Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, dit parlement heeft in oktober 2020 een ontwerp van decreet goedgekeurd dat het mogelijk maakt voor lokale besturen om beperkte snelheidsovertredingen te bestraffen met GAS-boetes. U zegt wel dat steeds meer gemeenten dat doen, maar ik heb u schriftelijke vraag 1593 gesteld, en daarop hebt u geantwoord dat de Vlaamse overheid er eigenlijk geen zicht op heeft hoeveel gemeenten de GAS 5-boetes hebben ingevoerd, noch op het aantal boetes die in dat kader worden opgelegd.
In dat antwoord heb u het ook over een ander discussiepunt, namelijk de vraag of het TaaS-principe (Trajectcontrole-as-a-Service), waarbij een lokaal bestuur en een private partner een bepaald bedrag per boete overeenkomen dat wordt betaald aan die private partner die de camera-installatie plaatst, verenigbaar is met de voorwaarden uit het decreet. U hebt daarop geantwoord dat de ratio legis achter de regelgeving volgens u is dat er geen gewestelijke middelen mogen zijn aangewend tot financiering van de handhavingsinstallatie. Dat was nieuw voor mij, want ik heb dat in de parlementaire besprekingen of in de stukken nooit als dusdanig gelezen, dacht ik.
De Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) heeft in zijn advies van 23 september gezegd dat de hiaten in de regelgeving zodanig groot zijn dat GAS 5 onherstelbaar is. Ten eerste creëert GAS 5 volgens de MORA straffeloosheid, omdat het bijzonder moeilijk is om boetes te verhalen op personen die een overtreding begaan met een voertuig waarvan ze geen eigenaar zijn. Ook is de aanpak van recidivisten niet mogelijk door het ontbreken van een centrale databank en zonder gegarandeerde gegevensuitwisseling. Dat zijn dus toch wel een aantal problemen qua straffeloosheid.
Daarnaast vindt de MORA dat GAS 5 niet billijk is voor alle verkeersdeelnemers omdat lokale besturen de vrijheid hebben om de details van de GAS-procedures in te vullen, waardoor verschillen ontstaan tussen gemeenten. Ten slotte zegt de MORA dat GAS 5 een evenwichtig en toekomstgericht verkeersveiligheidsbeleid in Vlaanderen verhindert omdat GAS 5 ertoe bijdraagt dat de focus van het lokale verkeersveiligheidsbeleid verschuift naar handhaving en boete-inkomsten, en dat data tonen dat er sinds de inwerkingtreding al een verschuiving van verwerkingscapaciteit heeft plaatsgevonden in politiezones die werken met GAS 5. In sommige zones werd daardoor minder aandacht besteed aan de verwerking van overtredingen op regionale wegen, waar overtredingen volgens de strafrechtelijke procedure verlopen. Bovendien is de GAS 5-regelgeving volgens de MORA niet te combineren met het uitwerken van een progressief sanctiesysteem of rijbewijs met punten, dat toch een van de concrete pistes is uit het ‘All For Zero’-charter, dat ook door u werd ondertekend. De MORA besluit dat een aanpassing van de GAS 5-regelgeving geen oplossing kan bieden voor de diverse problemen die ik net heb aangehaald. Als alternatief adviseert de MORA om een terugkeer naar het strafrechtelijk systeem te organiseren, gekoppeld aan de introductie van Crossborder, en het bijhorende doorstortscenario te overwegen. Dat is een punt dat uw collega in de Vlaamse Regering, minister Brouns, hier in de commissie herhaaldelijk naar voren heeft gebracht toen hij nog parlementslid was.
Minister, in dat kader wil ik u dus de volgende vragen stellen. Kunt u toch zeggen hoeveel gemeenten volgens u reeds een GAS 5-systeem hebben ingevoerd? Kunt u de elementen in de parlementaire stukken aanhalen die volgens u aangeven dat de ratio legis achter de wetgeving is dat er geen gewestelijke middelen mogen zijn aangewend tot financiering van de handhavingsinstallatie? Ik herinner u eraan dat het decreet duidelijk zegt dat het allemaal lokale middelen moeten zijn die daarvoor worden gebruikt. Hoe reageert u op het vernietigende advies van de MORA? Zijn de hiaten die de MORA aangeeft, volgens u herstelbaar, en hoe wilt u dat doen? Hebt u het systeem van Crossborder verder onderzocht, en wat is de stand van zaken wat dat betreft? Hoe wilt u de handhaving van beperkte snelheidsovertredingen bijsturen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Bex, dank u wel voor uw vragen rond GAS 5 en ook over de verkeersveiligheid.
