Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de documentaire FIRE op VRT MAX
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
Deze vraag stelt zich een beetje vanuit eenzelfde bezorgdheid als de vragen die straks aan bod zullen komen. Het gaat namelijk om bepaalde keuzes die de VRT maakt. Ik hoed mij er normaal gezien voor om vragen te stellen over individuele programma’s, minister, omdat ik de bepaling van artikel 7 van het Mediadecreet over de autonomie van de VRT inzake haar programma-aanbod zeker wil respecteren.
Maar de onverkwikkelijke saga rond het programma ‘FIRE: vroeg op pensioen’ doet mij toch vragen stellen bij een aantal mechanismen die moeten verzekeren dat de VRT een kwaliteitsvol aanbod brengt binnen de contouren van de beheersovereenkomst, en voorzien van de hoogste deontologische standaarden.
Ik maak mij eerlijk gezegd toch een beetje zorgen over de werking van die mechanismen. Ik zal het even kort schetsen. Op het streamingplatform VRT MAX werd in de loop van augustus een extern geproduceerde, vierdelige documentaire aangeboden over zeven jongeren die er een op zijn minst bedenkelijke financiële levensstijl op nahouden. FIRE staat voor ‘financial independence, retire early’. Kortom, het betekent op jonge leeftijd voldoende geld verdienen om daarna nooit meer te hoeven werken. Dat moet wel iets zijn wat aanspreekt. Hoe dat geld dan op zo’n korte termijn moet worden verdiend, daarover bestaan toch wel diverse discussies, maar veelal betreft het risicovol beleggen met uitzonderlijk hoge rendementen. We kunnen zelfs spreken over simpelweg gokken.
Ik dien deze vraag in naar aanleiding van de reactie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), de Belgische financiële waakhond. Die gaf eind augustus immers ongeziene en striemende kritiek op dit programma, omdat het een gevaarlijke en onrealistische boodschap voor jongeren betreft. Meer zelfs, de autoriteit wees erop dat in het programma zelfs financiële producten aan bod kwamen die in ons land verboden zijn.
Ondertussen ging het van kwaad naar erger, en werd het programma offline gehaald, omdat onderzoek aantoonde dat een van de geportretteerden betrokken was bij een illegaal systeem van piramidefraude. Professor Pascal Paepen van de KU Leuven maakte al zijn vermoeden kenbaar dat de betrokkene eenvoudigweg werd opgelicht, en vooral begeleiding nodig had in plaats van een podium.
Collega’s, dat de VRT besliste om dat programma offline te halen is uiteraard een goede beslissing in die context. Maar dat de VRT zich verdedigt door te stellen dat het geen documentaire of een educatief programma betrof, maar louter human interest, dat vind ik nogal povertjes. De vraag waarover het moet gaan is waarom dat programma überhaupt door de VRT uitgezonden wordt. De VRT, die een cruciale publieke opdracht vervult waar de hoogste kwaliteitsstandaarden de norm moeten zijn. De VRT, waarvan wij allemaal verwachten dat ze een brede educatieve rol speelt.
In het programmacharter van de VRT staan toch wel een aantal belangrijke bepalingen. Ik citeer: “We gedragen ons overal verantwoordelijk. We gaan bijvoorbeeld op een doordachte manier om met het gebruik van en met verwijzingen naar alcohol, drugs en gokken in ons aanbod.”
“We hebben een bijzondere verantwoordelijkheid tegenover kinderen en jongeren. Waar ze bijdragen aan ons aanbod of er een rol in spelen, zorgen we ervoor dat hun waardigheid en hun fysieke en emotionele welzijn worden beschermd.”
“Bij reality- en infotainmentaanbod gaan we behoedzaam om met personen met uitzonderlijke meningen en gedragingen. We vermijden een scheefgetrokken beeld van de samenleving en hebben oog voor de bescherming van de betrokken personen en de impact van het aanbod op hun leven.”
“Reality- en infotainmentproducties moeten een realistisch beeld van de werkelijkheid geven, al kan er om redactionele redenen gekozen worden voor een bepaalde invalshoek of een bepaalde sfeerschepping.”
“Bij gevoelige thema’s of mogelijk controversiële zaken zorgen we voor de nodige duiding.”
Minister, bij elk, maar dan ook bij elk van deze vijf bepalingen kun je je toch sterke bedenkingen maken of dit programma eraan voldeed. Ik heb dan ook een aantal vragen.
