Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, dank om mijn vraag op te schuiven op de agenda van de commissie want ik had nog een vraag daarnet in de commissie Justitie.
Minister, ik heb een vrij korte vraag ingediend – maar ze is ook wel heel concreet –, over de toekenning van het groeipakket aan pleegouders. Het groeipakket is er immers voor elk kind en geeft extra ondersteuning om een zo goed mogelijke start te kunnen maken in het leven. Het is daarbij natuurlijk een ondersteuning van ouders in de kosten die opvoeding en het grootbrengen van kinderen met zich mee brengen.
Bij de geboorte van het kind wordt in het kader van het groeipakket bovendien een startbedrag, de vroegere geboortepremie, toegekend. Dat startbedrag kan al vóór de geboorte worden aangevraagd en ook voor de geboorte worden uitgekeerd. Wanneer het kind echter kort na de geboorte wordt opgevangen in een pleeggezin, in het kader van perspectiefbiedende pleegzorg, zijn het de pleegouders die het meest gebaat zijn bij die ondersteuning. Terwijl pleegouders van een pasgeboren baby dezelfde startkosten maken als andere ouders die een kindje in hun gezin verwelkomen, en ook hetzelfde nodige materiaal moeten aanschaffen, kunnen zij dus niet rekenen op een startbedrag en zijn het de natuurlijke ouders die het startbedrag hebben ontvangen.
Vanuit het beleid wordt nochtans heel sterk ingezet op pleegzorg. Voor de meeste kinderen en jongeren en zeker ook voor de allerkleinsten, is de opvang binnen een gezinsomgeving het meest aangewezen wanneer ze niet thuis kunnen blijven. In het kader van het decreet Pleegzorg werden daarom een aantal maatregelen voorzien, specifiek om pleegouders te ondersteunen. Zeker ook bijvoorbeeld voor de allerkleinsten hebben we zo het laagste tarief kinderopvang voor pleegouders voorzien, wanneer er sprake is van perspectiefbiedende pleegzorg. Er is ook bijvoorbeeld voor de al iets groteren automatische toekenning van een schooltoelage.
Minister, mijn vraag gaat over dat startbedrag en de manier waarop pleegouders van de hele kleine baby’s kunnen worden ondersteund. Ten eerste, zijn er bij u of bij de diensten voor pleegzorg vragen bekend van pleegouders of van kandidaat-pleegouders met betrekking tot de uitrusting die nodig is voor de opvang van een baby?
Ten tweede, hoe gaan de diensten voor pleegzorg hiermee om?
Ten derde, is het aangewezen om pleegouders van pasgeboren baby’s nog bijkomende ondersteuning te geven voor de specifieke kosten die verbonden zijn aan en de aanschaf van materiaal dat noodzakelijk is voor het verzorgen van een baby? We weten toch allemaal dat dat heel wat meer met zich meebrengt dan een kind dat al wat groter is.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, en collega Schryvers, voor de vraag. Pleegzorg is inderdaad een van de prioriteiten van ons beleid. Dat weet u en u dringt daar terecht regelmatig op aan om dat extra te ondersteunen. Er is effectief een bevraging geweest eind 2021 van een groep van pleegouders over de overwegingen die zij maken bij de opvang van baby’s en peuters. De meest in het oog springende drempels die pleegouders benoemen, zijn de uitdagende werk-opvangcombinatie, onvoldoende zicht op het ontwikkelingsperspectief van het jonge kind en ook onzekerheid omtrent de uiteindelijke uitkomst van het traject.
Uit die bevraging blijkt dat de pleegouders ook soms intensieve bezoekregelingen of contacten met ouders als zwaar ervaren. De bijkomende uitrusting die nodig is voor de opvang van een baby wordt wel eens aangehaald, maar is, in de meeste gevallen, niet doorslaggevend bij het al dan niet kiezen voor pleegzorg voor een baby.
Wat eventuele extra maatregelen betreft, beschikken een aantal diensten zelf over spullen voor de verzorging van jonge kinderen, die worden uitgeleend volgens de noden van het individuele geval. Sommige diensten werken samen met pleegzorggemeenten waar babyspullen uitgeleend kunnen worden. Ik stel ook vast dat er ook een aantal kleinere organisaties of vzw’s bij betrokken zijn, zeker in de stedelijke context.
In heel precaire situaties kan ook de zorgzwaartesubsidie van een dienst voor pleegzorg aangesproken worden. Zorgzwaarte vertrekt hier van de nood van het kind en kan in die gevallen ook ruim worden geïnterpreteerd. Zo kan ook de aankoop van babyspullen voor gezinnen die het financieel niet breed hebben, hieronder vallen.
