Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over erfgoed en energiezuinigheid
Vraag om uitleg over de mogelijkheden en hinderpalen bij de verhoging van de energiezuinigheid van beschermd erfgoed
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Voorzitter, minister, de stijgende energiekosten zijn voelbaar in heel onze maatschappij. Iedereen kijkt naar de overheid voor structurele oplossingen en voor eventuele steunmaatregelen. We komen van de ene crisis in de andere terecht. De hoop om opnieuw in een normale samenleving te ontwaken na corona, begon al snel te verdwijnen door de inflatie en de sterke stijgingen in de energiefacturen.
Kastelen, monumentale bouwwerken en de talrijke kerken die we in Vlaanderen rijk zijn, zien hun stijgende energiefacturen met lede ogen aan. Een voorbeeld hiervan is de abdijkerk in Ninove, een van de grootste barokkerken in Vlaanderen. De energiefactuur verdrievoudigde en men verwacht zelfs een vervijfvoudiging dit jaar.
Vele van deze erfgoedgebouwen hebben topstukken in hun collectie, waaronder orgels, schilderijen, beeldhouwwerken en andere kunstwerken van grote waarde. In het kader van het erfgoedbeheer wordt er verwacht dat deze collecties op een correcte manier onderhouden en bewaard worden, zoals onder andere op het vlak van temperatuur en vochtigheidsgraad. Om aan deze voorschriften te kunnen voldoen en de hoge energiekosten te kunnen blijven financieren, worden vaak andere noodzakelijke onderhoudswerken en herstellingen uitgesteld.
Minister, in welke mate zal de Vlaamse overheid middelen voorzien om deze stijgende energiekosten voor ons erfgoed te milderen? Of wordt in de nieuwe visie dat lokale besturen verantwoordelijk zijn voor hun lokaal erfgoed, verwacht dat deze besturen deze extra kosten helpen financieren? Hebt u al overleg gepleegd met het agentschap Onroerend Erfgoed over wat de eventuele mogelijke gevolgen kunnen zijn van deze stijgende energiefacturen in ons onroerend erfgoed en de nakende onbetaalbaarheid ervan? Welke maatregelen stelt het agentschap eventueel voor om de mogelijke aantasting van topstukken in de verschillende collecties te vermijden?
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
De stijgende energiekosten baren tegenwoordig iedereen zorgen, ook eigenaars van woningen of gebouwen met erfgoedwaarde. Voor hen is er een extra uitdaging: hoe verlagen ze hun energierekening en verbeteren ze het comfort met respect voor de erfgoedwaarden van hun pand? Het isoleren van vloeren of gevels, het plaatsen van dubbel glas of het leggen van zonnepanelen is bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend bij monumenten. Ze vragen om een specifieke aanpak.
De erfgoedsector krijgt al jaren steeds meer de vraag om erfgoedgebouwen energiezuinig en comfortabeler te maken. Die vraag wordt in het licht van de huidige energiecrisis alleen maar prangender.
Minister, plant u op korte termijn extra initiatieven binnen Onroerend Erfgoed om eigenaars van onroerend erfgoed te helpen met het energiezuiniger maken van hun monumenten? Voor het zomerreces vroeg ik u om meer uitleg over het nieuwe erfgoedenergieadvies. Zit de ontwikkeling van het erfgoedenergieadvies nog steeds op koers? Is er al een concrete datum van inwerkingtreding?