Voldoet de documentairereeks ‘FIRE: vroeg op pensioen’ aan de bepalingen van het programmacharter? Kunt u dit toelichten?
Werd inzake deze documentaire een advies uitgebracht door de adviseur programma-ethiek? Wat was dit advies? En als dat niet het geval was, waarom niet?
Werd de programmacharterraad betrokken bij deze documentaire? Gaf de raad een gemotiveerd advies?
Hoe evalueert de VRT de kritiek van de FSMA op deze documentaire? Welke acties met betrekking tot toekomstige programma’s worden er genomen?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Net zoals collega Tommelein, maar ook zoals uzelf, minister, ben ik altijd heel behoedzaam om vragen te stellen die nog maar de indruk zouden kunnen wekken dat we ons willen moeien met de inhoud van de programma’s en de inhoudelijke keuzes die onze openbare omroep maakt. Maar zoals collega Tommelein ook al heeft geschetst, heeft de reeks FIRE tot heel wat ontsteltenis geleid en vele reacties opgeroepen. De docureeks kreeg veel kritiek te verduren, aangezien ze jongeren een misleidend beeld voorschotelt van beleggen. In de reeks worden casinokapitalisme, materialisme en gokken ook gepromoot, dit terwijl onze openbare omroep net een heel belangrijke opdracht heeft om de bevolking financieel te onderwijzen, en inderdaad moet handelen naar haar eigen programmacharter.
De FSMA bevestigt dit en kwam ook met de boodschap dat ze vond dat de reeks een gevaarlijke, niet-realistische boodschap geeft over wat beleggen is. Ze benadrukt ook dat aan beleggen met een hoger rendement hogere risico’s en verliezen vasthangen. De FSMA stelt dat wat in het programma te zien is, haaks staat op de boodschappen die ze net probeert over te brengen aan jongeren over veilig beleggen.
Toen de eerste aflevering er was, hebt u zelf ook onmiddellijk ontsteld gereageerd, minister – als ik dat woord mag gebruiken. Maar ook afgelopen weekend lazen we in het interview in De Tijd met CEO Frederik Delaplace dat hij toch mea culpa sloeg. Hij sprak over een inschattingsfout. Ondertussen had de VRT op 13 september beslist om de reeks alsnog van VRT MAX te halen, nadat bleek dat een van de zeven jongeren al zijn geld had gestoken in het tradingprogramma The Future Trade. Dat programma staat algemeen bekend als een illegaal piramidespel van Russische oplichters. Het belooft investeerders grote winsten via beleggingen in buitenlandse valuta en cryptomunten. KU Leuvendocent Pascal Paepen heeft er inderdaad op gewezen dat die persoon waarschijnlijk ook zelf slachtoffer is, en dat ook daar de VRT over de schreef gaat door dat niet correct te duiden.
Minister, hoe staat u tegenover die reeks en het aanbieden ervan op VRT MAX? Vindt u ook dat daarmee een gevaarlijke boodschap wordt meegeven? Hebt u al overleg gehad met de VRT daaromtrent? Zo ja, wat is de uitkomst daarvan?
Dit weekend is er dan wel een mea culpa geweest, maar hoe staat u tegenover het feit dat het eigenlijk nog heel lang heeft geduurd voordat de VRT de reeks van VRT MAX heeft gehaald? De reeks werd uiteindelijk toch lang aangeboden.
Op welke manier ziet u de rol van de VRT als het gaat over financiële educatie van de bevolking?
Minister Dalle heeft het woord.
Bedankt voor jullie vragen.
Ik kan eigenlijk grotendeels aansluiten bij de teneur van de vraagstelling. U weet dat ik altijd zeer behoedzaam ben om te spreken over programma’s, gelet op het geciteerde artikel uit het Mediadecreet en de autonomie van de publieke omroep ter zake. Het is inderdaad aan programmamakers, aan journalisten, aan programmadirecties en nethoofden om de kwaliteit van programma’s na te gaan. Dat is niet aan de politiek of de minister. Dat is mijn algemene lijn.
Maar in dit geval kon ik de kritiek van de FSMA moeilijk naast mij neerleggen, in die zin dat voor de Vlaamse overheid – ook voor het beleidsdomein Jeugd en Media – de strijd tegen gokverslaing een belangrijk punt is. En ook het versterken van de financiële geletterdheid is een topprioriteit. Ook in de beheersovereenkomst met de VRT hebben we dat heel helder ingeschreven.
