Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, deze vraag sluit heel goed aan bij het verhaal van daarnet. Kinderen en jongeren nemen heel wat vrijwillig engagement op zich in het jeugdwerk Dat vinden we fijn en dat willen we net op een positieve manier stimuleren. Dat wil zeggen dat je verantwoordelijkheden geeft maar dat je ook vertrouwen moet kunnen geven. Dat is de basis om een engagement te kunnen realiseren bij eenieder, ook bij onze jongeren.
Dit komt evenwel onder druk te staan door onder meer heel wat drempels, planlast en regulitis. Hierdoor geraken deze vrijwilligers ontmoedigd en vermoeid. In prioriteit 3 van het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan (JKP) 2020-2024 heeft de Vlaamse Regering daarom afgesproken om deze kloof te dichten, oog te hebben voor oplossingsstrategieën, na te gaan wat wel werkt en dit te erkennen en te optimaliseren en drempels waar mogelijk weg te werken. Ik wil zelfs punt 4 van de operationele doelstelling (OD) 3.1.1. citeren: “We brengen samen met de sector de bestaande drempels en regulitis in kaart bij het jeugdwerk en ander vrijwillig engagement van kinderen en jongeren, van lokaal tot internationaal niveau. We creëren werkzame oplossingsstrategieën om drempels en regulitis op een gecoördineerde manier aan te pakken.”
Op de website van de Hogeschool VIVES lezen we dat zij in opdracht van het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM) een regulitisproject uitvoeren: “Met het regulitis-project wordt de focus gelegd op de aanpak van regulitis bij vrijwillig engagement van jongeren op lokaal niveau. Enerzijds via een verkennend onderzoek van bestaande goede praktijken op het niveau van steden en gemeenten. Anderzijds wordt een actieonderzoek opgezet waarbij wordt vertrokken vanuit de problematiek van regulitis, waar steden en gemeenten in kader van dit onderzoek naar oplossingen kunnen toewerken omtrent regulitis bij vrijwillig engagement van jongeren.”
In het onderzoeksproject wordt vertrokken vanuit volgende onderzoeksvragen. Ten eerste, welke goede praktijken van aanpak van drempels en regulitis bij vrijwillig engagement van kinderen en jongeren zijn er te vinden op lokaal niveau? Ten tweede, hoe worden zichtbare of onzichtbare drempels aangepakt zodat vrijwillig engagement toegankelijk is voor alle kinderen en jongeren? Ten derde, hoe kunnen deze goede praktijken toegepast worden bij andere lokale besturen?
Om een antwoord te formuleren op bovenstaande onderzoeksvragen, wordt gekozen voor twee sporen. Enerzijds wordt in een eerste werkpakket gefocust op een aantal goede praktijken en wordt via cocreatieve sessies nagegaan wat daar de succesfactoren, de kritische randvoorwaarden en de blijvende uitdagingen zijn. Anderzijds wordt in een tweede werkpakket op zoek gegaan naar een aantal steden en gemeenten waar de regulitis hoog blijft, en die zich willen engageren om samen met de jeugdorganisaties zelf naar innovatieve oplossingen te zoeken in een actieonderzoek aan de hand van het Design Thinking Model.
Ik wil u hierover, minister, dan ook de volgende vragen stellen. Heeft dit onderzoeksproject van de Hogeschool VIVES al resultaten opgeleverd en zo ja, welke? Hoe gaat u als minister concreet aan de slag met de aanbevelingen van dit onderzoek? Welke partners worden hierbij betrokken? Hoe zult u als minister de onderzochte goede praktijken promoten bij andere lokale besturen?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u, collega Rombouts, voor de vraag. Hogeschool VIVES legt momenteel de laatste hand aan het definitieve rapport na feedback uit de stuurgroep en de klankbordgroep. In het kader van de onderzoeksopdracht is inderdaad een klankbordgroep opgericht, waarin de volgende partners vertegenwoordigd zijn: De Ambrassade, Formaat, Jes, de Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG), Bataljong, het Vlaams Steunpunt voor vrijwilligerswerk en de Verenigde Verenigingen (VerVer). De klankbordgroep is in de loop van het onderzoek vier keer samengekomen om input en feedback te geven. Ik verwacht het definitieve onderzoeksrapport met aanbevelingen tegen eind november.
Het onderzoek sluit aan op de uitdaging van prioriteit 3 van het JKP, ‘Engagement aan de samenleving door vrijwillige inzet’. Zoals daarnet ook gezegd, is dat een van de topprioriteiten vanuit het jeugdwerk. De essentie van jeugdwerk is vrijwillige inzet, en we willen dat zoveel mogelijk versterken en zoveel mogelijk regulitis en administratieve overlast tegengaan. We stellen een algemene trend vast dat dat vrijwillig engagement flexibeler, korter en soms ook tijdelijker is dan vroeger, ook bij jongeren. Dat stelt het jeugdwerk voor nieuwe uitdagingen. Ik kijk dan ook enorm uit naar het definitieve rapport en de aanbevelingen daarin. Aangezien het rapport nog niet is opgeleverd, kan ik op dit ogenblik natuurlijk weinig concrete informatie geven over wat daarin staat.
Wel kan ik meegeven dat de resultaten, wanneer ze er zullen zijn, op verschillende manieren zullen worden verspreid, in samenwerking met de klankbordgroep van partners die het onderzoek moet mee opvolgen. VIVES wordt ook ondersteund door een grafisch bureau om de concrete aanbevelingen voor de verschillende doelgroepen op een zinvolle en aantrekkelijke manier te presenteren en te verspreiden. Zo willen we natuurlijk maximaal aan de slag gaan met de resultaten van het onderzoek en verschillende doelgroepen bereiken en inspireren. We zullen uiteraard ook de lokale besturen daarbij betrekken.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. In dezen ben ik blijkbaar wat vroeg met de vraagstelling omdat de resultaten er nog niet meteen zijn. Ik verwacht dat er inderdaad op verschillende niveaus wel een aantal voorstellen naar voren zullen komen. Ik hoop ook, in dezen, minister, dat de voorstellen ook effectief gevolg krijgen, dat er inderdaad ook naar lokale besturen de nodige campagnes en ondersteunende acties worden ondernomen om hen mede te doordringen van de suggesties uit het onderzoek. Maar ik hoop eveneens dat we ook naar onszelf kijken en naar andere niveaus, eventueel naar het federale niveau, en dat we ook daar wel met de suggesties die naar voren komen, effectief ook aan de slag gaan. Maar ik verwacht, voorzitter, dat we daar op een later moment dan op zullen terugkomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.