Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Tiebout heeft het woord.
Minister, dankzij het criminaliteitsplatform, dat u ons sinds kort ter beschikking stelt – met ‘ons’ heb ik het in dezen specifiek over de Vlaamse Rand –, kunnen wij in één muisklik de verschillende problematieken die zich in de Vlaamse Rand voordoen, waarnemen. Meer specifiek gaat het dan over een samenwerking tussen socialezekerheidsdiensten, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), de politie en noem maar op. Wat we allemaal vermoedden, wordt in dezen wel bevestigd, namelijk dat de Vlaamse Rand de prijs betaalt voor de uitval van Brussel. Met ‘de uitval van Brussel’ bedoel ik dan dat, wanneer de georganiseerde misdaad zich verplaatst van de ene locatie naar de andere, dat zich bij ons vooral situeert in de Vlaamse Rand.
Ook vorig weekend was er een actie op basis van het criminaliteitsplatform, waarbij verschillende horecazaken gesloten werden of een waarschuwing kregen. En ook de vorige maanden zijn er tal van acties ondernomen tegen horecazaken en de autohandel. Ook de komende maanden is men lokaal nog van plan om dat voort te zetten. Het criminaliteitsplatform is dan ook een zeer welkome tool in de bestrijding van de illegale economieën.
Daarom heb ik voor u de volgende vragen, minister. Hoe verloopt het proefproject in de tien steden en gemeenten? Wanneer is de evaluatie gepland? Is er een informatie-uitwisseling voorzien tussen de tien testgebieden? Bent u van plan om die uit te breiden naar andere actoren? Bent u van plan om die uit te breiden naar alle Vlaamse steden en gemeenten en zo ja, wanneer?
Minister Demir heeft het woord.
Het proefproject loopt in tien testgebieden, en dit over een periode van veertien maanden. De eerste twee maanden dienden om in de verschillende testgebieden het platform te installeren en de gebruikers – heel belangrijk, het gemeentepersoneel – goed op te leiden en vertrouwd te maken met het instrument. De operationele testfase vatte aan op 1 juli.
In het project zijn vier evaluatiemomenten voorzien. De eerste had plaats op 26 september. De volgende evaluatiemomenten zijn gepland in januari, vervolgens april en een eindevaluatie in de zomer van 2023.
Tijdens de eerste evaluatie werd duidelijk dat ondertussen alle proefgemeenten het criminaliteitsplatform gebruiken. Sommige gemeenten en politiezones schakelen het platform in ter voorbereiding van bepaalde flexacties in bepaalde sectoren of bepaalde gebieden, andere gemeenten en politiezones gebruiken het platform als aanvulling op andere gegevens die men ter beschikking heeft om zo een duidelijker beeld te krijgen.
Per testgebied zijn er twee gebruikers aangeduid als contactpersoon voor de stuurgroep. Deze personen worden ook uitgenodigd op de evaluatiemomenten. Op deze evaluatiemomenten wordt de werking van het platform besproken en worden ervaringen uitgewisseld. Vanuit Sint-Pieters-Leeuw waren op de afgelopen vergadering van 26 september ook twee personen aanwezig. Zo werd er dus een netwerk gecreëerd waarbij alle gebruikers van het platform rechtstreeks in gesprek konden gaan om ervaringen en best practices te delen.
De vraag werd gesteld om de twee Arrondissementele Informatie- en Expertisecentra (ARIEC’s) van Antwerpen en Limburg, die inzake bestuurlijke aanpak vanuit het provinciaal niveau ondersteuning geven aan lokale besturen, de mogelijkheid te bieden het criminaliteitsplatform ook te laten gebruiken. Dit zou voor hen een grote efficiëntiewinst zijn. Wij werken er dus aan om een uitbreiding te doen aan de testgebieden zodat de twee ARIEC’s ook kunnen deelnemen.
Bovendien zien we de mogelijkheid om ook de Vlaamse inspectiediensten te betrekken in een gelijkaardig project, te beginnen met de milieu-inspectie. De aanpak verschilt weliswaar wat aangezien deze diensten eerder een reactieve handhavingsmethode voorstaan. Het geeft ook een extra uitdaging om de indicatoren aan te passen en te verscherpen op basis van de informatie binnen deze diensten.
Wat ten slotte de vraag naar uitbreiding van het platform betreft naar alle Vlaamse steden en gemeenten, zijn we inderdaad van plan om dat te doen, gezien de eerste positieve resultaten en de vraag van zowel de ARIEC's, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) als vele andere steden en gemeenten. Ik heb daar ook middelen voor voorzien in 2023. De manier waarop hangt wel af van de tussentijdse en eindevaluatie door alle gebruikers van het platform. Op basis daarvan wil ik eerst grondig bekijken in welke mate het platform nog aanpassingen en verfijningen nodig heeft. De bedoeling is dus om na de eindevaluatie in de zomer 2023 aan de slag te gaan met andere lokale besturen.
In het kader van de uitbreiding is het wel van belang dat de lokale besturen een beleid uitwerken met betrekking tot handhaving; binnen dit beleid kan het platform dan gebruikt worden. We zijn ook in overleg met de VVSG, die ook als partner wordt meegenomen in dit project.
De heer Tiebout heeft het woord.
Alvast dank voor de ter beschikking gestelde tool. Ik ben zeker dat men daar in de Vlaamse Rand zeer snel mee aan de slag zal gaan, zoals ik al gezegd had.
Ik heb tijdens die acties ook mijn oor te luisteren gelegd over mogelijke zaken die nu al aangepakt kunnen worden. Ik vermoed dat mijn collega De Vreese de vragen zal stellen aan uw collega Brouns. Uit die evaluatie kwam immers de vraag om een koppeling te kunnen maken tussen het rijksregisternummer en het bedrijfsleiderschap, alsook een bewijs van een bank om een rekening effectief te kunnen koppelen aan een bedrijf, om op die manier het aantal officiële instanties te kunnen uitbreiden om zo meteen de vinger op de wonde te kunnen leggen bij die bedrijven die het niet zo nauw nemen met onze regelgeving.
Ik ga ervan uit dat uit deze evaluatie nog wel wat zaken naar boven zullen komen. Maar ik vermoed ook dat u wel wat voelt voor de uitbreiding van de inspectiediensten om de illegale economie tegen te gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.