Ik heb gemerkt dat de VRT autonoom heeft beslist om dit op VRT MAX te zetten, en het nadien ook weg te halen, omdat de druk bleef aanhouden. De VRT was van oordeel dat het blijkbaar niet voor iedereen duidelijk was dat het gaat om een humaninterestprogramma en niet om financiële educatie. De openbare omroep heeft mij laten weten dat hieruit lessen zullen worden getrokken voor de toekomst.
Belangrijk is wel dat er volgens het programmacharter zeker plaats is voor controversiële onderwerpen. Dat moet absoluut mogelijk zijn. Ook dit soort thema’s moet aan bod kunnen komen. Maar het moet natuurlijk voldoende gekaderd zijn, er moet voldoende nuance zijn en de kwaliteit moet voldoende sterk zijn.
Volgens de VRT werd die rol vervuld doordat een financieel journalist en een psychologe aan bod kwamen in het programma. Maar als ik alles samen bekijk, dan was dat toch onvoldoende evenwichtig, en kwamen daar zaken aan bod op een manier die niet oké was ten aanzien van de doestellingen die we vanuit de aandeelhouder hebben, en die ook de VRT heeft.
Er waren wat vragen rond de betrokkenheid van de programmacharterraad en de adviseur programma-ethiek. De VRT heeft mij daarover de volgende informatie meegedeeld: "Programmamakers en de aanbodsverantwoordelijken hebben geoordeeld dat het programma in lijn ligt met het programmacharter omdat er sprake was van een humaninterestprogramma. Noch de programmacharterraad, noch de adviseur programma-ethiek werd betrokken, waardoor zij dan ook geen advies hebben gegeven. De adviseur programma-ethiek dient niet noodzakelijk voor elk programma betrokken te worden. Programmamakers contacteren de adviseur programma-ethiek vooral wanneer ze twijfels hebben bij bepaalde aspecten van hun programma." Dat is de informatie die ik daarover kreeg van de VRT.
U weet dat financiële geletterdheid, educatie en duiding ook volgens de beheersovereenkomst een belangrijke taak is van de publieke omroep. Ik wil wel in de verf zetten dat de VRT daar bijzonder veel goede zaken rond doet, van Andermans zaken, over Factcheckers tot De Inspecteur, de EDUbox, Generation M op MNM of de podcast WinWin. En er is nog veel meer. Er gebeurt dus al heel wat, en ik reken erop dat de openbare omroep verder zal inzetten op financiële geletterdheid en educatie. De VRT liet me ook weten dat er in het najaar nog nieuwe initiatieven genomen zullen worden op het vlak van digitale en financiële geletterdheid.
Er is intussen ook overleg geweest tussen de VRT en de FSMA. Beide zien zichzelf als partners in het domein van financiële educatie.
De heer Tommelein heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord.
Collega’s, het programmacharter is toch geen vodje papier? Ik heb zelf vijf bepalingen opgesomd waaruit duidelijk blijkt dat er toch een aantal normen zeker niet werden gehaald. Het is een belangrijk document, dat programmacharter, en het legt de deontologische regels en de kwalitatieve normen vast waaraan programma’s moeten voldoen die niet worden gemaakt door de nieuwsdienst van de VRT. En het geldt ook voor programma’s die extern geproduceerd worden. Het spijt mij om dit te moeten zeggen, maar het antwoord van de VRT verbaast mij wel, want dit was hier absoluut niet het geval.
De nodige correctiemechanismen moeten hun werk kunnen doen, want anders zijn die mechanismen zinloos. Het is duidelijk dat, als ik die vijf bepalingen opsom, er minstens aan de adviseur programma-ethiek en minstens aan de programmacharterraad advies had moeten worden gevraagd. De controverse die hier achteraf is opgedoken, bewijst dat.
Minister, u zegt dat de VRT hier lessen uit zal trekken. Eerlijk gezegd, uit het antwoord dat u krijgt van de VRT, minister, heb ik de indruk dat dat niet helemaal het geval is. Men zegt dat ze hebben geluisterd naar de kritiek, dat ze er de juiste conclusie uit zullen trekken en dat ze dat programma offline zullen halen. Maar voor mij is het wel belangrijk, minister, dat de VRT uit dit geval conclusies trekt voor de toekomst. En uit het antwoord dat u krijgt van de VRT, voel ik aan dat dit absoluut onvoldoende het geval is.
