daarvoor nodig zijn om het mogelijk te maken.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, collega’s, ik sluit ook graag aan op deze belangrijke vraag. Het is nodig dat we in onze ruimtelijke planning meer aandacht hebben voor het aspect water, ruimte voor water, maar ook voor hoe we omgaan met water, infiltratie, ontharding, het koelte-element zoals collega Pieters aanhaalt, enzovoort. Minister, ik hoor in uw voorbeeld dat er inderdaad al heel wat gebeurt. We hebben de nieuwe verordening hemelwater die veel strenger zal zijn. Uiteraard is dat van toepassing op nieuwe projecten. Het is wel positief dat u alles zult bundelen op maat van de gemeente en alle initiatieven op Vlaams niveau.
Ik zou willen vragen om daar ook lokale voorbeelden die er al zijn op het vlak van beleidsmatig omgaan met water in op te nemen. Verder kijk ik uit naar de klimaatadaptatietools om gemeentes te leren hoe met water om te gaan, dus niet alleen de concrete voorbeelden, maar ook dat beleidsmatige. Ik hoop dat dat uiteraard echt op maat van de lokale besturen is, dat zoveel mogelijk lokale besturen daarop zullen inzetten.
Minister Demir heeft het woord.
Collega De Roo, we kunnen inderdaad een kader aanbieden, stimuleren en subsidies geven. Als we de Blue Deal doen, zien we dat heel veel lokale besturen een aanvraag indienen. Ik kan moeilijk in de plaats treden van een lokaal bestuur en zelf de visie gaan uittekenen, maar we zijn in de schoot van de Vlaamse Regering heel duidelijk overeengekomen dat vanaf 2024 lokale besturen die nog een subsidie willen krijgen die watergerelateerd is, natuurlijk die visie moeten hebben. Het gaat meestal ook over heel veel centjes. De slimme lokale besturen zijn daar vandaag volle bak mee bezig. De grote steden gaan wel nog wat tandjes bij moeten steken want wat betreft grote hittegolven in steden – zeker in centra is er nog heel veel beton – is er nog heel wat werk voor de boeg. Maar vanaf 2024, en die datum komt er heel snel aan, is het verkrijgen van watergerelateerd geld vanuit Vlaamse subsidies gekoppeld aan wat er lokaal aanwezig is van hemelwaterplan. Wij gaan inderdaad dus – zoals collega De Coninck zei – de good practices bundelen via de klimaatadaptatietools.
Collega Pieters, er is ook nog werk voor rioleringen en de ontdubbeling van infrastructuur. Dat klopt ook. Ik hoop dat lokale besturen bij de heraanleg van een openbaar domein ook nadenken over ontharding, vergroening en infiltratie en inderdaad dus niet alles gewoon opnieuw dichtbetonneren. Meestal is dat wel een gelegenheid om daar zeer goed naar te kijken.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, dank u wel voor de bijkomende antwoorden. Zo’n visie op water in een kern van een stad is zeer noodzakelijk. We associëren water vaak met verkoeling, maar een aantal specialisten zeggen ook dat op momenten van zeer lange hittegolven water een verwarmend effect kan hebben, zeker als het stilstaand water is. Dat moet zeker meegenomen worden in de afweging van een visie.
Het is goed om die visie wat meer dwingend te maken door dat te koppelen aan subsidies – ik hoor u spreken over het hemelwaterplan. Minister, mijn suggestie is om dat nog iets breder te kaderen en ook zijn impact te kunnen laten hebben op de ruimtelijke planning in onze steden, want een goede ruimtelijke planning voor water is van zeer groot belang voor onze steden en onze kernen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.