Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, in een vorige vraag ging het over Nieuw-Zeeland als handelspartner, maar wanneer het over China gaat, spreken we over een totaal andere grootteorde. Voor China is de Europese Unie zijn belangrijkste handelspartner. Voor de EU staat China, na de Verenigde Staten, op de tweede plaats. Dat vertaalt zich ook naar de Vlaamse handelsstromen: China staat in de top 10 van landen waaruit we exporteren en in de top 5 van landen waarvan we importeren.
De relatie met China is evenwel niet de eenvoudigste. Het communistische regime en de staatsgeleide economie zijn op een andere leest geschoeid dan onze instellingen. Bovendien evolueert de geopolitieke context op die manier dat China steeds meer op tal van terreinen een uitdager van het Westen wordt, niet alleen economisch, waarbij duidelijk is dat van een handelsevenwicht nog niet echt sprake is, maar ook zeker militair en strategisch. Meer en meer zijn deze zaken ook met elkaar verweven, en dit komt ook in verdere vragen van collega's aan bod tijdens deze commissievergadering.
Tegen die veranderende achtergrond vond deze zomer op 19 juli de negende economische en handelsdialoog tussen de EU en China plaats. We lezen in de rapportage van de EU-dossiers die als mededeling op de Vlaamse Regering werden geagendeerd, dat de dialoog vooral ging over de mondiale economische uitdagingen, de verstoringen van de toeleveringsketens door de covidcrisis en de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne. Daarnaast werden ook bilaterale handels- en investeringskwesties en financiële diensten besproken.
Twee weken na deze handelsdialoog werden we echter opnieuw geconfronteerd met geopolitieke spanningen waar China bij betrokken is. Op 2 augustus bezocht de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Nancy Pelosi, het eiland Taiwan, tijdens een meerdaagse rondreis door het Verre Oosten. China reageerde daarbij als door een wesp gestoken, omdat het Chinese regime Taiwan nog steeds als een afvallige provincie en dus een integraal deel van China beschouwt. Als direct gevolg hield de Chinese marine militaire oefeningen rond het eiland, waarbij de veilige doorgang van diverse handelsschepen in het gedrang kwam in de Straat van Taiwan. Ook Taiwan is trouwens een belangrijke handelspartner van Europa, zeker voor halfgeleiders.
Minister, wat zijn de resultaten van de negende handelsdialoog tussen de EU en China? Kunt u dit toelichten?
Op welke wijze zijn deze resultaten concreet voor Vlaanderen van belang? Welke opportuniteiten voor Vlaanderen zijn er? Zijn er specifieke sectoren in Vlaanderen waarvoor deze dialoog een bijzonder belang heeft en waar er een zeer concrete impact is?
Worden deze gesprekken of de resultaten ervan gehypothekeerd door de spanning rond Taiwan ? Indien ja, op welke manier ?
Welke positie neemt Vlaanderen in tegenover de kwestie Taiwan, gelet op de spanningen deze zomer?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Tommelein, ik reageerde gisteren ook als door een wesp gestoken, maar het was letterlijk. Louter ter informatie.
Wat zijn de resultaten van de negende handelsdialoog tussen de EU en China? Ontmoetingen op hoog niveau, zoals de handelsdialoog tussen de EU en China, geven vooral politieke signalen met betrekking tot de staat van de relaties tussen de twee partijen en bieden leiders aan weerszijden de kans om elkaar en de buitenwereld enkele boodschappen mee te geven. In deze context is het aldus moeilijk om concrete resultaten van de negende handelsdialoog tussen de EU en China voor te stellen.
Ik geef u hierbij echter zes voorname aandachtspunten die aangehaald werden tijdens deze handelsdialoog. Er werd gesproken over samenwerking om de economische gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne tegen te gaan, samenwerking ter hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), informatie-uitwisseling rond de bevoorrading van kritieke grondstoffen, engagementen om Europese leasingbedrijven niet te hinderen in hun activiteiten op de Chinese markt, samenwerking in de strijd tegen COVID-19, en de uitbreiding van samenwerking inzake dierenwelzijn.
Naast deze zes onderwerpen maande de EU tijdens de besprekingen China aan om af te zien van economische dwangmaatregelen zoals in het geval van Litouwen, om het gelijk speelveld te respecteren en om zijn COVID-19-strategie met strenge lockdowns te herzien.
Op welke wijze zijn deze resultaten concreet voor Vlaanderen van belang? Zoals net vermeld, is het moeilijk om bij de negende handelsdialoog tussen de EU en China concrete resultaten en opportuniteiten voor Vlaanderen in het algemeen of een impact op specifieke sectoren in Vlaanderen te duiden.
De hiervoor aangehaalde aandachtspunten signaleren enkele van de prioriteiten die de EU en China in hun wederzijdse betrekkingen willen nastreven. Enige impact van dit soort gesprekken is vaak slechts voelbaar op lange termijn door het verbeteren van de overkoepelende geopolitieke en macro-economische omstandigheden op de wereldmarkt. De huidige context van Chinese sancties tegen onder meer Europese parlementsleden laat echter niet toe concrete afspraken met handelsimpact te maken.
