Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, op 30 juni laatstleden hebben de Europese Unie en Nieuw-Zeeland onderhandelingen over een handelsovereenkomst afgerond. De Europese Unie was blijkbaar een van de laatste grote regio’s waar Nieuw-Zeeland nog geen handelsakkoord mee had afgesloten. Het akkoord is er ook niet zonder slag of stoot gekomen. Het resultaat was het eindpunt van vele jaren onderhandelen, tot zelfs de laatste uren, zo is ons bekend. De premier van Nieuw-Zeeland, Jacinda Ardern, kwam er eind juni alvast speciaal voor naar Brussel om de laatste knopen door te hakken.
Het akkoord zou in grote mate de douanerechten wegnemen op de handel tussen de EU en Nieuw-Zeeland en meer dan 90 procent van de toltarieven zou verdwijnen. Ook de toegang van Europese bedrijven tot de markt van overheidsaanbestedingen binnen Nieuw-Zeeland zou veel vlotter moeten verlopen. Uiteraard moeten we als Vlaamse regio onze handelsstromen met Nieuw-Zeeland relativeren. Het gaat uiteraard niet om onze grootste handelspartner. In 2021 exporteerden we voor ongeveer 386 miljoen euro goederen, ongeveer 0,1 procent van de hele Vlaamse export. Maar dat neemt niet weg dat de EU als geheel de derde grootste handelspartner van Nieuw-Zeeland is. Naar verluidt zou de handel met 30 procent kunnen toenemen en zouden de Europese investeringsstromen naar Nieuw-Zeeland met meer dan 80 procent kunnen stijgen.
In het algemeen werd het handelsakkoord positief onthaald. Nieuw is immers dat dit het eerste handelsakkoord van de Europese Unie is waar duurzame ontwikkeling en klimaat in werd geïntegreerd. Uiteraard zijn er ook kritische geluiden, zoals bij Boerenbond. Nieuw-Zeeland exporteert immers in belangrijke mate landbouwproducten, wat uiteraard steeds een impact kan hebben op onze eigen landbouwsector. Toch mogen we dit niet overschatten. Voor sommige landbouwproducten zal overigens een douanetarief blijven gelden.
Minister-president, hoe kijkt u naar het afgesloten handelsakkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland? Welk potentieel ziet u voor Vlaanderen? Kunt u dit toelichten ? Wanneer zal het akkoord naar de Raad en het Europees Parlement gaan? Welke stappen moeten er nog worden gezet om tot effectieve goedkeuring te komen? Wat is de voorgestelde timing om het handelsakkoord effectief in werking te laten treden? Wat is de status van het handelsakkoord? Is het een ‘EU only’-akkoord of een gemengd akkoord? Moet er met andere woorden ook een goedkeuring door de respectieve lidstaten gebeuren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Tommelein, ik geef mijn evaluatie van het afgesloten handelsakkoord. Ik sta positief ten aanzien van het gevonden politieke akkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland over een nieuw handelsverdrag. Ten eerste zal het akkoord de reeds bestaande handel vergemakkelijken en bijkomende marktopeningen creëren voor onze bedrijven. Daarnaast is het land een geostrategisch gelijkgezinde partner met wie we de banden versterken.
Momenteel analyseren mijn diensten de finale inhoud om vervolgens als Vlaamse Regering een finale positie in te nemen. Ik kan dus voorlopig enkel mijn eigen kijk ten persoonlijken titel meedelen.
Vlaanderen heeft globaal genomen een positieve handelsbalans met Nieuw-Zeeland en hoewel de invoertarieven voor EU-goederen reeds relatief laag waren voor het afsluiten van dit akkoord, zullen ook significante tarieven op delen van de automobiel-, landbouw- en textielsectoren die nog bestonden, volledig weggewerkt worden.
Tariefverlagingen zijn een tastbaar gevolg, maar er zijn ook tal van afspraken gemaakt die de handel in se zullen vergemakkelijken, zoals rond conformiteitsvereisten en -procedures, douanesamenwerking, sanitaire en fytosanitaire maatregelen enzovoort.
Daarnaast is er ook over een aanzienlijke liberalisering van de Nieuw-Zeelandse dienstenmarkt onderhandeld en bevat het akkoord bepalingen inzake digitale handel om bijvoorbeeld gegevensstromen in een veilige omgeving voor consumenten te vergemakkelijken.
Voorts is de Nieuw-Zeelandse openbare aanbestedingsmarkt, goed voor ongeveer 60 miljard euro per jaar, ook aanzienlijk geopend voor EU-economische actoren voor zowel diensten, bouwwerken als goederen.
Belangrijk voor Vlaanderen, en dus iets wat ik bijzonder toejuich, is de opname van een kmo-hoofdstuk, dat deze bedrijven moet bijstaan om optimaal gebruik te kunnen maken van de voordelen die het akkoord brengt.
Ik heb ook akte genomen van het zeer ambitieuze hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling. Daarbij worden specifiek groene goederen en diensten geliberaliseerd, wat een goede zaak is. Vlaanderen beschikt namelijk over veel expertise om de klimaatuitdaging aan te pakken, en het is belangrijk dat de EU-handelsagenda dit ondersteunt.
