Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de aankondiging van Lantis over het voortzetten van de Oosterweelwerken zoals die waren gepland
Vraag om uitleg over de modelberekening van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek inzake de impact van de Oosterweelgrondwerken op PFAS in grondwater
Interpellatie over de aankondiging van Lantis betreffende een interpretatief nooddecreet voor de Oosterweelwerken
Vraag om uitleg over de sanering van Oosterweel
Vraag om uitleg over het saneren van Oosterweel door Lantis
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Het antwoord wordt gegeven door minister Demir.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik heb een interpellatie over de aankondiging van Lantis over het interpretatief nooddecreet in relatie tot Oosterweel. Op 9 oktober 2022 maakte de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) een studie bekend waaruit bleek dat de werken aan Oosterweel geen bijkomende vervuiling van het grondwater teweegbrengen.
Het is een heel stappenplan. Maandag 10 oktober werd er dan een aangepast normenkader voorgesteld door VITO met de revisie van de expertencommissie inzake bodemsanering en grondverzet. De normen zijn nog niet besproken door de Vlaamse Regering, begreep ik toen. In de toelichtende nota bij deze voorstelling is meegegeven dat deze normen zullen worden geagendeerd op de Vlaamse Regering. In de toegevoegde nota van de expertencommissie werd duidelijk aangegeven dat een keuze voor normen een politieke keuze is, want het drukt uit welk gezondheidsrisico je als maatschappij aanvaardt.
De normen bouwen verder op het voorlopig handelingskader dat eerder in de expertencommissie van Karl Vrancken werd opgenomen. Ze bepalen de bodemsaneringsnormen voor perfluoroctaansulfonzuur (PFOS) en perfluoroctaanzuur (PFOA), ze leggen vast wat de waarde is voor vrij gebruik en voor bouwkundig bodemgebruik. De normbepaling gebeurde aan de hand van een aangepast ‘as risk’-model. In dit model werden een aantal aannames geactualiseerd.
Op basis van deze twee elementen kondigde Lantis op 12 oktober aan dat de werken nu verder kunnen worden gezet. Om dat te kunnen doen, zou het Bodemdecreet van 2008 aangevuld worden met een interpretatief decreet om de foute interpretatie van de Raad van State op te lossen.
Minister, al maanden onderhandelt u samen met de burgerorganisaties en milieuorganisaties om tot een oplossing te komen. De aankondiging van Lantis kan die onderhandeling hypothekeren. Dat gaf de Bond Beter Leefmilieu (BBL) in zijn reactie mee. Ik begrijp intussen dat de onderhandelingen toch zijn verdergezet.
De milieuorganisatie herhaalde al meerdere keren haar eis tot spijkerharde garanties die ook door de onderzoekscommissie PFOS-PFAS zijn uitgesproken. Eigenlijk zegt de milieubeweging: ‘Wij willen spijkerharde garanties over een grondig saneringstraject, niet alleen in de omgeving van 3M maar ook op de site van 3M en op de plek waar de Oosterweelwerken doorgaan.’ Ze vragen een heel duidelijke tijdlijn, heldere afbakening en afstemming van de taken tussen 3M, Lantis, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de Grondbank. Grondwerken en sanering zijn een en ondeelbaar. Dat zeggen zij. Dat lijkt ook de voorwaarde te zijn die echt nodig is, namelijk grondwerken en sanering een en ondeelbaar en gezondheid voorop.
Minister, waarom hebben Lantis en minister Peeters het nodig geacht om een interpretatief nooddecreet aan te kondigen terwijl er toch een onderhandeling bezig was? De onderhandeling zou rond zijn tegen 15 oktober en we zijn nu 25 oktober. Wat zal het worden? Een onderhandelde oplossing of een nooddecreet? Wat is uw reactie op de reactie van de milieubeweging en de burgerorganisaties?
Welke stappen zullen nu verder worden ondernomen met betrekking tot de normering? Wat is de reactie van u als minister van Leefmilieu en van de Vlaamse Regering over de nieuwe normen? Worden deze normen definitief? Is er reeds een traject lopende om die definitief te maken? Komt er ook een openbaar onderzoek en een MER-procedure (milieueffectrapport) om die normen definitief te maken? Waarom is in dit normenkader niet voluit voor gezondheid gekozen? Kunt u als minister van Leefmilieu dit normenkader verdedigen? Voor drinkwater wordt de norm van 100 nanogram per liter voor de som van alle PFAS gehanteerd. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelde een norm van 4,4 nanogram per liter PFOA equivalent voor op basis van de European Food Safety Authority (EFSA). Zit hier geen zeer ruime discrepantie in? Hoe kunt u verdedigen dat men die 100 nanogram per liter als basis heeft gebruikt voor alle afgeleide berekeningen en voor de uitloging van de vervuiling van het grondwater? Wat is de wetenschappelijke onderbouwing om te rekenen met tweemaal de voorgestelde veilige waarde van EFSA? Er is een aangepast normenkader voorgesteld door VITO maar omdat men niet kon uitgaan van de EFSA-normen, aldus VITO, heeft men alle op basis van EFSA-normen berekende nieuwe normen vermenigvuldigd met twee. Hoe kunt u dat verantwoorden? Kunt u zich daarmee verzoenen? Bent u ook van plan om die norm te volgen? Zal dit nieuwe normenkader ook worden gebruikt om de werken van Oosterweel opnieuw op te starten? Zullen die dan ook worden gebruikt om nieuwe technische verslagen op te maken en eventuele nieuwe vergunningen te verlenen?
Zoals de expertencommissie aangeeft is het aanvaardbare gezondheidsrisico een politieke keuze. Hoe zullen jullie die politieke keuze maken? Zullen jullie rekening houden met de zeer slechte bloedresultaten die in Zwijndrecht gemeten zijn en dit mee in rekening brengen bij het aanvaardbare gezondheidsrisico van de normering?
Wanneer worden de spijkerharde garanties over de bodemsanering van de hele site gegeven? Dat is de hele site, ik heb het niet alleen over de Oosterweelwerf zelf – dat is het minimum – maar ook over de site van 3M en ook over de omgeving. Welke stappen zullen er ondernomen worden om deze vervuilde site te saneren? Waar is het bodemsaneringsplan voor deze site? Hoe groot is de kost van de sanering, en wie zal die sanering betalen? Dat is een heel pak vragen op basis van de aankondigingen in de pers, de studies die bekendgemaakt werden, het nieuwe normenkader, en ook de verklaringen die zowel door uzelf als door minister Peeters werden gedaan met betrekking tot de Oosterweel en de sanering ervan.
De heer Anaf heeft het woord.
Mijn vraag gaat over hetzelfde thema, en is ook terug te brengen naar de persconferentie die minister Peeters samen met Lantis gegeven heeft, intussen een kleine twee weken geleden.
Zij gaven daarbij aan dat de werken aan Oosterweel zonder onderbreking konden worden verdergezet, dat de werken op Linkeroever niet zouden worden stilgelegd, en dat ook de werken aan de tunnel onverminderd zouden worden uitgevoerd.