Ik moet u het antwoord schuldig blijven op uw vraag hoeveel lokale besturen op dit ogenblik GAS 5 hebben ingevoerd. Ik lees en hoor wel heel vaak dat lokale besturen het daadwerkelijk willen. Ik heb gisteren het persbericht gezien van CARMA, de politiezone rond Genk. Daar hebben acht lokale besturen aangegeven dat ze willen meedoen met GAS 5. Als ik specifiek naar mijn eigen provincie kijk, dan denk ik dat ruim de helft van de lokale besturen dat hebben aangekondigd. Op een veertigtal lokale besturen zijn dat er dus ruim een twintigtal.
Er zijn er een aantal die dat daadwerkelijk in werking hebben, en dat is vandaag de minderheid. Er zijn er wel een heel aantal die daar nu vooruitgang in willen boeken. Dat heeft ook heel veel te maken met het feit dat men misschien eerst een klein beetje de kat uit de boom kijkt, en ook met de financiële planning, want men moet natuurlijk ook een en ander in de beleids- en beheerscyclus (BBC) opnemen. Lokale besturen moeten ons niet zeggen dat ze overgaan tot GAS 5. Als ze dat wel doen, dan is dat natuurlijk fijn. Wij doen daar ook regelmatig bevragingen over, net als de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG): hoeveel doen dat al? We zien alleszins dat toch heel wat lokale besturen daar daadwerkelijk gebruik van willen maken.
Dan was er uw vraag over de ratio legis dat er geen gewestelijke middelen mogen worden aangewend. Dat staat enerzijds in de regelgeving zelf. Het gaat om snelheidsovertredingen vastgesteld met de automatisch werkende toestellen, die volledig worden gefinancierd door de lokale overheid. Specifiek kunt u ook bijkomende uitleg lezen in de memorie van toelichting die bij de decretale aanpassing voor artikel 29quater werd opgesteld. Ook daar leest u heel duidelijk dat er geen gewestelijke middelen mogen zijn aangewend tot financiering van de handhavingsinstallatie opdat de overtreding in aanmerking zou komen om binnen GAS 5 te worden verwerkt. Omtrent al die camera’s die op onze gewestwegen staan, kan een lokaal bestuur niet eisen dat het de GAS-boetes kan innen. Gaat het over gewestwegen waar er nog geen trajectcontrole of snelheidscamera is, dan mag een lokaal bestuur wel autonoom optreden. Het moet dat gewoon aan het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) kennisgeven.
Hoe reageren wij op het advies van de MORA? Ik heb dat advies inderdaad gelezen. Ik kan daar inderdaad zeer goed uit detecteren dat de MORA geen believer is wat GAS 5 betreft, en wel een believer is wat het Crossbordersysteem betreft. Ik lees ook andere opvattingen en andere meningen, van sommigen die helemaal niet geloven in het Crossbordersysteem en veeleer geloven in GAS 5. Ik kan vandaag de dag alleen maar vaststellen dat heel wat lokale besturen de grens zijn overgestoken en daadwerkelijk overgaan tot GAS 5, en zodoende bijkomend mee inzetten op handhaving. Dat is wat ik op zich heel belangrijk vind. Vanuit de federale overheid heb ik zelf al de vraag gekregen om ook extra middelen op tafel te leggen voor die gewestelijke verwerkingscentra (GVC's), die vandaag de dag onderbemand zijn. Ik denk niet dat het aan ons is om federale diensten extra financieel te gaan ondersteunen, maar anderzijds is dat wel een teken aan de wand. Als we vandaag zonder meer gaan zeggen dat men maar alles via Crossborder moet doen, kan er dan evenveel worden uitgelezen als vandaag, met het systeem van gewestelijke verwerkingscentra die alles doen wat op AWV betrekking heeft, de gewestwegen en de snelwegen waar er vandaag trajectcontroles en snelheidscamera’s zijn, en waarbij de lokale besturen met GAS 5 zelf overgaan tot het uitlezen, al dan niet via een private firma, zodat het een en-enverhaal is van lokale handhaving en gewestelijke handhaving en we massaal overgaan tot de uitrol van trajectcontroles en zo ook zorgen voor meer handhaving, maar nog meer voor een ‘mental shift’ bij de weggebruikers? We zorgen ervoor dat ze zich houden aan de snelheid en zich niet laten beboeten. Dat is en blijft nog altijd de hoofdboodschap.