Het agentschap doet bij beslissingen een beroep op verschillende afwegingskaders, bijvoorbeeld voor dakisolatie, historisch schrijnwerk, zonne-energie, technische installaties en voor de isolatie van gevels en vloeren. Materialen en technische mogelijkheden evolueren snel, zodat er tegenwoordig misschien wel vaker oplossingen kunnen worden gevonden in een erfgoedcontext. U kondigde reeds aan dat het afwegingskader voor zonnepanelen aangepast zal worden. Kunt u dat toelichten? Zijn er nog afwegingskaders die aan herziening toe zijn?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, de vraag van collega Slagmulder heeft een iets andere insteek dan de vragen van collega Van Werde en mezelf, maar natuurlijk niet minder belangrijk. Waar hij het heeft over de kosten – wat een terechte vraag is en waarvan ik ook benieuwd ben naar het antwoord – gaan de vragen van collega Van Werde en mezelf over het combineren van het beschermen van de erfgoedwaarde en het energiezuinig maken van de gebouwen. Daar zit vaak een spanning.
We hebben recent een voorbeeld gezien. Het is wel niet uit Vlaanderen, maar het heeft in Vlaanderen wel voor beroering gezorgd. Het gaat over het feit dat bewoners van een tuinwijk in Watermaal-Bosvoorde die enkel glas hadden vervangen door dubbel glas, dat niet mochten doen en dat opnieuw moesten vervangen door enkel glas omdat het een aantasting zou zijn van de erfgoedwaarde. Dit ligt in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, maar de gewezen Vlaamse bouwmeester Leo Van Broeck heeft zich daar ook over uitgesproken. Hij zei dat het agentschap Onroerend Erfgoed veel meegaander zou moeten zijn en veel meer out of the box moet durven te denken over hoe men de beschermde gebouwen energiezuinig kan maken.
Collega Van Werde heeft dit inderdaad in mei ook al aangekaart in deze commissie, maar ik heb toch nog een aantal vragen voor u, minister.
Hebt u bijkomende initiatieven genomen om op basis van de energiecrisis die er nu is, de problematiek van de energiezuinigheid van beschermde gebouwen aan te pakken en daartoe meer mogelijkheden te creëren? Zeker op dit moment moet er toch een en ander bewegen.
In welke mate houdt het agentschap Onroerend Erfgoed bij het verlenen van adviezen over energiezuinige investeringen rekening met de huidige energiecrisis? Hoe kijkt u aan tegen de uitspraken van de gewezen Vlaamse bouwmeester Van Broeck die ik daarnet heb geformuleerd? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitwerking van de erfgoedenergieadviezen? Zullen die tegen het einde van het jaar werkelijk afgerond zijn?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Slagmulder, mevrouw Van Werde en mevrouw Schauvliege, jullie stellen terechte vragen. Zij betreffen uitdagingen waarmee wij op elk domein van de samenleving geconfronteerd worden en dus ook bij Erfgoed. Iedereen wordt geconfronteerd met de impact van de energiecrisis en de sterk stijgende prijzen. Ik begrijp de grote bekommernis voor dit onderwerp, zeker ook in de context van erfgoed, waar nog vaak de veronderstelling leeft dat er niet veel kan en mag als het over energiezuinige maatregelen gaat. De vele vragen van eigenaars die ik ontvang, hun ongerustheid over de toekomst van het erfgoed maar ook van hun portemonnee, maken dat ik dit onderwerp als een absolute prioriteit met hoge urgentie beschouw. Omdat sommige vragen terugkwamen in de voorliggende vragen om uitleg, heb ik ze gegroepeerd in mijn antwoord.
Eerst zal ik ingaan op de vragen over bijkomende initiatieven en middelen, daarna geef ik een stand van zaken van het project ‘ontwikkelen van een erfgoedenergie-advies’. Vervolgens geef ik jullie meer informatie over de huidige afwegingskaders en of er versoepeling gewenst is, om af te sluiten met een specifiek aandachtspunt: de topstukken die zich in beschermd erfgoed bevinden, waar de heer Slagmulder naar verwijst.