Lantis maakte zich sterk dat alle juridische problemen van de baan zijn en verwees daarvoor ook naar de studie van VITO, die oordeelt dat ‘oordeelkundig gebruik’ van gronden in de vervuilde zones ‘niet leidt tot een verhoging van de concentratie, noch tot een toename van PFAS in het grondwater’. VITO geeft ook aan dat het standstillprincipe wordt gerespecteerd.
Daarnaast kondigde minister Peeters daar ook aan dat de Vlaamse Regering werkt aan een wijziging van het regelgevend kader. Door een interpretatie te geven aan het Bodemdecreet over hoe die regelgeving juist moet worden begrepen, zou de argumentatie van de Raad van State onderuit gehaald kunnen worden. Zo zou ook een nieuwe schorsing kunnen worden vermeden.
Ik moet zeggen dat ik toch wel verrast was door die persconferentie. Er werden daar een aantal heel voluntaristische uitspraken gedaan door Lantis en minister Peeters, die volgens mij contraproductief zijn. Wij zijn als Vooruit altijd vragende partij geweest om met oplossingen te komen. Al van in het begin, toen het dossier naar boven kwam, stelden we ons de vraag wat daar precies aan de hand is, hoe we dat kunnen oplossen voor de mensen van Zwijndrecht en omgeving en hoe we ervoor kunnen zorgen dat die vervuiling wordt aangepakt en dat ze ten minste niet wordt verdergezet. Daarom zou de methodiek om met die mensen aan tafel te gaan zitten en te proberen om tot een onderhandelde oplossing te komen, nog steeds moeten worden gehanteerd.
Dat is een soort van Toekomstverbond 2.0 om tot een gedragen project te komen. Het is duidelijk dat die persconferentie dat draagvlak voor een stukje onderuit gehaald heeft. Kijk bijvoorbeeld naar de reactie die BBL toen gegeven heeft – zij zaten nog mee aan tafel –: het heeft geen goed gedaan aan het vertrouwen om tot een onderhandelde oplossing te komen.
Ik heb een aantal vragen.
Hoe reageert u op de uitspraken van Lantis en minister Peeters, tijdens die persconferentie, over de voortgang van de Oosterweelwerken? Vindt u, net als hen, dat de werken onverkort kunnen worden voortgezet na het VITO-rapport?
Bent u het met mij eens dat die houding getuigt van een gebrek aan respect voor al de actoren die aan de onderhandelingstafel werken aan een oplossing?
Mijn derde vraag is ondertussen wellicht achterhaald. Ze is ook al een tijdje geleden ingediend. Ik heb begrepen dat men ondertussen opnieuw rond de tafel zit en ik denk dat dat een goede zaak is. Hoe loopt het overleg op dit moment? Hebt u er vertrouwen in dat er snel tot een onderhandelde oplossing kan worden gekomen?
Zult u meewerken aan de aanpassing of interpretatie van het Bodemdecreet om alle juridische obstakels weg te nemen?
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, VITO werkte een voorstel voor een handelingskader PFAS uit op vraag van de OVAM en uw kabinet. Via een model werd de impact berekend van de geplande grondverzetswerken op de belasting van het lokale grondwatersysteem door uitloging van PFAS uit de bodem. Anders gezegd: er werd een simulatie gemaakt of de geplande Oosterweelwerken al dan niet zorgen voor een verdere verspreiding van PFAS-verontreiniging op basis van de gemiddelde concentratie van PFAS in het grondwater van het projectgebied.
VITO werkte met data van Lantis en binnen een beperkte tijdspanne. VITO stelt dat de complexiteit van de data op Linkeroever van dien aard is dat een meer doorgedreven analyse nodig is, die volgens dezelfde methodiek kan worden uitgewerkt door Lantis.
De nota van VITO concludeert ten eerste: “Voor projectzone Scheldetunnel is de berekende gemiddelde concentratie in grondwater lager bij uitvoering van de werken dan in de huidige situatie”, en ten tweede: “Voor projectzone Linkeroever wordt er globaal ook een lagere gemiddelde grondwaterconcentratie en een snellere afname van deze concentratie berekend bij uitvoering van de werken.”
De oefening die VITO uitvoerde, bevestigt de eerdere adviezen van de commissie grondverzet dat het standstillprincipe wordt gerespecteerd maar het roept toch een aantal vragen op.
Minister, wat is uw visie aangaande de opzet en de resultaten van de oefening van VITO? Op welke manier zult u de resultaten aanwenden voor toekomstig beleid? Wat betekent dat voor de verderzetting van de Oosterweelwerken? Zult u tegemoetkomen aan de suggestie om een meer doorgedreven analyse door te voeren? Zo ja, zal Lantis deze analyse doorvoeren? Zo neen, waarom niet? Binnen het Vlaamse milieubeleid is het opstarten van de sanering van alle historische bodemverontreiniging tegen 2036 een belangrijke doelstelling. De Onderzoekscommissie PFAS-PFOS ondersteunt die ambitie via haar aanbevelingen. Hoe gaat u hiermee om in de verdere afwegingen voor de Oosterweelwerf?
Ik koppel hier mijn tweede vraag aan die gaat over het saneren van de Oosterweelwerf door Lantis. Minister, via berichtgeving in De Tijd enkele dagen later op 19 oktober 2022 vernamen we dat Lantis aan u voorstelt om de PFAS-verontreiniging op de Oosterweelwerf zelf op te ruimen. Lantis zou hiervoor goedkeuring hebben gevraagd aan u. Lantis zou dit voorstel naar verluidt doen om zo te “gaan voor oplossingen, los van procedures, om zo snel resultaten te boeken in de sanering, in synergie met de werken en in het bekomen van een veiliger en gezonder geheel.” Dat zijn grote woorden die toch wat vragen oproepen.
Minister, wat is de precieze informatie of vraag die Lantis aan u heeft bezorgd of gesteld? Klopt de berichtgeving dat Lantis zou afzien van de aanleg van de zogenaamde veiligheidsberm? Wat zijn de gevolgen van dit voorstel of van de goedkeuring van zo een voorstel voor de gesloten dading met 3M uit 2018?
Op welke manier kunt u verzekeren dat de vervuiler, namelijk 3M, en niet de belastingbetaler effectief zal opdraaien voor het betalen van de factuur? Welke garantie hebben we dat 3M Internationaal, bijvoorbeeld wanneer 3M België in vereffening zou gaan, de kosten en schade zal vergoeden?
De heer D'Haese heeft het woord.
Minister, op 19 april 2022 zorgde een arrest van de Raad van State ervoor dat de Oosterweelwerken werden stilgelegd. Nadat een aantal burgerbewegingen naar de Raad van State trokken om de verspreiding van de PFAS-vervuiling tegen te gaan, werden technische verslagen geschorst en het grondverzet stilgelegd. De burgerbewegingen zijn van mening dat een bodemsaneringsproject nodig is voor de werf kan verdergaan en vinden het problematisch dat de grond in de veiligheidsberm bij 3M niet vergund zou zijn als afvalstof.
