Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, een onroerenderfgoedrichtplan is een participatief instrument om onroerend erfgoed te behouden en te ontwikkelen voor de toekomst. In 2016 werden de eerste twee onroerenderfgoedrichtplannen als pilootprojecten opgestart. Dat waren de Hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren en de mergelgroeven in Riemst. Beide plannen zijn nu omgezet in actieplannen.
Vorig jaar, in 2021, werd het actieprogramma bij de mergelgroeven goedgekeurd. Op 30 september van dit jaar keurde de Vlaamse Regering het actieprogramma goed bij het onroerenderfgoedrichtplan ‘Hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren’. Binnenkort kunnen we dus uitkijken naar concrete resultaten.
Over die onroerenderfgoedrichtplannen heb ik voor u de volgende vragen :
Kunt u de lange tijd tussen het opstarten van het plan en het opstellen van het actieplan ‘Haspengouwse hoogstamboomgaarden’ toelichten? Het actieprogramma bij het onroerenderfgoedrichtplan ‘Mergelgroeven te Riemst’ werd op 16 juli 2021 goedgekeurd. In uw laatste beleids- en begrotingstoelichting (BBT) lezen we dat de komende twee jaren werk wordt gemaakt van de 23 acties die hierin staan opgenomen, waaronder de bescherming van de mergelgroeve Grote Berg in Zussen. Hoe verloopt het uitvoeren van de acties? Hoe zal men verder gaan met het richtplan en de acties na 2023?
In februari van dit jaar ondertekende u de intentieverklaring voor de opmaak van een onroerenderfgoedrichtplan voor historische landgoederen. Binnen welke tijdspanne hoopt u hier met alle partners tot een goedkeuring van het richtplan te kunnen komen? En als laatste vraag: welke ervaring uit de twee pilootprojecten worden meegenomen naar het nieuw opgestarte plan voor historische landgoederen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, dank u wel, mevrouw Van Werde. Ik antwoord op uw eerste vraag. De Vlaamse Regering keurde het actieprogramma voor de hoogstamboomgaarden goed op 30 september van dit jaar. Minister Bourgeois keurde het onroerenderfgoedrichtplan goed in mei 2019. De voorbereiding ervan ving al aan in 2015.
Het klopt dus dat er enige jaren verstreken zijn sinds de eerste voorbereiding van de visievorming. Maar dit hoeft niet te verwonderen als u rekening houdt met de zeer grote groep belanghebbenden die hier intensief aan meewerkten én met de grootte van het gebied waarvoor de visie is opgesteld. In totaal zijn 28 partners betrokken bij dit plan dat de ganse zuidelijke regio van de provincie Limburg, een gebied van om en bij de 300.000 ha, beslaat. Dat is wel een heel grote regio.
Ik herinner u graag aan het feit dat het onroerenderfgoedrichtplan voor de hoogstamboomgaarden één van de twee pilootprojecten is. Het spreekt voor zich dat dit pionierswerk voortdurend een zoektocht is geweest en ook extra tijd en energie heeft gekost.
De opmaak van het actieprogramma begon in het najaar van 2019. U begrijpt dat de coronacrisis voor vertraging heeft gezorgd doordat er lange tijd geen fysieke overlegmomenten konden worden georganiseerd. Ook in 2020 lag het proces dus grotendeels stil, maar werd wel al gestart met enkele acties waarover de verschillende partners het al eens waren.
Eind 2021 bereikten alle partners dan een consensus over het actieprogramma, maar de formele goedkeuring liet nog even op zich wachten. Op de begroting moesten nog de nodige middelen voorzien worden en verder moest elke partner op zich zijn engagement in het actieprogramma afzonderlijk valideren. Ik begrijp uw ongeduld, dat ik trouwens deel op veel gebieden. Maar ik denk dat we er een paar verzachtende omstandigheden zijn waardoor we dat kunnen verklaren.
Om op uw tweede vraag te antwoorden, er wordt volop gewerkt aan de uitvoering van het actieprogramma. 7 van de 22 acties zijn intussen uitgevoerd en de meeste acties zijn opgestart en lopen vlot. Ik wil benadrukken dat de samenwerking en het overleg tussen de partners zeer constructief verlopen. De gemeente Riemst neemt voor het grootste deel van de acties een coördinerende rol op. Daarvoor werkt ze nauw samen met de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst (IOED).
Mijn administratie werkt het inhoudelijk dossier voor de bescherming van de mergelgroeve Grote Berg op dit moment af. Na de nodige terugkoppeling met het gemeentebestuur van Riemst zal de beschermingsprocedure nog dit jaar worden opgestart. Ook wordt er actief naar een oplossing gezocht voor de complexe problematiek van de beschermde hoeve Pauly die op de mergelgroeve gelegen is. Samen met de gemeente Riemst en de plaatselijke erfgoedgemeenschap van de Hulpdienst Groeven voert mijn administratie een waarderingsonderzoek van de groeven uit.