Ik bespreek eerst de extra initiatieven. De voorbije jaren realiseerden we het erfgoedenergieloket, voerden we verschillende studies uit, ontwikkelden we de verschillende afwegingskaders voor energiezuinigheid en startten we met het project ‘ontwikkelen van een energieprestatiecertificaat (EPC) voor erfgoed’, dat ondertussen geëvolueerd is naar het ‘ontwikkelen van het erfgoedenergie-advies’. Laat het dus duidelijk zijn dat er de voorbije jaren al veel veranderd en in positieve zin geëvolueerd is in het energiezuiniger maken van erfgoed. Het verduurzamen van het erfgoed is immers belangrijk om de toekomst en het gebruik van het erfgoed te garanderen, maar beslissingen rond energiezuinigheid moeten doordacht genomen worden, want hun impact op het erfgoed kan groot en onherroepelijk zijn.
Naast al de lopende initiatieven besliste ik dan ook de voorbije weken om twee extra initiatieven op korte termijn op te nemen: de herziening van het afwegingskader zonne-energie in een erfgoedcontext en het aanwenden van de erfgoedlening voor energiezuinige werken. Voor de herziening van het afwegingskader zonne-energie nemen we vanaf vandaag een drastische beslissing waarmee we talrijke eigenaars van erfgoed hopen te helpen: zonnepanelen kunnen vanaf vandaag op ieder beschermd pand geïnstalleerd worden. Er zal een visuele impact zijn op het erfgoed, maar die zal vermoedelijk tijdelijk en reversibel zijn. Dat is ook de belangrijkste reden van deze radicale wijziging in beleid. Ik vraag het agentschap deze aangepaste advisering uiterlijk over drie jaar te evalueren. Die evaluatie komt er vooral vanwege de snel evoluerende technologie. Het gaat hier om het visuele aspect en je hebt nu al heel wat nieuwe soorten zonnepanelen. Op een bepaald moment zou het wel kunnen dat wij vragen een bepaald type panelen met een mindere visuele impact te gebruiken. In de commissie Algemeen Beleid heb ik het er dikwijls over: ik ben absoluut voorstander van meer evalueren.
Mensen begrijpen niet meer waarom ze in deze tijden geen zonnepanelen kunnen leggen. Ook willen we dat erfgoed zijn gebruiks- en hiermee samenhangende marktwaarde behoudt. Eigenaars van onroerend erfgoed zijn niet altijd kasteelheren of -dames, zoals soms wordt voorgesteld. Het zijn Vlamingen die in een beschermd dorp- of stadsgezicht wonen en het ook moeilijk hebben om die energierekening te betalen. Het zijn eigenaars van een beschermd beluikhuisje die willen inzetten op groene energie. Met deze maatregel kunnen we heel veel Vlamingen helpen de komende weken, maanden en jaren.
Met een heldere sensibiliseringscampagne zullen we richtlijnen geven om de visuele impact op het erfgoed te milderen. Hierbij geven we aan dat nog steeds de voorkeur uitgaat naar zonnepanelen uit het zicht. Dat is jammer genoeg niet altijd mogelijk. Daarom zullen aspecten aan bod komen zoals een zorgvuldig ontwerp, met een goede integratie en plaatsing van de zonnepanelen op het dakvlak en het afstemmen van de kleur en reflectie van de zonnepanelen op de bestaande dakmaterialen. Op bijzondere daken zoals daken met een patroon, daken met talrijke dakkapellen, daken met een speciale vorm, enzovoort zal het plaatsen van zonnepanelen nog steeds afgeraden maar niet langer verboden worden. Het bevestigingssysteem moet ook reversibel zijn en mag geen schade aanbrengen aan de historische dakconstructie en materialen. Brandveiligheid wordt ook onder de aandacht gebracht.
Samen met onze afwegingskaders rond energiezuinigheid staat dit voor een vooruitstrevend erfgoedbeleid waarmee we het erfgoed wensen te verduurzamen en te laten mee-evolueren met de huidige en toekomstige uitdagingen rond klimaatverandering.