Daarop zijn dan onderhandelingen gestart met de verschillende burgerbewegingen, uw kabinet, Lantis enzoverder. Twee weken geleden zijn daar een aantal bizarre zaken over verschenen in de pers. Mij interesseert ook wel welke spelletjes daar gespeeld zijn, maar uiteindelijk is een document gelekt in de krant De Tijd waaruit blijkt dat Lantis als Oosterweelbouwheer een manier zou hebben gevonden om met het arrest om te gaan. Zo zouden ze, dixit De Tijd, de PFAS-vervuiling zelf saneren en niet langer vasthouden aan de veiligheidsberm op de terreinen van 3M.
Ik stel me dan de vraag hoe dat praktisch in zijn werk gaat, wat dat allemaal betekent en hoe die kosten verhaald zullen worden op 3M natuurlijk. Voor de PVDA zijn er vandaag drie uitgangspunten: ten eerste, de vervuiling moet worden gesaneerd en mag niet worden doorgeschoven naar volgende generaties; ten tweede, de kosten voor de sanering moeten integraal naar 3M gaan; ten derde, de mobiliteit in Antwerpen moet worden vlot getrokken.
Minister, kunt u bevestigen dat Lantis effectief zelf de PFAS-vervuiling op de Oosterweelwerf zal saneren? Zo ja, op welke manier? Kunt u een inschatting maken van de kosten die een sanering met zich zouden meebrengen? Wie zal instaan voor de kosten? Kunnen deze op 3M verhaald worden of wordt dat onmogelijk gemaakt door de overeenkomst die de overheid met 3M gesloten heeft en waarin zij afstand doet van vorderingen voor de Oosterweelwerken? Bevestigt u dat de zogenaamde veiligheidsberm op de terreinen van 3M geschrapt zal worden? Wat is daar de impact van? Wat gebeurt er dan met de grond die daar zou worden gestockeerd? De vorige beslissing was toch dat die groter gemaakt zou worden en nu is hij ineens weg. Waar gaat die grond dan naartoe? Betekent dit dat de werf opnieuw kan worden opgestart? Op welk moment kan het grondverzet opnieuw hervatten? Kunt u garanderen dat er door de eventuele hervatting van de werken geen enkele verspreiding van PFAS zal plaatsvinden?
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb de antwoorden ingedeeld in vier thema’s. Het eerste thema gaat over het normenkader en het tweede thema over de vragen over de Oosterweelwerf en de lopende onderhandelingen. Vervolgens betreft het derde thema alle vragen over de sanering van de Oosterweelwerf en het vierde thema alle vragen over de saneringsplicht van 3M. Op die manier hebben we wat overzicht.
Het is belangrijk om de zaken te benoemen zoals ze zijn. Op 10 oktober is er geen nieuw normenkader ingevoerd. De PFAS-opdrachthouder heeft wel op basis van studies van VITO een voorstel tot normenkader voorgesteld. Tot nu toe is er nog geen sprake van een ‘nieuw normenkader’, zoals sommigen hier beweren. De OVAM is gestart met de beleidsmatige vertaling en die zal worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
Daarnaast wil ik ook benadrukken dat ik geen PFAS-expert ben. Ik ken dat niet. Daarom doe ik een beroep op wetenschappers voor het maken van normen en kaders. Ik ga voort op wat ze me zeggen. Vanaf het begin heb ik gestreefd naar een wetenschappelijke benadering waarbij gezondheid en een verantwoorde risicoaanvaarding hand in hand gaan, wanneer dat is gebaseerd op wetenschappelijke benaderingen. Ook bij andere polluenten, zoals dioxines, zware metalen, fijnstof of stikstofoxide (NOx), ligt een zekere risicoaanvaarding aan de basis van de normering. De door VITO gebruikte benadering verschilt derhalve niet fundamenteel van de normering voor andere polluenten.
Ik ben dan ook teleurgesteld te lezen dat sommige commissieleden die wetenschappelijke benadering nu klaarblijkelijk vanwege politieke redenen afwijzen op grond van drogredenen. Zo werd al het verwijt geuit dat de waarden soepeler zijn dan die van Europa. De EFSA-waarden hebben betrekking op een dagelijkse PFAS-inname via de voedselketen en helemaal niet op bodem- of grondwaternormen. Iets anders beweren komt neer op desinformatie en wetenschapspopulisme.
Nu antwoord ik ten gronde op uw vragen. Het ontwerp van normenkader van VITO werd nagekeken door de Commissie Sanering en Grondverzet, zijnde een expertenpanel met onder andere de Nederlandse Arjen Wintersen van het RIVM. Vervolgens hebben we dat voorstel ook voorgelegd aan een stakeholdergroep van meer dan vijftien koepelorganisaties. De toelichting aan diverse stakeholders werd georganiseerd door de opdrachthouder.
Alle documenten werden ook publiek gedeeld op de PFAS-website. Intussen hebben de stakeholders feedback kunnen geven op dat normenkader. Op basis van de ontvangen opmerkingen wordt dat kader nu herwerkt. De OVAM bereidt een normenkader voor dat ik zal voorleggen aan de Vlaamse Regering. Ik neem zeker de bezorgdheid ter harte om in het verdere procesverloop te zorgen voor een consultatie van bijvoorbeeld de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad). Er zal eveneens voorzien worden in een milieubeoordeling. Het voorstel zal zorgen voor een streng kader van wetenschappelijk en maatschappelijk onderbouwde normen, die de blootstelling maximaal beperken en dus de gezondheid beschermen.
De experten van de Commissie Grondverzet bevestigden dat het niet mogelijk is om de EFSA-dosis voor vier types PFAS te verdelen in dosissen voor elk van de vier afzonderlijke componenten. Er moet dus een benaderende aanpak gevolgd worden. De commissie ondersteunt de aanpak waarbij de totale dagelijkse inname wordt toegekend zowel aan PFOS als aan PFOA. Daarnaast wordt het daarmee gepaarde risico expliciet berekend.
Binnen de Vlaamse Regering zullen we op basis van de inzichten en van het onderzoek van VITO beleidskeuzes maken. Bij de berekeningen van de normen is ook rekening gehouden met de achtergrondblootstellingen waarmee een Vlaming wordt geconfronteerd. Het rapport van VITO komt daarmee tot strengere normeringsvoorstellen dan Nederland. Bij wijze van voorbeeld geef ik een vergelijking tussen de Nederlandse interventiewaarden en de Vlaamse bodemsaneringsnormen, beide voor woongebieden: PFOS 59 microgram per kilo droge stof in Nederland tegenover 3,8 microgram per kilo droge stof in Vlaanderen; PFOA 60 microgram per kilo droge stof in Nederland tegenover 4,3 microgram per kilo droge stof in Vlaanderen.
De bedoeling is om tot een degressief kader te komen waarbij de PFAS-normen lager worden. Daarmee streven we uiteindelijk naar een uitbanning van PFAS uit onze leefomgeving. Op de Europese Raad Milieu hebben we gisteren het standpunt verdedigd om de uitfasering van PFAS op termijn te realiseren.