Hebben we het systeem van Crossborder verder onderzocht? Ja. We blijven dat ook mee onderzoeken. Het is niet zo dat ik dat systeem zonder meer afschrijf. Crossborder heeft ook een aantal positieve elementen. We hebben dat ook al intern besproken. Er moet natuurlijk ook een draagvlak zijn binnen de voltallige Vlaamse Regering. In ons regeerakkoord was duidelijk opgenomen dat we moesten zorgen voor GAS 5 in de zone 30 en de zone 50 gezien de straffeloosheid in die specifieke zones en de vele ergernissen van de lokale besturen. Wel, we hebben dat uitgerold. Ik denk nog altijd dat het een meerwaarde is, dat het mensen ook noopt om zich meer aan de snelheidslimieten te houden. In die zin vind ik dat dus nog altijd een meerwaarde, maar ik schrijf Crossborder zeker niet af. Finaal is het aan de Vlaamse Regering om daaromtrent een standpunt in te nemen. Het heeft natuurlijk ook een impact op het verkeersveiligheidsfonds, en heeft sowieso ook financiële complicaties. Dat moet ik bij dezen ook wel onmiddellijk meegeven.
Hoe willen we de handhaving van beperkte snelheidsovertredingen bijsturen? Een remediëring van artikel 29quater is in de maak. Dat is al principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering, op 8 juli. We zijn vooral aan het kijken naar een aantal veeleer technische aanpassingen, onder meer rond het pv, de termijn voor het behandelen en de buitenlandse bestuurders. Ik hoop dat we dat zo snel mogelijk definitief kunnen goedkeuren en dat we dan alleszins een aantal pijnpunten waarover hier specifiek iets gevraagd, via een conceptnota, denk ik, ook zeker meenemen.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, dank voor het antwoord. Wat de eerste vraag betreft, denk ik dat Vlaanderen met een probleem zit. We voeren een beleid rond verkeersveiligheid, maar bij tal van zaken hebt u eigenlijk geen idee wat de gemeenten daarmee doen, terwijl het niet zo moeilijk zou kunnen zijn om dat te monitoren. Alweer dit voorbeeld: we weten niet eens hoeveel gemeenten gebruikmaken van dat systeem. Dat is toch vreemd. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om dat te weten. Hoe kan je nu weten of iets werkt als je niet eens weet hoeveel gemeenten zoiets doen? Het valt me echt steevast op: wanneer we u schriftelijke vragen stellen over bepaalde concrete feiten, dan is heel vaak niet geweten op Vlaams niveau wat er in de Dorpsstraat gebeurt.
Wat die ratio legis betreft, ik ben wat in snelheid gepakt door het feit dat deze vraag naar voren werd geschoven. Ik zal de memorie van toelichting erop nalezen, maar ik dacht dat ik dat had gedaan. De volledige financiering door de lokale overheid lijkt mij alleszins toch wel zeer duidelijk als voorwaarde opgenomen in het decreet. Ik blijf het toch wel vreemd vinden dat daar op een dusdanig soepele manier mee wordt omgegaan dat die bedrijven daar eigenlijk een verdienmodel kunnen maken van het aantal boetes die ze uitschrijven. Ik, net als mijn fractie, blijf dat een ongezonde situatie vinden.
Ik denk dat het inderdaad beter zou zijn indien we naar dat Crossbordersysteem zouden evolueren, omdat je daarmee toch heel veel werklast zou kunnen wegnemen bij de lokale besturen. In een ideale wereld zouden dergelijke dingen allemaal automatisch moeten kunnen gebeuren en zouden we dat centraal moeten kunnen doen. U hebt goede contacten met bijvoorbeeld de federale minister van Justitie. Misschien kan collega Brouns minister van Binnenlandse Zaken Verlinden aanspreken. Het moet toch mogelijk zijn om ter zake tot een performant systeem te komen, en tot goede financiële afspraken, want ik begrijp uit uw antwoord dat dat ook belangrijk is. De bijsturingen die u aankondigt, zullen we te gepasten tijde bespreken hier in het parlement, en ik zal daar dan mijn opmerkingen over geven.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, ik wil toch eventjes benadrukken dat GAS 5 altijd een verhaal van lokale autonomie is geweest. Zo is het ook opgenomen in het regeerakkoord. Ik denk dat het dankzij die GAS 5-regelgeving is dat lokale besturen inderdaad hun eigen beleid rond verkeersveiligheid en handhaving verder kunnen uitrollen. Als die handhaving naar Crossborder wordt overgedragen en langs die weg zou moeten gebeuren, dan denk ik dat alles generiek zal worden behandeld, en dan vrees ik dat dat weinig motiverend gaat zijn voor onze lokale besturen.
