Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Het Europees Sociaal Fonds (ESF) is een Europees structuur- en investeringsfonds. ESF voorziet middelen voor projecten om de werkzaamheidsgraad te verhogen en de Vlaamse arbeidsmarkt te stimuleren en te versterken. Dit jaar start het nieuwe Europese programma ESF+, voor de volgende zeven jaar. Op 29 september van dit jaar werd daarover een startevent georganiseerd.
Er is misschien niet veel ruchtbaarheid aan gegeven, maar ‘ESF Vlaanderen’ wordt ‘Europa WSE’ (de afdeling ‘Europese programma’s’ van het Departement Werk en Sociale Economie). ESF Vlaanderen grijpt het nieuwe Europese zevenjarenprogramma aan om de eigen werking kritisch tegen het licht te houden. Om meer impact te hebben en de maatschappelijke rol te blijven opnemen, zal de organisatie naar inhoud en uitstraling grondig worden hervormd. De nieuwe naam moet de lading beter dekken en legt meer het accent op de brugfunctie tussen Vlaanderen en Europa. Samen met een nieuwe naam werd werk gemaakt van een nieuwe missie en visie, alsook van een interne hervorming.
Mijn vragen zijn de volgende. In welke mate werd met de naamsverandering ook de werking effectief bijgestuurd? Welke nieuwe accenten legt Europa WSE en hoe zal het uitvoering geven aan het nieuwe Europese programma?
En ten slotte: wat is de impact voor het tal van organisaties die samenwerken met Europa WSE? Hoe zal men deze hervorming ervaren?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Claes, blij dat u interesse toont in de veranderingen die bij ESF Vlaanderen op til zijn. Het nieuw operationeel programma 2021-2027 werd, samen met de naamsverandering, op donderdag 29 september voorgesteld aan het brede publiek in Leuven, met toch meer dan driehonderd deelnemers. Ik had de eer om daar digitaal bij aanwezig te zijn.
De nieuwe naam, Europa WSE, moet inderdaad beter de lading dekken dan dat vandaag het geval is. Deze afdeling binnen het departement Werk en Sociale Economie (WSE) is immers niet enkel verantwoordelijk voor het beheer van het Europees Sociaal Fonds, maar ook van andere Europese programma’s zoals het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie (AMIF) en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG). De afdeling implementeert sinds de relance ook een aantal oproepen die gefinancierd worden door de herstel- en veerkrachtfaciliteit van de Europese unie (RRF) of Recovery Assistance for Cohesion and the Territories of Europe (REACT EU). Daarnaast beheert de afdeling ook de Vlaamse middelen zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) Vlaanderen en Focus op Talent, wat betreft de inclusieve arbeidsmarkt, die complementair zijn aan de Europese middelen, en daar dus ingezet kunnen worden.
Deze reorganisatie is op gang gekomen in 2021, mede onder invloed van onder andere het advies door het Partnerschap Levenslang Leren en de twee adviezen door de groep arbeidsmarktexperten. De afdeling Europese programma’s heeft zich daarop geënt om binnen de brede prioriteiten van het nieuwe ESF-programma diverse strategische werven te identificeren. Daar ga ik zo dadelijk nog even dieper op in.
Naast deze strategische werven zullen ook nog traditionele oproepen gelanceerd worden, zij het in mindere mate dan voorheen. Ook de samenwerking met VDAB en het departement Onderwijs en Vorming, blijft zoals in het verleden verder lopen.
Het nieuwe ESF-programma 2021-2027 ligt momenteel voor bij de Europese Commissie. We verwachten begin volgend jaar de definitieve goedkeuring. Medio 2023 kunnen dan de eerste oproepen gelanceerd worden. Het nieuwe programma richt zich op 5 prioriteiten: toegang tot werkgelegenheid, sociale inclusie, levenslang leren, werkbare jobs en inclusieve arbeidsmarkt, en tot slot sociale innovatie. Deze prioriteiten vormen het kader waarbinnen verschillende strategische werven werden geïdentificeerd om het programma concreet uit te voeren. Met deze nieuwe strategische focus willen we de middelen gerichter dan ooit inzetten.