In het normenkader voor PFAS in drinkwater zijn we strenger dan de Europese regelgeving. De formele wettelijke normen worden overgenomen uit de Europese drinkwaterrichtlijn. We introduceren in aanvulling op de Europese normen een Vlaamse streefwaarde van 4 nanogram per liter voor de stoffen uit het EFSA 2020-advies. De waterbedrijven moeten ernaar streven om deze waarde te respecteren en krijgen daarvoor een overgangsperiode van vijf jaar. De bevoegde ministers krijgen de opdracht om jaarlijks dat normenkader te evalueren, verslag uit te brengen aan de Vlaamse Regering en, indien nodig en mogelijk, het initiatief te nemen om de normen aan te passen.
Dan kom ik aan deel twee, dat zijn alle vragen rond de Oosterweelwerf en de lopende onderhandelingen.
Ik wil eerst en vooral meegeven dat het de afgelopen maanden heel slopende vergaderingen waren, maar ik kan wel vaststellen dat iedereen daar constructief en positief aan heeft meegewerkt en dat iedereen wel een oplossing wil. Men wil vooruit, in plaats van de boel daar te laten verrotten. Dat is de ervaring die ik heb uit die gesprekken.
Wie ben ik om een mening te hebben over een wetenschappelijk rapport? Ik kan enkel maar vaststellen dat VITO aangeeft dat de Oosterweelwerken niet bijdragen tot een verslechtering van de PFAS-verontreiniging op de werf, wel integendeel. Ik denk dat dat iets is wat ons allemaal gunstig moet stemmen. Op zich is dat goed nieuws. Dat is gunstig.
Ik heb op de dag dat we de resultaten ontvingen bijkomende detailstudies gevraagd. Het is evident dat de resultaten hiervan na afronding ook openbaar gemaakt zullen worden.
Ik zet mij als minister in voor het samenbrengen van alle betrokkenen om tot een gedragen oplossing te komen. Er zijn heel veel betrokkenen die een oplossing willen om de gezondheid van de omwonenden te verbeteren en tegelijk ook een perspectief te bieden voor de Oosterweelwerken en voor de sanering. Ik blijf dan ook verder inzetten op deze piste omdat hij volgens mij de beste is om tot een geïntegreerde en gedragen oplossing te komen. Voor mij zit hier de sleutel voor een oplossing.
Het VITO-rapport zegt dat Lantis geenszins de PFAS-verspreiding in Zwijndrecht verergert.
Verwijzend naar de onderhandelingen en gesprekken die gevoerd worden wens ik te benadrukken dat ik begrip opbreng voor de reacties die ik heb vernomen van actoren die aan de onderhandelingstafel meewerken aan een oplossing. Ik heb aan al deze actoren ook meegegeven dat ik verder wil meewerken aan oplossingen, en ook aan de bezorgdheden die zij hebben.
Over eventuele uitspraken van Lantis, waarnaar in de vraagstelling wordt verwezen, ga ik mij niet uitspreken. Ik heb dat ook niet gedaan. Er zitten natuurlijk verschillende actoren aan tafel, ieder met hun eisenpakket, en voor mij is het belangrijk dat die gesprekken niet in het gedrang komen, en dat we eruit raken.
Wat betreft de mogelijke juridische obstakels wil ik beklemtonen dat deze een geïntegreerde oplossing niet in de weg staan en we vooral moeten streven naar een oplossing die milieu, economie en gezondheid verzoenen. Ik heb ook het gevoel dat iedereen aan tafel dat wenst. Daarvoor dient een oplossing uitgedacht te worden die op Vlaams niveau toepasbaar is.
Ik vind het belangrijk om te blijven inzetten op de aanpak van historisch verontreinigde gronden. Jaarlijks wordt hiervoor circa 35 miljoen euro ingezet. Daarmee wil ik toekomstige generaties vrijwaren zodat zij niet meer belast worden met de aanpak van historische verontreiniging en niet meer geconfronteerd worden met de risico’s ervan.
Wat de Oosterweelwerf betreft gaat het om infrastructuurwerken waarvoor de grondverzetsregeling van toepassing is. Deze heeft een andere finaliteit dan bodemsanering. Het gaat erom op een veilige manier infrastructuurwerken te kunnen uitvoeren waarbij vermeden wordt dat een verdere verspreiding van eventuele verontreiniging veroorzaakt wordt.
De opmaak van technische verslagen gebeurt door een erkend bodemsaneringsdeskundige in opdracht van een bouwheer. Of, en op welke manier, nieuwe technische verslagen opgemaakt zullen worden voor de werkzaamheden van Oosterweel is een aangelegenheid die is te beantwoorden door de bouwheer, Lantis.
Voor wat de eigenlijke bodemsanering op deze site betreft is er een saneringsplicht gevestigd bij 3M.
Nu kom ik bij de vragen over de sanering zelf.
Over de modaliteiten van de grondverzetswerken en het lot van de zogenaamde veiligheidsberm – waarover we het in deze commissie meermaals hebben gehad – kan ik vandaag nog niet veel zeggen, behalve dat er verschillende scenario’s worden onderzocht in overeenstemming met de stakeholders. Die zullen worden voorgesteld aan de daartoe bestemde instanties. Slechts wanneer er volledige duidelijkheid is over de gekozen oplossing, kan er uitspraak worden gedaan over de kostprijs daarvan. Ik wijs u er ook op dat over de PFAS-verontreiniging op de Oosterweelwerf reeds tweemaal een overeenkomst is gesloten: eenmaal in 2018 en eenmaal op 6 juli 2022. Op 6 juli 2022 is er een pakket ter waarde van 100 miljoen euro van 3M bedongen voor Lantis.
Ten slotte wil ik nog wijzen op de studie van VITO. Daarin heeft men een modelberekening gemaakt, specifiek voor de Oosterweelwerf op Linkeroever en Scheldetunnel, en de impact van grondverzet op de belasting van het grondwater door uitloging van PFAS in de bodem. Daaruit blijkt zoals gezegd dat de Oosterweelwerken op korte termijn ook volgens het originele plan van Lantis een gunstig effect hebben op de PFAS-gehalten in het grondwater van de site. Dat is in tegenstelling tot wat sommige leden van deze vergadering onlangs in Knack hebben gezegd.
Lantis kan uitgravingswerken uitvoeren in het kader van grondverzet met een volume van 250 kubieke meter of meer vooraleer er een beschrijvend bodemonderzoek en/of bodemsanering wordt uitgevoerd, mits Lantis beschikt over een conformiteitsattest van een technisch verslag. Momenteel wordt er op de werf Linkeroever nog altijd gewerkt, evenwel zonder grondverzet in de PFOS-vervuilde gronden.
Bodemsanering volgens de definitie van het Bodemdecreet betekent echter het behandelen van bodemverontreiniging door het opstellen van een bodemsaneringsproject en het uitvoeren van bodemsaneringswerken. Voor de projectzone van Lantis ligt momenteel echter geen beschrijvend bodemonderzoek of bodemsaneringsproject voor. De verplichting tot het uitvoeren van de bodemsanering in de projectzone van Lantis ligt nog steeds bij de saneringsplichtige 3M. In het kader van de opvolging van de saneringsplicht is onder meer volgende timing vooropgesteld voor de Oosterweelzone ten aanzien van 3M Belgium: Het uitvoeren en indienen van gefaseerd beschrijvend bodemonderzoek Blokkersdijk, Sint Annabos en Vredesbos: 1 april 2023. Het opstellen en indienen van een bodemsaneringsproject voor Blokkersdijk, Sint Annabos en Vredesbos: 1 december 2023
Een uitgebreide onderzoeks- en saneringskalender zal later nog bekendgemaakt worden.