Ten slotte worden onze defensieve belangen in rekening gebracht met een gefaseerde afbouw van EU-invoertarieven op Nieuw-Zeelandse melk- en boterproducten. Ook zullen intellectuele eigendomsrechten beschermd worden tot op een hoog niveau en zijn er afspraken gemaakt over antidumping, antisubsidie en vrijwaringsmaatregelen, om eerlijke handel te garanderen. Dit wordt versterkt met mededingingsafspraken voor bijvoorbeeld fusies, subsidies en activiteiten van staatsbedrijven.
Na publicatie van de teksten zullen die nu juridisch nagekeken worden, de zogenaamde ‘legal scrubbing’. Vervolgens zal het akkoord vertaald worden in alle officiële talen van de EU. Nadien wordt het akkoord voorgelegd aan de Raad en zodra de Raad akkoord gaat, kunnen de EU en Nieuw-Zeeland het akkoord ook formeel ondertekenen. Ten slotte zal het akkoord naar het Europees Parlement worden gestuurd ter goedkeuring en zodra ook Nieuw-Zeeland de ratificatie heeft afgerond, kan het akkoord formeel in werking treden. Het is moeilijk om hier een concrete timing voorop te stellen, maar meestal duurt zo een taal-juridische opschoning ongeveer zes maanden, dus is mijn verwachting dat dit dossier begin volgend jaar op tafel komt.
Dit is een ‘EU only’-akkoord. Het zal dus met een gekwalificeerde meerderheid moeten aangenomen worden in de Raad. De nationale of regionale parlementen, zoals het Vlaams Parlement, zijn bijgevolg niet gevat.
De heer Tommelein heeft het woord.
Dank u voor de toelichting, minister-president. Vrijhandel is inderdaad een belangrijke factor voor economische groei. Als Unie zijn wij een belangrijk economisch blok en wanneer we onze export een extra boost kunnen geven, is dat altijd positief.
Uiteraard is Nieuw-Zeeland niet onze grootste handelspartner, maar in een wereld waar de geopolitieke spanningen onder druk staan zoals vandaag, waarin zich nieuwe machtsblokken ontplooien en de Europese Unie zijn plaats zoekt in de wereld van de 21e eeuw, is het zonder meer van belang stevige banden uit te rollen met een democratisch land elders in de wereld – en Nieuw-Zeeland is zo’n democratie –, en goede relaties met een minimum aan beperkingen kunnen onze band alleen maar versterken.
De heer Muyters heeft het woord.
Dank u, collega Tommelein, voor deze vraag. Ik onderschrijf wat u net zegt. Dergelijke handelsakkoorden zijn enorm belangrijk. Het belang daarvan kan voor ons niet worden onderschat.
Ik ben het ook met u eens, en ook met de minister-president, dat die handelsakkoorden steeds meer worden gebruikt als een hefboom om ook inzake duurzaamheid en dergelijke zaken te realiseren.
Tot slot ben ik heel blij dat het een ‘EU only’-akkoord is. Ik heb u daar een schriftelijke vraag over gesteld, minister-president. Hoe onbegrijpelijk is het dat België als enige en laatste in de EU een aantal handelsakkoorden nog niet heeft goedgekeurd? Ik vraag me af wat sommigen in dit land bezielt om onze handelsakkoorden niet goed te keuren en op die manier ons welzijn en onze welvaart op het spel te zetten. Het zijn niet de Vlamingen die dat doen, in Vlaanderen zijn al die handelsakkoorden wel al goedgekeurd. Er zijn er maar twee waarvoor wij als enige partner in Europa nog geen akkoord hebben gegeven. Ziet u nog hefbomen om dat in orde te brengen? Het is immers een enorme imagoschade. Het geeft de indruk dat wij de onderhandelaars, die na jaren onderhandelen zoals hier een akkoord bereiken, eigenlijk voor schut zetten.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik stel met u vast, mijnheer Muyters, dat dit eerder systeem is dan uitzondering op dat vlak. Het is ongelooflijk hoe vaak ik dat in internationale contacten moet uitleggen – niet alleen in Europa, heel de wereld ziet dat. Ik noem dan altijd drie getallen. Wij vormen 60 procent van de bevolking, 70 procent van het binnenlands product en 85 procent van de export. Dat wil zeggen dat onze belangen in de handelsverdragen enorm groot zijn. Die van de andere samenstellende delen van dit land zijn bijzonder klein. Als je belangen zo klein zijn, is het gemakkelijk om daar weet-ik-veel-welke hoge morele dingen aan toe te voegen. Onze houding is altijd dat je op het platform van een handelsakkoord al die andere moeilijke thema’s ter sprake kan brengen. Dan heb je een ‘common ground’ waarbij je sterker in je schoenen staat om daarover te discussiëren. In de meeste gevallen zit de federale overheid op onze lijn en is het optreden van de grootste deelstaat samen met de bond onze hefboom.
De vraag om uitleg is afgehandeld.