Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, deze vraag dateert uit de zomerperiode en werd door een paar omstandigheden ook nog eens uitgesteld. In de zomervakantie kwam een aantal keer in de media dat er opnieuw een zeer groot aantal zwerfkatten was. Een van de redenen tijdens corona zou zijn geweest dat mensen katten in huis hebben gehaald, om ze daarna gewoon te dumpen. Maar nu zijn de oorzaken minder duidelijk. Er wordt onder andere – en dat is de draagwijdte van mijn vraag – met de vinger gewezen naar de gemeentebesturen die hun verantwoordelijkheid niet opnemen. Ook worden heel wat kittens niet gesteriliseerd, hoewel dat decretaal verplicht is.
Ik heb de volgende vragen daarover, minister. Wat zijn volgens u de redenen voor deze situatie? Hoe denkt u dit probleem aan te pakken? Voorziet u specifieke en/of bijkomende maatregelen en/of ingrepen? Is er al een evaluatie gebeurd of de gemeenten al dan niet hun verantwoordelijkheid opnemen op dit vlak? Indien ja, wat zijn de resultaten? Indien neen, plant u op korte termijn zulke evaluatie? Ik heb begrepen dat u enkele weken terug de schepenen van Dierenwelzijn heeft samengebracht. Kwam dat ter sprake? Moet er niet opgetreden worden tegen die gemeenten die niets, of te weinig, ondernemen? Of moeten de gemeenten die wel goed hun best doen, beloond worden?
De klemtoon van mijn vraag ligt vooral op wat ermee gaat gebeuren, hoe er naar de gemeenten zal worden gecommuniceerd en of er zal worden ingegrepen.
Minister Weyts heeft het woord.
Wel, het is inderdaad zo dat volgens de Dierenwelzijnswet steden en gemeenten verantwoordelijk zijn voor de opvang van de zwervende, verloren of achtergelaten dieren op hun grondgebied. Ik heb de steden en gemeenten in 2018 op dat vlak verplicht om een diervriendelijk zwerfkattenbeleid te voeren waarbij een efficiënt ‘vangen, steriliseren en terugplaatsen’-beleid het zwerfkattenbestand moet doen dalen. Meer concreet wil dit zeggen dat ieder lokaal bestuur verplicht is een adequaat plan op te stellen en uit te voeren voor de aanpak van overlast door zwerfkatten, een centraal meldpunt op te richten en vrijgelaten zwerfkatten gecontroleerd te voederen en van beschutting te voorzien.
Ik hou de vinger aan de pols, in die zin dat ik de lokale besturen jaarlijks bevraag. Op basis van de cijfers van 2021 blijkt dat er in 2020 een recordaantal zwerfkatten werd gevangen in Vlaanderen en dat het totaal aantal gevangen zwerfkatten is gestegen met 5 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Vervolgens is de vraag: is dat een succes, of net het tegenovergestelde? Hier zijn twee mogelijke verklaringen. Het kan zijn dat de zwerfkattenpopulatie is gestegen door het meer dumpen van katten, of is het zo dat steden en gemeenten wel degelijk, in het kader van de verplichtingen van de Dierenwelzijnswetgeving, aan hun verplichting voldoen en steeds meer zwerfkatten vangen?
Ik zou niet durven te beweren dat gemeentebesturen hun verantwoordelijkheid inzake zwerfkatten niet zouden opnemen. Ik zorg voor een permanente aandacht daaromtrent en ik zie toch aan de meldingen van burgers dat dit absoluut leeft. De overgrote meerderheid van de gemeenten levert effectief grote inspanningen.
Uit de bevraging blijkt trouwens dat van de 252 gemeenten die de enquête invulden, 114 gemeenten de indruk hebben dat het aantal zwerfkatten stagneert en 57 gemeenten menen dat hun aantal afneemt. Aan deze bevraging werd door 252 van de 300 gemeenten deelgenomen. Dat wil toch zeggen dat er enige bereidheid en respons is.