Er waren ook vragen rond de financiering en het al dan niet failliet gaan van 3M. Ook daarover hebben we allerlei dingen gelezen, maar we blijven uiteraard doorwerken.
Op 3M Belgium werd reeds een saneringsplicht gevestigd voor de verontreiniging die tot stand gekomen is op hun terrein en die zich heeft verspreid naar de omgeving. Deze saneringsplicht is niet betwist en een uitspraak van de OVAM over hun eerste bodemsaneringsplan volgt deze week. Bovendien heeft 3M op 6 juli 2022 een financiële zekerheid ten bedrage van 250 miljoen euro gegeven voor de uitvoering van zijn saneringsplicht. Doordat die financiële zekerheid er is trekt niemand in twijfel dat 3M zal instaan voor de bodemonderzoeken en de sanering en de hiermee gepaard gaande kosten.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u hebt de verschillende stappen van een bodemsanering opgesomd: een beschrijvend bodemonderzoek, een bodemsaneringsproject. Maar in heel de discussie die op tafel lag op het moment dat minister Peeters aankondigde dat er gegaan zou worden voor een interpretatief decreet, heeft de milieubeweging heel duidelijk de eis gesteld dat er een bodemsanering moest gebeuren of dat er voor 100 procent zekere garanties moesten zijn dat die sanering er was en dat de werken er niet voor mochten zorgen dat er voldongen feiten werden gecreëerd. Dat lijkt mij ook de evidentie zelve, dat als er beslist wordt om verder te gaan met de Oosterweelwerken, er dan wel voor 100 procent zeker de garantie is dat dat ten eerste op een veilige manier is, dat er geen verdere verspreiding is van de vervuiling, en ten tweede dat de sanering die uitgevoerd moet worden, niet gehypothekeerd wordt door deze werken.
In heel uw antwoord heb ik die garantie niet gehoord. Minister, ik heb dan ook heel concreet de vraag: hoe zal dat nu precies in zijn werk gaan? Als er beslist wordt om de werken uiteindelijk verder te zetten, ook in de meest vervuilde zones, hoe zal er dan gegarandeerd worden dat de werken er niet voor zorgen dat de sanering gehypothekeerd wordt? Welke spijkerharde garanties zult u kunnen geven?
Ten tweede beroept u zich uiteraard op het Bodemdecreet om de saneringsplicht bij 3M te leggen. Ik denk dat iedereen hier daar natuurlijk vragende partij voor is. Dat is ook een van de belangrijke conclusies uit de PFOS-commissie. 3M moet hiervoor betalen. Maar het artikel in De Tijd dat maandag verscheen, waaruit bleek dat Lantis een voorstel tot sanering aan het uitwerken was – misschien onder een andere naam, maar zo begreep ik het alvast –, gaf ook aan dat er heel veel kosten gemaakt zullen worden, ook door Lantis, voor de sanering. Hebt u de garantie dat 3M ook die kosten zal betalen? Want in de overeenkomst die u gemaakt hebt met 3M, is er sprake van 50 miljoen euro voor BAM en 50 miljoen euro voor een zuiveringsinstallatie. De kosten die al gemaakt waren, waren hoger. De kosten die nu – zoals we vernemen in de pers – naar aanleiding van die vervuiling op Oosterweel afkomen, zijn ook hoger. Bent u met 3M in gesprek en hebt u daar de garantie dat 3M akkoord zal gaan met de voorstellen die op tafel worden gelegd, zodat 3M achteraf niet begint te procederen tegen een voorstel dat u met alle partners onderhandeld hebt?
De heer Anaf heeft het woord.
In reactie op de antwoorden van de minister – waarvoor dank – lijkt het ons ook een evidentie dat er minstens een garantie moet zijn op geen verdere verspreiding van de vervuiling en dat er sanering van de omliggende gronden gebeurt vooraleer we de zekerheid kunnen hebben of Oosterweel kan voortgaan.
Ik heb toch nog een aantal bijkomende vragen. U geeft aan dat er een voorstel rond een nieuw normenkader aan de Vlaamse Regering voorgelegd zal worden. Ik vraag mij af of u gezegd hebt wat de timing daarvan is. Is dat dan ook gekoppeld aan een eventuele onderhandelde oplossing? Is dat mee een deel van die onderhandelingen of staat dat daar los van?
U geeft terecht aan dat iedereen rond de tafel een oplossing wil. Daar zijn wij ook heel erg vragende partij voor, dat er een onderhandelde oplossing komt. Maar – dat is natuurlijk een beetje de olifant in de kamer – er zijn ook een aantal actoren die mee in juridische procedures betrokken zijn en die niet meer aan de tafel zitten. Als ik dan Lantis hoor zeggen dat ze met hun oplossing juridische zekerheid hebben, dat het geen probleem meer gaat zijn voor de Raad van State, is maar de vraag hoe zeker dat dan is. Want dat een aantal actoren die mee aan tafel zitten en met wie je hopelijk tot een akkoord komt, niet meer verder gaan procederen, daar kun je zekerheid over hebben. Maar degenen die niet aan tafel zitten – Greenpeace, Grondrecht, Thomas Goorden – gaan mogelijk wel verder procederen. Hoe zeker bent u dan, als er een onderhandelde oplossing komt, dat er effectief geen kink meer in de kabel komt? Ik denk in alle eerlijkheid dat het antwoord daarop is dat het uiteindelijk mogelijk toch een rechter zal zijn die over een aantal zaken een uitspraak zal moeten doen.
Tot slot sluit ik aan bij wat collega D’Haese daarstraks ook aangaf in zijn initiële vraag, en ook collega Schauvliege daarnet. Welke garanties hebben we dat alle saneringskosten effectief bij 3M terechtkomen? Ik snap het voluntarisme van Lantis. Ik snap ook dat we snel voort willen met die Oosterweelwerken vanaf het moment dat het weer kan. Ik kan me zelfs voorstellen dat het kostenefficiënter kan zijn om voor een stuk zelf te saneren, omdat je anders met grote kosten zit als er vertragingen komen in heel het bouwproces. Maar dan knaagt dat toch met het rechtvaardigheidsgevoel. Dan denk ik dus dat er ook garanties moeten zijn dat, als bepaalde kosten toch gemaakt worden om het sneller te laten voortgaan, we zeker zijn dat dat uiteindelijk toch nog verhaald kan worden op 3M. Hoe zeker zijn we dus dat al die kosten effectief niet door de belastingbetaler, maar door 3M gedragen worden?
De heer De Roo heeft het woord.