Het is inderdaad zo dat er kinderziektes zijn wat de GAS 5-regelgeving betreft. Het is net daarom dat ik met collega’s van de N-VA in deze commissie een conceptnota heb ingediend, die we nog wel verder zullen bespreken.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de opmerkingen van collega Moors en collega Bex, maar wil toch nog even benadrukken dat collega Brouns in het verleden ook al heeft uitgerekend voor zijn gemeente wat het meest voordelige systeem is. Wat blijkt? Dat het innen van de boetes via het Crossbordersysteem het goedkoopste is. Dat heeft het positieve gevolg dat de lokale besturen dan ook meer middelen overhouden om opnieuw te investeren in de verkeersveiligheid. Volgens federaal minister Van Quickenborne komt het systeem ook tegemoet aan de nadelen van GAS 5. Het is ook beter voor de aanpak van recidivisten en beter voor de inning bij buitenlandse chauffeurs.
Die gewestelijke verwerkingscentra werden ondertussen al verder uitgebouwd. Men is die nog steeds aan het uitbouwen. Dat blijkt ook uit het advies van de MORA. Volgens mij kunnen beide systemen, het systeem van Crossborder en dat van GAS 5, ook perfect naast elkaar blijven bestaan. Dan kunnen de lokale besturen zelf kiezen welk systeem ze het liefst toepassen of welk systeem voor hen het beste is. Dat lijkt me ook wel een oplossing te zijn voor het probleem van die gewestelijke verwerkingscentra. Een aantal besturen zijn al vertrokken met GAS 5. Ik denk dat ze dan misschien veeleer minder geneigd zijn om over te schakelen, zodat er mijns inziens geen stormloop zal plaatsvinden op die gewestelijke verwerkingscentra.
Minister, ziet u op dit moment mogelijke hindernissen waardoor we het onderzoek van het doorstortscenario via Crossborder niet zouden kunnen voeren?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Bex, ik vraag mijn administratie continu om meer data, maar ik wil dan vooral ook wel gerichte data, data die specifiek betrekking hebben op ons eigen beleid. Dat gaat dan over projecten inzake fietsveiligheid, kruispunten die heringericht zijn en dergelijke meer, omdat we ter zake zelfs ook vaak wat op onze honger blijven. Specifieke data over welk lokaal bestuur nu al dan niet bijkomende handhavingstools heeft uitgerold? Ik hoef ook niet van lokale besturen te weten hoe vaak hun lokale politie aan een welbepaalde schoolpoort staat. Ik denk dat we niet zo ver moeten gaan.
Wij hebben een juridisch kader gecreëerd. Wij hebben GAS 5 gecreëerd, specifiek op vraag van de lokale besturen. Ik ben zelf ook ruim twintig jaar actief als burgemeester in een lokaal bestuur. De klachten over overdreven snelheden zijn wel de meest voorkomende klachten. Als je daar niks aan kunt doen, als je niet elke politieagent in elke Dorpsstraat kunt plaatsen, dan denk ik dat GAS 5 een heel mooi initiatief is dat heel veel lokale besturen kunnen gebruiken om ervoor te zorgen dat meer mensen zich aan de snelheid houden. Niet om te zorgen dat er meer boetes worden uitgeschreven, maar vooral opdat ze zich zouden houden aan de snelheid. Dat is de opzet van het hele verhaal. Dat ik nu bijkomend aan elk lokaal bestuur de verplichting zou moeten opleggen om ons als Vlaamse overheid te briefen wanneer ze hebben gebruikgemaakt van dat kader, ik denk dat dat ons te ver zou leiden en weinig meerwaarde heeft.
Wat het gefinancierd zijn door lokale besturen betreft: dat staat zo letterlijk in artikel 29quater. Dat staat ook in de memorie van toelichting. Hoe een lokaal bestuur dat financiert, of het zelf al dan niet een aannemer aanduidt om die kast daar te plaatsen, of dat doet via een firma als TaaS of via s-Lim of wat dan ook, het zijn nog altijd middelen van de lokale besturen, en dat is de lokale autonomie. Het zijn echter géén camera’s die zijn geplaatst door AWV. Dat is heel duidelijk het onderscheid.