Ik weet dat u zich niet zult moeien met programma’s. Ik ben dan ook mijn vraag begonnen met te zeggen dat ik dat normaal gezien ook niet doe. Ik vind de journalistieke onafhankelijkheid ook heel belangrijk. Maar in dit geval denk ik toch wel dat men over een schreef is gegaan en dat men nu de nodige conclusies moet trekken voor de toekomst. Ik zou toch nog willen vragen dat aan de VRT heel duidelijk wordt gemaakt dat dit iets is wat in de toekomst niet meer kan.
Bedankt.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Bedankt voor uw bondige antwoord.
Ik sluit mij eigenlijk graag aan bij de repliek van collega Tommelein, in die zin dat er momenteel blijkbaar toch wel de drang is om VRT MAX tot een succes te maken. En dat begrijp ik volledig. En inderdaad, ook controversiële thema’s mogen of moeten een plaats krijgen, als ze genoeg gekaderd zijn.
Maar uit het programmeren van FIRE, ook al is het door een extern productiehuis gebracht en ook al is het human interest, blijkt dat dat kader intern toch niet genoeg gekend is, ook niet bij de externe productiehuizen waarmee gewerkt wordt. Want anders had dit, als dat daar goed op afgetoetst wordt, eigenlijk nooit het scherm moeten kunnen halen.
Die rode lijn waarover collega Tommelein het daarnet had, is volgens mij vorige week nog een tweede keer overschreden. Want er loopt op VRT MAX ook die promoshow voor Flanders Technology & Innovation, gemaakt door Sylvester. Dat is opnieuw een extern productiehuis, dat voor de rest goede zaken maakt. Maar het is toch bedenkelijk dat in dat programma ongegeneerd promotie wordt gemaakt voor een politiek project, met ondersteuning van VRT-journalisten. Voor mij is dat een tweede voorval waarbij ik denk dat daar toch eens veel grondiger naar moet worden gekeken.
De vraag is wat de VRT ervoor zal doen om hun programmacharter ook bij de externe productiehuizen veel meer bekend te maken. En als we een programma bestellen, gaan we het dan al of niet uitzenden als het niet klopt?
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega Tommelein is echt wel heel kwaad, blijkbaar. (Opmerkingen van Bart Tommelein)
Ik weet het, ik heb u nog kwader gezien, collega, het gaat daar niet over. (Gelach)
Maar we hadden een tijdje geleden een gesprek met Frederik Delaplace, en ik had toen toch wel de indruk dat hij wel degelijk besefte dat het hier niet goed zat. Het is uiteindelijk toch wel een goede zaak dat men dat programma ook heeft weggehaald.
Wat ook in dat gesprek werd gezegd is dat de VRT toch heel wat informatieve programma’s maakt, juist over hoe men moet omgaan met geld. En dat soort dingen komt daar dan tussen gefietst. Dat is natuurlijk ook geen goede zaak.
Ik wil in de marge misschien toch vermelden dat het wel plezierig is om vast te stellen dat uitgerekend de nieuwsdienst van de VRT dat verder heeft uitgespit, en heeft gezien dat daar iets mis was. Men is daar in dat huis blijkbaar toch niet te beroerd om ook intern, als het niet goed is, ergens achteraan te gaan, en dat ook duidelijk te maken. Dat is op zich ook weer een geruststelling.
Maar voor de rest ben ik het er helemaal mee eens dat dit programma paste als een tang op een varken.
De heer Slootmans heeft het woord.
Bedankt aan de vraagstellers.
Ik wil graag gewoon ingaan op de opmerking van de heer Tommelein met betrekking tot de programmacharterraad. Ik heb daar voor volgende week ook een vraag over ingediend. Ik denk dat we ons inderdaad allemaal vragen moeten stellen bij de werking van die programmacharterraad. Een programma als FIRE, dat toch zeer duidelijk – de factoren zijn aangehaald door de heer Tommelein – destructieve gevolgen heeft voor de samenleving, passeert daar. Maar o wee als er een Zwarte Piet opduikt in FC De Kampioenen. Dan gaan alle alarmbellen af en worden er negatieve adviezen uitgesproken. Ik denk dat iedereen met een beetje gezond verstand en meer dan vier hersencellen beseft dat dit kant noch wal raakt. Minister, het lijkt mij dan ook raadzaam om die programmacharterraad, uiteraard in overleg met de VRT, onder de loep te nemen, en zo nodig bij te sturen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik ging in mijn vraag die eerder zou komen, ook verwijzen naar deze case, maar ik vraag me toch af of de CEO van de VRT zich voldoende bewust is van deze kwestie. Want in het interview van afgelopen zaterdag in De Tijd zei hij nog: “FIRE was Jambers-televisie over mensen die op een bijzondere manier omgaan met hun financiën. Kan het passen in de roeping van een publieke omroep om zeven Vlamingen aan het woord te laten die op een bijzondere manier met geld omgaan? Absoluut.”