De gemeente laat de groeven momenteel nauwkeurig opmeten. Deze metingen verschaffen de basisgegevens die nodig zijn om werk te maken van een nieuw stabilisatievoorstel, een essentiële actie uit het actieprogramma. Daarnaast zal ook een onderzoek over de planologische problematiek worden uitbesteed. Beide vooronderzoeken zijn essentieel om een duurzame oplossing voor het gebied uit te werken en de noodzakelijke kosten voor het stabiliseren van de ondergrond maximaal te drukken. Op basis van de resultaten van de verschillende onderzoeken zal het huidige actieprogramma worden herzien of verder worden aangevuld, vermoedelijk in 2024.
Wat uw derde vraag betreft, de visievorming voor historische landgoederen is volop aan de gang. Momenteel brengt mijn administratie de erfgoedwaarden van historische landgoederen in kaart. De bedoeling is dat er een gedeeld begrip ontstaat van dit bijzondere erfgoed. In een volgende fase bekijkt men welke ontwikkelingskansen er zijn om die erfgoedwaarden met ecologische, economische en sociaal-culturele waarden te verbinden. Het traject kan uiteraard nog wijzigen, gezien het een participatief project is dat voortdurend wordt bijgestuurd. Maar ik verwacht het onroerenderfgoedrichtplan medio 2023 goed te keuren.
In antwoord op uw vierde vraag: de bevindingen van de evaluatie van de pilootprojecten werden vertaald in een geactualiseerde methodologie voor de opmaak van een onroerenderfgoedrichtplan. Een belangrijk leerpunt is dat de evaluatie van het proces permanent, doorheen het hele proces, moet verlopen in plaats van enkel na het bereiken van bepaalde resultaten. Op die manier is het mogelijk om het proces continu bij te sturen en vlot in te spelen op noden en behoeften van de belanghebbenden. Dit permanente evaluatieproces implementeerden we nu in het nieuwe richtplan. Mao omschreef dat als ‘de permanente revolutie’.
Wat de proefprojecten zeker hebben aangetoond, is dat zowel besturen, verenigingen als lokale gemeenschappen en burgers vlot te enthousiasmeren zijn en dat de samenwerking een dynamiek teweegbrengt op het terrein die alleszins vruchten zal afwerpen. Het samenwerken aan een gedeelde visie en het realiseren van gemeenschappelijke doelen zijn de grote troeven van dit nieuwe instrument. Ik heb nog een mooie illustratie van het onroerenderfgoedrichtplan en hoe dat overgegaan is het actieprogramma. U kunt dat ook vinden op internet.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Vorige week sloot ik mijn tussenkomst af met: “Het duurt allemaal veel te lang”. Dat weet u misschien nog. U zou aan de hand van mijn vragen kunnen denken dat ik een ongeduldig mens ben. Dat ben ik ook, soms. Maar ik begrijp uit uw antwoord dat er zoveel aspecten zijn dat het om een heel omvangrijk dossier gaat. Ik ben heel tevreden dat ik de woorden enthousiasme en dynamiek hoor. Wij hebben dat nodig om dit soort langetermijnprojecten met succes af te werken. Uiteraard zat corona er ook voor iets tussen. Ik heb daar alle begrip voor.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik vind het interessant te leren uit die proefprojecten. Voor mijn fractie is, zoals u weet, de participatie heel belangrijk, de betrokkenheid van de lokale besturen maar ook de lokale partners. Ik hoor u zeggen dat er daarbij positieve ervaringen zijn. Maar ik wil toch nog eens checken of daar lessen uit te leren zijn, of er zaken zijn die beter kunnen wat participatie betreft. Of bent u tevreden zoals het is?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Van Werde, ik leef mee met uw echtgenoot die het moet stellen met een ongeduldige vrouw. Maar dat ongeduld siert u wel. Ik deel dat ook. Wij moeten dat zien te behouden. Wij moeten genoeg enthousiasme hebben om ervoor te zorgen dat de dingen wat vooruitgaan. Ik stoor mij ook soms aan zaken die trager gaan. Maar dat heb je nu eenmaal in een overheidscontext waarbij je met heel veel partners die participatie moet opbouwen. Dat proces op zich vergt sowieso wat tijd. Maar dat ongeduld is zeker niet slecht.
Mevrouw Schauvliege, uw vraag is zeer terecht. Maar ik kan er niet heel concreet op antwoorden. Ik weet wel dat wij bij 2 concrete gevallen, de mergelgroeven en de hoogstambomen, hebben kunnen kennismaken met een heel enthousiaste groep partners, mensen die er echt met hart en ziel bij betrokken zijn. Die mensen vonden het ook fijn om dat participatieproces op te zetten, om daarin gehoord te worden, mee te kunnen werken, als lokaal bestuur hun eigen accenten te kunnen leggen, enzovoort. Door al die zaken is het goed geweest. Er zijn uiteraard altijd dingen die je kunt bijleren. Wij gaan altijd moeten bijsturen, bijleren, en dat is maar goed ook. Anders moeten zij ons beroep afschaffen en dat zou ook niet fijn zijn.
Het participatief proces vergt natuurlijk tijd. Dat maakt het misschien wat moeilijk. Maar niettemin denk ik dat wij op een of andere manier wel kunnen zeggen dat het resultaat echt wel mag gezien worden.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik wil alleen aan de minister zeggen dat ik al 35 jaar geduld heb met mijn echtgenoot. (Gelach)
Ik vind dat een prestatie op zich.
De vraag om uitleg is afgehandeld.