Als tweede maatregel wil ik de erfgoedlening uitbreiden. Ik ben er mij van bewust dat de energiezuinige ingrepen aan erfgoed de eigenaars op hogere kosten jagen. Zij moeten immers vaak hun keuzes voor bepaalde materialen, uitvoeringswijzen en afwerkingen afstemmen op de voorwaarden die wij in het belang van het behoud van de erfgoedwaarden opleggen. Daarom wens ik in de nabije toekomst de erfgoedlening ook voor energiezuinige werken aan erfgoed te kunnen aanwenden. De ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) werkt de verruiming van de erfgoedlening momenteel uit. Ik zal u hierover verder op de hoogte houden.
Het tweede onderdeel van de vragen betreft de middelen. Mijnheer Slagmulder, u stelde de vraag of er extra middelen voorzien worden vanuit de Vlaamse overheid om de stijgende energiekosten voor ons erfgoed te milderen en of lokale besturen deze extra kosten moeten helpen financieren. Ik focus mijn beleid liever op structurele oplossingen waar iedereen beter van wordt en die betaalbaarheid en een vermindering van de energiekosten op lange termijn garanderen. Dat is eigenlijk een algemene lijn die wij volgen in de maatregelen die wij als Vlaamse overheid nemen. Denk aan de VerbouwPremie en de VerbouwLening. De bedoeling is om op langere termijn de energiefactuur naar beneden te krijgen door het verbruik en de afhankelijkheid van de energie te verminderen.
Ik wens de middelen van Erfgoed, die ook eindig zijn, hiervoor te gebruiken, en niet te spenderen in compensaties of in energietoelages en -cheques. Ik zet dus volop in op de voorbeelden die ik in de vorige vraag heb gegeven.
U verwijst naar de visienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleid. Wel, die visienota begeeft zich niet op het terrein van de financiering van de instandhouding van beschermd erfgoed zelf. Er verandert dus niets aan de toekenning van erfgoedpremies – dat blijft een Vlaamse bevoegdheid – of aan het toepassingsgebied van deze premies.
Wat is nu de stand van zaken van het erfgoedenergieadvies? Voor het zomerreces gaf ik jullie een gedetailleerd overzicht van de ontwikkeling en de stand van zaken van het erfgoedenergieadvies. Ik kan vandaag bevestigen dat de ontwikkeling volledig op schema zit en de lancering in het najaar van 2023 wordt voorzien. Ik begrijp dat dit voor sommigen nog lang lijkt, maar de ontwikkeling van zo’n nieuw instrument lukt niet van vandaag op morgen. Daar gaat veel voorbereiding aan vooraf, werk dat absoluut nodig is om een goed eindproduct af te leveren.
Over de versoepeling in advisering door de energiecrisis zijn er heel wat vragen gesteld. Dan kom ik nu tot de vragen over de mate waarin mijn administratie in haar adviezen rekening houdt met de huidige energiecrisis en of er hier een verdere versoepeling nodig is.
Zoals ik aan het begin van mijn antwoord aangaf, is het belangrijk om een evenwicht te vinden tussen het nemen van energiezuinige maatregelen en het overdragen van erfgoedwaarde aan toekomstige generaties. Dat is ook hetgeen vooropstaat in de verschillende afwegingskaders dakisolatie, historisch schrijnwerk, vloerisolatie en gevelisolatie die het agentschap hanteert: het verzoenen van hedendaagse comfort- en gebruikerseisen met het behoud van de erfgoedwaarde. En ik kan hier stellen dat we daarin slagen. Deze afwegingskaders zijn een grote stap voorwaarts geweest en laten in de afweging ook voldoende ruimte voor innovatieve oplossingen.
En om even heel specifiek op de case van de tuinwijk Logis-Floréal, een voorbeeld uit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, in te gaan: ons afwegingskader historisch schrijnwerk zet bij reconstructie aan tot comfortprestatieverhogende aanpassingen. Met de huidige technieken, zoals dun dubbel glas en vacuümglas, is er veel mogelijk, niet altijd volledig beantwoordend aan de huidige EPB-eisen (energieprestatie en binnenklimaat), maar toch met een opmerkelijke verbetering van de isolatiegraad.