Wat verder zegt hij: “Maar ik ben niet bereid zomaar te zeggen: ‘FIRE is een fout.’ Het is het kindje dat geen kans heeft gekregen om op te groeien. Gaan wij nog reeksen maken die fenomenen in Vlaanderen in beeld brengen die niet traditioneel, opvallend en soms wat shockerend zijn? Absoluut. Is daar een plaats voor op de publieke omroep. Absoluut wel. Is met FIRE alles gelopen zoals het hoorde? Nee. Maar ik denk dat een groot deel daarvan buiten onze wil is gelopen.’”
Dat choqueert mij dan toch een klein beetje. Humaninterestprogramma’s, daar kun je veel onder steken, heel veel. Ik denk dat het absoluut noodzakelijk is dat de VRT haar interne procedures verder verfijnt, met die programmacharterraad en weet ik veel wie allemaal. Want hier is er toch wel bijna een soort gebrek van schuldinzicht? Ik dacht ook eerst om er geen vraag over in te dienen, want we doen dat niet. Maar na de reactie van de FSMA begon ik me ook af te vragen waar dit naartoe gaat. Ik kijk niet naar dit soort programma’s, dat dan nog jongeren moet lokken naar VRT MAX.
Tot daar mijn misschien wat kritische bedenkingen, maar ik kon hier nu toch ook niet achterblijven, het spijt mij zeer. Ik vind het heel spijtig wat er allemaal gebeurd is, en ik hoop dat er echt lessen uit getrokken worden.
Ik wilde eigenlijk hetzelfde citaat naar voren brengen: ‘Het is geen fout maar een kindje dat geen kans kreeg om op te groeien’. Ik was ook wel geschrokken van dat interview afgelopen zaterdag in De Tijd.
En inderdaad, men verdedigde de beslissing om het niet naar de ethische commissie te brengen door te zeggen dat dit een humaninterestprogramma is. Maar dat is een verdediging die er achteraf op geplakt is omdat men iets moest zeggen. Eigenlijk was dit gewoon fout, en had dit ook naar de ethische commissie moeten gaan. Dit was geen human interest, het was een heel bewuste strategie.
Ook daar deel ik de mening van mevrouw Brouwers. Het is de bedoeling om jongeren naar de VRT te krijgen, en daar moet aan gewerkt worden. We delen die bekommernis. De VRT kan niet blijven vooral de doelgroep van de 50-plussers bereiken. Dat die strategie wordt uitgewerkt, is zeer goed.
Maar net met die doelgroep is voorzichtigheid aangewezen. Als dat dan het eerste echte, grote programma is dat je lanceert, vol met financiële ‘misguidance’ waar jongeren zo gevoelig voor zijn – wie wil nu niet snel rijk worden en vroeg met pensioen gaan? –, dan was dit volledig fout. En dan verwacht ik van de CEO dat hij nog meer afstand neemt dan de afstand die zogezegd genomen is in dat interview in De Tijd. Dat wilde ik nog vragen, minister.
Inderdaad, voorzichtigheid is geboden. Bij deze dingen is een ethische commissie en een charterraad absoluut noodzakelijk.
Minister Dalle heeft het woord.
Bedankt voor de extra reacties. Frederik Delaplace heeft gesproken over een inschattingsfout. Ik denk dat dat zeker juist is, en dat daar inderdaad lessen uit getrokken moeten worden. Ik ga er ook van uit, en ik reken daar ook op, dat er lessen worden getrokken.
Natuurlijk kan de publieke omroep over alle mogelijke onderwerpen rapporten, zowel in producten van de nieuwsdienstduiding als op andere manieren, via documentaires en human interest. Maar belangrijk is wel dat we van de publieke omroep altijd verwachten dat de kwaliteitsstandaarden die moeten gelden voor elke openbare omroep, ook gerealiseerd worden. Het is niet aan ons om die kwaliteit te beoordelen, maar in dit geval was het zodanig flagrant dat ik heel veel begrip heb voor de reacties hier. Het zijn reacties die ik ook in belangrijke mate deel.