Concreet zou het aandachtspunt ‘samenwerking ter hervorming van de WTO’ op termijn moeten toelaten dat er een convergentie is van regelgeving en standaarden op wereldvlak en dat oneerlijke handelspraktijken via het geschillenbeslechtingsorgaan aangevochten kunnen worden, met andere woorden dat de WTO haar missie effectief zou kunnen nastreven.
Het aandachtspunt ‘informatie-uitwisseling omtrent de bevoorradingsketens van kritieke grondstoffen’ zou tot doel hebben economische actoren die deze materialen verwerken, gebruiken of verhandelen, te voorzien van een voorspelbaardere keten. Uiteraard, een toenemende mate van transparantie hieromtrent lost de bevoorradingsproblematiek en de afhankelijkheden van bepaalde landen op lange termijn niet op. Men zal vanuit EU-perspectief verder moeten streven naar diversificatie en het opbouwen van open strategische autonomie.
Uiteindelijk geven engagementen die bijdragen tot een gelijk speelveld Europese en Vlaamse bedrijven de kans om op gelijke voet te concurreren met China en de rest van de wereld. De reeds aangehaalde engagementen zijn uiteraard kleine stappen in deze richting en hoewel zij blijk geven van een zekere goodwill langs Chinese kant, remediëren zij uiteraard niet aan de fundamentele oorzaken die aan de basis liggen van de vaak minder dan eerlijke concurrentieomstandigheden in China. Het EU-investeringsverdrag met China (CAI) is hiervoor het instrument dat werd nagestreefd door de Commissie, maar dit akkoord is momenteel bevroren door de sancties genomen door China tegen Europese parlementsleden en andere Europese actoren. Deze sancties leidden tot een resolutie van het Europees Parlement die de vooruitgang in het CAI-dossier afhankelijk maakt van de intrekking van deze Chinese sancties.
Wat de invloed van Taiwan betreft: de EU tracht constructief in dialoog te treden met China als partner voor samenwerking zonder evenwel blind te zijn voor de acties die China onderneemt als systemisch rivaal in de ruimere geopolitieke context en als concurrent in de wereldeconomie. De manier waarop China reageert op contacten van buitenlandse overheden met Taiwan, is een bron van spanningen.
De positie van Vlaanderen ten aanzien van Taiwan is onveranderd gebleven sinds mijn antwoord op vorige parlementaire vragen rond Taiwan. Vlaanderen sluit zich aan bij de meeste landen in de wereld, waaronder ook de lidstaten van de Europese Unie, en hanteert het een-Chinabeleid, waarbij de Volksrepubliek China als het echte China wordt erkend. Tegelijkertijd onderhoudt Vlaanderen contacten met Taiwan op ambtelijk niveau en hechten we veel belang aan samenwerking met Taiwan op ambtelijk en technisch niveau.
De samenwerking op ambtelijk en technisch niveau tussen Vlaanderen en Taiwan werd verder versterkt op 19 januari 2022, toen secretaris-generaal Julie Bynens van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken en viceminister van het Taiwanese Ministerie van Buitenlandse Zaken Harry Ho-Jen Tseng een overkoepelend memorandum van overeenstemming betreffende de samenwerking tussen Vlaanderen en Taiwan ondertekenden. Daarin werden zes bestaande overeenkomsten in verschillende domeinen tussen Vlaanderen en Taiwan samengebracht. Ik moet eerlijk zeggen dat die ondertekening tot minder heisa op het wereldforum heeft geleid dan wat mevrouw Pelosi heeft gedaan.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor de toelichting.
Onze relatie met China is inderdaad niet eenvoudig; dat komt straks ook nog aan bod. We mogen echter niet naïef zijn als het op China aankomt. We moeten onze economische belangen toch kunnen maximaliseren, zonder daarbij onze strategische veiligheid en onze kritische sectoren in gevaar te brengen. Daarom is het belangrijk dat we een open en gestructureerde dialoog met deze mondiale grootmacht blijven voeren, ook in het belang van onze eigen welvaart en economie.
Ook inzake Taiwan mogen we niet naïef zijn. We zien vandaag wat er in Oekraïne gebeurt. Niets sluit uit dat China op een bepaald moment gelijkaardige onzalige beslissingen neemt, ook al is er wel een belangrijk verschil. Rusland is een grootmacht op zijn retour, dat wordt langzamerhand duidelijk. China wordt altijd maar machtiger en heeft meer tijd, maar dat maakt het niet minder gevaarlijk.
Veel zal afhangen van de vraag of China zijn economische macht enkel ziet als een middel om geopolitieke doeleinden te bereiken, dan wel als een belangrijke basis voor de welvaart van zijn eigen bevolking. Het is cruciaal om dit alles zeer nauwgezet te blijven volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.