Voor alle duidelijkheid: we praten hier ook over het meest waardevolle erfgoed, dat beschermd is op Vlaams niveau. We moeten dus ook waken over de erfgoedwaarden en de grenzen van de mogelijkheden aftasten. Bij nog aanwezig historisch waardevol schrijnwerk zullen we behoud nastreven. Slechts in uitzonderlijke gevallen zullen isolerende maatregelen aan schrijnwerk niet mogelijk zijn, maar die zijn dan ook te verantwoorden vanuit de erfgoedwaarde.
En dat geldt ook zo voor de andere afwegingskaders: zoeken naar een evenwicht, maar ook aanvaarden dat voor sommige erfgoedgebouwen de vraag naar energie vanwege de beperking op energiezuinige maatregelen hoger zal liggen. Vandaar dat het belangrijk is om ook bij erfgoed in te zetten op het gebruik van hernieuwbare energie. En dan kom ik terug bij de zonnepanelen. Zij zullen worden toegelaten op erfgoed omdat dit een reversibele en tijdelijke ingreep is. Van de andere isolerende maatregelen is de impact op de erfgoedwaarde minder te verantwoorden. Dat heeft dikwijls een grotere impact op het erfgoed zelf. Dat begrijpt u ook wel.
Hoe zit het met de aantasting van de topstukken door de energiecrisis? Mijnheer Slagmulder, u vraagt zich af of het agentschap maatregelen neemt om de mogelijke aantasting van topstukken als gevolg van deze energiecrisis te vermijden.
Een van de lopende projecten die het agentschap samen met Cultuur voorbereidt, betreft het project ‘behoudsondersteuning topstukken’. Hierbij wordt het huidige beleid over de behoudsondersteuning van bewaaromstandigheden van topstukken bij erfgoedbewaarders die behoud en beheer niet als kerntaak hebben, geëvalueerd en wordt er een herwerkt kader gecreëerd voor het in goede staat bewaren van topstukken in monumenten, kerken en kloosters.
Ik wil graag een en ander verduidelijken over hetgeen u in uw vraag aanhaalt omtrent voorschriften bij bewaring van collecties. De voorschriften voor minimale temperaturen en vochtigheidsgraad waarnaar wordt verwezen, gaan terug op een omzendbrief uit 2002 over kerkverwarmingen. Bij de inwerkingtreding van het Onroerenderfgoeddecreet in 2014 verviel deze omzendbrief. Op het terrein wordt echter nog regelmatig verwezen naar deze richtlijn. Daarom bereidt het agentschap Onroerend Erfgoed samen met zijn partners een nieuw document voor om sommige achterhaalde inzichten van deze omzendbrief bij te sturen.
Zo blijkt uit onderzoek dat luchtvochtigheid een grotere invloed heeft op de conditie van waardevolle stukken dan temperatuur. Afhankelijk van het gebouw, de collectie of waardevolle stukken en het gebruik zullen de minimumtemperatuur en luchtvochtigheid anders zijn. Maatwerk is dus opnieuw de boodschap. Met de huidige energiecrisis bestaat de kans dat kerken niet of minder verwarmd zullen worden. De daling van de temperatuur is hierbij niet dramatisch, zolang de relatieve luchtvochtigheid stabiel blijft. Ook is gebleken dat ventilatie een belangrijk middel is om de relatieve vochtigheid bij te sturen.
Het agentschap Onroerend Erfgoed voorziet al in een onderzoekspremie voor het uitvoeren van een energieaudit onroerend erfgoed, zodat de meest geschikte energetische maatregelen op maat voor zowel het gebouw, de waardevolle stukken als de gebruiker, en zijn portemonnee, gekozen kunnen worden. Bij Monumentenwacht Vlaanderen kunnen beheerders, indien zij lid zijn, terecht voor het monitoren van het binnenklimaat.
Bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media kunnen kloosters, abdijen of gebedshuizen, religieuze organisaties en organisaties die erkend zijn maar geen werkingssubsidies ontvangen via het Cultureelerfgoeddecreet en een topstuk beheren, een subsidie aanvragen voor ingrepen die een aantoonbaar positief effect hebben op het behoud en beheer van een topstuk. Deze subsidie kan onder andere worden aangevraagd om de directe klimaatomstandigheden van een topstuk te verbeteren.
Ik denk dat het verder inzetten op deze vormen van ondersteuning van groter en waardevoller belang is, zowel voor de eigenaars, beheerders als het erfgoed en op langere termijn meer vruchten afwerpt.
Daarmee heb ik alle vragen beantwoord. Samenvattend hebben we altijd een evenwicht moeten vinden tussen enerzijds het behoud van het erfgoed in de best mogelijke omstandigheden, en anderzijds maatregelen, energetische of andere zoals comfort, voor erfgoedeigenaars. We zijn altijd geholpen door innovatie. De nieuwe technologieën helpen ons daarbij wel degelijk verder. Nu veranderen die verhoudingen wel een beetje. De energiecrisis wordt door de oplopende kosten steeds belangrijker. Daarom is dit een herijking van het evenwicht tussen die twee. We blijven wel gaan voor een gezond evenwicht. Dat komt er in elk geval altijd op neer dat we in alle omstandigheden zullen moeten kijken naar de uniciteit van het erfgoed en naar het maatwerk dat nodig is. We kunnen heel moeilijk algemene regels uitwerken voor elk stuk onroerend erfgoed in Vlaanderen. Los van de zonnepanelen kan daarover een algemene stelling worden ingenomen. Maar zelfs daar zijn er uitzonderingen. Dat is het evenwicht dat we herijken.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitgebreide antwoord. Ik vind het goed dat u zeker een aantal initiatieven zult nemen. De zorg voor ons erfgoed is een gedeelde verantwoordelijkheid. Ik begrijp ook dat de financiële middelen niet oneindig zijn, maar er moet toch te allen tijde vermeden worden dat bepaalde erfgoedcollecties beschadigd dreigen te geraken omdat ze niet meer onder de juiste omstandigheden kunnen worden bewaard wegens de energiecrisis. Het is goed dat dat momenteel wordt herbekeken. In verband met de subsidies waar u naar verwees, vraag ik me af of dat allemaal voldoende bekend is.
U gaat structurele maatregelen nemen. Dat is ook een goede zaak want ik vrees dat de lokale besturen de financiële draagkracht niet hebben om al die extra kosten te kunnen dragen. Zij zien ook hun eigen facturen door de energiecrisis naar boven gaan.
Minister, hebt u al signalen opgevangen dat een bepaald soort erfgoed, zoals kastelen, bepaalde monumenten en zo verder, deze winter niet toegankelijk zullen zijn wegens de hoge energiekosten? Hebt u er weet van dat dat zou worden overwogen? Zo ja, hoe zit het dan met de subsidiëring op de werkingsmiddelen? Die zal toch niet verminderd worden omdat men in principe een heel jaar open moet zijn? Ik dacht dat er een aantal cultuurhuizen deze winter niet open zouden zijn.
Dan is er de uitbreiding van de erfgoedlening, die kan worden aangevraagd om de duurzaamheid en de energieprestatie van erfgoed te verbeteren. Het is een goede zaak dat die uitgebreid wordt. Kunt u zeggen wanneer dat van kracht zal zijn? Ik veronderstel dat daar nog een extra campagne voor zal worden gevoerd.