Zo wordt binnen de prioriteit ‘sociale inclusie’ ingezet op de strategische werf van lokale partnerschappen voor kwetsbare niet-beroepsactieven en werkzoekenden. Hierbij worden de lokale besturen samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en VDAB aangezet om, Vlaanderenbreed, partnerschappen te vormen met diverse dienstverleners die ervaring hebben met het zoeken en begeleiden van de groep van talenten die we vandaag zo hard nodig hebben op onze arbeidsmarkt. Dit onderscheidt zich van wat voorheen werd gedaan, namelijk het rechtstreeks werken met dienstverleners via allerlei kortlopende en zeer uiteenlopende projecten.
Binnen de prioriteit ‘levenslang leren’ worden intersectorale partnerschappen gevormd met sectororganisaties en hr-dienstverleners, om beter en laagdrempeliger in te spelen op de diverse noden van kmo’s rond toekomstgerichte competentieversterking van hun werknemers.
Binnen de prioriteit ‘werkbare jobs en inclusieve arbeidsmarkt’ bevinden zich dan weer de werven inzake lerende organisatie en inclusief ondernemen. Daarvoor worden samenwerkingsverbanden aangegaan met de sociale partners, hr-dienstverleners en op inclusie gerichte organisaties.
Collega Claes, deze prioriteiten en strategische werven klinken niet enkel mooi, maar worden ook stuk voor stuk vandaag heel concreet voorbereid. Zo worden de lokale partnerschappen bijvoorbeeld voorbereid met het project ‘Capacity Building’ en de intersectorale partnerschappen met onder andere de competentiechecks en competentieprognoses. Ik ben ervan overtuigd dat we met deze nieuwe strategie echt een verschil kunnen maken op onze Vlaamse arbeidsmarkt.
Deze hervorming heeft, zoals u aangeeft, een aantal consequenties voor de organisaties op het terrein die vandaag al met ESF samenwerken, maar ik zie die gevolgen als iets positiefs. Zo zullen we de eindbegunstigden, in het bijzonder kmo’s en hun werknemers, beter kunnen bedienen en bereiken. De samenwerking met ESF zal ook laagdrempeliger worden, met meer focus en minder administratieve belasting, ook al liggen de Europese vereisten op het vlak van rapportering nog altijd aan de hoge kant, wat ons betreft.
Via de voorbereidende projecten die ik zojuist heb aangehaald, proberen we de organisaties maximaal te bereiken en informeren. We plannen, naast het startevent van twee weken geleden, ook provinciale roadshows om al onze promotoren en dienstverleners de kans te geven te komen luisteren en tijdig mee te stappen in ons nieuw verhaal.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Dank u, minister, voor het heel uitgebreide antwoord, en om ook toe te lichten waar de focus op zal liggen. Dat zijn dingen die nu al lopen, en die dan ook worden verdergezet, en worden versterkt. Het is duidelijk dat het einde van ESF Vlaanderen niet wil zeggen dat de doelstellingen worden opgeborgen, gelukkig maar. Ik denk bij een naamsverandering vaak dat het een mooi logo is, een nieuwe naam, en dat het daarbij blijft. Het moet duidelijk zijn dat het hier geen oude wijn in nieuwe zakken is. Ik ben ook blij te horen dat er een nieuwe missie is, een nieuwe visie, en dat er daar verder op wordt ingezet. We zullen dat goed moeten opvolgen, en ook moeten nagaan of die missie wordt gerealiseerd. Doelstellingen moeten gehaald worden. Europa wordt in wezen ingeschakeld om die werkzaamheidsgraad op te krikken naar 80 procent, en ook werk te maken van een betere samenleving en arbeidsmarkt.
Afgelopen maandag heeft het Vlaams-Europees verbindingsagentschap (VLEVA) een thema-avond georganiseerd in het Vlaams Parlement: ‘Vlaanderen in Europa’. Mijn vraag is nu: hoe verhoudt Europa WSE zich tot VLEVA, want VLEVA maakt die brug ook tussen Europa en Vlaanderen, en op welke manier wordt er samengewerkt met VLEVA? Hoe kunnen we beide instellingen versterken?
Minister Brouns heeft het woord.
Ik noteer uw vraag. Hoe verhoudt Europa WSE zich tot VLEVA? Daar heb ik niet direct zicht op. Dat zal ik moeten nagaan.
Geen gevolg voor vandaag, maar later ongetwijfeld wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.