Lokale besturen kunnen sinds de start van de regelgeving overigens rekenen op ondersteuning in verschillende vormen en hoedanigheden. We hebben gratis chiplezers aangeboden, schuilhokken, campagnemateriaal. Er is ook een interactieve mobiele tentoonstelling, De Geknipte Kat, die gratis ter beschikking wordt gesteld aan de lokale besturen. We hebben een opleiding georganiseerd door de afdeling Dierenwelzijn in samenwerking met de UGent en de Odisee Hogeschool in iedere provincie over het wat en hoe van een gemeentelijk zwerfkattenbeleid.
En recent nog hebben we op de jaarlijkse Dag van de Schepenen de problematiek opnieuw aan bod gebracht.
Ten slotte wordt er ook een praktische handleiding aan de gemeenten ter beschikking gesteld. De handleiding heet ‘Een diervriendelijk gemeentelijk zwerfkattenbeleid’. Ze werd opgemaakt door de afdeling Dierenwelzijn en ze staat ook online. Het is eigenlijk een heel praktische leidraad voor lokale besturen. Het zijn namelijk tips om een actieplan op te stellen of uit te breiden, en de praktische uitvoering ervan, voorbeelden van initiatieven die lokale besturen extra kunnen nemen en een antwoord op de meest voorkomende problemen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, het valt niet te ontkennen dat er heel wat gebeurt vanuit Vlaanderen, maar ook in de meeste gemeenten. Mijn conclusie is dat het een kwestie is van vooral te monitoren en te handhaven. We zouden cijfers moeten hebben per gemeente zodat we kunnen zien of er een correlatie is tussen de inspanningen van een gemeente en het aantal zwerfkatten. Er zijn twee woorden voor mij, en dat zijn: monitoren en handhaven.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Ik zit met een vraag over monitoring. We moeten allemaal erkennen dat er stevige inspanningen zijn gebeurd. De gemeenten en de bevoegde schepenen zetten zich daar met hun plannen heel hard voor in. Er is een bewustwording, er zijn de chips, er is de sterilisatiecampagne. We gaan daar misschien een uitgesteld effect van zien, maar ik zit wel met de vraag – zeker in combinatie met de berichten over de overvolle asielen en de problematieken van de gezelschapsdieren tijdens corona – of je niet aan het werken bent om je achterdeur toe te houden, terwijl de voordeur wijd open staat. Minister, ik vroeg me af of u een zicht hebt op die stromen. Worden zij op een of andere manier gemonitord? Want natuurlijk, als het aantal katten gewoon stijgt, kun je heel veel werk maken van sterilisatie en van chips en zal je op termijn hopelijk wel weten waar dat dier ooit vandaan is gekomen, maar je blijft toch wel met een probleem van verdere sensibilisering zitten. Is het wel zinvol om een kat in huis te nemen als men die achteraf gaat vrijlaten?
Ik heb hierover een open vraag. Het is geen oordeel, het houdt niets in. Ik vraag me af of de problematiek die we nu zien, niet meer te maken kan hebben met die problematiek die we tijdens corona hebben gezien, en dat je als gevolg daarvan, bij wijze van spreken, blijft dweilen met de kraan open. Hebben we zicht op cijfers in hoeverre de voordeur openstaat, terwijl we heel hard aan het werken zijn om de achterdeur dicht te doen? Komen de cijfers niet daardoor tot de recordaantallen die we nu zien?
De heer Dochy heeft het woord.
De opmerking van mevrouw Almaci is terecht. Sinds de reglementering met betrekking tot de kweek, sterilisatie en castratie van katten van toepassing is, zou die voordeur dicht moeten zijn. Het zwerfkattenbeleid is positief. Het zal op termijn zijn vruchten afwerpen en leiden tot een evenwicht en een minder urgente nood voor het vangen en dergelijke van zwerfkatten op bepaalde plaatsen. Het evenwicht zal hersteld worden, vooral in stedelijke gebieden, waar katten op een bepaald moment in onevenwicht met de omgeving komen.