Dan is er de hele kwestie van Crossborder versus GAS 5. We horen zelfs in deze commissie dat sommigen pro GAS 5 en sommigen pro Crossborder zijn. Daar is vandaag de dag nog geen volledige eenduidigheid over. Alleszins kan ik alleen maar meegeven dat ik hoor dat er in de gewestelijke verwerkingscentra, die vallen onder de Federale Politie, onder de federale overheid, vandaag de dag te weinig capaciteit is om de camera’s die langs onze gewestwegen en autosnelwegen staan, allemaal tot in de details uit te lezen. Dan denk ik: als we daar dan ook nog eens alle gegevens van de lokale wegen, van die zones 30 en 50 bij moeten doen, dan is er helemaal te weinig capaciteit. Als men mij dan vraagt of Vlaanderen die gewestelijke verwerkingscentra mee extra wil financieren, dan denk ik niet dat dat onze taak is. Tegelijkertijd engageren lokale besturen zich er nu toe om eigen verwerkingscentra te realiseren. Er wordt hier verwezen naar collega Brouns, maar zijn gemeente doet nu zelf binnen de politiezone CARMA mee aan wat die politiezone heeft gelanceerd, met name GAS 5 via hun verwerkingscentra. Dan vraag ik me af: wat wil men? Kortom, op dit ogenblik zijn er heel veel lokale besturen die kiezen voor GAS 5.
Ben ik tegen Crossborder? Absoluut niet, maar ik wil dan wel voorafgaandelijk de garantie hebben dat dat geen impact heeft op de eigen middelen, met name ons verkeersveiligheidsfonds, want minder afdrachten van de federale overheid aan het verkeersveiligheidsfonds betekent dat wij minder middelen hebben. Daarom ook zijn een aantal collega’s minder geneigd om dat systeem van Crossborder door te voeren. Het betekent natuurlijk een aanpassing van het Rekendecreet en van onze eigen Vlaamse regelgeving. Daarnaast wil ik ook absoluut de garantie dat de camera’s worden uitgelezen als het via Crossborder is. Op het moment dat die camera’s niet worden uitgelezen, dan zal die boodschap immers heel snel worden verspreid, en dan heb je nog minder van wat je wil bereiken, met name ervoor zorgen dat mensen zich houden aan de snelheid om het risico op een boete te vermijden.
Kortom, ik ben noch uitgesproken pro het ene of het andere, maar ik wil wel dat zo veel mogelijk mensen zich houden aan de snelheidslimieten. GAS 5 stond in het regeerakkoord. Dat hebben we uitgerold. Ik gooi Crossborder zeker niet weg. Ik vind het advies van de MORA om GAS 5 zonder meer weg te schuiven, kort door de bocht, want ik hoor van heel veel lokale besturen dat zij er wél gebruik van willen maken en dat zij dat een meerwaarde vinden, omdat het een impact heeft op het gedrag van de weggebruikers.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ten eerste, ik begrijp dat u op dit moment een pragmatische houding aanneemt inzake de discussie Crossborder versus GAS 5.
Ten tweede, wat de data betreft, God verhoede dat elke gemeente zou moeten doorgeven hoeveel politiecontroles er aan de schoolpoorten zijn, maar een algemeen beeld van de mate waarin de decretale mogelijkheden die wij creëren, ook daadwerkelijk op het terrein invulling krijgen, dat lijkt mij echt essentieel, gewoon om te weten of wij hier in Brussel goed bezig zijn.
Ten derde, ik denk dat we heel die discussie over de vraag of je een verdienmodel gaat organiseren rond die verkeersboetes, duidelijk hebben gehad. Dat kan niet de bedoeling zijn van het decreet. Ik blijf het bijzonder vreemd vinden dat men vanuit de redenering, de ratio legis dat het niet door AWV mag worden betaald, dan in een decreet ertoe komt dat het uitsluitend door de gemeenten moet zijn gefinancierd, en dat dat dan bijzonder breed zou kunnen worden geïnterpreteerd. Dat is niet hoe ik het heb begrepen toen wij hierover hebben gestemd in het parlement.
De vraag om uitleg is afgehandeld.