Ik ben ook van mening dat we ons erfgoed zeker moeten kunnen moderniseren, maar natuurlijk wel enkel wanneer de authenticiteit maximaal bewaard kan blijven en steeds met een respectvolle invulling. Dat zal geval per geval moeten worden bekeken, want het ene erfgoedgebouw is het andere niet.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitgebreide antwoord. De uitdaging voor het nemen van energiebesparende maatregelen is natuurlijk groter bij erfgoed dan bij andere gebouwen. Die gebouwen zijn per definitie ouder en dus moeilijker energiezuinig te krijgen. Men zal ze nooit zo energiezuinig kunnen krijgen als nieuwbouw, maar het was ook onhoudbaar om eigenaars van dergelijke gebouwen te beletten om zonnepanelen te leggen. Ik denk dat het een heel normale evolutie is.
U sprak over ‘irreversibel’ en ‘tijdelijke maatregelen’. Ik heb u op de uitreiking van de Erfgoedprijs horen zeggen dat de technologie ons wel zal helpen in de toekomst. U bent op het dak van een gebouw in Mechelen geweest. Ik herinner me niet meer welk gebouw het precies was. Daar waren die zonnepanelen perfect ingewerkt in het dak. Ze waren bijna niet meer te zien. Dat zijn allemaal positieve zaken. Over een paar jaar zullen die zonnepanelen ook letterlijk zichtbaar zijn op al die daken. Dat zal natuurlijk een zeer boeiend maatschappelijk debat opleveren.
Positief vind ik ook de uitbreiding van de erfgoedlening voor energie-ingrepen. Collega Slagmulder heeft dit ook al gevraagd: kunt u een idee geven van de timing? Is dat voor dit jaar of is dat eerder voor volgend jaar?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw uitvoerige antwoord. Er zijn een aantal positieve zaken al van kracht of in de running. Dat is een goede zaak. Ik denk aan de lening en aan de zonnepanelen. Wel zou ik willen vragen om blijvend in te zetten op goede communicatie en informatie voor de eigenaars en ook het ontzorgen. Er komt immers heel wat bij kijken om te weten wat men kan en wat men niet kan. Dat is heel specifiek.
U bent begonnen met te zeggen dat er een nieuw afwegingskader is en dat u het eigenlijk zeer goed doet: het is veel beter dan vroeger op het vlak van energiezuinigheid. Als u dat beweert, hebt u daar dan stukken van, hebt u daar cijfers van? Hoe kunt u het staven dat het nu allemaal zoveel beter is en dat er volop op wordt ingezet? Ik vraag me af of we voldoende informatie hebben om het echt te monitoren en er zicht op te hebben.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Slagmulder, we zijn het absoluut eens. Het vermijden van schade aan erfgoed is uiteraard onze doelstelling. De opmerking of die instrumenten voldoende bekend zijn, is ook heel terecht. Daarover werken we een communicatiecampagne uit, zeer gericht om erfgoedeigenaars te bereiken.
We hebben op zich geen indicatie of worden niet op de hoogte gehouden van erfgoed dat zijn openingsuren wat anders gaat invullen en dergelijke meer. Wij sturen dat zeker niet aan. Ik weet wel dat lokale besturen dat soms doen. Ik vind dat ook niet onverstandig. In mijn gemeente bijvoorbeeld zijn er elf kerken, waarvan een deel beschermd is. Er zijn ook ontmoetingscentra en dergelijke. Men heeft nu bekeken welke men niet meer gaat gebruiken voor vergaderingen, en dan wordt de temperatuur iets lager gehouden en moet men niet plotseling gaan stoken wanneer er een vergadering is. Dat lijkt mij ook verstandig. Als het decanaat zegt dat men de zondagsmis nu in die ene kerk gaat doen en dat men daar de verwarming iets hoger op peil moet houden en ze in de andere kerken laten zakken, vind ik dat niet onverstandig. Doet dat afbreuk aan het feit dat het erfgoed open moet zijn? Eventueel wel, maar daar zullen lokaal oplossingen voor worden gevonden als er bezoek aan die kerken nodig zou zijn of wat dan ook. Wij hebben daar echter niet rechtstreeks zicht op, en het is zeker niet zo dat heel belangrijk erfgoed plotseling de deuren gaat sluiten. Dat is niet wat wij te horen krijgen.