Minister, het is inderdaad andermaal een bijkomende vraag en verplichting die aan de gemeenten is opgelegd. Er is ook heel wat werk rond asielwerking, maar dat staat los van de zwerfkattenproblematiek. Er is vandaag in Vlaanderen heel veel vrijwillig engagement aanwezig, her en der, van mensen die bekommerd zijn om katten en die ook katten vangen. Dat is structureel, maar soms niet zo professioneel – zonder de waarde van de inspanning van de mensen die zich daarvoor engageren te minimaliseren. We zien in bepaalde regio’s en gebieden dat men naar een zekere professionalisering streeft, om de mensen die een vrijwillig engagement opnemen background te geven. Er wordt dus vanuit lokale besturen ondersteuning voorzien.
Ik herhaal mijn vraag uit het verleden: zou het niet zinvol zijn, minister, om in het kader van samenwerking tussen gemeenten de asielwerking en de zwerfkattenproblematiek samen aan te pakken? Kan daarvoor ondersteuning van de Vlaamse overheid komen? Ik begrijp dat een meter om te zien of een kat gechipt is – en om dat ook voor de hond te voorzien – belangrijk is. Maar het moet meer zijn. Want de kosten lopen heel hoog op. De vraag is of er eventueel vanuit de Vlaamse overheid financiële ondersteuning kan gaan naar de samenwerking tussen de gemeenten.
Minister Weyts heeft het woord.
Wel, we houden op verschillende wijzen de vinger aan de pols. Enerzijds hebben we ervoor gezorgd dat de asielen steeds meer intekenen op het beheersysteem dat we aanbieden. Ze kunnen enkel financiële ondersteuning genieten wanneer ze gebruikmaken van het beheersysteem Animal Shelter. Daardoor zijn er steeds meer data die steeds correcter zijn. De recentste cijfers van vorig jaar wezen op een recordhoogte van opvang van het aantal dieren. Ik zeg het even uit het hoofd: het opvangcijfer was 48.000, waarvan iets meer dan de helft, 26.000, katten. Je ziet een toename. Dat heeft natuurlijk ook te maken met een toename van het aantal asielen, sowieso. We hebben ondertussen 185 erkende asielen in Vlaanderen. Anderzijds zal corona ook wel enig effect hebben gehad.
Wat betreft het zwerfkattenbeleid: dat is net op de instroom gefocust. We proberen om het kraantje dichter te draaien. We werken op twee fronten. Enerzijds is er de sterilisatieplicht, die deel uitmaakt van een cultuurshift. Er moet een automatisme komen bij eigenaars om kittens te steriliseren op een specifieke leeftijd. We moeten daar ook niet flauw over doen: ik kan niet op elke deur gaan kloppen of politioneel achter elke gevel gaan checken of de katten die er leven, effectief zijn gesteriliseerd. Maar we proberen te sensibiliseren en, als het nodig is, ook te sanctioneren. De vruchten van dit beleid plukken zal ongetwijfeld iets langer duren.
Het tweede front is daaraan gekoppeld, dat is het zwerfkattenbeleid op het niveau van lokale besturen. Subsidies geven aan lokale besturen om de regelgeving na te leven is niet het beste signaal dat we kunnen geven. We moeten ervan uitgaan dat lokale besturen, net zoals burgers, wat door dit parlement wordt beslist, toepassen, naleven en handhaven. We voorzien wel in de professionalisering van de asielen. Met toenemend succes laten we een honderdtal asielmedewerkers per jaar afstuderen. Ze kunnen een kosteloze cursus volgen. Als je weet dat er 185 asielen zijn, en we hebben intussen die cursus al 5 jaar ingericht met ongeveer 100 afgestudeerden per jaar, dan zit dat in de goede richting. De asielen maken werk van hun professionalisering. We dringen ook aan op een samenwerking met lokale besturen. Dat loopt steeds beter, maar dat hangt ook af van persoonlijkheden en contacten, zowel op het niveau van de lokale besturen zelf als van de asielen in kwestie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Er gebeurt al veel, maar we moeten het goed opvolgen. We moeten vooral, zoals de minister zegt, blijven hameren op een goede samenwerking tussen de gemeentebesturen en de dierenasielen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.