Ik onthoud uit uw antwoord vooral, minister, dat u zich verzet tegen desinformatie en tegen wetenschapspopulisme. Dat is een zeer belangrijk onderdeel van het antwoord op heel wat dossiers die we in deze commissie behandelen. De Oosterweelwerf is een complex dossier, zowel naar uitvoering van maatregelen, maar zeker ook als je gaat kijken wat er in de bodem zit, wat de sanering precies inhoudt, wat we onder het woord ‘sanering’ verstaan. Wie gaat het uitvoeren en wat zal er in de toekomst nog gebeuren? Ik wil oproepen om de communicatie om zo’n complex dossier naar buiten te brengen op een goede manier af te wegen. Ik vermoed dat u wel weet wie achter een eventueel lek van deze nota naar De Tijd zit. Ik hoop dat u de mensen daarop aanspreekt. In deze commissie moeten mensen die het dossier van naaldje tot draadje opvolgen verschillende vragen indienen op een aantal dagen tijd over een ander onderdeel van die complexe problematiek. Dat zorgt ervoor dat mensen door de bomen het bos niet meer zien. Dat speelt niet in het voordeel, maar in het nadeel van de Oosterweelwerf.
Ik heb nog twee bijkomende vragen, minister. Het is voor mij niet duidelijk of u nu ingaat op de suggestie van VITO om een bijkomend onderzoek te laten voeren op basis van het rapport dat zij hebben gepubliceerd. Zij gaven als een van de conclusies aan om de conclusie van Lantis met nog meer gegevens te onderbouwen. Gaat u dat doen of niet?
Ten tweede hebt u verwezen naar de overeenkomst, gesloten op 6 juni 2022, voor 100 miljoen euro die voor Lantis voorzien zou zijn. Dekt dat de kosten en zijn er afspraken gemaakt over wie de kosten draagt wanneer het kostenplaatje verder oploopt? Is dat de belastingbetaler of is dat 3M?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik keek natuurlijk uit naar deel drie ‘sanering Oosterweelwerf’. Dat was de titel van mijn vraag en daar zijn geen antwoorden gekomen. U zegt dat de onderhandelingen lopen en dat u er niet veel kunt over zeggen. Ik moet toch vaststellen, collega’s, dat rapporten wel in de pers kunnen worden gelekt, maar dat we er hier geen parlementair debat kunnen over hebben. Ik vind dat een democratisch probleem. Het gaat over de werf van de eeuw waar wij een onderzoekscommissie over hebben gehad en waar miljarden overheidsgeld ingaan. Dat het achter gesloten deuren gebeurt: tot daar aan toe. Dat men dat in de pers lekt, daar heb ik een groot probleem mee. Maar dat we het in dit parlement niet kunnen bespreken, dat vind ik problematisch. Ik zal dat ook op tafel leggen in de voortgangsrapportage later deze week. Dat kan echt niet. Het is een volstrekt verkeerde manier van werken. Nochtans is het cruciaal, minister, voor de drie vragen die ik daarnet heb gesteld.
Hoe gaat de sanering eruit zien? Wat betekent dat? Verder doen zoals men eigenlijk al bezig was? Alle vervuilde grond tot 3.8 afgraven en ergens stockeren? Gaat Lantis dat uitvoeren of 3M? Wie draait op voor de kosten? Dat zijn vandaag toch cruciale vragen? Dat moeten we toch weten voor het akkoord rond is? Dat kan toch niet allemaal achter gesloten deuren worden beslist?
Het VITO-rapport stelt dat het geen verergering van de vervuiling zal teweegbrengen. Uiteraard niet: de Oosterweelwerf produceert geen PFAS. Uiteraard is er geen verergering van de vervuiling. Dat is evident. Er wordt zelfs een stukje in ‘plastieken saucissen’ ingepakt. Ja, uiteraard dat je dan een zekere verbetering hebt. Dat is allemaal ernstig wetenschappelijk onderzoek maar dat leert ons zeer weinig.
Ik denk dat de ‘plastieken saucissen’ voor enige hilariteit zorgen. Hier is ook al ‘pralines’ en ‘worstenbroodjes’ gezegd. (Opmerkingen van de voorzitter)
Er zijn heel veel rapporten geschreven over welke culinaire termen we daarvoor moeten gebruiken. Maar het is op zich wel ernstig.
De vraag is natuurlijk evident en daar heb ik niet zoveel rapporten voor nodig. Ze luidt: hoe zal die sanering eruitzien? Want dat is nog geen sanering.
De tweede vraag: gaan de kosten naar de vervuiler? U zegt dat de vervuiler saneringsplichtig is. Minister, u hebt een overeenkomst met 3M getekend. Daarin staat: “De Vlaamse overheid doet afstand van vordering ten opzichte van 3M”. Ik lees gewoon voor, letterlijk. “Punt E: alle vroegere, huidige en toekomstige kosten, voorzienbaar of onvoorzienbaar, van de overheid voor de verplaatsing, de verwijdering, de behandeling, de opslag, de verwijdering’ – nog eens – ‘of het beheer van PFAS die op enigerlei wijze kunnen worden toegeschreven aan de vestiging 3M in verband met publieke infrastructuurprojecten met inbegrip van, maar niet beperkt tot, het Oosterweelproject.”
Minister, als ik dat lees – maar ik kan mij vergissen – bent u met handen en voeten gebonden aan uw eigen overeenkomst en zal 3M nooit een cent betalen van de kosten van de sanering van de Oosterweelwerf. Spreek mij tegen, ik zou niet liever hebben. Maar ik zie het hier gebetonneerd, in een akkoord dat u heeft ondertekend: 3M zal er nooit een cent voor betalen. Hoe reageert u daar op?
En dan nog een derde vraag. Wanneer deze oplossing niet goed is, dan riskeren wij een blijvende blokkering, ook van de mobiliteit, in Antwerpen, en dat zal de verantwoordelijkheid zijn van deze regering.
Ten slotte, minister, vind ik dat u erg weinig bent ingegaan op die kwestie van die erg vreemde perscommunicatie van Lantis twee weken geleden. Goed, ik weet dat dit uw bevoegdheid niet is, u was toen ook ziek, als ik me niet vergis. Welke spelletjes zijn daar gespeeld? Ik wil dat wel weten. Eerst wordt fors de gaspedaal ingeduwd met een reparatiedecreet en ‘wij gaan door, het is allemaal in orde’, en dan ‘we gaan toch een akkoordje maken’. Heeft men gewoon druk willen zetten op de burgerbeweging? Het is een redelijk vreemde manier van werken.
Mijn excuses, voorzitter, om de tijd te overschrijden.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, de bezorgdheden worden natuurlijk breed gedeeld en bouwen verder op het rapport van de onderzoekscommissie. Wat betreft het voorstel van een normenkader: een handelingskader dat daarop gebaseerd is, is evident nodig om verder werken te kunnen uitvoeren en te weten wat er moet gebeuren. U hebt aangegeven dat u met een voorstel van normenkader komt. Evident moet zo een kader deze keer wel robuust zijn. We kunnen ons niet permitteren dat het opnieuw zou worden vernietigd. Ik ben zeer blij dat er wetenschappelijk onderzoek aan de grondslag van ligt. Zoals u hebt aangegeven, zijn u noch ikzelf ingenieurs gespecialiseerd in de PFOS-problematiek, of bodemsaneringsdeskundigen. Als we het rapport van VITO lezen, denk ik dat er indicaties zijn dat dit in alle vrijheid en neutraliteit is kunnen worden verricht.