Samengevat, het aankopen van babyspullen is vandaag niet het belangrijkste element voor pleegouders om niet voor de opvang van een baby te kiezen, en, als er een probleem zou zijn, dan vinden de diensten voor pleegzorg daar oplossingen voor.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Voor mij is het belangrijk dat we alle drempels weg proberen te werken en dat zijn er inderdaad nog wel een aantal, bijvoorbeeld, zoals u inderdaad zegt, de combinatie tussen pleegzorg en werk. U weet dat we daar, net zoals de federale collega’s, ook wel initiatieven voor nemen om dat gemakkelijker te maken. We hebben ook een oplossing gezocht voor de kosten van kinderopvang. Dat werd vroeger ook wel eens aangekaart. Als de tarifering voor de kinderopvang in IKG-opvang (inkomstengerelateerde opvang) wordt berekend op het inkomen van de pleegouders, en niet op dat van de natuurlijke ouders, dan weet je dat er vaak toch heel wat moet worden betaald aan kinderopvang. Ook daar hebben we voor een oplossing gezorgd.
Ik kreeg toch wat signalen van sommige pleegouders, minister, dat materiaal toch heel wat kost en dan kaarten ze natuurlijk aan dat het biologische gezin dat startbedrag heeft gekregen. Dat is na een aantal maanden zwangerschap uitbetaald en dat kan natuurlijk moeilijk worden teruggevorderd. Bovendien kunnen we er natuurlijk ook van uitgaan dat er mogelijk ook wel een bezoekregeling is, en dat er mogelijk contacten worden onderhouden en er daar ook materialen voor nodig zijn. Als u zegt dat de diensten voor pleegzorg daar een oplossing voor zoeken, denk ik dat het belangrijk is dat zij dat op een goede manier bekendmaken want anders zouden de vragen niet tot hier komen. Dus mijn vraag aan u is of dat op de goede manier gebeurt.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, we hebben met onze fractie ook de vraag gezien en gekregen. Ik begrijp dat de mensen die vraag stellen. Als de biologische ouders het bedrag aanvragen en dat kan vanaf 4 maanden voor de geboortedatum, en krijgen, en vervolgens gaat het kindje in pleegzorg, dan zouden de pleegzorgouders weliswaar ook van dat startbedrag toch wel handig gebruik kunnen maken. Ik begrijp dus dat de vraag wordt gesteld.
Maar ik heb ook even opgelijst wat er voor de pleegouders financieel tegenover staat. We zien daar toch ook wel dat de ondersteuning – het gaat het wel over het basispakket – bestaat uit de pleegzorgtoeslag, de pleegzorgvergoeding en bepaalde kosten die ze terugbetaald krijgen. Ik hoor nu van de minister dat ook de diensten daarmee bezig zijn. Dan denk ik, collega, dat we het op dat vlak ook wel afgedekt hebben. Ik denk dat dat niet onbelangrijk is dat we dat stuk meenemen.
Ten tweede, de gezinnen die aan pleegzorg willen doen, worden ook gescreend en er wordt ook gekeken – ik mag het geen middelentoets noemen – naar in welke mate de omgeving geschikt is om het kind te ontvangen, of dat er voldoende, middelen, materiaal, ruimte en dergelijke, voorhanden is. Dat wordt daar ook in meegenomen en ik hoor van mensen in de pleegzorg dat ze het heel graag willen doen. Ik denk dat er in dat kader ondersteuning is en ik onderschrijf wel de vraag van de collega om dat aanbod vanuit de diensten voldoende bekend te maken als er toch nog pleegzorgouders problemen zouden ervaren om daarin te voldoen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Vanuit onze fractie onderkennen we ook wel echt dit probleem maar ik wou toch wel even erbij aansluiten om te zeggen dat er nog in heel wat landelijke gebieden de organisaties van Ferm de mamadepots aan het opzetten zijn, waar je eigenlijk op een heel laagdrempelige manier babyspullen kan kopen. Misschien is het wel aangewezen om Pleegzorg te vragen om een structurele samenwerking op te zetten met dergelijke mamadepots of om dat ook in hun communicatie te vermelden. Dat zou toch misschien een oplossing zijn.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, dank u wel, collega’s, voor de bijkomende opmerkingen. Ik deel absoluut de zorg dat alle drempels voor pleegzorg moeten worden weggenomen. De gezinnen moeten daarin voldoende worden ondersteund. Het aanbod van de diensten voor pleegzorg kan inderdaad nog extra in de verf worden gezet zodat het goed bekend is. Collega De Martelaer, er zijn lokaal effectief heel wat initiatieven. Naast Ferm heb je bijvoorbeeld bij ons in Brussel een babytheek, waar je zeer goedkoop ook benodigdheden kan krijgen voor baby’tjes; via bepaalde vzw’s kan dat zelfs gratis voor bepaalde doelgroepen. Ik denk dat dat ook meegenomen kan worden in het netwerk dat we hebben met Kind en Gezin en de diensten voor pleegzorg om dat beter bekend te maken en dat aanbod versterkt ook beschikbaar te maken voor pleegouders die dat wensen op te nemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.