Vertraging van werken komt wel degelijk voor, zeker door de stijgende bouwkosten op dit moment. Gemeenten zeggen dat ze die wat meer gaan spreiden in de tijd of wat dan ook. Dat lijkt mij ook niet onverstandig te zijn met de stijging van de bouwindex die we de laatste maanden hebben gezien.
Mevrouw Van Werde, het ging om de Predikherenkerk in Mechelen, die men nog altijd aan het renoveren is. Het is een zinken, gerimpeld dak, met een boog en een plat stuk. De zonnepanelen liggen mooi in dat plat stuk. Men ziet dat helemaal niet vanop de grond. Wel zijn die nu nog een pak duurder dan andere zonnepanelen, en daarom moeten we die technologie nog een beetje laten evolueren. Die evolutie zal zich wel doorzetten. Vandaar het idee dat we binnen drie jaar moeten gaan nadenken of het op dat moment niet mogelijk zou moeten zijn voor het agentschap om een bepaald type zonnepaneel verplichtend te gaan gebruiken. Dat zouden we bijvoorbeeld kunnen doen. Maar we moeten op het moment dat we evalueren, bekijken of dat een maatregel is die we kunnen nemen. Het is ondertussen al twee of drie jaar geleden, nog voor corona denk ik, dat ik op bezoek ben geweest in een oud treinstation dat omgebouwd was en beschermd erfgoed is. Het was in Hoogstraten, als ik me niet vergis. Er was een koepel waar zonnecellen in verwerkt zaten. Die technologie bestaat wel degelijk al.
De PMV-energielening zou er voor eind dit jaar moeten zijn. Waarom duurt het iets langer? Ik zou natuurlijk graag hebben dat het allemaal zo snel mogelijk gaat, maar we moeten daarover in overleg met de Financial Services and Market Authority (FSMA), want dat is een financieel product.
Mevrouw Schauvliege, dat we die maatregelen nemen, is natuurlijk zo. Natuurlijk zien wij dat er energieleningen worden opgenomen. We krijgen die vragen binnen. We krijgen ook de aanmelding. Toevallig ben ik in onze gemeente de laatste twee weken al twee keer aangesproken door mensen die concreet zonnepanelen willen leggen in een beschermd dorpsgezicht. Dus ja, we merken wel degelijk dat die dingen komen. Een overzicht van de EPC’s hebben we niet. Ik heb net uitgelegd dat dat voor de komende jaren uitgewerkt wordt.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank u wel. Als u in uw antwoord zegt dat het afwegingskader beter is en dat u veel meer kunt doen maar dat u daar geen zicht op hebt of geen indicatoren, vind ik dat een beetje moeilijk. Ik denk dat wij zeker werk moeten maken van een afwegingskader. Mensen van het departement gaan daarmee aan de slag. Ik zal nog eens herhalen dat het heel belangrijk is dat we daar een goed zicht op hebben: hoe zit het nu en welke investeringen gebeuren er?
U verwijst weer naar de zonnepanelen, maar bij mij gaat het ruimer: het gaat ook over isolatie. Dat mogen we zeker niet vergeten. Het zal niet alleen aan de zonnepanelen liggen dat wij mensen een lagere energiefactuur kunnen bezorgen bij beschermd erfgoed. Maar daarnaast – ik zal het nog eens herhalen – is informatie en ontzorging van de eigenaars nodig zodat ze effectief die investeringen kunnen doen. Het is leuk om alles te focussen op leningen en zonnepanelen, maar er is veel meer nodig dan dat. Ik wil u daar zeker nog eens extra attent op maken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.