Collega De Roo heeft aangegeven dat er in de toekomst nog bijkomend onderzoek blijvend nodig zal zijn om de volledige impact van PFOS en PFAS te kunnen blijven onderzoeken en dat zeker ook de migratie- en blootstellingsroutes nauw moeten worden opgevolgd.
Minister, mijn vragen zijn puntig: kunt u ons de juridische robuustheid van het normenkader garanderen? Ik neem aan dat u er mee naar de Raad van State zult gaan alvorens het goedgekeurd wordt, verwerkt wordt, een besluit over genomen wordt. Collega's, ik denk dat we bij de persconferentie van Lantis geen spoken moeten zoeken. Ik vond die communicatie van Lantis voortvarend maar ik denk dat het wel evident is dat bij Lantis en bij mezelf de grote wens leeft om te kunnen voortwerken, met respect voor de gezondheid van de omwonenden en de bevolking alsook met de vrijwaring van het milieu.
Minister, wat betreft de sanering van de werken hebt u steeds aangehaald dat de vervuiler betaalt. De vervuiler moet en zal betalen. Dat heeft de onderzoekscommissie ook nogal fors onderschreven. Maar nu is de vraag de volgende. Valt de sanering die Lantis zal uitvoeren, onder de dading die al gesloten is of onder het saneringsproject, nog naast wat 3M al betaald heeft? Is dat apart? Want als het valt onder de dading, dan is het logisch dat daar staat ‘afstand, want we hebben er al voor betaald’, maar is dat dan voldoende? Minister, ik herinner u eraan dat u zich sterk hebt gemaakt dat wat in de dading is afgesproken, voldoende zal zijn, en als dat niet zo zou zijn, er alsnog verhaal mogelijk zou zijn op 3M. Kunt u de commissie inlichten over waar die financiering door Lantis van de saneringswerken betaald zal worden en of die claim nog altijd geldt?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij deze vraagstelling. Ik denk dat de onderdelen die ons bezighouden voor iedereen gelijkaardig zijn in die zin dat het over sanering gaat wat betreft normen, dan de juridische robuustheid en dan de financiering. De vraag naar zekerheid rond de financiering van de Oosterweelwerken, is al duidelijk aan bod gekomen en ik ga daar niet verder op in.
Minister, u hebt aangegeven – althans dat gevoel heb ik – dat er nog wel wat tijd overheen zal gaan vooraleer het normenkader definitief vastligt. Kunt u daar een tijdskader van geven? Waarom stel ik die vraag? Als we horen dat Lantis de sanering van de Oosterweelwerken gaat uitvoeren, aan welk normenkader zullen die saneringswerken zich dan houden? Kunt u er duiding bij geven welke normen vooropgesteld worden? U geeft aan dat u wilt werken aan een degressief kader. Is het dan de bedoeling dat we een eerste stap zetten bij de uitvoering van de Oosterweelwerken maar dat er nog een volgende fase gaat komen? Hoe ziet u dat in uitvoering?
Ik heb een tweede punctuele vraag over de juridische robuustheid en de keuze om verder te gaan in de onderhandelingen. Ik denk dat iedereen interesse heeft in waarover precies wordt onderhandeld. Ik ga ervan uit dat men werkt in de lijn met de aanbevelingen van de onderzoekscommissie, waar is aangegeven dat wanneer er grote dadingen of grote contracten of afspraken worden gemaakt, die transparant worden meegedeeld. Ik ga er ook van uit dat we in dezen daar ook een transparant zicht op zullen krijgen. Kunt u ons meegegeven wanneer of hoe u dat effectief wilt toepassen? Is er vandaag een analyse gemaakt van die juridische obstakels? Met andere woorden, zijn er juridische obstakels? Ik ga ervan uit dat er over juridische obstakels niet onderhandeld kan worden. Of heb ik dat mis? Hoe moeten we daarmee omgaan of moeten er een aantal afspraken worden gemaakt omdat er geen echte juridische obstakels zijn? Hebt u daar een overzicht over?
Minister Demir heeft het woord.
Als ik me niet vergis, heeft De Standaard in verband met het interpretatief decreet achteraf gezegd dat de verslaggeving fout was en dat het interpretatief decreet niet nodig is.
We zetten ons al maanden in voor de sanering van de volledige site en dat 3M daar ook voor betaalt. We hebben daarvoor alles gedaan. Een uiteindelijke oplossing voor het grondverzet zal een sanering niet in de weg staan. Dat zal ook juridisch worden afgedwongen. Over het daarvoor bestemde instrument kan ik nog geen uitspraak doen.
Het algemene normenkader staat ook los van de onderhandelingen, maar het is logisch dat we dat kader met alle partijen besproken hebben en dat het toegelicht is geweest. Het is niet meer dan normaal om dat te doen.
We proberen om maximaal tegemoet te komen aan de bekommernissen van de burgers, van de gemeente Zwijndrecht, van de burgerbewegingen en ook van de Raad van State. Het is ook de bedoeling om over de oplossing te onderhandelen. Ik kan niemand … We leven in een rechtstaat. Stel dat iemand zegt dat hij of zij het er niet mee eens is en toch naar de rechtbank stapt, dan kan ik dat niet verhinderen. Ik probeer wel om met die brede coalitie rond de tafel te zitten om zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de bekommernissen. Dat moeten we absoluut doen. Ik vind ook dat de bekommernissen van de verschillende milieu- en natuurbewegingen en van de gemeente Zwijndrecht heel terecht zijn. Het is logisch dat we proberen om daaraan hard te werken, hoewel er al heel wat inspanningen zijn geleverd. Iedereen wil vooruit in dit dossier. Uiteindelijk hebben de burgers er niets aan om jaren aan een stuk te procederen.
3M heeft uitdrukkelijk erkend dat zijn saneringsplicht niet beperkt is tot het bedrag dat bedongen is in de saneringsovereenkomst. Er zal een geïntegreerde oplossing worden gezocht dat 3M onder andere door voorzorgsmaatregelen de noodzakelijke saneringsmaatregelen ook neemt om de werken op een zo veilig mogelijke manier uit te voeren.
Ik heb ook gelezen over dat lek. Ik heb dat vastgesteld en vooral geprobeerd om iedereen die aan tafel zit, ervan te overtuigen dat dat het geleverde werk niet in het gedrang mag brengen. Ik vind het cruciaal dat we daarin slagen. Iedereen heeft een grote verantwoordelijkheid en iedereen die aan tafel zit, beseft dat ook.
Collega’s De Roo en Schiltz, het bijkomende onderzoek komt er. Dat is gevraagd en dat is goed. Het PFAS-normenkader zal ook worden voorgelegd aan de Raad van State. Het is logisch dat dat juridisch robuust is, collega Schiltz. Er zal ook worden voldaan aan de vereiste van een milieubeoordeling voor het PFAS-normenkader. We blijven ons ook inzetten voor PFAS-onderzoek en zullen dat altijd betalen.
Collega Rombouts, een handelingskader zal altijd worden geëvalueerd en hopelijk met de dalende achtergrondwaarden mee afnemen. Een tijdelijk handelingskader kan geen juridische obstakels in de weg staan. Duidelijkheid over de werf moet ook tegemoetkomen aan de bezorgdheden van de Raad van State.