Wat daar wel moet werken, is dat de interne mechanismen voluit moeten spelen. Waar het gaat over de nieuwsdienst en de duiding zijn het de journalisten, redacties en uiteindelijk de hoofdreacties die die verantwoordelijkheid hebben, met dan ook de interne mechanismen om daar eventueel verder in te gaan.
Maar ook voor de producten die niet tot de nieuwsdienst of niet tot duiding behoren, heb je verantwoordelijken. Je hebt natuurlijk de programmamakers zelf. Wanneer de VRT contracteert met productiehuizen, is het hun eerste taak om natuurlijk ook die contracten en de filosofie van de publieke omroep te volgen. En uiteindelijk zijn het ook de nethoofden en de programmadirecties die dat kunnen bekijken. Hier is er inderdaad een inschattingsfout gebeurd, ik denk dat dat voor iedereen vandaag duidelijk is.
Collega Vandaele heeft wel terecht opgemerkt dat het de redactie van VRT NWS was die de zaak eigenlijk aan de kaak heeft gesteld. Er was zelfs sprake van illegale piramidespelen. Het toont inderdaad aan dat de autonomie van de nieuwsredactie ook ten aanzien van de rest van het bedrijf sterk is, wat hoopgevend is.
Ik heb misschien nog een laatste punt. Collega Slootmans, zoals ik al zei is de programmacharterraad in dit dossier niet gevraagd. Ik denk dat dat trouwens een punt van kritiek was van collega Tommelein. Op zich was het dus niet op het niveau van de programmacharterraad dat er inschattingsfouten zijn gebeurd. Ik geef het mee voor de volledigheid. Voor de rest is het een debat waard over hoe die raad moet worden samengesteld en dergelijke meer. De VRT is zeker ook aan het bekijken of dat adequaat is, en of ze dat verder moeten versterken als instrument. Bedankt.
De heer Tommelein heeft het woord.
Ik denk dat het heel duidelijk is dat de VRT zegt dat ze een inschattingsfout hebben gemaakt.
Collega Vandaele, ik ben niet kwaad hoor. Ik zag heel wat mensen hier in de zaal verbaasd kijken toen u inschatte dat ik kwaad was. Want als goede kustburgemeester zou u moeten weten wanneer het echt storm op zee is. Als ik mij echt kwaad maak, dan is dat heel wat anders dan wat u daarnet hebt gezien. De meeste collega’s weten dat ook.
Dus neen, ik ben niet kwaad. Ik ben vooral ontgoocheld en vooral bezorgd naar de toekomst. (Opmerkingen van Marius Meremans. Gelach)
Neen, ik ben in feite ontgoocheld in de reactie en de antwoorden van de VRT, omdat ik denk dat ze niet sterk genoeg zijn. Een inschattingsfout maken en dan aan komen zetten met een humaninterestprogramma? Ik denk ook dat dat niet volstaat. Maar ik ben vooral bezorgd over wat men zal doen om dergelijke inschattingsfouten te vermijden in de toekomst.
Mevrouw Segers heeft het woord.
De vraag is natuurlijk of het een inschattingsfout is, of dat er meer aan de hand is. Wij horen her en der, vanuit vele hoeken, kritiek op de meer commerciëlere koers van de VRT. Ik denk dat het essentieel is dat de VRT te allen tijde haar DNA heel sterk bewaart. En die programmacharterraad speelt daar een heel belangrijke rol in. Deze zomer was er de hele heisa rond de geschrapte afleveringen van FC De Kampioenen, en nu is er het tweede incident op rij, waar u niet op ingegaan bent, minister. U hebt niet gezegd wat u daarvan vond. Maar dat komt dan volgende week aan bod, oké.
Ik zou u echt willen vragen om met de VRT te bekijken hoe die programmacharterraad ten eerste een centralere rol kan krijgen, en hoe die ten tweede beter kan werken. Ten derde zou men ook de samenstelling moeten bekijken. Ik denk dat die samenstelling echt herbekeken moet worden, want nu zit die alleen intern. Als we echt een publiek debat willen over moeilijke kwesties in onze samenleving, dan denk ik dat we ook daar voor een deel het publiek een stem moeten geven. Maar dat zal misschien ook werk zijn voor een volgende vraag.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.