Collega D’Haese, grondverzet en bodemsanering zijn twee verschillende zaken. Lantis is als opdrachtnemer alleen verantwoordelijk voor de gronden die het uitgraaft. Daar dient die 100 miljoen euro voor. De grond die in de bodem blijft zitten, valt onder de onbeperkte saneringsplicht van 3M.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, we hebben vandaag heel weinig concrete antwoorden gekregen op onze vragen. Er is over het akkoord al heel wat gezegd en geschreven, maar we zullen dat akkoord maar kunnen beoordelen op het ogenblik dat het er is. Het minste dat we mogen verwachten, is dat dit zorgt voor een juridisch robuust kader, dat het de wetgeving respecteert en dat het de aanbevelingen uit de onderzoekscommissie omzet in acties. We verwachten natuurlijk dat in elke keuze die gemaakt wordt, de gezondheid vooropstaat en dat 3M die factuur volledig betaalt: van de sanering, van de schade en van het herstel.
Als dat akkoord daarop uitkomt, zullen wij de eersten zijn om u te feliciteren. Maar een akkoord dat die garanties niet biedt, zullen wij zeker aanklagen. Hoe dan ook, zelfs met het akkoord zullen wij het dossier verder heel grondig en kritisch opvolgen en mee bewaken. Het is dankzij de inspanning van velen dat dit dossier naar boven is gekomen, dat er verdere stappen zijn gezet en dat we heel wat meer werk en heel wat meer garanties proberen uit de brand te slepen voor de gezondheid van de Vlaming, want de Vlaming heeft recht op een gezonde samenleving en op een gezonde omgeving. Wij zullen hier zeker verder op doorgaan en grondig en kritisch uw akkoord, dat er hopelijk heel binnenkort aankomt, beoordelen.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, ik vind het normaal dat u hier geen uitgebreid verslag doet over de lopende onderhandelingen. Dat is ergens logisch. Ik denk wel dat de richting vanuit dit parlement opnieuw heel duidelijk is, trouwens ook in lijn met wat we in de aanbevelingen van de onderzoekscommissie hebben meegegeven. Ik heb altijd gezegd dat wij voorstander zijn van een onderhandelde oplossing die er effectief voor zorgt dat er wordt gesaneerd, dat de vervuiling verminderd wordt en dat ook voor de omgeving en de mensen die er wonen de toestand verbetert. Op die criteria gaan wij een eventueel akkoord aftoetsen.
Minister, ik snap dat u dat vandaag niet kunt doen in deze commissie, maar ik wil u wel vragen om zo eerlijk te zijn om het akkoord met deze commissie en met de leden van de onderzoekscommissie te delen zodat we het niet in de pers moeten vernemen. Dat kan desnoods tegelijkertijd, maar ik denk dat het belangrijk is dat iedereen die daarbij betrokken is, veel mensen en veel parlementsleden, dat hier heel transparant te horen krijgt.
Daarnaast blijf ik mij zorgen maken over de saneringsovereenkomst die indertijd met 3M gesloten is. Ik denk nog altijd dat daar een aantal formuleringen in staan die voor mij problematisch zijn. Ik hoop dat we in de toekomst niet moeten terugkijken naar dit dossier en moeten vaststellen dat er een groot deel door de belastingbetaler moet worden opgehoest.
Ik heb de minister alvast enthousiast zien knikken en bevestigen dat er openbaarheid zal zijn over dat akkoord.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, dank u voor de bijkomende antwoorden. Ik denk dat het duidelijk is dat in het kader van de Oosterweelwerf iedereen op zoek is naar oplossingen maar ook naar garanties, oplossingen voor de gezondheid van de mensen maar ook garanties voor de sanering van de werf en garanties over wie die factuur zal betalen, namelijk de garantie dat de vervuiler dat betaalt. We zijn met de onderzoekscommissie en ook met deze commissie altijd zeer betrokken geweest bij deze problematiek. Ik hoop dan ook dat het parlement snel wordt betrokken bij de voorstellen die komen en bij het akkoord dat moet worden gevonden zodat we daar het nodige parlementaire werk rond kunnen verrichten. Ik reken erop, minister.
De heer D'Haese heeft het woord.
Minister, ik hoop echt dat er een goede onderhandelde oplossing uit de bus komt die zorgt voor een sanering, nu en niet in de toekomst, die zorgt dat 3M de kosten betaalt en die zorgt voor een oplossing van de mobiliteit zodat we niet helemaal tot stilstand komen in Antwerpen.
Ik wil nog twee zaken aanhalen bij uw antwoord. Ten eerste hebt u gezegd dat de oplossing voor het grondverzet de sanering niet in de weg zal staan. U scheidt effectief die twee: grondverzet en sanering. Maar hoe ziet u dat dan? Gaan we eerst bouwwerken aanleggen met vervuilde grond, grondverzet, en die daarna opnieuw afschrapen, sanering? Dat is gewoon de stilstand voor de komende decennia organiseren. Ik vraag me af hoe men die twee kan scheiden want het gaat over dezelfde grond.
Ten tweede zegt u dat grondverzet en sanering twee verschillende zaken zijn. Wat betreft grondverzet is Lantis alleen verantwoordelijk voor de grond die het verzet. Dat is wel geen klein beetje. Ik ben de exacte aantallen vergeten. De collega's weten het misschien nog, maar ik denk dat het over 1 miljoen ton ging of iets dergelijks. Dat is dus allemaal voor rekening van Lantis. Dat valt rechtstreeks onder die overeenkomst. Ik zie uw kabinetsmedewerker neen schudden, maar het gaat over alle vroegere, huidige en toekomstige kosten voor de verplaatsing, verwijdering, behandeling en opslag die op enigerlei wijze kunnen worden toegeschreven aan Oosterweel. U hebt daarnet zelf gezegd dat Lantis zelf verantwoordelijk is voor wat het verzet. 3M gaat daar geen euro voor betalen boven op die 100 miljoen euro, terwijl de laatste kostenraming die ik heb gelezen – ik denk dat we er donderdag een nieuwe zullen krijgen – was dat men al aan 290 miljoen euro meerkosten zat nog voor men hieraan begon. 3M gaat daar geen euro meer voor betalen. Ik vind dat een enorm probleem. Dan zegt u dat alles wat daaronder ligt, voor 3M is. Maar dan zitten we opnieuw bij het probleem van de loskoppeling: gaan we eerst Oosterweel bouwen en dan daaronder alles saneren? Ik ben trouwens heel benieuwd naar de juridische spitstechnologie om aan te geven op welke diepte de Oosterweelwerken juist stoppen. Ik heb daar zeer grote vragen bij.
Minister, wat mij betreft is er heel wat werk aan de winkel om te zorgen dat die sanering effectief gebeurt, dat die niet wordt doorgeschoven naar de toekomst en dat 3M ervoor zal opdraaien want anders gaan we in Antwerpen stilstaan. Dat kan iedereen in deze commissie voorspellen.
Ik heb begrepen dat er ongetwijfeld nog bijkomend zal worden ingegaan op deze discussie en dat de commissie nog verdere informatie zal krijgen. Dat is een goede zaak.
De interpellatie en de vragen om uitleg zijn afgehandeld.